Bronnen bij Drugs, waarom: koppeling

De koppeling tussen psychologische zaken als drugsgebruik en de algehele maatschappelijke toestand is een angstig vermeden onderwerp. Reden daarvan is de voor iedereen waarneembare geweldige hoeveelheid drugsgebruik en andere vormen van verslaving. Maar dat die koppeling er is, is nu op de meest overtuigend mogelijke manier aangetoond:
 

Uit: De Volkskrant, 16-03-2012, van verslaggever Maarten Keulemans

Vlieg zonder seks grijpt naar drank

Een jolig experiment met mogelijk vergaande consequenties: wetenschappers hebben ontdekt dat mannetjesvliegen die geen seks kunnen krijgen, vaker naar de alcohol grijpen. Een aanwijzing dat ook bij mensen het gebruik van genotsmiddelen direct verband houdt met de hoeveel tevredenheid die we halen uit sociale contacten, schrijven de vliegenonderzoekers in het statige vakblad Science.
    Ulrike Heberlein en collega's van de universiteit van Californië in San Francisco zetten mannetjesvliegen bij vrouwtjes die al zoveel seks hadden gehad dat ze de mannetjes afwezen. Die raakten hierdoor zo gefrustreerd, dat ze vaker naar voer met 15 procent alcohol erin grepen dan mannetjes die wél seks hadden gehad. Dat betekent dat seks hetzelfde type bevrediging geeft als drank, stellen de onderzoekers. Nader onderzoek wees uit dat het systeem wordt bestuurd door één eiwit in de hersenen. Zowel seks als drank verhoogt de hoeveelheid van dat eiwit. Een ontdekking met groot belang voor de mens: mensen hebben in hun brein een eiwit, NPY, dat overeenkomt met het vliegeneiwit.   ...


Red.:    Wat een goeie grap ... De mens als vlieg ...

  Dat er een verband is tussen verslaving en sociale contacten vermoedden onderzoekers al.

Nou, dat hebben ze dan goed verborgen weten te houden. maar ja, zolang de wereld en mediawereld door mensen als artikel-auteur Maarten Keulemans, voormalig cultureel antropoloog en nu multiculturalist en cultuurrelativist van het zuiverste water, zal iedere vorm van regel of determinisme in menselijk gedrag met argwaan en afkeer bekeken en behandeld worden.
    Maar misschien dat er nu wat voortgang komt:
  'Ze hebben de link tussen sociaal gedrag en kwetsbaarheid voor verslaving duidelijk vastgesteld', zegt de Amsterdamse hoogleraar Taco de Vries, een expert op het gebied van hersenen en verslaving en zelf niet betrokken bij de vliegenexperimenten.
     De Vries: 'Uit bijvoorbeeld de verslavingswereld weten we dat sociale afwijzing het verlangen naar stoffen als alcohol doet toenemen.' Zelf werkt De Vries momenteel aan experimenten waarbij hij laboratoriumratten in contact brengt met een dominante soortgenoot. 'Daaruit blijkt dat een sociale nederlaag de alcoholconsumptie verhoogt. Daar zou wel eens hetzelfde mechanisme achter kunnen zitten.'

Nogmaals: tjonge ...
    En daar is het eindelijk in een moderne versie van de stelling van de Engelse professor. Natuurlijk niet van psychologen of sociologen - die durven niet vanwege de maatschappijkritiek die erin zit. Aleid Truijens is één van de weinige mensen in de media met gezond verstand:


