Sciencefiction: het recensieprobleem

Er zijn twee veelgebruikte argumenten om sciencefiction als literair genre te veroordelen. De bekendste is die van de "pulp": 90 procent van sciencefiction is pulp. De weerlegging komt ook van een sciencefiction-auteur, Theodore Sturgeon: "90 procent van alles is pulp." (een versie van Pareto principe  (Wikipedia) ). En dit slaat zeer beslist ook op de traditionele literatuur, als je alles neemt wat onder die naam gepubliceerd wordt.

Dit misverstand is deels gebaseerd op een tweede: dat sciencefiction over personen gaat. Natuurlijk komen er in de sciencefiction personen voor, en zijn er ook sciencefiction boeken die wel over personen gaan, maar de interessantere verhalen gaan over maatschappijen, en niet over personen - het onderwerp van de sciencefiction is niet psychologie, maar sociologie. Later in dit artikel ingevoegd een zeldzame uitzondering (de Volkskrant, 11-09-2010, door Hans Achterhuis):

  Van sciencefiction valt te leren

Fictie | Leuk en lekker, maar ook leerzaam. Dat is het moeilijk af te bakenen genre van de sciencefiction.

‘De meeste romans zijn slechte sciencefiction. Ze voldoen niet aan de minimale normen. Romans spelen zich meestal af in een herkenbare en voorspelbare omgeving zonder interessante experimenten met gekke ideeën, toekomstscenario’s of alternatieve werelden.’
    Ondanks hun ironische ondertoon geven deze verrassende openingszinnen van Filosofie van de toekomst van Fred Keijzer goed de teneur van het hele boek aan. De filosoof uit Groningen houdt een pleidooi voor dit literaire genre. Op aanstekelijke wijze brengt Keijzer zijn boodschap naar voren: sciencefiction lezen is ‘leuk en lekker’. Filosofie van de toekomst bevat daarom veel opgetogen beschrijvingen van leeservaringen die de auteur zelf heeft ondervonden. Hij beoogt hiermee een breed publiek mee te slepen en kennis te laten maken met zijn grote liefde. Ik kan niet anders zeggen dan dat hij bij vlagen hierin slaagt.
    Als rechtgeaard filosoof wil Keijzer echter meer. Met behulp van sciencefiction probeert hij een ‘speculatieve antropologie' te ontwikkelen. Sciencefiction kan ons vertrouwd maken met toekomstscenario’s die onze ideeën over de mens en de menselijke mogelijkheden op losse schroeven zetten. Ze biedt alternatieve psychologieën en uitvergrotingen van tegenwoordige wetenschappelijke ontwikkelingen als ruimtevaart, gentechnologie en cyberspace. Juist daardoor kan ze ook maatschappelijke kritiek leveren op geborneerde aspecten van ons actuele blikveld.   ...

De eerste zin is een omkering van de standaardhouding ten opzichte van sciencefiction.

Het volgende voorbeeld, een recensie van een recensiesite, is een typische representant is van misverstand dat sciencefiction over personen gaat (Everything2.com, 03-07-2003, by Gorgonzola):
  The Blue World

1966 science fiction novel by Jack Vance. ISBN 0-585-07348-9, Victor Gollancz Ltd., London, 2003.


Hundreds of years ago, a spaceship crashed into the sea of The Blue World. It had to: there was nothing but sea. Making their way from the sinking ship, the survivors came to live on the floating mats of vegetation. Life was precarious at first: Metal was almost non-existent, and the survivors had to learn to live off the floating vegetation. Not only that, many were lost to the hungry kragens who patrolled the seas. Nevertheless, fish and edible sponges were plentiful, and the survivors adapted to their environment. Society formed into a caste system, based upon trade: Swindlers who swindle fish from the sea, Malpractors who handle medical procedures, Blackguards who tend the sponges, Advertisermen who dive beneath the waves to anchor buildings to giant plant stems, and Hoodwinkers who flash their patterns of signal-lamps to send messages between Floats.

The settlers have made a special accomodation with one particular kragen, which they call "King Kragen". It patrols the waters around the Floats, keeping lesser kragen away, but also growing immense off the settlers' sponges. It appears to be a reasonable tradeoff, and the caste of Intercessors has arisen to communicate with King Kragen, notifying him of any interlopers.

Sklar Hast is the young First Assistant Hoodwink of Tranque Float. Although he already has a fairly prestigious position, he is ambitious aspiring to succeed to Zander Rohan's post of Master Hoodwink when the old man retires.

But Sklar Hast has two thorns in his side. The first is the fact that Zander Rohan's daughter Meril does not seem to return his affection. In fact, it appears she will wed the officious Intercessor of Tranque Float, Samm Voiderveg.

The other is King Kragen who has just eaten most of Sklar Hast's sponges. Because of this, and Voiderveg's association with the kragens, Sklar Hast has developed an especial dislike for kragen, something the Intercessors would denounce as heretical.

One day, a rogue kragen wanders into Tranque Lagoon and begins devouring the few sponges left. Sklar Hast decides to kill it. This is anathema to Semm Voiderveg, as well as many of the hidebound old fogies who run things around Tranque Float. But Sklar Hast is unrepentant, and there are many who agree with him.

If you want to find out what happens next, read the book.

--------------------------------------------------------------------------------

You might be thinking "Oh, another Waterworld novel." But it's the first Waterworld novel! The Blue World had its genesis in the short story "The Kragen", which appeared in Fantastic Magazine in July, 1964. Many consider "The Kragen" one of the all-time classic SF stories. We wouldn't have The Integral Trees without it.

This is definitely a Jack Vance work (although it's is the only one I've read with long technical digressions). Its strengths are Vance's strengths: Lyrical descriptions, a compelling, original setting, an immense vocabulary, an unearthly power to let the story unfold.

Its weaknesses are also Vance's weaknesses: a plot which, although interesting, flies straight as an arrow from initial conflict to its final conclusion. Characters who are for the most part, one-dimensional, except for the protagonist. The sole female character plays a part in the story, but is mostly a love interest. The values of rugged individualism and disdain for those who set themselves up as religious authority are spread liberally throughout the book.

In other words, it reads like a pulp magazine story. It's definitely the sort of stuff that appealed to teenage male SF readers of the 1940s and 1950s, but perhaps that isn't completely bad. I can't give a low rating to a 190 page novel I read in one sitting.

Zelfs uit deze recensie is al af te lezen dat het gaat om de strijd tussen conservatisme en vooruitgang, orthodoxie en verlichting. In een recensie op de Duitse Amazon-site wordt geklaagd dat het einde van het boek afgeraffeld wordt. Onzin. Aan het einde van het boek wordt één en slechts één punt gemaakt: de verlichting is het pad naar voren. Dat punt wordt volkomen duidelijk gemaakt - en de rest is volkomen onbelangrijk. Vond kennelijk ook auteur Jack Vance.


Naar Literatuur, inleiding  , of site home  .

3 jun.2007