Bronnen bij Psychologische praktijktips: niet-willen-weten

Het verbergen van het schilderij Guernica bij het besluit om te gaan bombarderen in Irak is vanwege de boodschap die in het schilderij steekt, zoals uitgelegd hier (de Volkskrant, 17-02-2005, boekbespreking door Anne van Driel):
  Doek op kruistocht

Picasso schilderde 'Guernica' in 1937, na een vernietigende Duitse aanval op een Baskisch dorp. Het werk heeft niets aan moreel gezag ingeboet.

Het vraagstuk is weer actueel - dankzij of juist ondanks de recente moord op Theo van Gogh vanwege een film, en de dreigementen en protesten van sikhs en christenen in Engeland wegens een toneelstuk en een opera. De gebeurtenissen deden de aloude discussie weer oplaaien: kan kunst het maatschappelijk debat sturen, en moet een kunstenaar dat wel willen? Is kunst in staat de wereld te veranderen, en is kunst daar ook toe bereid?   ...
    Er zijn ook kunstenaars en critici die dat ten vurigste bestrijden. Gijs van Hensbergen, Brits kunsthistoricus van Nederlandse afkomst en docent architectuur in Dorset, behoort tot dat kamp. De auteur van de alom bejubelde biografie Gaudi (2002) leverde eind vorig jaar een nieuwe pil af: Guernica. The Biography of a Twentieth-Century Icon. Een bewonderenswaardig goed gedocumenteerde en helder geschreven geschiedenis van het beroemde schilderij dat Pablo Picasso in 1937 schilderde, krap zes weken na het allesverwoestende bombardement van de Duitse Luftwaffe op het Baskische dorp Guernica.
    In die 'levensgeschiedenis' legt Van Hensbergen de nadruk op Guernica als een propagandastuk, een hoogstaand kunstwerk en tevens machtsmiddel dat politici in verlegenheid wist te brengen, en inzet werd van esthetische en maatschappelijke twisten. De tijd heeft niets aan het morele overwicht van Guernica afgedaan, stelt Van Hensbergen, verwijzend naar de replica van het schilderij in het VN-hoofdkantoor, die uit strategisch oogpunt werd afgedekt toen de Veiligheidsraad discussieerde over de vraag of een aanval op Irak gerechtvaardigd was.
    Strategie lag ook ten grondslag aan het ontstaan van Guernica. De Spaanse republikeinse regering, hevig bedreigd door Franco's troepen, wilde voor de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1937 een muurschildering die pleitte voor de republikeinse zaak. De keus viel uiteindelijk op de toen al wereldberoemde Picasso, omdat 'een muurschildering van Picasso dezelfde waarde in propaganda heeft als een overwinning op de grond'.    ...
    Van Hensbergen beschrijft uitvoerig hoe Guernica in die jaren diverse betekenissen aannam: van een weergave van de verschrikkingen in Guernica tot een aanklacht tegen alle oorlogen die volgden. Van een werk dat in het Amerika van McCarthy werd verafschuwd nadat Picasso zich bij de communistische partij had aangesloten, tot een verzetsdaad in Spaanse huiskamers waar clandestiene reproducties hingen. Van Hensbergen schiet echter wel eens door: het doek zou niet alleen 'een profetie' inhouden van de teloorgang van Parijs als kunstcentrum van de wereld, Guernica zou in zijn eentje ook de aanjager zijn geweest van de opbloei van Action Painting in New York.
    In 1981 landt Guernica in Spanje. Acht jaar na de dood van Picasso, en zes jaar na het overlijden van Franco, onder wiens regime de ontvanger van een ansichtkaart van Guernica achter de tralies kon belanden. In de onderhandelingen met de Spaanse regering ontdekken Picasso's erfgenamen Guernica andermaal als machtsfactor. Dochter Paloma dreigt het werk in te trekken, tenzij de leden van een toneelgroep uit de gevangenis worden vrijgelaten. Ze krijgt haar zin.

Het bedekken van het schilderij bij het besluit tot het gaan bombarderen van Irak is een glaszuivere bekentenis van schuld aan een oorlogsmisdaad.


Naar Psychologische praktijktips  , site home  ·.

15 aug.2013