Het debat rond de boerka is weer opgelaaid. De nieuwe rechtse regering is van plan een boerkaverbod in te stellen, met als straf boetes. En de Amsterdamse commissaris van politie Bernard Welten nam alvast een voorschot daarop, door aan te kondigen dat hij geen boerkadraagsters zou arresteren of verbaliseren Onmiddellijk begon natuurlijk de zoveelste herhaling van zetten: Geert Wilders vroeg om het aftreden van Welten, en de multiculti-meute kwam met haar bekende propaganda en drogredenaties, zoals "Het zijn er maar een paar". Er was wel een opvallende nieuwigheid, van Welten zelf: "Je moet als politie wel zelf blijven nadenken", en iets over je gezonde verstand blijven gebruiken. Opmerkelijk. Want stel dat politieman Platvoet zou blijven nadenken en zijn gezonde verstand gebruiken, en tot de conclusie komen dat het dragen van een hoofddoek een provocerende en maatschappijsplijtend gebaar is, en een moslima-met-hoofddoek van de straat halen. Het is niet erg waarschijnlijk dat de heer Welten dit "zelf blijven nadenken" door politieagent Platvoet een goede zaak zou vinden... Oftewel: dat "Je moet als politie wel zelf blijven nadenken" is een ordinaire platitude, waarachter je domheid of arrogantie kan gaan zoeken. Domheid omdat hij niet beseft dat zo'n opmerking een tweesnijdend zwaard is, en arrogantie omdat hij denkt zelf wel een goed zicht te hebben op deze problematiek, waar het overduidelijk is dat vrijwel de hele Nederlandse en Europese bestuurlijke en intellectuele elite er haar tanden al op heeft stukgebeten. Maar in één opzicht is de kritiek wel terecht: de boetes of gevangenisstraf voor het dragen van een boerka. Straffen moeten passend zijn, en de boerkadraagster heeft niemand opgelicht en geen zware misdaad begaan. Het enige wat de boerkadraagster doet, is haar fundamentele afkeer van de Nederlandse maatschappij tentoonstellen. Ter bescherming van de Nederlandse burger tegen die afkeer moet daar wel iets aan gedaan worden. Maar dit dient met enige distantie en passend te gebeuren. Die distantie betekent dat je niet straft, en ook niet aan de culturele overtuigingen van zo iemand moet gaan zitten sleutelen. Dat laatste is bovendien neerbuigend. Maar dat je haar en haar directe sociale omgeving zo mogelijk in hun probleem tegemoet komt, ook denkende aan het belang van de Nederlandse burger die door hen veracht wordt. En passend betekent dat op een culturele zaak een cultureel antwoord moet komen. De oplossing is na deze woorden volstrekt voor de hand liggend: verlos de boerkadraagster en haar sociale omgeving van hun probleem: de Nederlandse cultuur waar ze zo'n hekel aan hebben. Ontneem ze het Nederlanderschap, en vervoer ze naar een moslimland. Geen straf, probleem opgelost, en iedereen blij. En ook geen uitvoeringsproblemen, want het zijn er toch maar een paar.
|