Bronnen bij Psychologische praktijktips: depressie

Eerste een wat meer beschrijvende bron, daarna een paar met oplossingen - overigens van dezelfde soort als in Psychologische krachten: cirkels  staat beschreven (de Volkskrant, 07-01-2006, boekrecensie door Simone de Schipper):
  Een luchtige uitleg van de diepste ontreddering

'Het was de ergste ervaring van mijn leven. Verschrikkelijker dan mijn vrouw te zien sterven aan kanker. Ik schaam me om (dat) toe te geven (...). Ik was compleet in mezelf teruggetrokken, negatief en dacht vrijwel voortdurend aan zelfmoord.'
    Kijk, zo'n ervaringsdeskundig citaat zegt meer over depressie dan de definitie dat iemand minstens twee weken last moet hebben van minstens vijf uit een lijst van negen verschijnselen. En dat was het doel van Willem van der Does: de lezer helpen begrijpen wat depressie is.
    Op weg naar dat doel is Van der Does, hoogleraar psychologie in Leiden, niet mild of zalvend. In Dat moet mij weer gebeuren ... Zwartkijkers, zeurpieten en pechvogels benoemt hij de ontreddering, de indringende wens er niet meer te zijn met de overtuiging dat dit voor iedereen het beste zou zijn. Hoe moeilijk, veeleisend en ondankbaar het is om met iemand te leven die alleen maar negatief en over zichzelf kan denken.
    'Het is voor een depressief iemand niet leuk zoiets te lezen', schrijft Van der Does zelf alvast, 'maar er doekjes om winden heeft ook geen zin, want als het zo is, is het ook voor hen overduidelijk.'
    Zijn directe, vaak luchtige toon is een verademing te midden van de zware literatuur over depressie. En paradoxaal genoeg maakt de onomfloerste stijl het boek empathischer. Dit boek is niet geschreven vanuit het gezichtspunt of in de woorden van de behandelaar of wetenschapper, maar in die van de doelgroep - de mensen die depressie uit eigen ervaring of uit hun omgeving kennen (véél, want depressie is bijna volksziekte nummer één). Zij zullen zich in hun eigen woorden beter herkennen dan in de versluierende psychiatrische bewoordingen over ontmoedigend hoge terugvalpercentages en haast onontkoombare ziekteprocessen.
    Van de Does' vorige boek Zo ben ik nu eenmaal behandelde op luchtige wijze verschillende (al dan niet psychiatrische) persoonlijkheidstypes. Nu gaat het over het vóórkomen, de oorzaken en de behandeling van depressie. Over de depressieve persoon die zichzelf niet is, over de selectieve vergeetachtigheid: vooral mislukkingen en vervelende ervaringen worden herinnerd. Over hoe ook aandacht, waarneming en interpretatie negatief worden gekleurd door somberheid. Over aangeleerde hulpeloosheid en hopeloosheid, over de drang naar perfectie en acceptatie en over de doemdenk-schema's die worden geactiveerd door tegenslag.
    Door de rake tekeningen van Peter van Straaten is het een van de weinige boeken over depressie waarin nog wat te lachen valt. Daarmee is het een mooie aanvulling op Recepten om in de puree te raken. Doe-het-zelf therapie van Bruno-Paul De Roeck (De Toorts) uit 1981. Daarin staan, naast recepten om in een depressie te verzinken, ook recepten om te gaan hyperventileren, om door je collega's uitgekakt te worden, om het niet meer te zien zitten op je werk, en om jezelf in alle mogelijke soorten puree te denken.

Willem van der Does: Dat moet mij weer gebeuren ... , Scriptum psychologie; euro 16,- , ISBN 9055944181.

En (de Volkskrant, 22-11-2007, van verslaggever Peter de Graaf):
  Depressief? Doe de zelfhulpcursus via internet

Cursus via internet werkt zelfs beter dan groepstherapie | Op depressies rust nog steeds een taboe.