Uit: De Volkskrant, 27-05-2013, column door Aleid Truijens

De onvolmaaktheid van ons leven maakt dik

Tussentitel: We eten omdat we ongelukkig zijn, en zo eten we ons een ongeluk
.
Het is weer schoolreisjestijd, dus overal zie je ze in speeltuinen en zwembaden. Kinderen met gezichtjes begraven in een berg vet, bovenarmen als vrouwendijen en een over hun zwembroek hangende buik van een vijftiger die dagelijks een kratje bier wegzet. ...
    Obesitas heet een welvaartsziekte, maar in welvarende landen treft zij de minst welvarenden. Elk jaar horen we het omineuze bericht: kinderen zijn wéér dikker geworden, vooral in de grote steden. In Amsterdam is nu een kwart van kinderen te dik. In de wijken aan de rafelranden van de stad zijn ze zwaarder dan elders. Zo'n beetje de helft van de kinderen is er dik of obees. Van de Turkse kinderen is dat 44 procent. De kinderen die er uitzien als vrijwel alle kinderen in mijn jeugd, zijn nu nog in de betere buurten.    ...
    'Bewustmaking' is niet genoeg, ouders weten het heus wel. Ze zouden hun winkelwagentje niet moeten volgooien met ongezonde troep, maar de behoefte is altijd sterker dan het verstand. Ze weigeren op wortels te knagen. En als het hele gezin dik is, valt het niet meer op.
    Is gezond eten te duur voor mensen met een laag inkomen? Ik geloof daar niet in. Een zak chips is duurder dan een brood, en even duur als een kilo appels of een krop andijvie. Cola is duurder dan Spa en flesjes AA (vijftien suikerklontjes) zijn peperduur. Water kost niks. Dat is precies de reden dat arme mensen geen water drinken: het is een teken van armoede, net als het eten van stronken groente. Wie cola drinkt en hamburgers bestelt, kan geen armoedzaaier zijn. Zo werden megabekers cola en torenhoge hamburgers dus stigmata van armoede.
    Er is nog een geniepig nieuwsfeitje, las ik in het AD. Volgens Belgische onderzoekers hebben kinderen van getrouwde stellen minder kans op een dik kind dan samenwoners en alleenstaande moeders. Gek genoeg zijn kinderen die bij hun vrijgezelle vader wonen gemiddeld het dunst. Komt dat doordat mannen rijker zijn dan vrouwen? Of toch doordat moeders toegeeflijker zijn? Of doordat vrouwen altijd meteen aan eten denken? Liever pannenkoeken bakken dan een potje voetballen.
    Een aannemelijke verklaring geeft een Amerikaans onderzoek. Gestreste ouders hebben vaker dikke kinderen dan mensen met een kalm, fijn leven. Wie gespannen en gehaast is, grijpt sneller naar gemakseten. Armoede geeft stress, scheiden geeft stress. Net als alleen je kinderen opvoeden. Eten is troost; gestolde liefde. Hoe vetter en zoeter, des te troostrijker. Wie zelf zijn verdriet wegschrokt, zal denken dat het ook bij kinderen helpt. Dat doet het ook. Even.
    Dik worden komt dus, zoals bijna alles, door de onvolmaaktheid van ons leven. We eten omdat we ongelukkig zijn, en zo eten we ons een ongeluk. Wie toch al gelukkig was blijft dun, en krijgt als kroon op het werk dunne kinderen die een zonnig leven tegemoet gaan. Nee, niet eerlijk. Maar ook geen onveranderlijk noodlot.


Red.:   Zoals de professor zei:  “People smoke, because they lead such miserable lives”. En vul voor 'smoke' al die andere dingen in.
    Goh, na vele jaren veronachtzaming ondanks de urgentie van de obesitas-epidemie, is men nu eindelijk bereid tot een beetje onderzoek:


Uit: De Volkskrant, 07-12-2013, door Tonie Mudde

De geest van de lekkere trek

De Volkskrant draaide mee in een proef om het verband te achterhalen tussen emoties en snackgedrag. En blijkt een vreetzak.


Een week lang vulde ik tien keer per dag een vragenlijst in. Niet wanneer het mij zelf uitkwam, maar op momenten dat mijn telefoon mij daartoe sommeerde met een indringend piepsignaal. Wat ben je nu aan het doen? Met wie? Waardeer je het gezelschap? Ben je moe? Gelukkig?    ...
    De Android-app op mijn mobiele telefoon, Snackimpuls, vroeg mij ook telkens wat ik had gegeten en gedronken sinds de vorige piep. Zo wil gedragsonderzoeker Saskia Wouters van de Open Universiteit bij grote groepen proefpersonen relaties ontdekken tussen emoties en snackgedrag. Een belangrijke onderzoeksvraag, want naar schatting is inmiddels al circa de helft van de Nederlanders te dik. En 'emo-eten' zou daar wel eens een cruciale rol bij kunnen spelen.
    Vooralsnog richten afslankprogramma's zich vaak op bewust gedrag, door mensen erop te wijzen wat ze wel en niet moeten eten. ...


