Het allochtone afschuiven, bronnen

De makkelijkste uitweg die een minderheid heeft indien geconfronteerd met iets dat in eigen kring niet helemaal goed werkt, is het afschuiven op de positie als minderheid. Daarmee meestal ook de schuld gevend aan de meerderheid waarbinnen de minderheid zich bevindt. Dat allochtonen dit doen is dus niet meer dan logisch, mede omdat veelal erin gesteund worden door allerlei multiculturalistische droomdenkers uit autochtone kring. Omdat vooral degenen waar het om gaat dit doodgewoon niet geloven, een aantal voorbeelden:


Uit: De Volkskrant, 05-12-2006, column van Nazmiye Oral

Ons probleem

Afgelopen woensdag was het tweede eerwraakdebat in het Tropen Theater met als gast professor Yakin Ertürk, sociologe, speciaal VN-raporteur en internationaal eerwraakdeskundige. ...
    ‘De islam verbinden aan eerwraak is contraproductief, polariserend, en kortzichtig. Je plaatst zo het probleem buiten de maatschappij en maakt een probleem van hen, de anderen. Bovendien wordt een vrouw die hulp nodig heeft gedwongen te kiezen tussen twee kwaden: enerzijds degenen die je in een hokje stoppen en categoriseren, anderzijds degenen die de religie misbruiken om geweld tegen vrouwen toe te kunnen passen.’ Aldus Yakin Ertürk. Eerwraak is niet iets dat buiten onze maatschappij plaatsvindt, maar er middenin. Eerwraak wordt gepleegd door mensen met een Nederlands paspoort die problemen hebben met identiteit, gebrek aan onderwijs, migratie, en uitsluiting.


Red.:   Met deze laatste zinnen verplaatst Oral het probleem naar Nederlandse factoren: ontkenning van identiteit, gebrek aan onderwijs en uitsluiting. Dat impliceert dat eerwraak niet voorkomt in die streken waar men wel bevestiging van identiteit krijgt en er geen uitsluiting is, dat wil zeggen: de streek van origine. En dat is dus volkomen onjuist, want in die streken is eerwraak even gewoon. Of beter: eerwraak is daar gewoner, want die streken zijn de oorsprong van de eerwraak.
    Desalniettemin wil Oral er Nederlandse factoren een rol in laten spelen. Een glaszuiver voorbeeld van het afschuiven van verantwoordelijkheden, en het zwart-maken van de Nederlandse, autochtone, invloed.


Uit: De Volkskrant, 03-03-2008, door Marjan van den Berg

Fouad en Bilal deden niks bijzonders: voetballen, belletje trekken, eieren gooien

Het veldje is nu voor de kleintjes

Elke plek kan een hangplek zijn. Zolang je er maar altijd terechtkunt, het niets kost, en ouders en leraren er niet komen. De Volkskrant gaat op zoek naar de favoriete stek van Nederlandse jongeren. Aflevering 8: Fouad Elyakhloufi en Bilal Kichouhi over 'hun' veldje in het Schiedamse Groenoord.