Mensen met depressieve klachten hebben meer baat bij een zelfhulpcursus op internet dan bij een klassieke groepstherapie met therapeuten. Dat blijkt uit een onderzoek van de medisch psychologe Viola Spek, die daarop volgende week promoveert aan de Universiteit van Tilburg. De internetcursus, waaraan geen therapeut te pas komt, geeft mensen meer zelfvertrouwen dat ze hun problemen zelf kunnen overwinnen. Spek vergeleek een groep van honderd mensen die de internetcursus Kleur je Leven, ontwikkeld door het Trimbos-instituut, had gedaan met honderd mensen die een groepstherapiebehandeling hadden ondergaan. ‘Een jaar later bleken de klachten bij de laatste groep deels teruggekomen, terwijl de mensen die de internetcursus hadden gedaan zelfs vooruit waren gegaan.’
    Het is voor het eerst dat de zelfhulpcursus voor depressieve klachten (www.kleurjeleven.nl) wetenschappelijk is onderzocht. De cursus bestaat uit acht lessen waarin iemand leert beter om te gaan met depressieve klachten en somberheid, om zo uit ‘een negatieve spiraal’ te komen.
    Psychologe Spek meent dat de internetcursus beter werkt dan de groepstherapie. ‘Via het internet moeten mensen het helemaal zelf doen. Dat is zwaarder, maar geeft uiteindelijk ook meer zelfvertrouwen. Ze zijn zelf bezig om de klachten te overwinnen. Bij een groepstherapie kun je je makkelijker verschuilen of afdwalen. En mensen houden toch het gevoel dat ze een therapeut nodig hebben om eruit te komen.’
    Jaarlijks lijden meer dan een miljoen Nederlanders aan depressieve klachten, zo blijkt uit diverse onderzoeken. Bij ongeveer eenderde zijn deze de voorbode van een echte depressie. Het aantal mensen (van 18 tot 65 jaar) in een depressie bedraagt 589 duizend. De helft van hen heeft voor het eerst een depressie.
    De zelfhulpcursus op internet is een belangrijk instrument om te voorkomen dat iemand met depressieve klachten in een depressie belandt. ‘Het is laagdrempelig. Voor mensen die overvallen worden door somberheid, maar nog niet zover zijn dat ze hun bed niet meer uitkomen, is het een goed middel om positief te leren denken. Zo kan het ook een belangrijke preventieve werking hebben.’
    Volgens Spek rust er op depressies nog steeds een taboe: ‘Veel mensen willen niet over hun problemen praten. Internet biedt de mogelijkheid om anoniem iets aan je klachten te doen, bovendien op een tijdstip dat het iemand het beste uitkomt. ’
    Ze is niet bang dat de internetbehandeling haar eigen beroepsgroep van psychologen overbodig maakt. ‘We kampen met onvoldoende capaciteit om iedereen die psychologische problemen heeft, te behandelen. Daarnaast heb je altijd mensen die de internetmethode niet zien zitten. Die vinden zo’n cursus te onpersoonlijk.’
    Het Trimbos-instituut is blij met de uitkomst van het onderzoek. De cursus is enkele jaren geleden ontwikkeld en uitgeprobeerd op een selecte groep. Begin september is Kleur je Leven online gegaan. Sindsdien hebben al 2500 mensen zich op de site gemeld voor de gratis zelfhulpcursus. ‘Een mooie start’, vindt projectleider Ineke Voordouw van het Trimbos-instituut.

En (VARA TV Magazine, nr. 20-2007, Programma-aankondiging | België 2 (Canvas), 20-05-2007, 22h00: Overleven: Depressie en erger):
  Medit... catie

