De fouten van de geest in het klein en het groot
Veel maatschappelijke situaties en problemen zijn in feite onoplosbaar,
indien die oplossing uitsluitend via vastgelegde regelgeving tot stand moet
komen. Misschien helpt regelgeving wel, maar ook is een aanzienlijke portie
goede wil en medewerking van de betrokkenen nodig. Het is in veel gevallen
zelfs zo, dat als die goede wil en medewerking bij iedereen zou bestaan, het
vastleggen van regels überhaupt niet nodig was. Neem zoiets simpels als de
snelheidsbeperking binnen de bebouwde kom. Als iedereen zijn verstand of
medegevoel gebruikt, was er geen regel nodig. Omdat niet iedereen of zijn
verstand of zijn medegevoel gebruikt, is er een regel. En omdat in de
laatste twee decennia het verstand en medegevoel actief zijn ondermijnd, is
het nu nodig om de snelheid fysiek te beperken door middel van
verkeersdrempels.
Nu is het gebruik van fysieke middelen voor niemand een pretje (iedereen
moet over die verkeersdrempels), dus is dit een geval van algehele
maatschappelijke achteruitgang. Wat des te navranter is dit omdat de
goedwillenden moeten lijden samen met de kwaadwillenden. Uit dit voorbeeld
valt dus de conclusie te trekken dat naarmate voor het afdwingen van een
voor iedereen duidelijk zinvolle maatregel steeds fysiekere maatregelen
nodig zijn, het met de morele gesteldheid van de mensen minder gaat.
Wat verder te leren valt is dat het nemen van maatregelen om de maatschappij
in goede en soepele banen te leiden geen zin heeft, als er geen maatregelen
genomen worden om de geest van de deelnemers aan die maatschappij in goede
en soepele banen te leiden.
Nu wordt er in deze tijd, en we schrijven 2003, door velen geconstateerd dat
het met de maatschappelijke goedheid en soepelheid achteruit gaat. Er wordt
zelfs gesproken over manieren om dat te verbeteren, normen en waarden heet
dat. Een voor de hand liggende aanpak zou zijn om eerst te onderzoeken waar
de eerdere verslechtering vandaan is gekomen.
Dat laatste is niet zo moeilijk, als je maar wilt. Het kenmerk van de
laatste twee decennia, de jaren tachtig en negentig, is de verdere
benadrukking en versterking van de rol van het individu. De eigen
verantwoordelijkheid, de slechte kanten van de verzorgingsstaat, zorg in de
gemeenschap, het eigen initiatief, verlaging van de collectieve lastendruk,
talloos zijn de mooie bewoordingen waarin het gegoten is. Maar alles tezamen
is er een groot en overduidelijk thema: het individu gaat boven de
maatschappij.
Dat men dat niet wil zien, heeft een even duidelijke oorzaak: al die mensen
denken, of dachten, er zelf op vooruit te gaan. Allemaal hebben ze de extra
centen in de zak geaccepteerd, waarschijnlijk wel wetende waar die centen
vandaan kwamen: de uitgaven voor de algemene maatschappelijke voorzieningen:
veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg. En allemaal hebben ze het uitgegeven
aan auto's, vakantie, en andere luxe. En niets schijnt moeilijker te zijn
dan eenmaal verworven luxe weer op te geven. Dus is niemand bereid in te
zien waar de maatschappelijke achteruitgang vandaan komt: niet van
voetbalhooligans, of van asielzoekers, of het zinloos geweld. Het is
doodgewoon de eigen keuze voor het geld in de zak en de bijbehorende luxe
boven de luxe van een goed functionerende maatschappij. En dat de ene vorm
van slechtigheid de andere vormen oproept is een soort conclusie die de
meeste mensen wel kunnen trekken, het gaat om de eerste. Hooliganisme,
misdaad, zinloos geweld, het zijn zaken die drijven op de overdadige luxe
van een maatschappij zonder hart.
Kortom: om de maatschappij te verbeteren, is het nodig de mentaliteit van
haar deelnemers te verbeteren. Gezien de korte termijn verleidingen die het
kwaad, het individualisme, te bieden heeft, is een vrij uitgebreide vorm van
uitleg en herprogrammering noodzakelijk. Die is voor een belangrijk deel op
deze website te vinden.
Naar Psychologie, begrippen
, of site home
.
|