Bronnen bij Psychologische krachten: introversie vs. extraversie

Introversie wordt zowel in de gewone maatschappij als in de psychologie gezien als minder dan extraversie - "een open karakter" wordt gezien als een positieve kwalificatie. Dat is hoogstwaarschijnlijk ten onrechte (uit: Psychologie Magazine, februari 2006, door Anne Pek):
  De verborgen krachten van de binnenvetter

Introversie

In onze westerse samenleving zijn energieke, goedgebekte, flexibele en sociaal ingestelde mensen in het voordeel. Maar dat wil niet zeggen dat er iets mis is met minder brutale types - integendeel. De kracht van de introverte persoonlijkheid.


Als de systeembeheerder plotseling doordraait, heeft een organisatie een groot probleem. Het lastige aan systeembeheerders is echter dat je moeilijk ziet aankomen dat ze gaan doordraaien. De doorsnee-IT'er is namelijk een binnenvettertje. Zo iemand die niet naar zijn baas stapt als iets hem niet zint, maar in stilte gestrest zit te wezen. En de doorsnee-IT'er is snel gestrest. Komt door zijn kritische en overgewetensvolle natuur. Maar zelfs met vrienden zal hij daar niet snel over praten. Bij gebrek aan sociale vaardigheden heeft hij die namelijk nauwelijks. Kortom, de doorsnee-IT'er is een type bij wie na jaren van ogenschijnlijk prima functioneren onaangekondigd de stoppen kunnen doorslaan. En berg je dan maar.
    Psychologie van de koude grond? Bovenstaand profiel is afkomstig uit een rapport van hoogleraar klinische psychologie Eric Shaw en psychiater Jerrold Post. Ze schreven het op verzoek van het Amerikaanse ministerie van Defensie, dat zich niet alleen zorgen maakt over exotisch terrorisme, maar ook over 'veiligheidsrisico's van binnenuit'. Hoeveel risico lopen we door onze steeds grotere afhankelijkheid van computers? Veel, concludeerden de onderzoekers, want de overgrote meerderheid van de IT'ers is introvert. En onder die persoonlijkheids-dimensie vallen alle boven beschreven trekjes, die ze tot potentieel gevaar maken voor overheid en bedrijfsleven - dat wil zeggen, volgens Shaw en Post.

Imagoprobleem
Arme introverten. Ze hebben wat je noemt een imagoprobleem. Dat bleek ook al tijdens het proces tegen de moordenaar van Pim Fortuyn. Rond het einde van de rechtszaak signaleerde journalist en psycholoog Hendrik Jan Schoo in de Volkskrant dat de algemene afkeer van Volkert van der G. meer met zijn karakter dan met zijn daad te maken leek te hebben: 'Zijn introversie, zijn kilte, geslotenheid, woord loosheid bijna, gebrek aan vertoon van "doorleefde" emotie maakten hem pas echt verdacht.' Koren op de molen van Marti Olsen Laney. Volgens deze Amerikaanse psychologe zitten introverten in het verdomhoekje van de samenleving. Ze schreef er een boek over, dat eind vorig jaar in Nederlandse vertaling verscheen: Het introverte type. Hierin bindt ze de strijd aan met alle vooroordelen die introverten aankleven. Bijvoorbeeld dat ze op het sociaal gestoorde af verlegen zijn, en passief, koud en ongrijpbaar.
    Al die dingen zijn introverten volgens Laney niet, of in ieder geval niet per definitie: ze zijn alleen maar minder babbelziek, opgefokt, amicaal en direct dan extraverten. En omdat die laatsten volgens haar maar liefst 75 procent van de bevolking uitmaken, wordt het gedrag van de introverte minderheid als vreemd opgevat. Op die cijfers valt wel iets af te dingen. Zo zijn extraverten niet overal zo stevig in de meerderheid als in de VS: uit een onderzoek onder 2500 Nederlanders kwam bijvoorbeeld naar voren dat maar 54,1 procent van hen extravert was, waarbij wel meteen moet worden opgemerkt dat ook slechts 22,4 procent introvert was. Bijna een kwart van de ondervraagden kwam namelijk ergens in het midden uit, vertelt Boele de Raad, hoogleraar persoonlijkheidspsychologie in Groningen. Als je die middengroep, ook wel 'ambiverten' genoemd, over beide groepen uitsmeert, kom je op een twee tegen één-verhaal: 66 procent van de Nederlanders is dan extravert. Een heel grove typering, zegt De Raad, maar dat is wat Laney waarschijnlijk ook heeft gedaan om tot haar drie tegen één te komen. Overigens lijkt het erop dat we in de loop van ons leven verder naar het midden opschuiven. Een introvert zal weliswaar nooit een extravert worden, maar de scherpste kantjes slijten na verloop van jaren dus wel.

