Bronnen bij Sociologische krachten: individualisme, mechanisme

Voor de bepaling van de waarde van individualisme versus die van samenwerking was tot voor kort alleen de mogelijkheid om te kijken naar hoe het in de praktijk uitpakt. Maar de discussie over dit onderwerp ligt zo gevoelig, dat zelfs deze methode eigenlijk nooit serieus van de grond is gekomen.
    Dit is allemaal vergemakkelijkt door de nieuwe mogelijkheid om het op een geformaliseerde manier te doen - door mensen in situaties te brengen die zich concentreren op de gevolgen van al dan niet samenwerken. Dit is een nieuw vakgebied genaamd de speltheorie, waarvan het bekendere gevangenendilemma  een voorbeeld is . Maar wat direct van toepassing is op vele praktische situaties waarbij het aantal betrokkenen groter is dan twee. Als eerste een kleinschalig voorbeeld (de Volkskrant, 17-09-2005, column door Bas Haring):
  Eén enkele dwarsligger gooit al roet in het eten bij de bagageband

... En hoe onhandig dat wachten op de bagage gaat. Een heel vliegtuig verdringt zich om dertig meter bagageband. Je tuurt tussen zenuwachtige toeristen door om een glimp op te kunnen vangen van je koffer. Soms moet je op je tenen staan. Dan weer door je knieën. Zie je uiteindelijk je koffer, dan moet je je gehaast door de mensenmassa dringen, want voor je 't weet is de koffer weer verdwenen.
    Dat kan handiger. Als iedereen nou tien meter afstand van de bagageband houdt, dan kan iedereen zijn bagage zien binnenrollen. Rustig loop je naar voren als jouw koffer voorbij schuifelt; je haalt 'm van de band; en je loopt weer terug. Om de anderen niet in het zicht te staan. Niemand hoeft te dringen en iedereen ziet direct zijn koffer.
    Waarom doet niet iedereen dit? Hoe kan het dat deze optimale en ideale oplossing geen gemeengoed op de vliegvelden is?
    Omdat één dwarsligger al roet in het eten gooit. Eén medereiziger die zijn zenuwen niet in bedwang heeft - of die niet begrijpt hoe het zit - blijft halsstarrig bij de bagageband staan. Of misschien is het gewoon een asociaal die lak heeft aan al die brave mensen op tien meter afstand. Anderen proberen sacherijnig om de dissident heen te kijken. 'Waarom stapt die zak hooi niet een paar metertjes terug?' En iemand neemt een stap naar voren - omdat-ie anders te weinig ziet.
    'Wat doet hij nou?' denkt de volgende. Die niet anders kan dan ook een stapje naar voren nemen. En het hek is van de dam. Binnen de kortste keren "staat iedereen bij de band te dringen, en dat is ook precies wat er gebeurt. ...

Hier leidt dus het individualisme van slechts een enkel individu al tot nadelen voor iedereen. Het is duidelijk dat voor dit geval slechts één werkende oplossing bestaat, aangezien het bij aantallen boven de tien bijna een zekerheid is dat er iemand onder de betrokkenen zal zijn die voldoende individualistisch is om naar de band te lopen. Die oplossing is het plaatsen van een hek. Oftewel: sociaal gedrag wordt afgedwongen.
    Met welk voorbeeld in de hand een schier oneindig aantal andere zijn te verzinnen, zoals: stoplichten, verkeersdrempels enzovoort. Dit zijn allemaal evenzovele tekenen van de waarde van individualistisch gedrag: matig tot sterk negatief

Het volgende voorbeeld is meteen op de allergrootste schaal (de Volkskrant, 15-02-2013, door Jonathan Witteman):
  'Henkie' zit duurzaam in de weg

Duurzame en dus duurdere spullen kopen, oké, maar dan moet de buurman het ook doen. Want wij zijn gekke Henkie niet.


