Boekrecensie: De Grote Uittocht (The Great Explosion)

De Grote Uittocht  (Wikipedia), door Eric Frank Russell, is een hilarische satire, met als thema's de evolutie van beschaving, de rol van gezagsverhoudingen in die evolutie, het verschil tussen macht op grond van willekeur versus gezag op grond van vakbekwaamheid, en het belang van de onafhankelijkheid van geest.

Het boek speelt in een tijd dat een uitvinding de grootschalige ruimtevaart over planetaire afstanden betaalbaar heeft gemaakt, en alle min of meer georganiseerde groepen van afwijkend levenden en denkenden hebben de aarde verlaten, een wereld van gedweeë ambtenaren, soldaten en dergelijke achterlatende.
    Als de Aarde weer vele generaties later zich enigszins van de emigratiegolven hersteld heeft, begint ze expedities om de kolonies in kaart te brengen, met het uiteindelijk doel er meer controle over te krijgen. Het boek beschrijft één van die expedities, en de planeten die ze aandoet zijn die van weggestuurde misdadigers, die van een religieuze sekte, die van nudisten, en die van de Gands, de volgers van Mahatma Gandhi  (Wikipedia).

Er is nauwelijks te kiezen uit welke van de episodes het grappigst is, maar het meest diepgravend en van belang hier is de laatste, die de rol van gezagsverhoudingen binnen de maatschappij aan een messcherpe analyse onderwerpt. Het volledige verhaal is te vinden hier  (in het Engels).

Merk op dat de tweede planeet, die van de religieuze sekte, niet wordt bezocht, omdat er geen teken van zichtbare bewoning is, ondanks het bestaan van een levendige natuur - de kapitein vreest het gevaar van besmetting.
    Gezien de sardonische aard van het werk van de auteur, is dit vermoedelijk een verborgen commentaar op religie, haar levensvatbaarheid op de echt langere termijn, en het gevaar voor besmetting dat het vormt.

De eerst bezochte planeet, die van de misdadigers, is, in tegenstelling tot de populistische vermoedens van de bemanning, nog steeds bewoond en heeft een redelijke hoeveelheid bevolking, verdeeld over "schansen". De onderlinge sociale verhoudingen kenmerken zich als "het diepste wantrouwen". Het enige dat ze vrijwillig uitruilen is vrouwen.
    Deze beschrijving is te zien als het commentaar van de auteur op "De triomf van het individualisme".

De laatste planeet is de interessantste, en ook vermoedeijk daarom en als meest geslaagde verhaal van de vier de laatste. De planeet is die van de Gands, wat later blijkt te staan voor de volgelingen van Mahatma Ghandi, waar niet veel meer van blijkt dan dat ze vredelievend zijn.
    En nogal eigenwijs in de handhaving van hun eigen denkbeelden, wat ook van Ghandi zou kunnen stammen. Ze hanteren de kenmerkende kreten "Vrijheid, ik niet", en "Myob", die laatste zijnde de originele Engelse versie die nu in het tijdperk van de internet-afkortingen misschien herkend zou worden als "Mind your own business".
    Er zijn geen gezags- en machtsverschillen - iedereen is gelijkwaardig. Alles gebeurt op basis van vrijwilligheid.
    De Gands hebben een organisatiegraad van dorpen en kleinere steden, in een voornamelijk klein- en wat midden-industriële economie, met nog steeds de nadruk op landbouw. Iets richting Middeleeuwen. Er is geen rijkdom en nauwelijks armoede.
    Geld hebben ze niet - de economie draait op een ruilsysteem met als tussenruilmiddel datgene waarmee ieder geldsysteem begint: het "I owe you" - het schuldenaarsbriefje.
    Lastig als je een schuldenaarsbriefje van de timmerman hebt, maar je schoenen stuk zijn, maar dat draaien ze wel goed. Alles op basis van vertrouwen.
    Daar gaat een groot deel van het verhaal over: vertrouwen.
    En eerlijkheid.
    Dat wordt de kinderen aangeleerd als ze in de fase van de "Ja, maar"-vragen komen, met het verhaal van Hans de Krabber. Hans de Krabber begint eerst met wat klein profiteerwerk door afgenomen diensten niet terug te "betalen", dat wil zeggen: er productief werk voor terug te doen.
    In het begin valt dat niemand op, dus wordt het, niet gecorrigeerd wordende, steeds erger. Uiteindelijk heeft hij zo veel schuldbriefjes uitstaan dat het wel begint op te vallen en niemand meer iets aan hem wil leveren.
    Omdat 'ie toch eten en verder leven moet, verhuist Hans naar een andere stad.
    Daar begint het verhaal opnieuw.
    Met dat verschil dat na verloop van tijd iemand uit zijn oude stad langskomt, en Hans ontmaskert.
    Hans moet weer verhuizen.
    In de derde stad loopt hij nu het risico ontmaskerd te worden door mensen uit twee steden.
    Dat houdt natuurlijk snel op, en in zijn laatste stad komt hij niet toe aan zijn eerste poging.
    Hij verhangt zichzelf in het bos.
    En nou mag u raden op welke groepen en culturen dit slaat.
    Ze produceren niets zelf en trekken wel rond.
    Ze verbouwen geen vlas maar dragen wel linnen kleding, en maken geen gereedschap maar rijden wel rond in karren met ronde wielen. Zoals A. Grunberg tevreden constateert uitleg of detail .
    A. Grunberg verbouwt geen vlas en maakt geen gereedschap, maar reist wel rond van stad naar stad, wonend in dure hotels en etend in chique restaurants.
    A. Grunberg uitleg of detail en soortgenoten uitleg of detail zijn geen Gands, maar Hans de Krabbers uitleg of detail .
    En nou mag u weer raden ... Naar de reden dat A. Grunberg en zijn soortgenoten zo weinig populair zijn over de hele wereld. br>

Verantwoording:

Dit verhaal heeft anderhalf of twee decennia in het hoofd van deze redactie gezeten, en is pas in februari 2024 uiteindelijk, en met nog steeds grote weerzin, opgeschreven, in verband met het hoge antisemitistische karakter , en naar aanleiding van een hogelijk semititistisch stuk promotie in de Volkskrant, geschreven door de burgemeester van Amsterdam die van haar stad een soort Beiroet wil maken, en van Nederland een soort Libanon.
    Een stad en een land bestaande uit (voornamelijk) Hans de Krabbers.
    De wantoestanden in het Midden-Oosten en Afrika laten zien waar dat toe leidt.


Naar Literatuur, inleiding  , of site home  .