Bronnen bij Ideologie, religie, monotheïsme: superioriteit

De crux van de problemen met de monotheïstische religie ligt ongetwijfeld bij de door haarzelf veronderstelde superioriteit van hun opvattingen. Voor judaïsme en islam is dat geen vraag: die belijden hun superioriteit openlijk - het judaïsme op een vanzelfsprekende manier, de islam wat ruwer, gepaard gaande met een lange reeks beledigingen en verwensing in de richting van andersdenkenden  .

Die superioriteit van opvattingen zit natuurlijk onlosmakelijk vast aan het idee van een superieure godheid. Opvattingen die zij ontlenen aan hun godheid, zijn dan automatisch superieur. En met superioriteit van die waarde, de absolute, valt niet te discussiëren. En opvattingen waarmee niet te discussiëren valt, zijn per definitie gevaarlijk.

Dat ze vinden dat ze superieur zijn, zullen vele gelovigen ontkennen. Maar dat is slechts gebaseerd op het besef dat het sociaal onaanvaardbaar is superioriteit expliciet uit te spreken. Zodra ook de ontkenner van superioriteit gaat discussiëren, is hij vrijwel ogenblikkelijk op het punt belandt war hij het volkomen helder impliceert.

We beginnen onze illustratie hiervan met en geval van een redelijk gematigd gelovige: ChristenUnie-leider (voormalig) André Rouvoet. Hij geeft zelf de aanleiding voor zijn betoog (de Volkskrant, 15-10-2010, door André Rouvoet):
  Halsema, bemoei je niet met godsdienst

Femke Halsema meent ten onrechte dat je inbreuk op de grondrechten mag maken ter wille van de emancipatie

André Rouvoet | André Rouvoet is politiek leider van de ChristenUnie. Hij was coreferent op het congres over godsdienstvrijheid van GroenLinks. Rouvoet meent dat Femke Halsema inbreuk wil maken op grondrechten omwille van de emancipatie van het individu. Maar de grondrechten zijn juist bedoeld om de politiek buiten het privédomein te houden.

Tussentitel: Wie moet bepalen wanneer er sprake is van vernedering of dwang?

‘Spreken over godsdienstvrijheid is als het betreden van een smal, met prikkeldraad omzoomd pad. Je spreekt over andermans diepste overtuiging: boosheid ligt op de loer en ergernissen hopen zich snel op.’ Zo begon Femke Halsema haar toespraak tijdens het congres ‘Godsdienstvrijheid of vrij van godsdienst?’ van GroenLinks (Opinie & Debat, 12 oktober). Zij zette in met de opmerking dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging een individueel recht is dat bescherming verdient. Iedereen mag geloven wat hij of zij wil. Woorden die mij uit het hart gegrepen zijn.    ...

Femke Halsema levert een vorm van kritiek op een geloofspraktijk, en voelt zich gedwongen, ongetwijfeld in een poging het gelovige gehoor mild te stemmen, de religieuze mening apart te zetten als andermans diepste overtuiging''. Alsof niet meningen aangaande socialiseer of liberalsime 'andermans diepste overtuigingen' kunnen zijn. Ook dit impliceert al meteen de superioriteit van de religieuze opvattingen. Die Rouvoet natuurlijk bevestigt.

Deze discussie onderscheidde zich in dat het allemaal rustig en redelijk geformuleerd werd. de volgende bijdrager maakte daarvan gebruik om een stap verder te gaan in het "duidelijk stellen" (de Volkskrant, 24-12-2010, door Meindert Fennema, hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen aan de UvA):
  Elke religie bedreigt rechtsstaat

Het perspectief van een seculiere staat is het beste antwoord op de religieuze en exclusivistische eisen die aan de overheid gesteld worden.

Tussentitels: Goddelijke bevelstheorie ontkent individuele autonomie
Voor Amerikaanse revolutionairen is ook beste overheid noodzakelijk kwaad


In de afgelopen tien jaar is vrij plotseling het idee ontstaan dat wij in een joods-christelijke traditie staan en dat wij die moeten verdedigen tegen aanspraken die moslims maken op een eigen traditie, gebaseerd op islamitische wetten die zich niet verdragen met de democratische rechtsorde.
    Die stelling impliceert dat de joods-christelijke traditie zich wél laat combineren met een democratische orde. In zijn recente boek The Secular Outlook beweert Paul Cliteur echter dat de joods-christelijke traditie net zo min als de islamitische een positieve bijdrage levert aan de democratie, omdat ook het jodendom en het christendom gebaseerd zijn op een goddelijke bevelstheorie die de morele autonomie van de mens ontkent. En zonder morele autonomie geen liberale democratie.    ...