o Ik heb het gevoel dat ik niets heb om naar uit te zien
o Ik vind nergens nog echte bevrediging in
o Ik voel me voortdurend schuldig
o Ik heb meer moeite met het nemen van beslissingen
Een willekeurige greep stellingen uit de zelf test op www.depressiezelftest.nl.
Herkent u zich hierin? De ziekte zal in het volgende decennium, na harten vaatziektes, de belangrijkste oorzaak van arbeidsverzuim vormen. Hoe eerder de symptomen worden onderkend des te sneller een depressie kan worden genezen. Canvas bekijkt hiertoe de Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT), een therapie die gebaseerd is op eeuwenoude meditatietechnieken. Onderzoek aan de universiteit van Oxford stelt vast dat de terugval na deze therapie tot de helft wordt teruggebracht bij mensen die minstens drie depressies meemaakten. Niet mis. Maar depressieve mensen denken in 'worst case scenario's', schamen zich, zullen een bezoek aan een arts zo lang mogelijk uitstellen. Doe dat niet langer dan twee weken, de officiële termijn die deskundigen aanhouden om een arts te bezoeken. De huisarts is de eerst aangewezen hulpverlener daarvoor.

En (de Volkskrant, 13-05-2006, interview door Simone de Schipper):
  Interview | Meditatie-achtige Mindfulness-therapie halveert kans op terugval na depresssies, zegt psycholoog Kuyken

Somberheid is net als slecht weer

Tot nu toe leerden depressieve patiënten hun gedachten te veranderen. Dat gevecht stoppen en de gedachten accepteren is misschien makkelijker, zegt dr. Willem Kuyken.

Tussentitel: Niet beter dan cognitieve therapie, maar wel veel gemakkelijker

Het gekke is niet dat 35 mensen in een kleine zaal meditatief hun ademhaling en de sensaties in hun tenen onderzoeken. Of dat ze - geheel in de geest van het boeddhisme - proberen hun gevoelens en gedachten met dezelfde distantie te observeren. Wat het opvallend maakt, is dat ze psychiaters en psychologen uit de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg zijn, dat de zaal van de Radboud Universiteit Nijmegen is en dat de workshop wordt geleid door dr. Willem Kuyken, klinisch psycholoog aan de universiteit van Exeter.
    Willem Kuyken laat de aanwezigen kennismaken met mindfulness based cognitive therapy (MBCT), in het Nederlands aandachtgerichte cognitieve therapie (ACT) genaamd. De therapie ter preventie van terugval bij depressie, is gebaseerd op mindfulness of aandachttraining (zie tussenstuk onderaan), een van oorsprong boeddhistische meditatie-techniek.
    Het is verrassend hoe snel cursussen en therapieën gebaseerd op mindfulness aan populariteit winnen in het reguliere circuit. Ook in Nederland worden ze aangeboden door (psychiatrische) ziekenhuizen, ggz-instellingen en vrijgevestigde psychologen.
    Kuyken - ondanks zijn oer-Hollandse naam en Nederlandse ouders is hij Brit en spreekt hij liever Engels: 'MBCT gebruikt inderdaad oefeningen uit de boeddhistische traditie. Maar ze worden slechts gebruikt als hulpmiddel om uit negatieve gedachtenpatronen te stappen. Mindfulness is een oefening om met de aandacht aanwezig te zijn in het hier en nu, en bij alles wat zich in het hier en nu voordoet - de adem, lichamelijke sensaties, gevoelens, gedachten, geluiden. Als de gedachten toch afdwalen - en dat doen ze voortdurend - dan breng je ze vriendelijk terug naar de adem of waar je de aandacht op richtte. Daarbij probeer je de ervaring niet te veranderen of beoordelen, zelfs niet te bedenken of je het positief of negatief vindt, maar hem te verwelkomen zoals hij is.'

