Bronnen bij Sociologische begrippen: Dickensiaanse toestanden, lakeien

De initiatiefnemers en de drijvende krachten achter het ontstaan van "Dickensiaanse toestanden" zijn de ploerten en sociopaten in de top van de maatschappij - in de huidige tijden het overgrote deel daarvan vormend. Maar het praktisch invoeren ervan is niet mogelijk zonder de hulp van ene groot aantal andere mensen, omdat de top nu eenmaal beperkt in aantal is. Die andere mensen die helpen bij het invoeren van Dickensiaanse toestanden is de aansluitende hogere middenklasse, enigszins diffuus doorlopend in de middenklasse (niet bedoeld als "middenstanders"). Op deze website worden deze excuseerders en praktische uitvoerders aangeduid met de generiek term "Lakeien".

De rol van de lakeien wordt geïllustreerd door hun reacties op berichten over het bestaan van Dickensiaanse toestanden zie hier uitleg of detail  - ter referentie is een deel van een van de berichten gereproduceerd (de Volkskrant, 24-12-2013, van verslaggever Jonathan Witteman (voorpagina)):
  Amsterdamse bijstandsgerechtigden moeten verplicht 'zinloos en vernederend' werk doen

Schoenen poetsen voor bijstand


De gemeente Amsterdam laat mensen in de bijstand 32 uur per week onbetaald dossierpagina's tellen, planten water geven of schoenen poetsen. Ook moeten zij als onderdeel van hun reïntegratie strijken, afwassen, nietjes uit paperassen halen of takken rapen in het Amsterdamse Bos. De bijstandsgerechtigden zelf noemen het werk zinloos en vernederend.
    De Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen (DWI) zegt bijstandsgerechtigden 'werknemersvaardigheden' te willen aanleren, zoals 'op tijd komen, je aan afspraken houden, gezag aanvaarden, samenwerken, omgang met collega's, etc.'

Hieraan zijn meteen bijpassende regels te verbinden: dit is niet van toepassing op iedereen die al eerder gewerkt heeft en is ontslagen buiten schuld, zoals door het failliet van bedrijf, reorganisatie bij een instelling, enzovoort. Deze mensen dienen vrijgesteld te worden van dit soort verplichtingen.

Op deze berichten kwamen meteen twee reacties - één van de uitvoerende dienst (De Volkskrant, 31-12-2013, door Jeroen Sprenger - Voorzitter Stichting Herstelling):
  Nietjes uit documenten halen hoort bij elke baan

De kop is meteen al een leugen: nietjes uit documenten  halen hoort niet bij de baan van de auteur, de heer Jeroen Sprenger, voorzitter van de Stichting Herstelling. Nietjes uithalen hoort bij geen enkele van soortgelijke banen. Nietjes uithalen is repetitief, laaggeschoold werk, dat hoort bij repetitieve, laaggeschoolde banen. Natuurlijk hoort bij  ieder werk een aantal routinekarweien, maar ook de routinekarweien schalen op met de hoogte van de functie. Het opleggen van nietjes-uithalen als hoofdtaak aan mensen met middelbare- en hogere opleidng is op geen enkele manier passend.
    De start van het artikel:
  Amsterdam heeft ruim 35 duizend bijstandsgerechtigden. Voor tweederde wordt de kans op werk nihil geacht. Van 2.000 wordt aangenomen dat ze op eigen kracht de weg naar de arbeidsmarkt weten te vinden. Van de overigen komen er zo'n 1.000 bij DWI/Herstelling. Zij hebben een grote, maar nog overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. De oorzaken zijn velerlei: drugs, criminaliteit, een niet voltooide opleiding, vaak een combinatie ervan.

De klachten uit het genoemde bericht komen van mensen met een middelbare en hogere opleiding - deze bewering van de voorzitter is dus een leugen. een instelling als de Herstelling is bedoeld voor de door de voorzitter genoemde groep - in Amsterdam is deze groep relatief groot, en voor het overgrote dele bestaande uit niet-westerse immigranten. Allochtonen. het programma moet op deze overgrote meerderheid toegesneden worden. De misstanden komen voor een groot deel door de gelijke behandeling van niet-westerse immigranten en gewone Nederlandse werklozen. De "Dickensiaanse" behandeling van niet-westerse immigranten is gewenst omdat de niet-westerse immigranten er een niet-westerse, Dickensiaanse, cultuur op nahouden.
    Het tweede aspect:
  De discussie over werken met behoud van uitkering laat zich maar moeizaam in het platte vlak van krantenpagina's voeren.