Nederlandse consumenten stellen duurzaamheidspredikers al jaren voor een paradox. Nederlanders vinden verduurzaming belangrijk, blijkt uit alle onderzoeken, maar tegelijkertijd kiezen consumenten in de supermarkt maar mondjesmaat voor fairtradechocola of Max Havelaarbananen. Nederlanders willen hun boodschappenkarretjes best volladen met duurzame spullen, maar dan moet de buurman het ook doen. Want Nederlanders zouden zich gekke Henkie voelen als zij duur uit zijn, terwijl andere klanten goedkopere, niet-duurzame producten kopen.
    In een grootschalig onderzoek boog het Planbureau voor de Leefomgeving zich over het Nederlandse gekke-Henkiesyndroom. Samen met TNS-NIPO vroeg het Planbureau 1.100 respondenten naar hun aarzelingen ten aanzien van duurzaamheid.
    Een veelgehoorde verklaring is het zogeheten 'sociaal dilemma', beter bekend onder de naam 'prisoner's dilemma'. Daarmee wordt een conflict bedoeld tussen het collectieve en het eigen belang. Een beroemd voorbeeld stamt van de Amerikaan Thomas Schelling, in 2005 winnaar van de Nobelprijs voor de Economie. In de jaren '70 viel het Schelling op dat de meeste Amerikaanse ijshockeyers in de profcompetitie NHL zonder helm speelden. In 1968 was de helmloze Bill Masterton overleden nadat hij tijdens een wedstrijd een doodsmak had gemaakt.
    In geheime stemmingen zeiden spelers dat zij door de NHL verplicht zouden moeten worden een helm te dragen. De verklaring voor deze paradox, schreef Schelling, was dat helmlozen vanuit het individu bezien een paar cruciale voordelen hadden ten opzichte van helmdragers. De helm vernauwde het blikveld tijdens het spel. Bovendien was er het mentale voordeel dat spelers er zonder helm onverschrokkener uitzagen. Het dilemma zou verdwijnen als het dragen van een helm verplicht werd: dan zou iedereen dezelfde nadelen hebben en bovendien beter beschermd zijn.   ...

In feite is dit identiek aan het bagagebandprobleem.
    De auteur gaat het grootschalig toepassen:
  Is er iets vergelijkbaars aan de hand met duurzame consumptie? De samenleving zou waarschijnlijk beter af zijn als iedereen duurzaam consumeerde. Maar voor het individu kan het juist beter zijn (want goedkoper) om het niet te doen. Een andere mogelijkheid is dat geënquêteerden vooral sociaal wenselijke antwoorden geven over duurzaamheid. Het Planbureau stelde de respondenten daarom op de proef. Eerst moesten zij in groepen stemmen over een verbod op niet-biologisch vlees of niet-duurzame chocolade. Een week later moesten zij zelf vlees en chocola kopen, wetende wat de meerderheid van hun groep beslist had.
    De resultaten van het onderzoek tonen dat de meeste mensen een 'goed gevoel' krijgen van het idee dat ze hun consumptie verduurzamen. Maar in de supermarkt handelen zij daar nauwelijks naar.

Dat 'goed gevoel' is natuurlijk niets anders dan het besef dat naar voren lopen bij de bagageband niemand helpt. En de interne neiging om te blijven staan is dat "goede gevoel" van de mogelijke keuze voor duurzaam consumeren. het maken van een andere keuze in de supermarkt is hetzelfde als het collectief naar voren stormen als de band begint te lopen: iedereen weet dat er voldoende individualisten zijn om te beginnen, en dus is het voor iedereen voordelig om de eerste te zijn. Ook in dit geval, net als voor de bagageband en de ijshockeyhelmen is er maar één effectieve oplossing: hekken, geboden en verboden.
    Overigens blijkt zelfs in dit artikel de gevoeligheid van dit soort onderwerpen - men werkt naar de foutieve conclusie:
  Opvallend was dat respondenten niet zo zeer gebukt gaan onder een dilemma tussen het individuele en collectieve belang, maar eerder onder een dilemma tussen verschillende individuele belangen. De hogere kosten van duurzame spullen botsten bij de respondenten met de 'warme gloed' die zij individueel ervaren bij het idee dat zij bijdragen aan de goede zaak. De econoom James Andreoni bestempelde dit warmegloedeffect als onzuiver altruïsme: mensen dragen bij aan het algemeen belang, mede of misschien vooral omdat zij hier zelf een goed gevoel van krijgen.
    Het advies van het Planbureau aan de overheid luidt daarom: benadruk het goede gevoel dat de consument krijgt van zijn individuele bijdrage aan verduurzaming. En: zonder financiële prikkels zoals subsidies om 'eerlijke' boodschappen goedkoper te maken, zal verduurzaming van de consumptie een lastig verhaal blijven.

Het benadrukken van het goede gevoel heeft nog nooit gewerkt voor het geval van de bagageband, het geval van de ijshockey- en andere helmen, en er is geen enkele reden om te veronderstellen dat het voor duurzaamheid wel zal werken. De econoom heeft doodgewoon volgens ideologie geredeneerd. De ideologie van individualisme en vermoedelijk ook neoliberalisme. Want bijna alle economen zijn neoliberalen.


Naar Sociologische krachten , of site home .

  17 feb .2013