Evolutie van individu en maatschappij
Uit de studie van chaotisch gedrag in de natuur in niet zo heel lang geleden het
begrip fractal opgedoken, staande voor een figuur of voorwerp dat opgebouwd is
uit een voortdurende herhaling van dezelfde structuur op steeds grotere of
kleinere schaal, met de boom als een van de bekende voorbeelden: start met iets
dat lijkt op een Y, en plak op de twee toppen een kleinere kopie van Y, en op de
vier toppen van de kleinere Y’s nog kleinere, enzovoort. Op deze manier, met wat
variatie, kan men heel echt lijkende plaatjes van diverse soorten bomen maken.
Het is een illustratie van een op vele terrein bekend feit dat de natuur zich
vaak herhaald.
Een oud voorbeeld is de prenatale ontwikkeling van een mens van eicel naar
nieuwgeboren; in die ontwikkeling wordt zichtbaar een aantal stadia van de
grootschalige evolutionaire ontwikkeling doorlopen, zoals het ontstaan van
kieuwachtige structuren.
Het is dus niet erg vergezocht om de ontwikkeling van een enkele mens te vergelijken
met de ontwikkeling van de gehele mensheid. Enkele van de overduidelijke
overeenkomsten zijn de processen van groei en ontwikkeling, het voorkomen van
geleidelijke en scherp begrensde overgangen (geboorte, puberteit), enzovoort.
De in het licht van de eerdere paragrafen voor de handliggende vraag is dan: hoe
ver is de mensheid in het gesocialiseerd zijn, in het hebben van begrip voor het
bestaan van een ander. Of ook wel: hoe sociaal is onze samenleving. Het is
duidelijk dat het antwoord daarop verschilt per regio, zelfs binnen de Westerse
wereld zijn er vrij grote verschillen tussen de meer competitieve Angelsaksische
landen en het West-Europese continent.
Kenmerken van kindergedrag zijn
allerlei vormen van egoïsme, het niet
aankunnen van uitgestelde bevrediging, onmatigheid, sterke snoepneigingen,
vormen van zelfbevrediging als duimen, enzovoort. Al deze eigenschappen hebben
overeenkomstige aspecten in de grote mensen maatschappij van nu. Voorbeelden van
egoïsme zijn er talloze, maar het bekendst
op het ogenblik is het graaigedrag van topmanagers. Het niet kunnen uitstellen
van bevrediging ziet men in de neiging om alle materiële
dat men kan kopen, ook te kopen. Onmatigheid ziet men steeds openlijker in de
straat lopen, in het groeiende aantal te dikke mensen, in de Verenigde Staten al
twee op de drie. Die onmatigheid is ook niet in gewoon voedsel, maar in
junkfood, snoep voor volwassenen. En zelfbevrediging ziet men in hoge mate terug
in alle vormen van drugsgebruik; de grote waarde van de drug voor de gebruiker
ligt in het gevoel van bevrediging die men krijgt door er aan toe te geven.
Verschillen in de ontwikkeling van culturen ziet men terug als verschillen in
al deze deelaspecten. De Verenigde Staten scoren zichtbaar slechter dan
West-Europa op vrijwel alle van de genoemde aspecten. De conclusie kan niet
anders zijn dan dat de Angelsaksische cultuur minder beschaafd is dan de
West-Europese. Hun grotere materiële
welvaart ontlenen ze aan een sterkere nadruk op competitief gedrag, maar dat
betekent ook minder sociaal gedrag, of meer asociaal, afhankelijk van het
perspectief. Dat minder sociale aspect veroorzaakt de achterstand in de
beschavingskenmerken. Dat dit over de rest van de wereld nog veel slechter is,
is natuurlijk weinig relevant voor deze vergelijking.
Naar Psychologie lijst
, Psychologie overzicht
, of site home
.
|