Een tweede leugen: dit leent zich uitstekend voor krantenpagina's, oftewel: redelijk korte samenvatting - dit is de hier al gedaan (eerdere refernetie) uitleg of detail :
  - Zinvol werk verrichten in de bijstand is toegestaan, maar zinloos werk niet, tenzij als training voor gewone werkzaamheden, dat wil zeggen: alleen voor degenen die nooit gewerkt hebben en alleen als training, dat wil zeggen: na een beperkte periode, en drie maanden is daarvoor een ruime termijn, is de persoon getraind en moet de training ophouden, en vervangen worden door echte arbeid of anders gewoon gestopt.
- In de bijstand verrichte zinvolle arbeid, dat wil zeggen: maatschappelijke nuttige arbeid, dient betaald te worden als alle andere maatschappelijk nuttige arbeid: met het minimumloon, dat wil zeggen: alles dat per verricht arbeidsuur uitkomt boven de bijstanduitkering verrekend per uur, dient uitbetaald te worden.
- Alle beschikbare plaatsen voor lageropgeleide arbeid dienen eerst gevuld te worden door lageropgeleiden, en pas als de lageropgeleiden "op"zijn, komen hogeropgeleiden in aanmerking. Dit mede omdat hogeropgeleiden sowieso minder kans maken op lageropgeleide banen in de werkelijke arbeidsmarkt. En tevens om verdringing op de arbeidsmarkt tegen te gaan.

De in de berichten gegeven voorbeelden voldoen daar absoluut niet aan. Er zijn wel uitzonderingen of beter aanvullingen mogelijk op deze regels, namelijk de cliënten met grote sociale achterstanden - weer: vrijwel uitsluitend de niet-westerse immigranten. Die mogen uitvoeriger programma's voorgelegd worden.
    Door als gemeente of instelling te doen aan gelijke behandeling en ook Nederlandse werklozen aan deze behandeling te onderwerpen, tonen de gemeente-uitvoerders en de instellingsuitvoerders zich lakeien van de Dickensiaanse elite, die zowel de ideologieën van het neoliberale afschaffen van de bijstand als die van de "gelijkheid der culturen' aanhangen.

Er is nog een tweede soort van lakeien. Ook deze hadden een reactie (de Volkskrant, 31-12-2013, door Thomas Kampen en Evelien Tonkens, als onderzoeker respectievelijk hoogleraar verbonden aan de afdeling sociologie en antropologie van de UVA):
  Participatiewet is niet zo slecht

Het is kortzichtig om de tegenprestatie van bijstandsgerechtigden af te doen als vernedering.

Hier is nog minder nodig om commentaar te leveren dan de kop van het artikel - hier is alleen al het noemen van de auteurs is voldoende - hoewel: natuurlijk wel in combinatie met de badinerende elite-borrelpraat die volgt. want deze auteurs vergeten bij bijvoorbeeld het gebruik van de term 'tegenprestatie', dat zijzelf voor het geld dat ze ontvangen, vrijwel altijd op indirecte wijze van de overheid net als de bijstandsontvangers, totaal geen tegenprestatie leveren. "Ja, maar wij doen aan wetenschap en leveren dus een wetenschappelijke tegenprestatie", luidt in dit specifieke geval het weerwoord.
    dat is ene leugen op diverse niveaus. ten eerste is het niet wat de auteurs zelf bedoelen met hun term 'tegenprestatie'.  Want die term is in alle gewone maatschaplelijke dialoog en discussie een pars pro toto voor een andere term, en wel: "economische tegenprestatie". Of misschien nog beter: "economisch meetbare tegenprestatie". Of "economisch productieve  tegenprestatie". en het volkomen duidelijk dat je over het 'economisch meetbaar' in de tegenprestatie van de dame en heer socioloog een zeer indringende discussie kan voeren.
    Welke discussie niet weinig beïnvloed wordt het tweede aspect van het "Ja, maar wij doen aan wetenschap en leveren dus een wetenschappelijke tegenprestatie" weerwoord: de auteurs doen aan sociologie, en bijna alle huidige sociologen zijn fopwetenschappers, die niet eens geloven in het bestaan van een objectieve werkelijkheid => . Vrijwel alle huidige sociologen hebben een goedbetaalde baan omdat ze diensten ten gunste van de elite leveren: verklaren dat de wereld met haar zeer eenzijdige verdeling van de vruchten van de arbeid werkt zoals ze wel moet werken. En dat al het andere "communisme" is.
    Hier gaan ze aan de slag met hun voornaamste competentie: vervalsen van woorden en taal:
  De voorgenomen participatiewet - die werklozen verplicht tot het leveren van een 'tegenprestatie' voor hun uitkering, bij een reïntegratiebedrijf (zoals de Herstelling), of via mantelzorg of vrijwilligerswerk - is echter niet zo stupide als hij hier wordt voorgesteld. Wij hebben de afgelopen vijf jaar 65 bijstandsgerechtigden die meer of minder verplicht werden om vrijwilligerswerk te verrichten op de voet gevolgd.

