Filosofen: Bertrand Russell
De regel is dat filosofen die filosofie gestudeerd hebben of een soortgelijk
traject hebben afgelegd, niet deugen - filosofisch gezien.
Een andere regel
is dat filosofen die wel deugen meestal iets meer praktisch hebben
gestudeerd hebben of iets dergelijks.
En op alle regels zijn
uitzonderingen en Bertrand Russell, die wel iets gestudeerd heeft maar dat
was wiskunde en het studeren van wiskunde leidt meestal to meer dan minder geneigdheid tot abstracties, is één van die uitzonderingen.
Russell is een
veel-schrijver, van zowel echt-filosofische als meer praktische werken.
De bekendste van de laatste twee zijn Why I Am Not a Christian
(1927) en The Conquest of Happiness
(1930).
De inhoud van Why I Am Not a Christian spreekt voor
zich, en was ten tijde van verschijnen grofstoffelijk vloeken in de kerk.
The Conquest of Happiness lijkt geen opzichtig thema te hebben,
maar met de latere blik is die er wel: de levenshouding van de alfa-geest
versus die van de bèta
. In het boek het meest frequent geformuleerd in de
vorm als "De neiging om in de eigen ziel te staren" versus "De neiging om
naar de buitenwereld te kijken".
Hier wat stukken uit The
Conquest of Happiness die het laatste punt illustreren - de paginanummers refereren aan de uitgave als Unwin Books (Eight Impression,
1975 - George Allen & Unwin). Pagina 14-15:
Pagina 35-37:
Pagina 42-43:
Lees dat boek!
Naar Filosofie, inleiding
, of site home
·.
|