De aard van het betoog doet er verder eigenlijk niet toe. Het gaat om de reacties erop (de Volkskrant, 28-12-2010, door Dick Lieftink):
  Religie moet ons fundament zijn

Geen enkele religie of levensovertuiging kan het morele primaat claimen. Maar de seculiere staat heeft dringend behoefte aan compassie en een ethisch kompas.

Dick Lieftink is voorzitter van de Stichting Platform voor Religie en Levensbeschouwing van de provincie Groningen. Hij betoogt dat de seculiere staat niet de oplossing biedt voor de hedendaagse problemen.

In de Volkskrant van 24 december houdt Meindert Fennema een gloedvol betoog voor het behoud van het perspectief van ons land als een seculiere staat onder de kop Elke religie bedreigt de rechtsstaat. Naar het oordeel van Fennema is de seculiere staat het beste antwoord op de religieuze en exclusivistische eisen die aan de overheid worden gesteld.    ...
    Bezien we het actuele politiek-maatschappelijke speelveld, dan heeft Fennema gelijk dat geen enkele religie of levensovertuiging het primaat kan claimen om de grote vraagstukken waarvoor we als samenleving staan, op te lossen. Maar een seculiere staat zonder een ethisch-morele basis lijkt niet de oplossing.   ...
    Naar mijn overtuiging moeten we een geheel ander paradigma hanteren: religie en levensbeschouwing als fundament voor ons denken en handelen. ...

Die laatste twee alinea's had de auteur kunnen afkorten tot: "Mijn opvattingen zijn moreel superieur".
    Die kop moet natuurlijk zijn: "Religie is mijn fundament". En de reactie: "Gefeliciteerd".
    Twee andere bekende reactie (de Volkskrant, 28-12-2010, door Frans Hoppenbrouwers):
  Niet iedere gelovige is een extremist

Oftewel: "Niet ieder ijsje is een chocolade-ijsje".
  Frans Hoppenbrouwers is kerkhistoricus. Hij verwijt Meindert Fennema een karikatuur te maken van de rol van de godsdienst en zijn religiekritiek te baseren op voorbeelden uit een ver verleden.

En laten we niet vergeten dat een seculiere staat danig op hol kan slaan. De Franse Revolutie ...
    De grootste wandaden van de 20ste eeuw zijn door atheïstische nazi's en communisten georkestreerd. ...

Oftewel: "Er zijn ook andere ideologen naast gelovigen".
    En afgekort: niet-religieuze opvattingen zijn inferieur.
    Natuurlijk kwam hierop weer een antwoord van de andere kant (de Volkskrant, 07-03-2011, door Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn):
  Wat doet God op mijn belastingformulier?

Thijs Kleinpaste | Marcel Duyvestijn | Thijs Kleinpaste is raadslid voor D66 in Amsterdam Centrum en Marcel Duyvestijn is 'liefdevol lid' van de PvdA. Zij vinden het oneerlijk dat gelovigen voordelen genieten die mensen met een andere mening niet hebben.

...    In een land waar de meerderheid van de bevolking niet religieus is, heeft God wel een heel grote broek aan. We komen hem tegen in wetgeving en onderwijs, op de euro en het belastingformulier. God heeft zich diep genesteld in het Nederlandse bestuurlijke systeem.   ...
    Art. 23 Grondwet garandeert een gelijke financiering van religieus en openbaar onderwijs. Dit is meer een privilege dan een echt grondrecht. Maar verder heeft het onderwijssysteem met gelijkwaardigheid weinig te maken. Religieuze scholen kunnen zonder pardon allochtonenquota instellen en verder allerlei regels die goed van pas komen om Froukje wel, maar Fatima niet toe te laten.
    ... Ook op het belastingformulier moet iets veranderen. Goede doelen, kerken en moskeeën hebben allerlei belastingvoordeeltjes. Sportclubs of carnavalsverenigingen niet. Dat komt doordat godshuizen eenvoudig de ANBI-status krijgen, waardoor ze gelijk worden gesteld met goede doelen. Zo kunnen kerken en moskeeën giften van de belasting aftrekken. Maar wat is het algemene nut van een godshuis, en waarom is een kerk of moskee een beter doel dan een sportclub of carnavalsvereniging?     ...
    Hetzelfde geldt voor Grondwetsartikel 6. Waar art. 7 het recht op vrije meningsuiting en vrije pers garandeert, doet art. 6 er een schepje bovenop door religieuze uitingen expliciet in de Grondwet te verankeren. ...