Gouden standaard
In die acceptatie verschilt de meditatieve aanpak fundamenteel van de 'klassieke' cognitieve therapie, nog steeds de gouden standaard in de psychotherapie. Die leert patiënten juist om hun gedachten kritisch te bestuderen en waar nodig te veranderen.
    Kuyken: 'Aandachttraining gaat niet in op wát mensen denken, maar op de wijze waaróp ze denken, op het denkproces. Het geeft een andere houding tegenover de gedachten. Mensen leren: een gedachte is maar een gedachte, geen feit.
    'Dat kan bevrijdend zijn voor mensen met terugkerende depressie, want zij spenderen heel veel tijd aan piekeren. Waarom voel ik me zo slecht? Hoe zorg ik dat het beter gaat? Waarom kan ik de dingen zo slecht aan? Ik schiet tekort als mens, ik zou beter dood kunnen zijn.' Door de voortdurende waarom-vragen en de pogingen die te beantwoorden, voelen ze zich juist slechter en gaan ze meer malen. Het is de motor die een nieuwe depressie in gang zet en dieper maakt.
    'De kern van aandachttraining is dat het in staat stelt steeds weer uit die ingesleten patronen van automatische reacties te stappen', zegt Kuyken. 'Want we leven meestal op de automatische piloot en die reageert niet altijd op een goede manier. Iemand die piekert of regelmatig depressief is, gaat automatisch in op de negatieve gedachten - met nog negatievere gedachten. Als hij leert steeds uit die automatische piloot te stappen en volledig aanwezig te zijn, dan kan hij bewust en anders reageren.
    'De sombere gedachten of gevoelens zullen nog steeds opkomen, maar je leert ze te beschouwen als het weer: daar komt weer een zwarte wolk, met droevige gedachten en wanhoop. Je kunt er middenin gaan zitten en wanhopig worden, maar je kunt ook een stap achteruit zetten en het zien als een donkere wolk, een slecht moment of slechte dag. Dan weet je: dit zal weer voorbij gaan. Dat onderbreekt het malen. Het haalt de zuurstof uit het vuur.'
    En dat is belangrijk voor mensen die verscheidene depressies achter de rug hebben, omdat het hele stelsel van sombere gevoelens, extreme en emotionele overtuigingen en demotivatie steeds dieper ingesleten raakt en steeds makkelijker geactiveerd wordt. Aan een eerste depressie gaat meestal een ingrijpende levensgebeurtenis als ontslag, scheiding of overlijden van een naaste vooraf, maar na enkele episodes heeft de automatische piloot aan een sombere bui al voldoende om - aangemoedigd door de gedachte: 'O nee, daar gaan we weer' - de negatieve spiraal in te duiken. Na een eerste depressie is de kans op terugval 50 procent, na twee episodes 70, na drie 90 procent. Ook tussendoor blijven depressieve klachten dan bestaan.
    De eerste onderzoeken naar MBCT, onder 145 respectievelijk 75 patiënten, zijn positief. Bij mensen die drie of meer depressies doormaakten, halveerde de achtweekse, aandachtgerichte, cognitieve therapie het aantal terugvallen. Zoals het meestal gaat, zijn ook deze eerste studies uitgevoerd door onderzoekers die enthousiast zijn over het onderwerp. Vervolgonderzoeken tonen doorgaans gematigder resultaten. 'Maar hoopvol is het wel', aldus Kuyken.
    Bij mensen die minder dan drie depressies achter de rug hadden, verminderde de kans op terugval niet. 'We weten niet hoe dat komt. Misschien omdat die gevoeligheid om weer te gaan malen pas na meerdere depressies de hoofdoorzaak van terugval vormt. Of omdat mensen na drie depressies gemotiveerder zijn. En wie weet is na één terugval de automatische piloot wel een nuttige strategie.
    'Overigens is bij die studies alleen naar het terugvalpercentage gekeken. In Exeter volgen we nu ook de kwaliteit van leven. Als mensen na een cursus toch terugvallen, is hun depressie dan even diep, ervaren ze het anders of leren ze nog iets van die terugvallen? Uit onderzoeken naar de aanverwante MBSR, blijkt dat het de kwaliteit van leven van mensen met chronische lichamelijke klachten verbetert. Er gebéurt ook echt iets; bij patiënten met psoriasis neemt bijvoorbeeld de huidschilfering af.'

