Bronnen bij Gauss psychologisch: overextensie

De vervaging van de grens tussen "gewone" geestelijke kwaaltjes en de echte psychologische ziekten als maatschappelijke trend blijkt uit onderstaande bron (de Volkskrant, 29-03-2008, door Maarten Keulemans):
  Autisme light

Tussentitel: Vmbo’ers noem je ook niet licht debiel

Mijn vrienden waren er gelukkig nogal laconiek over: op een tienminutengesprek hadden ze te horen gekregen dat hun zoontje van vijf licht autistisch is. Het jongetje staat niet gemakkelijk zijn stoeltje af en had becijferd op welke dag zijn verjaardag in 2018 valt, met inachtneming van de schrikkeljaren.
    Licht verkouden kun je zijn, maar licht autistisch? In een mooi boek dat ik pas las, Onze hersenen, beschrijft psychiater René Kahn autisme als een buitengewoon akelige aandoening, zoiets als een kapotte netwerkadapter in je hoofd. Zou daarvan een light-versie bestaan?
    Natuurlijk niet. Mensen variëren nu eenmaal. Het zoontje van mijn vrienden zal, net als zoveel andere mensen, wel ergens op de glijdende schaal van kenmerken zitten die uiteindelijk als eindstation de aandoening ‘autisme’ heeft. Maar om hem daarom te brandmerken als ‘licht autistisch’ is net zo onzinnig als een vmbo’er aanmerken als ‘licht debiel’ of een bejaarde met ouderdomsvergeetachtigheid uitmaken voor ‘licht dement’.
    Toch is er, tot onvrede van nogal wat medici, een wildgroei aan kinderen met het etiket licht autistisch, licht dyslectisch of ‘rekenzwak’ – de light-versie van dyscalculie. ...
    Misschien is een deel van de verklaring dat termen als ADHD, autisme en dyslexie gemeengoed zijn geworden. Op school strooien de juffen en meesters met plechtige medische termen, als volleerde neurologen: het koppige jongetje heeft autistische trekjes, het meisje dat de tafels niet kent, is rekenzwak.
    Dat klinkt gewichtig, zo’n fraaie pseudomedische diagnose, en levert – wie weet – overheidssteun op. De keerzijde is dat Jantje opeens een stoornis krijgt opgeplakt waaraan eigenlijk niemand zich stoorde.
    Iets zegt me dat we daarmee toch een beetje moeten oppassen. Vroeger moest je eerst ziek worden om een diagnose te horen; nu ligt de diagnose al op tafel voordat er sprake is van een medisch probleem. ...

Dit klinkt enigszins luchthartig, maar dat is het eigenlijk niet - als het leidt tot verkeerde diagnose en behandeling (de Volkskrant, 26-04-2008, ingezonden brief van Remco de Winter, psychiater (Leiden)):
  Antidepressiva

Moe word ik van de ongenuanceerde berichten als `antidepressiva helpen niet`, of nog erger: dat ik als arts na jaren van specialisatie als kwakzalver word neergezet. Afgelopen zaterdag las ik op de voorpagina van Hart en Ziel de volgende passage van één van de geïnterviewden: `de passie waarmee de Vereniging tegen de Kwakzalverij dit soort artsen achtervolgt, mag van mij even hard worden ingezet tegen wantoestanden in het reguliere circuit. Neem al die antidepressiva die niet helpen of veel narigheid bezorgen`.
    Dat ligt natuurlijk veel genuanceerder: antidepressiva zijn middelen analoog aan antibiotica. Bij ernstige longontstekingen zijn antibiotica levensreddend, maar bij lichte virale longinfecties doen ze niets of werken ze nadelig. Als je tegen mensen met een ernstige longontsteking zegt dat een antibioticum niet werkt, zal niemand het meer gebruiken, met alle gevolgen van dien.
Ook bij ernstige depressies zijn antidepressiva levensreddend. Dat die medicijnen de laatste jaren veelvuldig op verkeerde indicatie zijn voorgeschreven, is een heel andere discussie.


Naar Psychologische praktijktips, glijdende schaal , Psychologische krachten  , Gauss psychologisch  , of site home .

11 mei 2008