Red.:   Onzin, natuurlijk. Dit is door emoties gestuurd impulsief gedrag.

  Gezondheidsexperts van het RIVM rekenden uit dat zulke programma's het aantal gevallen van overgewicht met 3 procent doet afnemen; te weinig om de obesitasepidemie te keren.

Nogal wiedes.
  De laatste jaren richten gedragswetenschappers daarom hun vizier op de onbewuste processen in het brein van de etende mens. Zouden we - naast het volgen van een dieetboek - beter kunnen afslanken door inzicht te krijgen in hoe ons eetgedrag meedeint met onze emoties?

Wat "we" dus niet willen weten.
  Studies naar emo-eten bestaan wel, maar leunen zwaar op laboratoriumexperimenten die weinig lijken op de werkelijke verleidingen van zoet en zout. Ook traditionele vragenlijsten schieten tekort.

Zal je de donder halen. Dat vereist eerlijkheid.
  ... voor aanvang van mijn meetweek had ik ook mijn twijfels over de betrouwbaarheid van het nieuwe Snackimpulsexperiment. Ik dacht: alleen al het invullen van die vragenlijsten gaat vast mijn snackgedrag veranderen.

Dat denken die namaak-ntellectuelen allemaal: dat het voor hen niet geldt.
  ...  Maar de vragenlijst bleek in een minuutje gepiept en ik kreeg niet het idee dat ik er ook maar één chocolaatje meer of minder door ging eten.
    Dit blijkt ook uit Wouters' eerste pilot met zestien proefpersonen, onlangs gepubliceerd in De Psycholoog. Als de meting verstorend werkte, dan zou je verwachten dat proefpersonen de eerste paar dagen anders snackten dan later. Dit gebeurde niet, wat de conclusie aannemelijk maakt dat Snackimpuls ons eetgedrag meet zonder het zelf te beïnvloeden.
    Dan de veelheid aan metingen; die leek mij in eerste instantie nogal overdreven. Zoveel schommelt je humeur toch ook weer niet op een dag?

Het methodologisch punt gemist: je moet vaak sampelen om de relatief kortdurende impuls te kunnen waarnemen die aan het snacken voorafgaat.
  ...  na een week Snackimpuls blijkt dat mijn gemoedstoestand wel degelijk in korte tijd als een pingpongbal heen en weer kan schieten, van totale wanhoop (peuter heeft laarzen nog steeds niet aan) naar helemaal zen (peuter heeft laarzen aan en probeert achterop de fiets geparkeerde auto's te tellen).    ...
    En wat blijkt na een eerste voorzichtige analyse? Ik ben een vreetzak van de buitencategorie. 53 procent van mijn dagelijks aanbevolen hoeveelheid calorieën krijg ik binnen met tussendoortjes. Ter vergelijking: volgens de adviezen van Het Voedingscentrum zou dit 16 procent moeten zijn.
    Dan het patroon van mijn gesnack. Wouters waarschuwt me dat een week meten te kort is om daar iets over te kunnen zeggen. Maar vooruit, met een flinke slag om de arm, hier toch een eerste glimp op mijn snackende ziel. Het valt vooral op dat ik doordeweeks 86 procent van mijn tussendoortjes 's avonds naar binnen werk.

En waarom:
  ... dat beeld is het sterkst na een week eten en meten: het is niet de ontspanning die mij aanzet tot eten, maar het werkt precies andersom. Mijn stemming verbetert pas nádat die eerste suikers en vetten smelten op mijn tong. Kortom, ik eet om me beter te voelen.

Of in de woorden van de professor, aangepast aan de soort verslaving: "People snack, because they lead such miserable lives".


Naar Drugs, waarom  , Sociologie lijst , Sociologie overzicht  , of site home .