Malen
Werkt het accepteren van gedachten inderdaad beter dan het veranderen van gedachten? Kuyken: 'Dat weten we niet. Misschien is het voor mensen die vaak depressief zijn, wel mákkelijker. Dat negatieve denken is immers zo diepgeworteld. Misschien kunnen ze dat niet wegkrijgen, maar er wel meer afstand nemen van die gedachten en gevoelens, en ze beter accepteren.' Van dat gevecht ertegen - nu denk ik nog steeds negatief, dat moet ik toch stoppen' - hebben ze ook last, vooral als het niet lukt; dan wordt het onderdeel van het malen.
    'Of aandachtgerichte therapieën beter werken dan klassieke' cognitieve therapie? Denk ik niet. De eerste studies naar CT als terugvalpreventie, dus ná enkele depressies, laten zien dat het terugvalpercentage ongeveer evenveel lager wordt. Het probleem is dat er niet zoveel cognitieve therapie voorhanden is, omdat die meestal individueel wordt gegeven. Er zijn onvoldoende cognitief psychologen voor alle patiënten en de wachttijden zijn lang. De meeste mensen hebben dus geen psychologisch programma tegen terugval.
    'Met aandachtgerichte cognitieve therapie kun je grote groepen mensen in acht weken helpen om zich beter te voelen. Wij geven het nu in groepen van vijftien of zelfs twintig. Dat gaat goed en is kosteneffectief. In Groot-Britannië adviseert de nationale richtlijn het als onderdeel van de behandeling van mensen die drie of meer depressies gehad hebben.
    Voor de patiënten zelf is de investering groot. Tijdens de cursus hebben ze iedere dag een uur huiswerk, waarvan drie kwartier meditatieve aandachttraining met hulp van een cd. Dat laatste moeten ze blijven doen, hun leven lang.
    'Niet per se 45 minuten. Maar om zich goed te blijven voelen, is het nodig dat ze iedere dag oefenen in observeren, accepteren en het niet-automatisch maar bewust reageren. Het is nodig om iedere dag aan de parachute te werken, zodat die werkt op momenten dat ze hem nodig hebben.'

Tussenstuk:
Stressvermindering in opkomst
Mindfulness - met je aandacht aanwezig zijn in het hier en nu zonder te oordelen - komt uit het boeddhisme. Sinds de jaren tachtig heeft de Amerikaan Jon Kabat-Zinn de technieken, zonder de cultuur en religie, verwerkt in mindfulness based stress reduction (MBSR; stressreductie door aandachttraining). In de Verenigde Staten wordt het in meer dan 250 ziekenhuizen en gezondheidscentra aangeboden aan mensen met chronische lichamelijke klachten, pijn of angst. Ook in Europa wint het terrein.
    In Canada en Groot-Britannië zijn de technieken toegepast in een behandelmodule om terugval bij patiënten met depressie te voorkomen. Mindfulness based cognitive therapy (MBCT; aandachtgerichte cognitieve therapie) halveert volgens de eerste onderzoeken de kans op terugval.

www.mbct.co.uk   www.aandachttraining.nl

En (Leids universiteitsblad Mare, 06-12-2007, door Sanne Ravensbergen):
  Bananen, brood en chocolade helpen niet, maar serotonine wel

Ze zijn niet voor niets depressief

Promovenda Wendelien Merens onderzocht de effecten van serotonine, een van de bekendste bestanddeel van antidepressiva. 'langdurig depressieven motiveren voor een onderzoek is bijna onmogelijk.'


Tussentitel: 'Hoe het precies werkt, dat weten we niet'

