Bronnen bij Menswetenschappen, regels: bestaan van groepen

Het bestaan van sociologisch groepen is ook in de sociologie in principe bekend genoeg. Natuurlijk worden er meteen negatieve connotaties aan verbonden, maar dat is evengoed een extra toegeven van het bestaan ervan (de Volkskrant, 10-04-2010):
  Hokjesdenken in het café

Onbewust stoppen we anderen in hokjes. Omdat ze er anders uitzien, andere gewoonten hebben of anders denken dan wij. Komende woensdag bespreken deskundigen in het Psychologie Café in Utrecht het hedendaagse hokjesdenken: het houdt de steeds complexere wereld overzichtelijk, maar voedt ook haat, discriminatie en geweld. Met moraalfilosoof Jan Verplaetse (Gent) over de botsing tussen buikgevoel en hoofd, sociaal-psycholoog Bertjan Doosje (UvA) over radicalisering, en neuropsycholoog Dennis Schutter (UU) over angst en ons brein. ...

Goed, dat is dus erkend. Tot het moment dat het over immigranten, allochtonen, culturen, rassen en dergelijke gaat... dan bestaan er ineens geen groepen meer. Dan is het meteen allemaal één grote niet-onscheidbare mengelmoes van eigenschappen waarin totaal geen significante subgroepen in te ontdekken vallen. De grote multiculturele uniformiteit.

In mei 2012 komt eindelijk de mogelijkheid van een doorbraak in zicht. In één van de meest prestigieuze tijdschriften gewijd aan alle wetenschappen, Science, is een overzichtsartikel gepubliceerd dat kond doet, namens de wetenschap der sociologie, van de ontdekking van het bestaan van menselijke groepen (Faculteit Sociale Wetenschappen, Universiteit Leiden, 17-05-2012, uitleg of detail (FSW) uitleg of detail (UL)):
  Een groep is ook een ‘zelf’

We kunnen wel denken dat we steeds ons eigenste unieke ‘zelf’ zijn maar dat is niet zo, betoogt prof.dr. Naomi Ellemers. Dat we deel uitmaken van groepen heeft invloed op ons zelf. Gewild of ongewild. Wat is een groep eigenlijk? Wat doen groepen met ons en wij met groepen? Review in Science.

Emotionele verbondenheid
Naomi Ellemers ziet een groep als een entiteit met een eigen ‘zelf’, dat afstraalt op de afzonderlijke groepsleden. Soms gebeurt dit omdat de leden van een groep dezelfde kenmerken hebben, of elkaar nodig hebben om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Maar vaak is het vooral een gevoel van emotionele verbondenheid, dat niet goed te verklaren is vanuit het eigenbelang van een individu. Als er iets vervelends gebeurt met de groep, ervaren de groepsleden negatieve emoties, ook als ze er zelf niets mee te maken hebben.   ...

Dit is een doorbraak - reden voor een publicatie in een topblad. De standaardvisie van de sociologie is deze:
  Vaak wordt een groep gezien als een verzameling personen met hun eigen motieven, doelen en vaardigheden, die samen optrekken omdat ze daardoor hun individuele doelen beter kunnen verwezenlijken.

Oftewel: een groep mensen is hetzelfde als een verzameling losse zandkorrels. En als er al iets extra's gebeurt, is dat negatief:
  Maar waarin je ook jezelf en je vermogen tot nadenken kunt verliezen. Zo verklaart men het gedrag van hooligans, de misdragingen van soldaten ten aanzien van Irakese gevangenen en zelfs het veel te veel risico nemen door bankiers.

Dat er een tegenspraak zit in deze twee opvattingen neemt men voor lief. De reden voor het aanvaarden van contradicties is dat men het bestaan van groepen niet wil erkennen, omdat de belangrijkste en meest zichtbare groepen de etnische groepen zijn, gevolgd door de culturele. En als die erkent als groepen, ben je niet ver weg van het zien van verschillen, dat wil zeggen: niveauverschillen. En dat laatste is zo verboden, dat het begrip "mensengroep" praktisch gezien ook verboden is.
  ... Ellemers heeft daar toch een wat andere kijk op.
    Ellemers’ artikel in Science geeft een overzicht van recent onderzoek over dit onderwerp, inclusief het werk van haar eigen onderzoeksgroep. Ze maakt duidelijk dat een mens zich laat beïnvloeden door dat groepen waarvan hij deel uitmaakt. En hierdoor zelf direct geraakt wordt, ook al gebeurt dat vaak onbewust. Wie kent niet de schaamte die tijdens een vakantie opkomt als andere Nederlanders zich misdragen. Dan voelen we onszelf ineens erg Nederlands. In andere gevallen hebben we juist bewust als doel deel uit te maken van een groep, bijvoorbeeld omdat we er zelf voor gekozen hebben. Van het zangkoor tot de politiek.

