Formules, inleiding
Er is weinig dat niet-bèta's zo zeer ontzag en angst inboezemt als
formules - het gezegde in de boekenbranche luidt: iedere formule halveert de
verkoop van een boek. Want al die symbooltjes die meestal bestaan uit slechts één letter .... En dan betekenen zo ook nog eens heel veel. Precies het
omgekeerde van wat men gewend is: veel woorden voor een relatief magerder
inhoud.
En het allervervelendste: vaak werken ze ook nog eens
en leggen ze dingen vast. Zodat er over die dingen moeilijk of niet meer gediscussieerd kan
worden.
Gruwelijk.
Maar er zijn ook alfa's en gamma's die wel bereid
zijn er enige moeite in te steken, maar teleurgesteld worden door het gebrek
aan uitleg zonder voorkennis. Voor hen zijn deze artikelen. Aan het einde
van de reeks ligt er
een beloning: het kunnen lezen van een formule over economie die aan het
Nederlandse publiek is gepresenteerd als zijnde een zeer belangrijk en archetypisch voorbeeld. En het kunnen zien van de leugens erover.
Tussen twee haakjes: gekozen is de hoofdlijn op te splitsen in acht
artikelen zodat deze apart in één keer gelezen kunnen worden, met adempauzes
op geschikte momenten. Eromheen liggen wat nadere uitwerkingen en
specialisaties.
We beginnen met de basis van formules: letters.
Alles wat
betreft uitleg werkt natuurlijk het
makkelijkst met concrete voorbeelden. En daarom gaat het eerst over appels
en meters.
Ga appels kopen op de markt, en er zijn twee manieren om
dat aan te pakken: vragen om kilo's of vragen om stuks. En als je vraagt om
kilo's, zal de marktkoopman na enig wegen terugkomen met de vraag: "Eentje meer of eentje
minder?" - omdat het aantal kilo's zelden of nooit precies overeenkomt met
het aantal. Aantal is dus voor appels een essentieel concept.
Wat
ook geldt voor bananen, citroenen, enzovoort. Alle dingen in de natuur. En
de afkortingen voor die hoeveelheden heten dan ook "de natuurlijke
getallen". De bekende 1, 2, 3, enzovoort.
Met de natuurlijke
getallen zijn de simpele formules te maken. Een formule is een regel die
geldt voor alle getallen. En de eerste vraag is dus: hoe schrijf je een
getal op dat je nog niet weet en later van alles kan zijn?
Daarvoor
gebruikt men sinds de oudheid letters. De gebruikelijke keuze voor een
willekeurig natuurlijk getal is \( n \). En een ander willekeurig natuurlijk
getal: \( m \) . En eventueel \( k \), \( l \), \( o \) en in die buurt.
De eerste formule is
die voor wat er gebeurt als Jantje en Marietje snoepjes hebben gekocht, die
natuurlijk ook in natuurlijke getallen komen, en willen weten hoeveel
ze samen hebben. Eerst geeft Jantje zijn snoepjes aan Marietje, en die gaat
ze bij elkaar tellen. Jantje vertrouwt de uitkomst niet zo, en doet het
daarna zelf door die van Marietje bij de zijne op te tellen. Dat zou
eventueel wat anders kunnen zijn.
Als je dit nu wilt opschrijven
zonder de aantallen expliciet te noemen, moet je er dus letters aan geven.
Stel: die van Jantje zijn er \( n \), en van Marietje \( m \). De vraag van Jantje is
dan: "Tel ik \( m \) op bij \( n \), is dat dan hetzelfde als dat ik
\( n \) optel bij \( m \)?". Iedereen weet dat dat inderdaad zo is, en Jantje gaat dat uitvinden.
En als je dat dan opschrijft, en "tel bij elkaar op" ook vervangt
door een symbool: "+" , en "is gelijk aan" door een ander: "=" , dan luidt
die regel dat de volgorde van optellen niets uitmaakt:
\[ m ~ + ~ n ~ = ~ n ~ + ~ m \]
|
En voor wie hier nog moeite mee heeft, lees en herlees dan net zo lang
totdat het volkomen helder is. Het vervolg wordt allengs te moeilijk als
hier nog een probleempje mee is.
Aan de andere kant: de rest lijkt
voor een flink aantal stappen sterk op het voorgaande - op een wat hoger
niveau bezien is de rest van de stappen eigenlijk identiek aan deze
inleidende. Het voorgaande is een "formule", en kan staan voor alle andere
formules, op dat hogere niveau.
En bijna alle formules (in de
wiskunde) kunnen
afgeleid worden uit een klein aantal andere, waarvan bovenstaande er eentje
is. Die beperkte hoeveelheid essentiële formules heten "axioma's" en
bovenstaande formule hoort bij wat heet "een algebra" (er bestaan
verschillende soorten algebra, voor wie het woord kent). De betreffende
formule heeft zelfs een naam: hij heet "het commutatieve axioma", commutatie
zijnde het van het Latijn stammende woord voor "verwisseling", waarvan de
reden duidelijk moet zijn.