'De wereld is best een vervelende plek.' Wendelien Merens verbaast zich niet over het hoge aantal depressieve mensen. 'In de hele westerse wereld zijn de cijfers ongeveer gelijk. Een op de zes mensen krijgt in zijn leven een depressie.'
    De diagnose depressie gaat verder dan een doorsnee winterdipje. Veel te lang in bed blijven liggen, alle eetlust kwijtraken en die belangrijke beslissing steeds uitstellen, zijn slechts enkele kenmerken. Pas als iemand aan minstens vijf van de negen criteria voldoet, is het tijd voor een behandeling.
    Merens promoveert op haar onderzoek naar serotonine. 'Bij een depressie is er vaak tekort aan de neurotransmitter serotonine. Deze stof zit daarom in bijna alle moderne antidepressiva', zegt Merens. 'Niet iedereen heeft er baat bij. Sommige mensen voelen zich alleen beter door psychotherapie, maar bij tweederde van de patiënten slaat het aan. Een extra voordeel is dat de bijwerkingen beperkt zijn. We weten dat serotonine effect heeft op de stemming, het geheugen en nog duizend andere dingen. Kortom, mensen knappen ervan op. Maar hoe het precies werkt, dat weten we niet', legt Merens uit, die zich verdiepte in een piepklein gedeelte van het onontgonnen gebied van de neuropsychologie achter depressies.
    Ze onderzocht hoe de invloed van een tijdelijk stijging of daling van het serotoninegehalte op allerlei vaardigheden van haar depressieve proefpersonen. Bijvoorbeeld bij het uitoefenen van een stresstaak: 'Een kwartier lang heel moeilijke rekensommen maken, met een koptelefoon waar lawaai uitkomt op je hoofd. Dan word je wel zenuwachtig hoor.'
    Sommige uitkomsten waren naar verwachting. 'Depressieve mensen hebben vooral moeite hebben met de emotionele informatieverwerking. Een rijtje onthouden als deur, kast, tafel gaat wel, maar de opsomming lachen, boosheid, negeren is veel lastiger.'
    Er was ook een vreemde uitkomst. 'Hoewel je verwacht dat mensen die depressief zijn angstige gezichten goed herkennen, bleek het tegenovergestelde. De proefpersonen wiens serotoninegehalte flink was verlaagd, waren daar opvallend slecht in.
    Het is gissen naar een verklaring, maar Merens ziet een eventueel verband met de lange termijn van zes weken, die antidepressiva nodig hebben, om te gaan werken. 'Dat zou kunnen duiden op een proces dat in gang gezet wordt. Eerst moet de emotionele informatieverwerking, zoals het herkennen van gezichten, verbeteren voordat de stemming positief omslaat.'
    Meer onderzoek is nodig en dan het liefst bij acuut depressieven op een langere termijn. Dit is lastig, ondervond Merens. 'Dit soort mensen motiveren voor een onderzoek is bijna onmogelijk. Ze zijn niet voor niets depressief. En ook de artsen staan niet te springen. Die beginnen liever vandaag dan morgen met de behandeling, terwijl wij al metingen voor het begin van de behandeling willen doen.'
    Verder is ook onbekend waarom vooral vrouwen gevoelig zijn voor depressie. 'Het zou ermee te maken kunnen hebben dat de serotonineaanmaak bij mannen en vrouwen verschilt', zegt Merens. 'Maar er zijn meer verklaringen. Vrouwen gaan op een andere manier om met stress. Mannen raken eerder verslaafd of betrokken bij geweld.'
    Zoeken vrouwen niet eerder hulp? 'Er zijn twee keer zoveel vrouwen met een depressie, dus dat kan geen afdoende verklaring zijn.' De neuropsychologie moet verder helpen verklaren. 'Mensen die depressief zijn geweest hebben, zijn er niet voorgoed vanaf. Sterker nog, zij hebben een grotere kans om het nog eens te krijgen.'
    En eten, helpt dat? Merens onderzocht ook de effecten van een tryptofaanrijk dieet. Tryptofaan, waarvan serotonine van wordt gemaakt in de hersenen, zit onder andere in bananen, brood en chocola. 'Toch helpt het niet om tegen een somber iemand te zeggen:
eet jij eens een heleboel bananen. Er is nu veel enthousiasme over omega-3 vetzuren, die veel in vis zitten, maar je moet wel heel veel zalm eten om het beoogde effect te krijgen. Bovendien breken andere voedingsstoffen ze vaak weer af.'