Als je dit gaat vertellen aan het publiek in de Leidse Haarlemmerstraat, zullen ze je vreemd aankijken: dit voor niet-sociologen het intrappen van wagenwijd open deuren.
    En zelfs voor het waarnemen van volstrekte vanzelfsprekendheden hebben sociologen inbreng van buiten nodig: 
  Onbewuste en bewuste vormen van groepsverbondenheid kunnen samengaan maar dat hoeft zeker niet. Wel blijkt dat onbewuste identificatie met een groep in de hersenactiviteit te zien is: mensen reageren positief op personen uit een groep waarmee ze zich verbonden voelen, ook al kennen ze die anderen niet. Deze hersenactiviteit voorspelt ook hun gedrag, zoals de bereidheid om geld te geven aan slachtoffers van een natuurramp. Voelen we ons niet verbonden met anderen of kijken we neer op een groep, dan is deze hersenactiviteit er niet. We blijven bijvoorbeeld onaangedaan als we geconfronteerd worden met beelden van daklozen. Dit gegeven kan misschien effectiever worden ingezet bij hulpacties en door goede doelen organisaties, die nu vooral een appel doen op de goedgeefsheid van personen.

Alweer: je zal er de bloemenverkoper niet mee verrassen of verbazen. Hij zal iets mopperen over het verspillen van overheidsgeld aan het doen van onderzoekjes naar dingen die iedereen (op straat) allang wist. Maar ja, iedereen (op straat) weet ook allang dat er in Afrika niet zo hard gewerkt wordt ... En het "onderzoek" daarnaar laat nog decennia op zich wachten.
    Kijk maar:
  Lastig is dat je de manier waarop door anderen naar de groep wordt gekeken niet kan sturen: een groep kan te maken krijgen met vooroordelen en een ongewenst imago. Lid zijn van zo’n groep of ertoe worden gerekend, is dan niet altijd een pretje: als je bij voorbaat door anderen in een hokje wordt geplaatst krijg je niet de kans om je persoonlijke kwaliteiten te laten zien. Bijvoorbeeld als je op je werk als professional wilt worden gezien, terwijl anderen vooral op je etniciteit reageren.

Ja, het zijn eigenlijk best wel slechte zaken, die groepen:
  Iedereen kan tot meerdere groepen behoren, maar het is niet vanzelfsprekend dat je wordt geaccepteerd door de groep die voor jou het belangrijkste is. Daar kunnen mensen ernstig onder lijden. In de hersenen geven de emoties die dit met zich meebrengt dezelfde activiteit die optreedt bij het voelen van fysieke pijn. Ook andersom kan het een probleem zijn als je je wilt distantiëren van een bepaalde groep, zoals het dorp waar je vandaan komt, je godsdienst of je sociale achtergrond, en dat lukt niet. De gevoelens van bedreiging die hierdoor ontstaan zorgen voor een verhoogde bloeddruk.

Met als conclusie:
  Ellemers maakt inzichtelijk dat we beter kunnen inspelen op dit soort verschijnselen als we rekening houden met het feit dat de mens uiteindelijk een groepsdier is.

En waarom zou dat nou toch zo zijn? De strikt individuele mens is toch een veel betere manier om de uitdagingen van de natuur te overwinnen? Tenminste, als groepen inderdaad allemaal van zulke slechte eigenschappen hebben ...
    Uit welk ironisch commentaar blijkt dat hier wel sprake is van de erkenning van het bestaan van groepen, maar nog lang niet van het bestaan van groepen als natuurlijk en evolutionair verschijnsel. Dat ze, gezien hun lange bestaan, dus grote evolutionaire voordelen moet hebben. En dat het zomaar uit elkaar halen van groepen, bijvoorbeeld door deze willekeurig door elkaar te gooien, dus evolutionaire nadelen kán hebben.


Naar Menswetenschappen, regels  , Menswetenschappen, huidig  , of site home  ·.

14 apr.2010