Toelichting bij Termen: regeringsvormen, staatsvormen en maatschappij-inrichtingen

Onderstaande lijst dient niet gezien te worden als een van alomvattende definities, al was het maar omdat alomvattende definities onmogelijk zijn. Het zijn ook geen bijna-alles-omvattende definities, omdat bijna-alles-omvattende definities een bijna-alles-omvattende ruimte in beslag zouden nemen. Het zijn wel definities die pogen de kern uit het begrip te lichten, op een luchthartige manier. In de praktijk zijn de meeste regeringsvormen, staatsvormen of maatschappij-inrichtingen combinaties van verschillende hieronder gedefinieerde vormen. Zo is Nederland een democratie, maar is het duidelijk dat er ook een netwerk van gegoede families bestaat die meer dan evenredige invloed heeft (aristocratie), en is het ook zo dat armen heel weinig invloed hebben (kapitalisme). Andere voorbeelden zijn Afrikaanse, waar wat men democratie noemt blijkt samen te gaan met kleptocratie, en Amerika waar een matige dosis democratie samengaat met een grote hoeveelheid kapitalisme, steeds meer neigende naar oligarchie, en een stijgende hoeveelheid fascisme.
  Anarchie iedereen is de baas. Voorbeeld: vele gebieden in Afrika.
  Aristocratie de gegoede families zijn de baas. Voorbeeld: diverse Zuid-Amerikaanse landen.
  Communisme de communistische partij is de baas. Voorbeeld: Rusland 1917-1991.
  Communitarisme   de gemeenschap is de baas. Voorbeeld: geen.
  Democratie de politici zijn de baas. Voorbeeld: bijna geheel West-Europa.
  Dictatuur één persoon is de baas. Voorbeeld: vele landen in Afrika.
  Fascisme de gewelddadigen zijn de baas. Voorbeeld: Duitsland 1933-1945.
  Kapitalisme hoe meer geld, hoe meer baas. Voorbeeld: Amerika.
  Kleptocratie degenen die de baas zijn, stelen van de rest. Voorbeeld: bijna geheel Afrika.
  Meritocratie de meest-deskundigen zijn de baas. Voorbeeld: geen.
  Nepocratie
   (amigocratie)
de familie-, vrienden- en netwerkgroepen zijn de baas. Voorbeeld: bijna overal.
  Oligarchie een kleine elite is de baas. Voorbeeld: Rusland 1991-2000.
  Plutocratie hoe rijker, hoe meer baas. Voorbeeld: Amerika.
  Theocratie hoe vromer, hoe meer baas. Voorbeeld: de islamitische wereld.



Naar site home  .