Bronnen bij Groep en individu: fouten, politiek
Onderstaand een voorbeeld van hoe moeilijk sociologische verschillen liggen.
Ten einde een eigen ideologie
omtrent verschil of gelijkheid te ondersteunen, beweert men dingen die
regelrecht tegen alle werkelijkheid in gaan.
We beginnen met een klassieker
zou kunnen zijn, afkomstig van een media-prominent
(VARA TV Magazine, nr. 32-2008, column door Paul Witteman):
Werkelijk om te gillen van de lach: omdat Nelson Mandela, leeftijd 90 jaren,
niet meer in het ritme kan klappen, is bewezen dat het idee van het
ritmegevoel van negers een racistisch vooroordeel is.
Afgekort: "Er is een uitzondering, dus de regel bestaat niet".
Volledig ten overvloede: buiten dit soort discussies is het muzikaal gevoel
van negers als iets dat met trots beschreven wordt (de Volkskrant, 10-02-2006, recensie door Clara Strijbosch):
En je zou het sprookje van Paul Witteman bijna
als een bewijs uit het ongerijmde beschouwen: als mensen zulke armoedige
argumenten voor het tegendeel noemen, moet de oorspronkelijk bewering bijna
wel waar zijn.
Als volgende een voorbeeld uit de lange reeks van dit soort fouten in
het allochtonendebat (de Volkskrant, 27-09-2007, column door Marcel van Dam
Van Dam begaat hier de sociologische fout om te
wijzen op de verschillen binnen de groep, om het verschil tussen groepen,
allochtonen en autochtonen, te ontkennen.
De multiculturalist (Volkskrant.nl, 07-10-2007, ANP):
De impliciete redenatie van Vogelaar: omdat
Nederlanders niet allemaal even lang zijn, bestaat er niet zoiets als "de"
lengte van de Nederlander. Terwijl dat getal met hoge precisie kan worden
uitgerekend, als "de gemiddelde lengte van de Nederlander" - een getal. Dat
tezamen met andere, gebruikt wordt om de maten van kleding te bepalen. Die voor
dezelfde kleding voor Japanners dus heel anders liggen.
De wetenschapsjournalist, van opleiding cultureel-atropoloog, ook een soort
socioloog (de Volkskrant, 03-11-2007, column door Maarten Keulemans):
Hier wordt een zeer dubieuze redeneertruc
toegepast: omdat er een slechte statisticus heeft gewerkt aan de zaak Lucia de
B., deugt statistiek niet, dus deugt de groepskwalifacatie van Marokkanen niet.
De weerlegging. Ten eerste: het is slechts één
"amateur"-statisticus die het slechte rapport heeft geschreven met
kansberekeningen van aan de hand van correlaties, de rest van de gemeenschap der
statistici heeft dit rapport gekraakt. Ten tweede de cijfers omtrent Marokkaanse
criminaliteit zijn geen kansberekeningen of correlaties, maar pure gegevens
uitgedrukt in procenten.
Het punt is dat deze columnist de gemaakte statistische fout
gebruikt om het begrip groepseigenschap te ontkennen. En dit is een column in de
wetenschapsbijlage. Deze wetenschapsjournalist ontkent sociologische
groepseigenschappen.
Het misverstand is natuurlijk inherent bij dit soort mensen (de Volkskrant, 06-12-2007, door Peter Abspoel, antropoloog en
stafmedewerker bij Vluchtelingen-Organisaties Nederland):
Een uitgebreide vorm van de redenatie: er
bestaan geen groepen, als ze niet homogeen van samenstelling zijn - oftewel: er
bestaan geen groepen, want geen enkele menselijke groep is homogeen van
samenstelling.
Deze drogredenatie wordt natuurlijk veroorzaakt door
ideologische vooringenomenheid. Moslims zijn bijna per definitie een groep,
omdat ze een scherp omlijnd criterium hebben: het geloven in Allah, de koran, en
dergelijke. In de praktijk gaan ze dan ook nog zeer te onderscheiden,
islamitische, gebouwen zitten, trekken ze zeer te onderscheiden, islamitische,
kleding aan, en geven ze hun kinderen zeer te onderscheiden, islamitische, namen
als Mohammed en Fatima. Kortom: een zeer duidelijk te onderscheiden, nauwkeurig
te omschrijven groep.
Merk op dat deze grove overtredingen tegen de sociologische
dus groepsgebonden beschrijving worden gemaakt door een antropoloog, een
ondersoort van de sociologen.
Nog een voorbeeld (de Volkskrant, 06-12-2007, Hedy d’Ancona is voorzitter van het
Begeleidingscollege van het Sociaal en Cultureel Planbureau):
Het allereerste dat moet gebeuren om ervoor te
zorgen dat een individu niet als groepslid behandeld wordt, is voor dat individu
om zich niet als groepslid te gedragen. Iemand die met een overdadig kruis of
een monnikspij binnenkomt, kan kritische vragen verwachten - de allochtoon idem.
Dat is geen discriminatie, zoals de Discriminatiemonitor van het SCP
kennelijk stelt: wie zich als groepslid gedraagt, mag als groepslid behandeld
worden.
En let op: alweer komt de klacht over de groepsbehandeling
van iemand met een sociologische functie: Het Sociaal Cultureel Planbureau kan
niet bestaan, tenzij je mensen indeelt in groepen - het SCP kan moeilijk 16
miljoen puntjes langs de onderkant van haar grafieken zetten!
Een vertegewoordiger van een instituut dat beweert aan sociologie te doen (verslag debat De Thermometer 19, Rotterdam, Zaal de Unie, 20 januari 2006):
Een socioloog die de invloed van cultuur
ontkent, omdat het uitgaat van "een wij-zij houding". Dit is een socioloog die
maatschappelijke vooroordelen in een analyse stopt.
Het multiculturalisme is een eindeloze inspiratiebron voor de
"Er bestaan geen groepen"-ideologie. De onderstaande auteur acht zichzelf
vermoedelijk een diepzinnig analyticus, want er worden zeel veel woorden
gebruikt voor de bekende redenatie (de Volkskrant, 04-12-2010, boekrecensie Anet Bleich):
Waarna we het verhaal maar afkappen, want de
strekking is duidelijk: er zijn verschillen binnen het jodendom, er zijn
verschillen binnen het christendom, en er zijn verschillen binnen de islam. Dus
zijn er geen verschillen tussen jodendom, christendom en islam.
Een voorbeeld in dezelfde categorieën die op deze website als
archetypisch voorbeeld wordt gebruikt: de Japanner
(de Volkskrant, 26-03-2011, door Malou van Hintum):
Inderdaad: geen enkel gemiddelde bestaat. Dus
laten we het begrip "gemiddeld" maar afschaffen ...
Naar Groep en individu
,
of site home
.
|