Sociologische begrippen: conservatisme
Het conservatisme in de vorm van de conservatieve neiging bij de brede
bevolking is iets dat ervaren wordt als een vanzelfsprekende zaak. Zo
vanzelfsprekend dat daar waar er "bijna iedere dag" aanleiding is om het er
over te hebben, met name omdat de politiek dan weer een besluit heeft
genomen ten nadele van de bredere bevolking, men het er zo zelden over heeft
dat "nooit" de operatieve term is.
Deze redactie werd dan ook pas
wakker een dag of zo na het lezen van dit artikel (de Volkskrant,
28-06-2022, door Maarten Keulemans):
Met de uiterst simpele verklaring dat de tussenstijdse peilingen meer
een weeslag zijn van de mening van de kiezers over hun politieke leiding, en
hun gedrag in het stemhokje ordinaire angst voor verandering is.
Als je het zo formuleert een bekend verschijnsel, in de vorm dat men bij
crisis, zoals laatst de coronapandemie, gaat stemmen op de grootste partij
dat wil zeggen de partij van de leider. Wat die leider
ook doet of zegt. Met nu nog een extra onderbouwing in
de persoon van die huidige leider, want één ding is in stilte volkomen
universeel aanvaard: Mark Rutte liegt meer dan hij praat.
En dat is al heel lang bekend, en desondanks werd er tijdens de coronacris
meer op hem gestemd (gepeild). Nog wat numerieke
voorbeelden:
Q.e.d.
Naar Sociologische krachten
, of site home
.
|