Ook hier gaat het om de reacties van de gelovigen (de Volkskrant, 11-03-2011, ingezonden brief van Paul Schenderling, vice-voorzitter CDJA, Wouter van den Berg, voorzitter politiek bestuur SGPJ, en Robert Heij, voorzitter Perspectief (CU)):
  Religie is geen mening

Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn stellen dat geloof 'een mening' is en dat 'privileges voor religies zoveel mogelijk uit wet- en regelgeving moeten worden geschrapt' (Opinie & Debat, 7 maart).    ...
    Een mening is een bepaalde overtuiging die uit een mens zelf voortkomt en daarom slechts van toepassing is op het aardse domein. Een religie, daarentegen, komt niet uit de mens voort, maar is een geopenbaarde waarheid met transcendente oorsprong, die dus ook buiten het hier en nu relevant is. Religies kunnen daarom antwoord bieden op vragen omtrent goed en kwaad, de zin van het bestaan en andere levensvragen.    ...

Kijk, dat is helder: "Onze mening is niet zo maar een mening - onze mening is superieur".
    En (de Volkskrant, 14-03-2011, door Dirk-Jan Nijsink):
  Geloof in God is niet 'ook maar een mening'

Dirk-Jan Nijsink | De auteur is historicus en werkt als beleidsadviseur voor SGP-jongeren. Hij stelt dat het belijden van een religie niet hetzelfde is als een mening hebben. En dat laatste is trouwens ook maar een mening.

Volgens Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn (Opinie & Debat 7 maart) 'heeft God wel een heel grote broek aan (...) God heeft zich diep genesteld in het Nederlandse bestuurlijke systeem.' En dat in een land waar de meerderheid van de bevolking niet religieus is. Kleinpaste en Duyvestijn klinken verontwaardigd. De reden: 'Zijn [God] aanwezigheid kan echter een probleem worden als gelovigen en niet-gelovigen ongelijk behandeld worden'.
    Het is opnieuw de religie van de gelijkheid die krijg voert tegen de religie die eeuwenlang ons land gevormd heeft.    ...

Die laatste is een extra leuke truc: je noemt de opvatting van die jouw superioriteit beschrijft "Ook maar een willekeurige mening".

Een tijd later, na een rumoerige discussie over ritueel slachten, komen de twee laatstgenoemde religie-critici met een nieuwe bijdrage (de Volkskrant, 20-07-2011, door Marcel Duyvestijn en Thijs Kleinpaste):
  De gelovige geniet te veel privileges

De overheid is te genereus in de erkenning van gewetensbezwaren op religieuze gronden.

Marcel Duyvestijn | Thijs Kleinpaste | Marcel Duyvestijn is zelfverklaard 'liefdevol lid van de PvdA'. Thijs Kleinpaste is lid van de deelraad Amsterdam Centrum voor D66. Ze bepleiten gelijkheid tussen gelovige en niet-gelovige.

Waarin het mede gaat over ambtenaren die vanwege religieuze gewetensbezwaren geen homo's hoeven te trouwen, tegen het gelijkheidsbeginsel der rechtstaat in. En de reactie is als voorheen: (de Volkskrant, 23-07-2011, ingezonden brief van Kars Hazelaar, Sleeuwijk):
  Geloven of niet geloven: wat is het probleem?

In hun bijdrage aan Opinie en Debat (20 juli) stellen Marcel Duyvestein en Thijs Kleinpaste godshuizen, kerken, gelijk aan carnavalsverenigingen. Die vergelijking komt na een betoog waarin zij proberen duidelijk te maken dat gelovigen te veel privileges zouden genieten.  ...
    Het onderwerp gewetensbezwaren maakt duidelijk dat ze geen enkel idee hebben wat gelovigen, christenen, moslims enzovoorts, beweegt.
    Een mening wordt door hen gelijkgesteld aan geloof. Een beetje lacherig wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen een mening over 'een protserige ring' als uiting van rijkdom en het onderwerp gewetensbezwaren voortkomend uit geloof.   ...
    ... Veel gelovigen, van welke signatuur dan ook, beseffen echter dat er meer is dan het aardse.