Niks mis met reflectie
Maar of ze nou 22,4 procent, een kwart of 34 procent van de bevolking uitmaken, introverten blijven een minderheid. Mét de bijbehorende minderhedenproblematiek. En daaraan hoopt Laney met haar boek iets te doen. Vooral door de introverten zelf een hart onder de riem te steken. Er is niets mis met hen, is haar boodschap: 'Ze zijn alleen maar introvert.' En dat is niet zomaar een opmerking. Want in onze westerse samenleving is de extravert het ideaal: de energieke, goedgebekte, competitief ingestelde persoonlijkheid die graag met anderen verkeert en de aandacht moeiteloos van de ene bezigheid naar de andere verlegt. Mensen die gesteld zijn op rust en reflectie lijken niet helemaal van deze tijd.
    Dat ze desondanks best tevreden kunnen zijn met zichzelf, is voor velen dan ook moeilijk denkbaar. Bijvoorbeeld voor sociaal-psycholoog David Myers. Begin jaren negentig stelde die in zijn boek The pursuit of happiness (1992) zelfs dat introverten minder gelukkig zijn dan extraverten.
    Kunsjt, is daarop Laneys reactie. Wanneer je in een onderzoek mensen laat reageren op stellingen als 'ik vind het prettig om me in gezelschap te bevinden', en vervolgens degenen die laag scoren als ongelukkig bestempelt, zijn introverten per definitie losers. Hun geluk zou tot uiting komen bij een heel ander soort uitspraken, zoals 'ik ken mezelf' of 'ik ben vrij om mijn eigen weg te volgen'. Maar, schrijft Laney verontwaardigd: 'Zulke stellingen vind je niet terug in Myers' onderzoek, dat haast wel móét zijn opgesteld door een extraverte persoonlijkheid.'

Stille deugden
Tijd dat de introvert een positieve pers krijgt, vindt Marti Olsen Laney dan ook. Zoals de ondertitel van haar boek, Een stille kracht, al aangeeft: volgens Laney biedt haar 'afwijking' - want de psychologe onderstreept keer op keer dat zijzelf ook introvert is - een hele reeks voordelen. 'Introverten hebben zoveel te bieden: hun talent om heel diepgravend op onderwerpen in te gaan, een helder overzicht van de gevolgen die bepaalde veranderingen voor alle betrokkenen hebben, het vermogen om goed te observeren, de neiging om verder dan de reguliere kaders te denken, de moed om minder populaire beslissingen te nemen en de kracht om de wereld een tikkeltje langzamer te laten draaien.' En 'de' introvert heeft meer mooie eigenschappen. Zoals daar zijn: een goed langetermijn-geheugen, het talent om zich langdurig op één ding te richten, een aangenaam gebrek aan leugenachtigheid en opvliegend-heid, het vermogen diepe vriendschappen te onderhouden, goed kunnen luisteren en niet altijd zelf aan het woord hoeven zijn.    ...

Een zelden gehoord geluid.

Na een ware stortvloed aan puur extraversie-bevorderende maatschappelijke trends en verschijnselen, zoals Facebook, Twitter enzovoort, en hoe mooi dat niet allemaal is en dat iedereen mee moet doen, komt er eindelijk weer eens een tegengeluid (de Volkskrant, 02-04-2012, door Evelien van Veen):
  Stille Willie slaat terug

Een grote bek is in, zwijgen is uit. De Amerikaanse schrijfster Susan Cain is de cultus van de assertiviteit zat. In 'Stil' brengt ze een ode aan de introverte mens die naar rust snakt.

Het is al anderhalf miljoen keer bekeken, het internetfilmpje van de TED-conferentie waarop Susan Cain een pleidooi houdt voor de introverte mens. De mens zonder grote mond dus, de verlegen mens, de stille, terughoudende, bescheiden mens - de mens voor wie weinig plaats is in onze maatschappij, vindt Cain. De Amerikaanse - vroeger jurist in de zakenwereld, nu fulltime schrijfster - schreef er een boek over dat net in Nederland is verschenen: Stil, de kracht van introvert zijn in een wereld die niet ophoudt met kletsen.
    Cain is zelf zo'n introvert iemand, maar op die TED-conferentie, een paar weken geleden, staat ze er zelfverzekerd en ontspannen bij. Losjes speechend loopt ze over het podium, de 1.500 toehoorders in de zaal barsten op de juiste momenten in lachen uit. Als ze vertelt, bijvoorbeeld, over de bezoeking die een zomerkamp als kind voor haar was. Thuis was lezen de voornaamste groepsactiviteit, elk gezinslid opgekruld in zijn eigen stoel.

