Bronnen bij Neurologie, organisatie: voorbeelden

Een paar voorbeelden die laten zien dat het in het functioneren van de hersenen in hoge mate om het samenwerken tussen de verschillende onderdelen gaat (de Volkskrant, 15-09-2009, door Aimée Kiene):
  Slecht kunnen lezen, maar toch naar het vwo

Tussenstuk:
Dyslexie gaat nooit helemaal over

De officiële definitie van dyslexie luidt volgens de Stichting Dyslexie Nederland:
'Een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat toe passen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.'
    De precieze oorzaak van dyslexie is nog niet helemaal duidelijk, maar het is een probleem dat zich afspeelt in de hersenen. Het lijkt erop dat bij dyslecten het hersengebied waar klanken aan letters worden gekoppeld te zwak is ontwikkeld of moeilijk bereikbaar is. De klankcodes worden daardoor onvolledig of incorrect in de hersenen verwerkt en minder goed in het geheugen opgeslagen. Het gevolg is dat ze ook minder goed uit het geheugen zijn op te halen om gekoppeld te worden aan het woordbeeld. Dyslectische kinderen hebben daardoor moeite een woord te benoemen.
    Dyslexie gaat nooit helemaal over. Ook na veel trainen en oefenen blijven leerlingen met dyslexie trage lezers, die veel extra inspanning moeten leveren bij het lezen.
    Dyslexie heeft niks te maken met de intelligentie van een kind. Wel kunnen kinderen met een hogere intelligentie meer last hebben van hun dyslexie, omdat ze vaker tegen teksten aan zullen lopen die ze wel willen, maar moeizaam kunnen lezen. Leerlingen van wie na onderzoek duidelijk is dat ze dyslexie hebben, krijgen een dyslexieverklaring. Die verklaring beschrijft welke ernstige belemmeringen de leerling ondervindt bij het volgen van onderwijs. Ook staat in de dyslexieverklaring welke behandeling, materiële voorzieningen, begeleiding en hulpmiddelen in het onderwijs noodzakelijk zijn. ...

En (de Volkskrant, 19-09-2009, door Eveline Crone, hersenwetenschapper):
  Op verzoek van de Volkskrant wenden briefschrijvers zich tot Charles Darwin. Deze week: hersenwetenschapper Eveline Crone, Leiden

Eveline Crone: Geachte heer Darwin,

Ik las dat u een tijdje hebt gewoekerd met uw beroepskeuze en dat u een aantal keer de verkeerde studiekeuze hebt gemaakt. Veel adolescenten hebben moeite met langetermijnplannen. Vaak wordt hun keuzegedrag gekenmerkt door impulsiviteit en zijn ze erg gevoelig voor de sociale omgeving. De adolescentie is ook vaak de periode waarin jongeren hun talenten en hun passies ontdekken. ...
    Hoewel adolescenten vaak zo’n slecht imago hebben, lijkt een pleidooi vóór de adolescentie op zijn plek, en ik zou u graag de hypothese voorleggen dat de adolescentie vanuit evolutionair perspectief ook ergens goed voor is.
    Dankzij beeldvormende technieken is ontdekt dat de hersenen van adolescenten een lange weg afleggen voordat ze werken zoals bij volwassenen. Verschillende hersengebieden ontwikkelen zich met verschillende snelheid. Sommige gebieden spelen al vroeg in de adolescentie een grote rol (zoals die welke belangrijk zijn voor impulsieve acties of emotiebeleving), terwijl andere later de overhand krijgen (hersengebieden die belangrijk zijn voor controle, sturing en rationele afwegingen). Er wordt wel gesproken over de adolescentie als een tijdelijke disbalans in de hersenen.
    Een voorbeeld. Wanneer mensen een afweging maken tussen een kleine kans op een grote winst of een grote kans op een kleine winst, speelt zich in de hersenen een wedstrijd af tussen ten minste twee hersensystemen. De hersengebieden die gevoelig zijn voor beloning, zoals de nucleus accumbens, reageren sterk op het vooruitzicht van een grote winst.
    De hersengebieden die belangrijk zijn voor het schatten van kansen en het maken van rationele afwegingen, zoals de prefrontale cortex, reageren op de opbrengstkans op de lange termijn. Bij volwassenen heeft de prefrontale cortex vaak de overhand, en zij kiezen daarom vaak voor de langetermijnkansen. Bij de puber echter blijken de beloningsgebieden de balans juist in te zetten op de kleine kans op grote winst.
    Het is goed voorstelbaar dat in de levensfase waarin je erop uit moet en je passies moet gaan ontdekken, de hersenen zo zijn ingesteld dat je meer durf toont en iets minder doordacht je keuzes maakt. Het is niet zo dat pubers geen lijstjes met voor- en nadelen kunnen maken, maar zodra er bijvoorbeeld in de schoolkantine wordt voorgesteld om er vijf minuten voor het einde van de pauze op uit te gaan, denken ze minder na over wat er allemaal mis kan gaan en maken ze de keuze die op dat moment het aantrekkelijkst is. ...

Helder.


Naar Neurologie, organisatie  ,  of site home  ·.

5 mei 2010