Filosofen: Nederlands, wetenschap

Wat hebben Nederlandse filosofen met wetenschap? Dat wil zeggen: met wetenschap in de normale, Engelse betekenis oftewel natuurwetenschap. Dat andere noemen zij "mensstudies" - "humanities".

Cijfers versus woorden.

Methodiek versus gebabbel.

De babbelaars hebben lang en grondig genoeg om hun oren gekregen van vakken als natuur- en scheikunde, om het daar niet over te durven hebben.

Nee, als je wilt kijken naar hoe de babbelaars denken over wetenschap, dan moet je kijken naar het geval van een opkomende wetenschap. Van een vak dat van gebabbel aan het overgaan is, in ieder geval op deelterreinen, naar onderzoek en cijfers.

En de meest recent kandidaat is de hersenwetenschap. De neurologie. De psychologie.

Oh , het was zo heerlijk Freudiaans babbelen over wat zich allemaal afspeelde in "de ziel". En soortgelijke babbelwoorden.

En toen kwamen die oervervelende natuurkundigen zich ermee bemoeien, en namen apparatuur mee. Apparatuur die ze eigenlijk allang hadden maar nooit gericht op menselijke onderdelen. En toen ze dat wel deden, bleek die apparatuur hetzelfde te kunnen als wat röntgenapparatuur al deed voor de harde delen van het lichaam, maar nu voor de zachte. Waaronder al snel ook de hersenen bij gebrek aan alternatief. Apparatuur die natuurkundigen kennen als "Magnetic Resonance Imaging" maar voor de leken bekend werd als MRI en zijn broertje fMRI - het zijn ietwat verschillende versies van dezelfde methodiek.

Het begon natuurlijk met vrij ruwe versies, met een paar duizend hokjes per hersenbeeld waaruit je alleen grove zaken kan zien. En natuurlijk werden er in die tijd door enkelingen claims gedaan die niet waargemaakt konden worden door de praktijk. Al dan niet welwillende enthousiastelingen. Die dingen riepen als "Er bestaat geen vrije wil".

Nou, harder kan je nauwelijks vloeken in de filosofische kerk.

Dus begon het gesputter van de babbelaars.

Hier is hun meest recente inbreng (Volkskrant.nl, 25-04-2017):
  Beste filosofieboek

Filosoof en Volkskrantcolumnist Marjan Slob heeft de Socratesbeker 2017, de prijs voor het beste en meest urgante publieksfilosofieboek, gewonnen met Hersenbeest. De prijs werd vrijdag uitgereikt tijdens de Nacht van de Filosofie in De Lindenberg in Nijmegen.

De jury noemt Hersenbeest een wonderschoon boek dat zeer elegant is gecomponeerd: 'Geheel in de geest van Socrates neemt het de lezer mee in een wereld die ons op het eerste gezicht zo vertrouwd en vanzelfsprekend lijkt, om deze vervolgens kritisch te bevragen. Slob betoogt dat we eigenlijk niets anders dan taal hebben om onszelf als ‘hersenbeest’ te kunnen begrijpen.'    ...

Stel je voor ... "De ziel" en "cijfers" ...
  'Hersenwetenschappers willen ons graag doen geloven dat hoe wij zijn, hoe we ons voelen en wat onze intenties zijn, dat dat allemaal is af te lezen aan de grijze massa in onze hersenpan. De profielentaal van de wetenschap is niet per se de verkeerde taal, maar het is maar één taal. Dit boek vormt een sterk pleidooi voor het laten opbloeien van meerdere talen, inclusief de geesteswetenschappelijke taal, binnen de menswetenschappen', aldus de jury.

Dat is toch je reinste horreur ...

En de filosofen vinden natuurlijk de meest hartelijke steun van de mede-babbelaars:
  Suzanne Weusten schreef in de Volkskrant: 'In een meeslepend betoog wast Marjan Slob een groepje luidruchtige hersenwetenschappers de oren.'

Brullen van de lach!!!


Naar Filosofie, inleiding  , of site home  ·.

24 apr.2017