Geschiedenis |
DE ANDERE KANT - NÍET
IN DE KRANT
|
|
De oprichting van een Nationaal
Historisch Museum gaat niet door.
Dit is de volkomen voorspelbare
uitkomst voor een ieder die weet wie er in Nederland de dienst uitmaken.
Het wonder was dat er überhaupt
serieus over een Nationaal Historisch Museum is gepraat. Wat het gevolg was van
het samenvallen van twee zaken: het zoveelste onderzoek waaruit bleek dat de
historische kennis van de Nederlander schrikbarend laag is, mede leidende tot
het formuleren van een nationale canon.
En het tweede was een zijtak van
het integratiedebat, namelijk dat deel dat ging over de bewering van sommige
multiculturalisten dat het duidelijk was waar de allochtonen immigranten in
moesten integreren, omdat er geen Nederlandse cultuur en geschiedenis bestond.
Welke soort uitspraak op een gegeven moment voor velen echt te ver ging,
bijdragende aan de voedingsbodem voor een Nationaal Historische Museum.
De multiculturalisten namen
meteen tegenmaatregelen. Ze benoemden een directie waarvan ze zeker wisten dat
die zelf mordicus tegen waren. Beide directieleden waren bekend vanwege hun
anti-traditionele en post-modernistische opvattingen aangaande musea in het
algemeen: in het Zuiderzeemuseum van Erik Schilp werden de traditionele klompen
vervangen door actuele naaldhakken ontworpen door Victor en Rolf. Echt iemand
voor een historische museum, dit kosmopolitische migrantenkind met twee
pappoorten.
Die dan ook zijn uiterste best
heeft gedaan met de meest onzinnige voorstellen te komen. Ingaan tegen de
directe regeringsopdracht door naar een andere locatie te gaan, komen een
ontwerp met een ondergrondse garage die het hele budget opsoupeerde, het
afschaffen van de historische schikking, en meer van dat soort zaken.
Nu is er dus het einde, en de maden
durven uit het hout te kruipen. Mordicus tegenstander Maarten van Rossem,
historicus in ruste maar op het oorlogspad tegen Nederland, sprak zijn vreugde
uit op televisie
(Knevel & Van den Brink, 08-06-2011, na 29:15 min.). "Boven de gevel van
dat museum staat 'Immigranten zijn niet welkom' ", was zijn enige substantiële
bezwaar.
En grappig genoeg heeft Van
Rossem in zekere zin gelijk. Naast andere zaken is er natuurlijk één ding waarin
immigranten niet op Nederlanders lijken: het zijn geen Nederlanders. Dat wil
zeggen: ze stammen niet af van Nederlanders. Mensen die de Nederlandse
geschiedenis delen. En de Nederlandse cultuur.
En ieder refereren aan wat dan
ook betreffende geschiedenis maakt dat een ieder volkomen helder - bewust
of onbewust.
Dat was dan ook de reden achter
de langdurige campagne tegen het idee van een Nederlandse identiteit,
culminerende in het "Er bestaat geen dé Nederlandse identiteit", in de
door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid voorgekauwde woorden van
Maxima.
De aanwezigheid van immigranten
is dus voldoende reden om ons als Nederland geen Nationaal Historisch Museum te
kunnen veroorloven. Ten eerste omdat we geen identiteit hebben en die van het
museum dus kunstmatig is, en ten tweede omdat het een signaal is richting
immigranten, die een andere identiteit hebben, en dus, oh wonder, logisch in
besloten in "een andere identiteit", wel in het bezit van een identiteit.
Wat de daarop volgende morgen nog
eens bevestigd werd door een migrantenkind: successchrijver Arnon Grunberg (de Volkskrant, 09-06-2011, column door Arnon Grunberg):
|
Je zou ook vergeten dat bezuinigingen
soms een zegen zijn. Neem het Nationaal Historisch Museum, een project
dat bedacht is door politici om eenheid te creëren die vermoedelijk
nooit heeft bestaan. |
Dit geheel in tegenstelling tot
natuurlijk de islamitische identiteit, die tegen de Nederlandse beschermd moet
worden. Net als natuurlijk de Joodse identiteit, waar Grunberg regelmatig aan
refereert. Joodse identiteit in Nederland, Joodse identiteit in Oostenrijk,
Joodse identiteit in Amerika - er is nauwelijks een identiteit te vinden waarin
Grunberg vaker aan refereert, meestal in de vorm van individuele
vertegenwoordigers maar collectief is dat natuurlijk hetzelfde, dan de Joodse.
Waarvan we dus wel moeten aannemen dat hij wel bestaat. Kijkende naar mensen als Arnon Grunberg
en al die anderen die met graagte refereren aan een Joodse identiteit.
Dan blijft de interessante vraag
over: wat er zo bijzonder is aan de Joodse identiteit, of wat dat betreft: de
islamitische identiteit, dat die Joodse, of islamitische, identiteit wel
bestaat, maar de Nederlandse niet? Zit dat er misschien in dat de Joodse
identiteit uit uitsluitend zeer deugende en uitnemende eigenschappen bestaat?
Maar waar het uiterst moeilijk is om minder dan uitnemende eigenschappen in de
Joodse cultuur te ontdekken, is dat toch opzichtig veel makkelijker voor de
islamitische.
Of is dit misschien gewoon een
kwestie van machtsovername?
|