Thuis? Thuis is slapen. Thuis is televisie. Sáái. Het veldje, daar moet je wezen. Fouad Elyakhloufi en Bilal Kichouhi wijzen rond. Ze staan op hun veldje, of beter gezegd wat voorheen hun veldje was. Midden in Groenoord, een stadswijk van Schiedam.
   ...Maar op de vraag wat hun beste herinnering aan het stukje gras is, halen ze allebei hun schouders op. ‘Niks’, zegt Fouad. ‘Het is altijd hetzelfde. We deden niks bijzonders. Voetballen.’
    En pizza’s bestellen voor buurtbewoners die van niets wisten. Belletje trekken. Eieren gooien. Naar wie? ‘Naar mensen die ons fokken’, zegt Fouad. Bilal zegt: ‘Er viel niet normaal te voetballen. Het was niet speciaal een voetbalveld, dus overal lag hondenpoep.’ Ze werden vaak weggestuurd, zeggen ze.
    Laatst nog. Waren ze ergens aan het voetballen in de buurt, stuurde een man hen weg. ‘Want anders zouden we de bal tegen z’n auto aanschoppen’, legt Fouad uit. Bilal zucht: ‘Die auto is echt z’n léven.’ Fouad gaat verder: ‘Iedereen in de buurt heeft last van hem. Daar staat hij om bekend. Dus die gingen we fokken. Eieren op zijn auto gegooid. Die had ik gewoon van thuis meegenomen.’ En vanaf de galerijflat zijn er nog wat appels en sinaasappels op de auto gekieperd, legt Fouad uit. ‘Een goeie mix.’
    Vervolgens hebben ze met wat vrienden de wekker op half acht ’s ochtends gezet. Want iedereen weet, legt Fouad uit, dat die man om acht uur naar zijn werk gaat. ‘Met zijn koffertje.’ Ze hebben toegekeken hoe de man zijn besmeurde auto aantrof. ‘Tering-buitenlanders, riep-ie’, zegt Fouad.
    Hij gaat verder: ‘Kijk, als wij grappen gaan uithalen, gaan we goed grappen uithalen. Ik heb respect voor de mensen, maar ze moeten wel weten waar mijn grenzen liggen.’ Waar ligt die grens dan? Fouad zucht: ‘Ja, láág.’ Bilal zwijgt en kijkt hem aan. ‘Kijk’, zegt Fouad, ‘we kunnen hem ook klappen verkopen. Ja toch. Maar wij willen geen ruzie.’ ...
    Bovendien komen er soms groepen uit andere wijken, en die meppen dan bushokjes kapot, bijvoorbeeld, en daar krijgen zij dan weer de schuld van, zegt Bilal. ‘Tsss, ik doe niet zo kinderachtig’, becommentarieert Fouad de vernielingen. ‘Vroeger anders wel’, zegt Bilal tegen hem. ‘Ja’, antwoordt Fouad, ‘toen had ik nog kinderhersens man.’ Fouad legt uit: ‘Vroeger was ik tuig hoor. Ik was raar bezig.’
    Hij sloeg eens van een tramhalte alle ruiten kapot. Allemaal. Zomaar. Dat kwam hem op een traject bij bureau HALT te staan. ‘Daar moest ik toneelstukjes doen, en tekeningen inkleuren, tsss.’ Bilal zegt tegen hem: ‘Later hebben we toch toneelgespeeld, samen een script geschreven? Dat was toch leuk?’ Dat was in de Blauwe Brug, het jongerencentrum waar ze nu vaak ’s avonds binnenlopen.
    Daar hebben ze geen last van de politie: hangen in het winkelcentrum kan een boete van 50 euro opleveren, zegt Bilal, en geluidsoverlast een boete van 75 euro. Fouad: ‘In deze wijk wonen bijna alleen maar oude mensen.’ En die klagen. Bilal: ‘De politie geeft nooit een waarschuwing. Het is: ID laten zien en soms een boete.’ Fouad: ‘Ze moeten zich realiseren dat we nergens heen kunnen.’
    Ze hebben in het verleden allebei wel eens een boete gehad. Bilal, de oudste in een gezin van zes kinderen, vertelt dat zijn ouders dan kwaad worden. ‘Maar ze vinden het ook niet normaal dat we steeds onze ID moeten laten zien en snel boetes krijgen. Eén verkeerd iets, en je bent de lul.’    ...
    Fouad zegt plannen te hebben zich over twee jaar te verloven met zijn meisje. Hij gaat misschien naar België, waar zijn broers werken. Zijn gedroomde toekomst: ‘Mercedes CLK, twee kindjes, villa, goeie baan. Geen gezeur. Klaar.’


Red.:   Een hele litanie aan overlast, maar als ze steeds hun ID moeten laten zien, vinden ze dat niet normaal, oftewel: het is discriminatie: het is de schuld van de autochtonen.
   En natuurlijk ook als die villa, een goeie baan, en Mercedes niet uitkomen, met hun ROC-opleiding - dat is ook allemaal de schuld van de achterstelling van allochtonen door autochtonen.


Uit: De Volkskrant, 01-03-2008, door Sanne Groot Koerkamp

De vinexwijk krijgt kleur

De allochtone middenklasse voelt zich stilaan meer verwant met andere tweeverdieners dan met de landgenoten van hun ouders. Een huis in een overwegend witte vinexwijk is hun ideaal. ‘Er komen steeds meer familieleden deze kant op.’

...    Tot die gegoede middenklasse behoren ook de Turkse Ersen (29) en Derya Denk (29). ... Ersen: ‘In Rotterdam woonden we in een bejaardenflat. We werden gepest door onze Nederlandse buren. Die zeiden ons niet eens gedag. En we hoorden ook niet bij de allochtonen.’ Daarnaast vonden ze de leefomstandigheden ook niet ideaal. Ersen: ‘Er is drie keer ingebroken in onze auto en we hadden overlast van hangjongeren.’ Derya: ‘Ik durfde ’s avonds niet alleen over straat.’


Red.:   De allochtone jongelui zorgen voor de overlast, zie ook bijvoorbeeld het vorige item, en dat de autochtone buren daarop reageren door niet blij te zijn met de falende allochtone ouders, is de schuld van de autochtonen.


Naar Allochtonen, lijst  , Allochtonen overzicht  , of site home .