Op 6 augustus heeft de winkelketen Blokker haar jaarverslag 2001 uitgebracht. In stripvorm stelt topman Jan Blokker daarin ook de relatie tussen de winkels en de maatschappij aan de orde. Blokker constateert een aanzienlijke toename in het aantal roofovervallen op zijn winkels, nu staande op circa vijfentwintighonderd. Bovendien constateert Blokker dat deze overvallen voornamelijk gepleegd worden door jonge Marokkanen en Antillianen, en Oost-Europeanen. Blokker stelt hiervoor de politiek verantwoordelijk, die gesteund door een "elite van linkse spraakmakers en de asielzoekersindustrie" in de media geweigerd heeft de groeiende problemen veroorzaakt door allochtonen aan te pakken, leidende tot de uitwassen waar onder andere zijn zaken nu last van hebben. De reacties in de media waren instantaan. Interviews met ervaringsdeskundigen volgden, waarbij de vraagstelling van de betrokken journalisten er op gericht was de juistheid en rechtvaardigheid van deze observaties in twijfel te trekken. Vertegenwoordigers uit het midden- en kleinbedrijf steunden de observatie van de trend. Vertegenwoordigers van de "linkse intellectuelen en de asielzoekersindustrie" kwamen met de standaard antwoorden: hoe kon Blokker nu weten dat de overvallers uit die groepen komen want de politie registreert dit niet, op zijn best sloegen de observaties op maar een beperkt deel van de allochtonen, en dus was het discriminatie (Blokker heeft de informatie van het personeel dat al overvallen is) Deze reacties zijn een prachtige illustratie van de redenen waarom het
probleem überhaupt is ontstaan. Ten eerste is het volkomen irrelevant dat het maar
een deel is van de allochtonen die overvallen plegen. Het zou wel heel
uitzonderlijk zijn
als alle allochtonen overvallen zouden plegen. Als Blokker zou constateren dat in zijn dadergroep de helft Antilliaan is, dan is dat opmerkelijk omdat het aantal Antillianen in Nederland zeg tienduizend is, en Antillianen als groep dus vijftienduizend keer zo vaak overvallen plegen als de rest van de bevolking. Als er dus maatschappelijk middelen ingezet moeten worden om het aantal overvallen te verminderen, en daarbij de dadergroep aangesproken moet worden, is het dus zinvol om de aandacht in eerste, tweede en derde instantie te richten op de Antillianen. Daar komt nog het volgende bij: stel dat de maatschappij niet de verantwoording op zich neemt om overvallen en dadergroep aan te pakken. Dan zal Blokker zelf maatregelen moeten nemen om zijn winkels te beschermen. Dat gebeurt dan in directe interactie met het algemene publiek dat in zijn winkels komt, want iedere persoon die zijn winkels binnenkomt kan even later een dader van een overval zijn. Blokker zal dan zijn inspanningen zo effectief mogelijk moeten maken. Als Blokker dus een criterium heeft om zijn potentiële dadergroep in te perken met een factor die boven de honderd ligt, dan zal hij dat wel moeten doen. Blokker zal zijn personeel en zijn bewaking de instructie moeten geven om vooral te letten op personen wier beschrijving overeenkomt met zijn dadergroep, dat wil zeggen jonge Marokkanen en Antillianen, en Oost-Europeanen. De "links-intellectuelen en de asielzoekersindustrie" zal dit
bestempelen als discriminatie. Dat is het niet, het is gewoon een van de vele
gevallen waar de goeden onder de kwaden moeten lijden. Niettemin is het een ongewenste situatie, omdat een hele groep
mensen wordt aangezien voor iets dat ze niet zelf doen (hoewel iedereen die een inlichtingenformulier moet invullen om fraude te
voorkomen in feite ook wordt aangezien voor een potentiele fraudeur!).
De "linksintellectuelen en de asielzoekersindustrie" staan dus voor de
keuze: of een algemeen gemeenschappelijke aanpak binnen de bevolkingsgroep die
zo veel daders voortbrengt, of een specifieke aanpak van deze bevolkingsgroep
bij iedere winkeldeur van Blokker, en alle andere plaatsen waar de
bevolkingsgroep zich als specifieke dadergroep manifesteert. |