Een andere kant van de medaille (de Volkskrant, 12-03-2010, boekrecensie door Ranne Hovius):
  Als bij toverslag klaarde de lucht op

In een tijd waarin antidepressiva voortdurend verketterd worden als lepe zet van de medische maffia is de boodschap van Mike Boddé dat ze soms gewoon helpen een welkome tegenhanger.

Huis, liefde en werk zijn de drie pilaren die het leven stutten, vertelt een psychiater aan cabaretier Mike Boddé. ‘De meest mensen worden al wankel als er één pilaar ontbreekt, kun je nagaan wat er in jouw leven nu gebeurt.’ Boddé meldde zich bij deze psychiater op het moment dat hij al zes jaar aan een zware depressie leed en alle pilaren onder zijn bestaan waren weggevallen: zijn studie Chinees, zijn werk als cabaretier, zijn relatie en zijn woning.
    In de veiligheid van het ouderlijk huis liet hij de ellende over zich heen komen die aan het begin van de jaren negentig was begonnen met een dodelijke vermoeidheid. Aan een depressie dacht hij toen niet. Het hele circus van alternatieve genezers dat hij afliep – van homeopaat en elektroacupuncturist tot handoplegger en helderziende – dacht daar ook niet aan. Dat het om een depressie ging, hoorde hij pas jaren later, toen hij voor het eerst een psychiater bezocht.
    Deze schreef hem het antidepressivum Seroxat voor, met rampzalige gevolgen. De moeheid verdween, maar daarvoor in de plaats kwamen hevige angstaanvallen en een manische assertiviteit. Hij stopte met slikken, zonk zo mogelijk nog dieper in een poel van ellende en ging naar een psycholoog die hem probeerde te helpen met de gedachte dat somberheid ontstaat door het denken van sombere gedachten. Met oefeningen leerde Boddé hoe hij zijn denkfouten kon vermijden. Helpt dat? Integendeel. Boddé: ‘Als een therapeut blijft volhouden dat het mogelijk moet zijn om langs deze weg het probleem op te lossen, en het blijft telkens mislukken dan kan dit de somberheid en de wanhoop erg versterken.’ Hij was er simpelweg te ver voor heen en heeft van de therapie vooral geleerd dat er geen oplossing is.
    Na zes jaar aanmodderen met zijn angsten dacht hij aan niets anders meer dan de dood. Hij bezocht opnieuw een psychiater en dit keer kreeg hij een pil die hielp, Anafranil.
    De titel van Boddé’s boek over zijn jarenlange depressie luidt Pil en daarmee is de kern van zijn betoog gegeven: een pil is soms gewoon het enige goede antwoord. In een tijd waarin antidepressiva – met hun tot moord en doodslag leidende bijwerkingen – voortdurend verketterd worden als een lepe zet van de medische maffia, is Boddé’s boodschap een welkome tegenhanger.
    In zijn eigen geval is het effect van het antidepressivum zo verbijsterend dat hij het nauwelijks kan geloven. Na twee weken slikken klaart van de ene op de andere dag de lucht op. Zal wel een beginnende manie zijn, denkt hij nog even, de wereld kan niet opeens een andere plek geworden zijn. Maar toch, constateert hij die eerste opgeklaarde ochtend, ‘dreigt het op zijn minst een aanvaardbare dag te worden’. Hoe zou het met zijn straatvrees zijn? Hij gaat de stad – Rotterdam – in: ‘Hup: ik betreed de Koopgoot. Loperdeloop. Geen angst nog.’ Zou het een toevalstreffer zijn? Hij gaat naar de HEMA, waar het druk is, koopt wat en gaat in de langste rij staan: ‘Nee, nee, we zijn geen mietjes, we nemen de langste rij. Wachterdewacht, enigszins onprettig is het wel. Maar om nou te zeggen dat ik stijf sta van de pleinvrees, nee.’. ...

Pillen kúnnen helpen, maar welke is dus ook al niet vooraf duidelijk. Bij de huidige stand van de wetenschap.


Naar Psychologische praktijktips  , site home  ·.

11 jan.2006