Er bestaan twee termen: vrijwilligerswerk, en verplicht werk. En dit is een al-dan-niet-zwanger situatie - je kan geen half, kwart of tiende verplicht vrijwilligerswerk doen. Dat is allemaal "verplicht werk".
    Dit artikel verscheen ook op de website, en ook een dozijn of zo reageerders merkten dit op. Het "half-verplichte vrijwilligerswerk" is een leugen. Wie het hanteert, is een leugenaar. en een leugenaar is niet te vertrouwen op ál zijn uitspraken. En hij of zij heeft meteen de verdenking van slechte bedoelingen met zijn overige uitspraken.
    Het idee dat "verplicht vrijwilligerswerk" dus zou werken, is al meteen verdacht:
  Vrijwilligerswerk is meestal een welkome doorbreking van deze spiraal.

"Vrijwilligerswerk"dus wel, maar de versie van de auteurs: "half-verplicht vrijwilligerswerk", dus vermoedelijk niet. Zoals blijkt uit hun argumenten:
  Eindelijk weer zinvol bezig zijn, contacten opdoen en trots zijn op wat je voor anderen kunt betekenen. Je weer op een feestje te durven vertonen, zonder angst voor de vraag 'wat doe jij?'.

Dit geldt niet voor de doelgroep: de niet-westerse immigrant. Die zien het soort werk dat ze doen als "verplicht vrijwilligerswerk" als "sloven voor de blanken". Een bron van ressentiment.
  Of mensen tot vrijwilligerswerk verplicht worden of niet, is op zich niet zo belangrijk.

Een vrijwel sluitend bewijs van de het wetenschappelijke onbenul van deze auteurs.
    Een van de reacties was ook de reactie van deze redactie bij het oorspronkelijke bericht (Ir. Max E. Kopijn, Almere ):
  Schoenen poetsen (2)

De manier waarop Amsterdamse DWI omgaat met bijstandsgerechtigden doet erg denken aan het Stanford-experiment uit 1971. Nederlandse ambtenaren gedragen zich geen haar beter dan de 'pseudogevangenbewaarders'. Als je mensen in twee groepen verdeelt en de ene groep macht geeft over de andere, ontaardt het meestal snel. Vooral de sociaal bewogen PvdA'ers in de regering en het gemeentebestuur horen toch bekend te zijn met de negatieve resultaten van dat snel uit de hand gelopen sociaal-psvchologische experiment aan de Stanford Universiteit.

En dat werkt dus twee kanten op: als je het inricht als een gevangenis gaan mensen zich op de Stanford-prison manier gedragen, en als zich als in het Stanford-prison experiment gaan gedragen, heb je het dus kennelijk ingericht op de Stanford-prison manier ingericht.
    Dus de stelling van de sociologen ...
  Of mensen tot vrijwilligerswerk verplicht worden of niet, is op zich niet zo belangrijk.

... is volstrekte onzin: door het op de verplichte manier in te richten, zijn de DWI- mensen zich gaan gedragen als beschreven in het bericht: als Stanford-prison gevangenenbewaarders, die peuken op de vloer gooien voor "verplicht vrijwillige" bijstandsontvanger om op te rapen. De sociologen kennen hun eigen vakgebied niet.
    En hebben het terrein waarover zich uitspraken niet verkend, want deze ingezonden brief is gedateerd 28 december 2013, en hun artikel staat is gedateerd 31 december 2013. Ze hadden deze weerlegging van hun theoretische vooronderstellingen dus in hun verkenning en dus hun stuk moeten nemen. Deze sociologen zijn inderdaad de fopwetenschappers die sociologen meestal zijn.
    En ze constateren hun fopwetenschapper-zijn ook zelf:
  Veel belangrijker is of de sociale dienst hen met respect bejegent.

En dat kan dus niet bij "verplicht vrijwilligerswerk". Hoogstens bij verplicht werk dat leidt tot betaalde arbeid.
    De sociologen gaan door met waar ze wel goed in zijn: het produceren van woorden, en concluderen:
  Het is kortom kortzichtig en tendentieus om de tegenprestatie als vernederend en bestraffend af te doen. De tegenprestatie kán vernederend zijn maar ook verrijkend.

Ja. En de maan kán van steen zijn en van groene kaas. Maar onderzoek heeft uitgewezen dat ze van steen is. En niet van groene kaas.
    Gevolgd door nog meer mitsen en maren gepraat, vermoedelijk bedoeld om zich in te dekken tegen kritiek op de voorgaande uitspraken.
    De reageerders op de website trapten er voor het overgrote deel niet in: de sociologen kregen zware kritiek, en dat terwijl de website van de Volkskrant gemodereerd is.


Naar Sociologische krachten , of site home .

2 jan.2014