Bent u zo introvert? U ziet er helemaal niet schuchter uit op dat filmpje.
'O, maar dat is schijn. Ik heb enorm geleden', lacht Susan Cain (44) op het kantoor van haar Britse uitgever, waar ze op werkbezoek is. 'Ik wou dat ik doodging voordat ik die presentatie moest houden. Ik heb nachten op gezeten van de zenuwen, hopend dat me iets ergs zou overkomen. De hele week die eraan vooraf ging, heb ik mijn speech geoefend met een coach. Die heeft me een truc geleerd: gedraag je alsof je het leuk vindt, dan ga je het vanzelf ook leuk vinden. Het werkte. Toen ik eenmaal op het podium stond, ging het goed. En als ík het kan leren, kan iedereen dat.'   ...

Dat is hoe de introvert gedwongen wordt te leven: het spelletje met de extraverten, bijzonder opdringerige en dominante mensen, mee spelen:
  In Amerika staat Quiet sinds het eind januari verscheen onafgebroken op de bestsellerlijsten. Er waren dagen dat Cain twintig interviews gaf. ...
    Waarom het zo aanslaat? 'Omdat zo veel mensen zich erin herkennen', denkt Cain. 'Bijna de helft van de mensen is introvert. Maar de maatschappij is ingericht op de andere helft. Extravert zijn is de norm geworden - ten onrechte, want stille krachten heeft de wereld hard nodig. Dat blijkt ook wel: Bill Gates, Al Gore, Ghandi, Albert Einstein - allemaal voorbeelden van introverte mensen.'

En over de indringende propaganda:
  In uw boek heeft u het over 'het extraverte ideaal'. Wat is dat?
'De mighty likeable fellow noem ik hem, de mens die als ideaal wordt gezien. Iemand die een vlotte prater is, sociaal, charismatisch, die snel beslist en goed kan omgaan met een overvloed aan prikkels. Mensen met die eigenschappen doen het goed in grote bedrijven, het heeft dan ook alles met onze economie te maken dat die waarden nu zo belangrijk zijn. Toen ik zelf in het bedrijfsleven werkte, voelde ik me vaak een vreemde eend. En velen met mij, maar lang niet iedereen komt daarvoor uit.'

En ook bevoordeling, natuurlijk - zie ook de dominante rol van de extraverten in de banencarroussel uitleg of detail . En in die banen zelf:
  U zei: de maatschappij is ingericht op extraverte mensen. Waar en hoe?
'Op de werkvloer, bijvoorbeeld. Neem deze ruimte.' Susan Cain wijst op het enorme en overvolle redactielokaal naast het glazen hok waar we zitten. 'Wat zeg je, heet dat in het Nederlands een kantoortuin? Een kantoorhel, zou ik eerder zeggen. Iedereen zit naast elkaar en door elkaar omdat dat de interactie zou bevorderen. De hele dag moeten mensen praten en sociaal doen omdat dat goed zou zijn voor de creativiteit. Natuurlijk kan een ander je op nieuwe ideeën brengen, maar het is tot in het absurde doorgevoerd. Deze mensen moeten boeken redigeren. Die zouden in alle rust moeten kunnen nadenken op hun werk.'
    'Samen brainstormen is enorm overschat. Uit onderzoek blijkt dat in je eentje nadenken veel meer en betere ideeën oplevert. Eén van de redenen is dat mensen instinctief de opinies van anderen overnemen. De groepsdruk doodt de creativiteit, ook al ben je niet eens verlegen. Iets origineels of afwijkends zeggen is eng; uitsluiting roept aantoonbaar fysiek reacties op in het brein. 'De pijn van de onafhankelijkheid', noemt neurowetenschapper Gregory Berns dat. Als je alleen bent, denk je verder.'

En hoe zit het op scholen?
'Ook daar is het groepsdenken doorgeslagen. Kinderen moeten de hele dag alles in groepjes doen, coöperatief leren staat overal op het programma. Terwijl allang duidelijk is dat het de resultaten niet bevordert. Veel kinderen gedijen er ook niet bij, maar ja, je móet sociaal zijn.'
    'Stille, verlegen kinderen krijgen vaak van jongs af te horen dat er iets mis met ze is. Ze moeten meedoen met de groep, uit hun schulp kruipen, niet zo raar doen - al die kritiek is akelig én schadelijk voor een kind. En onterecht, want verlegen kinderen zijn meestal ook gewetensvoller, empathischer en zorgvuldiger dan gemiddeld, en dat zijn allemaal mooie eigenschappen.'