Het leidt dus geen enkele twijfel dat de opvatting van de religieus een andere idee dan zijn eigen superioriteit niet toestaat. Iets anders vinden, is als geloven zonder God. Voor monotheïsme een onmogelijke combinatie. Met zelfs op deze regel een doodenkele uitzondering: dominee Hendrikse  . Gelukkig, want anders zou deze regel te absolutistisch en goddelijk worden ...

Het einde van het jaar nadert, en de superioriteitsdenkers steken dan weer het hoofd op - we slaan het origineel maar even over, en concentreren ons op de weerlegging (de Volkskrant, 29-12-2011, door Nico van Rooijen, celbioloog):
  Ik ben blij dat ik leef in een wereld zonder god

De theoloog en godsdienstfilosoof Arjan Markus heeft zich afgelopen zaterdag uitgelaten over atheïsten (O&D, 24 december). Omdat die buiten zijn vakgebied vallen, neem ik hem niet kwalijk dat hij een ietwat merkwaardige opvatting over hen heeft. Toch moet een en ander rechtgezet worden.
    Markus onderscheidt twee soorten atheïsten. Allereerst de boze atheïst, met de Engelse bioloog Richard Dawkins als prototype. De tweede soort, door hem zelf ontdekt en gedefinieerd, is de 'ontroostbare atheïst' die hij uiteindelijk aanraadt troost te zoeken in de hoop dat God toch nog zou bestaan.
    De boosheid van mensen als Richard Dawkins is niet het gevolg van het missen van een god, maar eerder van de houding van veel gelovigen, die hun geloof superieur achten aan het geloof van anderen en de consequenties van hun dogma's brutaalweg ook vinden gelden voor anders- en ongelovigen. Wie ooit een toespraak van Richard Dawkins heeft gehoord, bijvoorbeeld via YouTube, weet dat hij een vrolijke atheïst is, vol relativerende humor, waar je geweldig om kunt lachen. Zijn boosheid is puur gericht op het aanmatigende en arrogante superioriteitsgevoel van gelovigen.
    Om een voorbeeld te noemen. Als een voormalige president van de VS gevraagd wordt of hij een president is voor alle Amerikanen antwoordt hij: ja! Dan wordt hem gevraagd of hij zich ook president voelt van de zwarte Amerikanen en de homoseksuele Amerikanen. Steeds luidt het antwoord: ja! Pas als hem gevraagd wordt of hij zich ook president voelt van de atheïstische Amerikanen, antwoordt hij: wij zijn een natie onder God. Dan vertelt Dawkins zijn voornamelijk intellectuele publiek dat van de topbiologen in de VS maar 7 procent gelooft in God en van de astrofysici circa 9 procent en legt hun uit dat zij dus een president hebben die er niet voor voelt zich ook hun president te noemen.    ...

Tja ...

Als je superieur bent, sta je natuurlijk ook boven de wet (De Volkskrant, 21-02-2012, van verslaggeefster Janny Groen):
  Identificatieplicht | Joden hoeven geen ID te dragen tijdens de sabbat. Terecht?
PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt is ontzet over het feit dat de rechter heeft besloten een jood op sabbat straffeloos zonder ID kan rondlopen. Advocaat Loonstein: 'Dit ligt in lijn met eerdere uitspraken.'

'Islamdebat bedreigt soepele omgang religie'

Tussentitel: Religieuze plichten mogen de grenzen van de wet oprekken

In het huidige politieke klimaat worden religieuze zaken 'veel te snel gepolitiseerd', vindt advocaat en moheel (ritueel besnijder) Herman Loonstein (53). Hij reageert op de politieke opwinding die is ontstaan na een uitspraak van een Haagse kantonrechter over identificatieplicht op sabbat.
    De rechter oordeelde vrijdag dat een orthodoxe jood geen boete hoeft te betalen voor het niet bij zich dragen van identiteitspapieren. Hij vond de religieuze plicht zwaarder wegen dan het wettelijke voorschrift voor legitimatie.    ...


Daar in de tussentitel staat het: de religieus staat boven de wet.


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

24 jul.2011