Dit alles hoort natuurlijk tot de
"wiskunde". Erg belangrijk, dus, maar niet de meest praktische vorm van
formules.
De tweede te bespreken formule ziet er wel uit als
wiskunde, maar hoort bij de natuurkunde. Ook daarin doet men veel aan
tellen, maar meestal in zaken als meters en kilo's.
Een meter is
eigenlijk een eigenaardig iets, want om te weten wat het is, moet je het met
je meedragen in de vorm van een lange lat, en die lat dan een paar keer
langs het te meten voorwerp leggen. Iets dat je kan simuleren door je armen
wijd uit te strekken maar dat is bij de meeste mensen echt geen meter. En de
keuze van de lengte van die lat is redelijk willekeurig. De enige echt
natuurlijke maat die iedereen kan begrijpen en zich ook redelijk voorstellen
is de gemiddelde lengte van de mens. Tegenwoordig iets van 1 meter en 70
centimeter of 1 meter 80. Kijk naar een paar mensen die naast je staan, en
je weet wat een "mensenmeter" is.
Maar wat je ook kiest, je zit net
als bij de appels altijd met het geval dat er geen precies aantal
meters is. Maar de daarvoor alom zowel bekende als gebruikte oplossing is om ook
een lat van 10 keer zo klein te gebruiken, die heet dus "decimeter",
enzovoort. Het aantal meters, decimeters enzovoort zet je op een rijtje, met
de meters op een aparte plaats met behulp van een komma:
Hardop: 1 meter plus 7 decimeter plus 6 centimeter, enzovoort. Ook dit
zijn getallen, geheten de "gebroken" getallen omdat de gehele getallen in stukjes
gebroken zijn. En om duidelijk te maken dat het over meters gaat, die meters
erachter:
En op dezelfde manier zijn er ook secondes:
En kilo's:
Enzovoort. Wat je allemaal ook op een andere veelgebruikte manier kan
opschrijven. Stel je hebt "De lengte is 1,7635 meter", dan kan je dat ook
noteren als, gebruikende een ander letter, \( l \), staande voor "lengte":
En idem:
En:
Met \( t \) staande voor "tijd" en \( m \) staande voor "massa".
En die eenheden denk je er, bij afspraak, gewoon achter, tenzij je
niet-standaardeenheden gebruikt - dan moet je ze wel altijd vermelden.
Een van de dingen die natuurkunde
heel anders maakt dan wiskunde, is dat je de gebruikte begrippen kan
combineren tot nieuwe - bij wiskunde gebeurt het ook wel, maar het is minder
duidelijk. Bij natuurkunde is het opzichtig en dusdanig belangrijk dat in
het begin die eenheden ook altijd wel vermeld worden.
Eén van die
gecombineerde begrippen, zullen de meeste mensen wel voelen aankomen, is
"snelheid": het aantal meters afgelegd per seconde. Met een nieuwe eigen
letter, zijn de \( v \) staande voor het Latijnse "velocitas". Dus:
\[ v ~ = ~ 2,183 ~ m/s \]
|
De \( m/s \) uitgesproken als "meter per seconde" wat ook neerkomt op het
aantal meters delen door het aantal secondes. Wat in het verkeer en de
meeste andere dagelijkse omstandigheden gaat in kilometers per uur of \(
km/h \)
De cruciale nieuwe stap
hierin gezien vanuit de wiskunde, is het begrip "vermenigvuldigen" en zijn
omgekeerde zijnde "delen". Door "vermenigvuldigen" krijg je nieuwe dingen, net als
in de levende natuur. In de wiskunde valt dat meestal niet op, omdat
wiskunde dus in eerste instantie over getallen gaat - "vijf keer twee" wordt
vertaald als "twee plus twee plus twee plus twee plus twee".
Goed, stel dat de
snelheid bekend is, en je hebt met een stopwatch het aantal seconden
gemeten. Wat is dan de afgelegde afstand? Dat is natuurlijk (zie dat "meters
per seconde") de snelheid
vermenigvuldigd met het aantal secondes. Wat ook geschreven kan worden als
formule - met "vermenigvuldigen met" geschreven als \( \times \) en "afgelegde
afstand" als \( d \) (van "distance"). Met de voorgaande getallen:
\[ d ~ = ~ 2,183 \times 3,11664 \]
|
Of met de eenheden erbij, die meestal weggelaten worden:
\[ d ~ = ~ (2,183 ~ m/s) \times (3,11664 ~ s ) \]
|
Gebruik van de calculator levert (afgerond naar het minste aantal
cijfers in de formule: de vier stuks van de snelheid):
Waarna de laatste stap komt richting echte formule: het weglaten van de
getallen door ze te vervangen door de bijbehorende symbolen: \( v \) voor de
snelheid en \( t \) voor de tijd:
En daar is de eerste natuurkunde-formule. En in tegenstelling tot de
meeste simpele natuurkunde-fomules heeft deze geen naam van een beroemde
geleerde.
