Germaine C. en de tasjesdief |
DE ANDERE KANT - NÍET
IN DE KRANT
|
|
Germaine C. wordt vervolgd omdat ze tasjesdief en
beroepscrimineel Ali el B. "heeft doodgereden".
Het OM vraagt een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf omdat, zo stelt de persofficier, Germaine C.
door haar actie waarbij ze achteruitrijdende de scooterrijdende tasjesdief achtervolgde, bewust een
risico heeft genomen dat de tasjesdief daardoor kwam te overlijden.
In deze argumentatie staan diverse leugens. Zo
zijn de acties van iemand die net bestolen is, en die daardoor onder de adrenaline
zit, in sterk verminderde mate bewust te noemen - om preciezer te zijn: alle
psychologische kennis leert dat in zo'n situatie de mens hogelijk instinctief
reageert, en nauwelijks in staat is tot redelijk overleg
.
Ten tweede heeft zij door het achteruitrijden
nauwelijks meer risico genomen als door gewoon vooruitrijden. Als ieder geval van
hard-achteruitrijden tot een ongeluk zou leiden, kon de verkoop van auto's wel
verdubbelen.
En ten derde, en de belangrijkste: deze
argumentatie veronderstelt dat de vrijwaring van de tasjesdief van risico's
dezelfde is als die van alle andere, niet-criminele, burgers.
Dit is natuurlijk volstrekt onjuist: wie bergen
beklimt, neemt risico's lopende van een verzwikte enkel tot een
dodelijke valpartij - die risico's horen bij het bergbeklimmen, en wie er vrijwillig
aan begonnen is, mag nergens over klagen als het hem overkomt.
Wie rooft of
anderszins op het criminele pad gaat, neemt overeenkomstige risico van
ongelukken bij de roof, lopende van een bloedneus, tot een dodelijk schot. En
als de crimineel vrijwillig op het boevenpad is gegaan, mag hij niet klagen als
het hem overkomt.
Kortom, de andere kant van de
medaille, niet in het nieuws, is dat Germaine C. het willoze slachtoffer
is van omstandigheden haar buiten haar wil opgedrongen door een tasjesdief en,
bleek al snel na het gebeuren,
beroepscrimineel. Germaine C. moet worden vrijgesproken, en Ali el B. postuum
aangeklaagd wegens het toebrengen van emotioneel trauma. De straf die daaruit
voortvloeit moet worden opgelegd aan zijn familie, die, blijkende uit haar
reacties, hem moreel gesteund heeft in zijn criminele activiteiten. De straf zou
verzwaard kunnen worden, door de overweging dat dit soort misdrijven, tasjesroof
en dergelijke, vrijwel altijd tegen een andere etnie worden ondernomen, en dus
racistische trekken heeft - gebruik makende van soortgelijke overwegingen bij
misdrijven van blanken tegen have of leven van andere andere etnieën, waarvan
ook jurisprudentie is.
Dat het OM het omgekeerde
onderneemt, is het
gevolg van de steun gegeven aan de dader door zijn familie en zijn etnische
groepsgenoten. Het tegemoet komen aan de eisen van die etnische groep, laat
zien dat het multiculturalistische racisme, waarin de etnie van de dader en hen
die hem steunen een
belangrijkere rol speelt dan de ernst van zijn daad, ook tot onze gerechtelijke
organen is doorgedrongen.
|
Rijnland
- 22 februari 2008 |
|