En natuurlijk is die dominantie hartstikke schadelijk - het verstoort evenwichten:
  In het hoofdstuk 'Waarom stortte Wall Street in?' legt u een verband tussen de financiële crisis en het extraverte ideaal. Hoe zit dat?
'Uit hersenonderzoek blijkt dat extraverte mensen gevoeliger zijn voor kicks dan introverte. Als ze zicht hebben op een beloning, financieel of sociaal, raken ze zo opgetogen dat ze geen risico's meer zien. Introverte mensen hebben in de regel meer oog voor alarmsignalen. Als die twee menstypes gelijk verdeeld waren over de werkvloer, zou de zaak mooi in balans zijn: de één jaagt de winst na, de ander remt af waar nodig. Maar zo is het niet. In sommige branches zijn de extraverten veruit in de meerderheid, en daar kan het flink misgaan. Kijk naar de huizenmarkt; achteraf gezien was het onvermijdelijk dat die zou instorten. Er bleven maar hypotheken uitgedeeld worden. Maar de waarschuwers werden niet serieus genomen.
    'Ik weet nog dat ik als piepjong juristje op Wall Street klanten moest adviseren over financiële producten. Ik wees ze op de risico's, maar ze wilden het niet horen. En ik dacht: ik zou me nu toch behoorlijk zorgen maken in hun plaats. Maar nee: sluiten, die deal.'

Maar er schijnt enige kentering te zijn:
  ... Maar ik zie ook een ommekeer. Er is een stille revolutie gaande, daarom ben ik juist heel hoopvol.'

Wat houdt die stille revolutie in?
'Het groepsdenken is op z'n retour. Ik hoor bijvoorbeeld van veel docenten dat ze terugkomen op het coöperatieve leren. Kantoren worden al anders ingericht, met meer ruimte voor stilteplekken om je terug te kunnen trekken. Ik weet ook van clubs voor introverte mensen die worden opgericht, op business-scholen bijvoorbeeld. En er wordt veel over geschreven. De nerd is in de mode, ook letterlijk, met z'n bril. Vergelijk het maar weer met de positie van de vrouw in de jaren vijftig: de stille Willy's staan aan de vooravond van een enorme inhaalslag.'

Deze redactie heeft het nog niet waargenomen, maar wie weet ... De wereld geeft genoeg tekens af dat het beslist niet goed gaat, en dat de dominantie van de extraverten daarin een belangrijke rol speelt, naast of samenvallend met die van de alfa-denkers  , staat wel vast voor een oplettend waarnemer.

Vel jaren later lijkt er toch minder schot in de zaak te zitten dan gehoopt (de Volkskrant, 11-07-2019, door Mieke Zijlmans):
  'Big five'-test blijkt niet wereldwijd toepasbaar

Er wordt gezaagd aan de poten van de Big Five, de toonaangevende persoonlijkheidstest die wereldwijd wordt toegepast om te voorspellen of mensen geschikt zijn voor bijvoorbeeld een baan of een studie. Internationaal samenwerkende onderzoekers uit Colombia, Frankrijk, de Verenigde Staten en Australië zetten nu vraagtekens bij de toepasbaarheid van de test in armere landen. Hun onderzoeksresultaten worden vandaag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances.
    Deze grote-vijf-test meet eigenschappen die doorslaggevend worden gevonden voor de manier waarop een mens functioneert: extraversie, vriendelijkheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit en openstaan voor nieuwe ervaringen. De test is opgebouwd uit standaardvragen als 'ik denk eerst aan anderen', 'ik laat mijn kamer rommelig achter' of 'ik raak zelden geïrriteerd'.    ...

Dze redactie had gedacht dat deze rotzooi, die alleen maar de capaciteiten voor auto- en stofzuigerverkopers meet of althans dat beweert, inmiddels wel grotendeels afgeschaft zou zijn. Maar nee, dus. Met dus als toppunt de extravesie-zaak (van hier uitleg of detail ):

De andere vier zijn duidelijk de positieve kant van het te meten aspect. Wat betreft extra- en introversie is dat natuurlijk een leugen: er is bij die twee geen duidelijk positief-negatief aspect. Ook beide extremen kunnen positief of negatief werken, afhankelijk van de overige omstandigheden.


Naar Psychologische krachten  , of site home  ·.

30 apr.2008