Een simpele formule die zo'n naam wel heeft, is de wet van
Ohm. Die gaat over de elektrische stroom (letter \( I \), eenheid Ampère) in een
draad wanneer er een spanningsverschil (letter \( V \), eenheid Volt) over staat
- een bekend voorbeeld zijnde dat van de oude gloeilamp waar de bekende
netspanning van 220 volt over staat en een zo sterke stroom door de draad
gaat lopen dat ze heet wordt en gaat gloeien. De hoeveelheid stroom hangt ook
af van de "weerstand" in de draad, met letter \( R \) en eenheid Ohm. Hoe meer
weerstand, hoe minder stroom, en hoe meer spanning, hoe meer stroom.
Tezamen:
\[ I ~ = ~ { V \over R } \]
|
Maar hier zit een adder onder het gras: deze formule lijkt wel simpel,
maar er zit ingewikkelder natuurkunde achter - ingewikkelder dan bij
snelheid en tijd enzovoort.
Op dit punt is er ook meteen een
sociologisch analogon te bedenken - de bedoeling van deze hele exercitie. En
het is tegelijk een illustratie van de redenen waarom deze exercitie niet
eerder is ondernomen, want het is meteen een controversieel voorbeeld.
In de sociologie is er namelijk ook sprake van "stroom". Stroom in de basale eenheid van de
sociologie. En de basale van de sociologie is "groepen van mensen". In de
sociologie is het analogon van "elektrisch stroom" het verschijnsel van
"stroom van mensen". Daarvan zijn er vele soorten, waarvan de grootste
heet "migratiestromen".
Dan is er ook nog een begrip nodig om de
stroom op gang te brengen dat lijkt op "elektrisch spanningsverschil".
Daarvan zijn er in de sociologie meteen al twee soorten: sociaal-culturele
en economische.
Laten we het meteen maar gaan formaliseren: de
migratiestroom noem je \( M \), het sociaal-culturele verschil noem je
\( C \) en de
weerstand houden we op \( R \). Dan krijg je:
\[ M ~ = ~ { C \over R } \]
|
Migratiestroom is sociaal-cultureelverschil gedeeld door de weerstand,
die in dit geval de "reisweerstand" is: hoe moeilijk is van van plaats A
naar plaats B te komen. Waarom is de migratie van moslims en creolen naar
Amerika zo klein ten opzichte van de migratie naar Europa? Antwoord: Omdat
tussen Afrika en Amerika een oceaan zit - de "reisweerstand" is hoog. Vraag: Waarom is de migratie naar
Europa de laatste decennia zo sterk toegenomen? Antwoord: Omdat het reizen
zo veel makkelijker is geworden, dat wil zeggen de "reisweerstand" is
afgenomen.
Kortom: formules zijn dus best wel te begrijpen -
als u tot hier gekomen bent. En ze zijn best ook wel heel nuttig en zinvol
in de sociologie.
Want wat zegt die huidige grote migratiestroom van uit Midden-Oosten Afrikaanse
culturen? Want die migratiestroom is best wel groot gezien de reisweerstand
bestaande uit een Midden-Oosten met veel grenzen en een Middellandse Zee. Antwoord: Die grote migratiestroom vanuit Midden-Oosten en Afrika
laat zien dat het Midden-Oosten en Afrika en grote sociaal-culturele
achterstand hebben.
En wat is het hier relevante andere dat de
sociologie-met-regels gaat leren: het economische verschil is een directe
functie van het sociaal-culturele verschil.
De weerzin van (vele) sociologen tegen het gebruik van formules in de sociologie
is dus best wel te begrijpen: formules en
de bijbehorende regels leggen nare en onwelkome waarheden bloot.
Maar die formules en regels zijn niets anders dan weergaves van hoe het er
in de natuur aan toegaat. En wie ingaat tegen de regels van de natuur,
overleeft niet.
Natuurlijk zijn de meeste sociologische regels niet
van de simpelheid van natuurkundige regels en van bovenstaande voorbeeld, omdat de werkbasis van
sociologische regels mensen en mensengroepen zijn, en mensen zijn niet identiek
zoals atomen dat wel zijn. Maar, zoals het voorbeeld heeft laten zien: ze
kunnen wel door simpele(re) regels benaderd worden.
Meer over de
ietwat minder simpele regels hier
.
Naar Evolutie
, of
site home
.
|