Bronnen bij De bron van moraal: discussie

 
Het verval van openbare moraal werd weer een punt in het maatschappelijke debat door de overtredingen daarvan door allochtone immigranten. Dat bleek als eerste in openbaar vervoer, en later in de wijken waar ze in de meerderheid raakten. Dat dit uit de hand kon lopen si veroorzaakt door de permissiviteit ten opzichte van afwijkingen van de moraal.
    Door dit uit de hand lopen raakte de moraal zelf dus ook weer onder discussie - onder een paar voorbeelden:


Uit: De Volkskrant, 28-03-2006, column door Hans Wansink

Wilders als filosoof

Geert Wilders stelt het gelijkheidsbeginsel ter discussie. Hij zet zich daarmee bewust af tegen liberaal Nederland, maar ook tegen fortuynisten als Eerdmans en Pastors.


Geert Wilders, de voorman van de Partij voor de Vrijheid, presenteerde vorige week niet alleen zijn verkiezingsprogramma Klare Wijn, maar ook een wijsgerig document, getiteld Een nieuw-realistische visie. Net als het programma is het een verhaal dat sterk afwijkt van de mainstream-politiek (zie www.partijvoordevrijheid.nl).
    Wilders ontpopt zich met wat hij nieuw-realisme noemt als een onvervalste conservatieve cultuurcriticus. Het mikpunt van zijn tirade is de 'sociaal-liberale consensus', het wereldbeeld dat van VVD tot en met GroenLinks wordt aangehangen. De analyse van Wilders vertoont daarentegen enige affiniteit met de cultuurkritiek uit de hoek van de SP en de ChristenUnie.
    Het liberalisme is volgens Wilders een politieke kracht die geweldig veel tot stand heeft gebracht. Het heeft 'mensen bevrijd van de politieke macht van religie, het heeft een model aangeleverd met behulp waarvan wij conflicten vredig kunnen beslechten, en een samenleving geschapen waarin niet alleen handel en ondernemerschap, maar ook de wetenschappen konden floreren'.
    Wilders, zelf ex-liberaal, spreekt in de voltooid verleden tijd. Het liberalisme heeft z'n verdiensten gehad, maar faalt in het antwoord geven op de grote vraagstukken van de 21ste eeuw.
    In de visie van Wilders gaat onze samenleving mank aan orde, cultuur, fatsoen, geborgenheid en weerbaarheid tegen bedreigingen van buiten, in het bijzonder de politieke islam.
    Aan de schrijver Thomas Rosenboom (de Kellendonklezing van 2005) ontleent Wilders de oorsprong van het gebrek aan fatsoen, aan hoffelijkheid en goede omgangsvormen dat hij aan de kaak wil stellen. De gemiddelde Nederlander, aldus Rosenboom, 'denkt (a) dat hij overal recht op heeft, is (b) ongeremd en denkt (c) dat de rest van de wereld hem geweldig vindt'.
    De vrijheid, leert Wilders van de Duitse wijsgeer Peter Sloterdijk, is gedegenereerd tot chaos, decadentie, vormloosheid, onverantwoordelijkheid en onverschilligheid. De babyboomers kunnen maar niet loskomen van hun 'anti-autoritaire nervositeit' uit de jaren zestig, maar hun kinderen snakken naar orde.
    Orde, zo redeneert Wilders, veronderstelt de bereidheid 'een noodzakelijke gemeenschappelijke kern die de samenleving bijeenhoudt te benoemen en te verdedigen'. Nederland heeft een beschavingsoffensief nodig - zowel gericht tegen de barbarij van losbandigheid en de vrijblijvendheid van het cultureel relativisme als tegen de vijanden van de open en vrije samenleving: de politieke islam die wereldwijd de sharia wil invoeren.
    Ook Frits Bolkestein wordt door Wilders als getuige aangeroepen. De rechtsstaat en de vrije markteconomie missen een morele basis, schreef de liberale leider in de jaren negentig - de jaren dat Geert Wilders zijn assistent was.
    Bolkestein: 'Het is nodig in het economisch leven overbodige regels af te schaffen en vermolmde structuren af te breken. Maar op het culturele vlak vormen, mede door de komst van veel mensen met andere normen en waarden, instabiliteit en verbrokkeling een groter gevaar dan starheid. Vandaar het belang van de christelijke en humanistische traditie voor onze maatschappij als bindend element.'
    Wilders wijst er terecht op dat Bolkestein en conservatieve geestverwanten als Andreas Kinneging, in die tijd medewerker van de liberale Teldersstichting, in de VVD met dit verhaal geen poot aan de grond kregen. Moraliseren? Christelijke tradities omarmen? Nee, dank u!, sprak de partijraad van de VVD.   ...
    Bolkestein ziet de vertegenwoordigende democratie als een noodzakelijke uitbesteding van het landsbestuur door de kiezers aan een politieke elite. Wilders vindt daarentegen dat de kiezers verweesd zijn geraakt omdat hun problemen niet doordringen tot de politieke elite. Regentesk gedrag van deze elite, zoals het binnensmokkelen van Turkije in de Europese Unie, moet worden bestreden door directe democratie: bindende referenda en een gekozen burgemeester.
    Het meest radicaal is Wilders in zijn aan de Franse denker Tocqueville ontleende kritiek op het liberale leerstuk van de gelijke behandeling. In naam van de gelijkheid maakt de democratische staat zijn vrije burgers tot een kudde van futloze onderdanen.
    Met het ter discussie stellen van het gelijkheidsbeginsel schopt Wilders tegen het laatste taboe in de Nederlandse samenleving. Hij wil de 'debilisering' tegengaan door in het onderwijs discipline centraal te stellen, uitblinkers ruim baan te geven en zelfontplooiing te vervangen door kennis en cultuur. Die cultuur is dan wel onze Leitkultur. Want Wilders streeft naar een monoculturele samenleving. Wilders licht telefonisch toe: 'De islam mag niet dominant worden. Ik heb op het Utrechtse Kanaleneiland gewoond, een wijk waarin de moslims de meerderheid vormen. Dat wil ik tegengaan. En dat kan alleen als artikel 1 van de Grondwet wordt afgeschaft.'    ...


Red.:   Dit slaat op het algehele klimaat. Een van de belangrijkste elementen daarvan is de houding tegenover het basiselement van de samenleving: het gezin:


Uit: De Volkskrant, 06-04-2006, column door Martin Sommer

Verzwegen hoeksteen

Het gezin als traditionele en dominante leefvorm is nog altijd een taboe in Nederland, zelfs bij het CDA. En waar al helemaal niet over wordt gepraat: echtscheiding.


Zullen we het eens over het gezin hebben? Liever niet, als het aan u ligt. Ik zat op de bank bij Olga Fles in Naarden en zij vertelde hoezeer het gezin in Nederland een merkwaardig taboe is. Olga Fles was tot voor een jaar voorzitter van de Nederlandse Gezinsraad. Maar ze is ook sinds jaar en dag lid van de Partij van de Arbeid.
    Toen ze in 1997 tot die Gezinsraad toetrad, werden de wenkbrauwen in de partij opgetrokken. Het gezin, dat was toch louter en alleen onderdrukking en erop gericht de vrouwenemancipatie tegen te houden. Ook al leeft 85 procent van de mensen in een gezin. Ook al vindt iedereen eigenlijk dat zijn kinderen het best opgroeien in een liefst traditioneel gezin. 'Dat werd totaal genegeerd, het kon niet, het mocht niet, het gezin bestond gewoon niet.'
    Ze schreef er in 2001 een mooi stuk over in het blad Socialisme & Democratie. Daarin liet ze zien dat gezinnen met kinderen in Nederland een steile duikvlucht maakten qua koopkracht. Niets eng moraliserends in de sfeer van family values, gewoon over brood en boter. Paars zwijgen was haar deel, de VVD was namelijk geen haar beter.
    Vijf jaar later verbaast ze zich er nog over. Duitsland heeft een minister van Gezinszaken, België een machtige bond voor grote gezinnen. Nederland heeft nog altijd niets in de sfeer van belangenbehartiging en de gezinnen met kinderen zijn hier financieel nog steeds het slechtst af.
    Zo vijandig was de stemming bij de PvdA dat haar medewerker bij de Gezinsraad Peter Cuyvers overstapte naar het CDA. Daar hadden ze geen last van kokhalzen bij het g-woord, zou je denken. In 2003 trad het kabinet-Balkenende aan. Nu komt mijn kans, dacht Olga Fles, vanwege de waarden en normen en fatsoen moet je doen. Ze ging eens praten met staatssecretaris Ross, van het CDA, die over het gezinsbeleid gaat. 'Ik kwam op dat grote ministerie van VWS. Daar was men voornamelijk druk met een enorme reorganisatie van al die duizenden en duizenden ambtenaren. Hoeveel ambtenaren waren daar voor het gezinsbeleid? Welgeteld één en die ging weg! En Ross had geen benul waarover ik het had.'
    Drie jaar later is staatssecretaris Ross er kennelijk in geslaagd een paar ambtenaren vrij te maken. Vorige week kwam haar nota Gezinsbeleid uit, de eerste in tien jaar. Lees die nota, en je loopt onmiddellijk tegen de ideologisch beladen vaststelling aan dat onder het woord gezin 'een grote verscheidenheid' schuilgaat - meergeneratie allochtone gezinnen, eenoudergezinnen, homo- en lesbogezinnen, en traditionele gezinnen. Met de implicatie dat al deze leefvormen onder het uitspansel des heren evenveel recht van spreken hebben.
    Het is meteen al niet waar. Je hoeft maar twee bladzijden verder te lezen om te constateren dat het traditionele gezin met echtpaar (getrouwd of niet) veruit de dominante leefvorm blijft en zal blijven en ook veruit de voorkeur geniet van de meeste mensen. Nog een leugen op bladzijde een. Het gaat goed met 95 procent van de gezinnen. Hoezo gaat het goed?
    Drie vel verderop valt te lezen dat eenvierde van de huwelijken eindigt in een scheiding, en dat in 60 procent van die gevallen kinderen in het spel zijn. Jaarlijks maken 35duizend kinderen een echtscheiding mee en een kwart van die kinderen raakt het contact met een van de ouders kwijt.
    Het gezin is een moeizaam onderwerp - de Volkskrant wijdde geheel conform de progressieve traditie prudent geen letter aan de nota van Ross. Wil je een écht taboe hebben, zei me een paar maanden geleden de voorzitter van de deftige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Wim van de Donk (ook CDA). Een echt taboe is echtscheiding.
    De maatschappelijke kosten, de aantallen huizen die er moeten worden gebouwd vanwege uiteenvallende huwelijken. De ellende, het kinderleed, maar ook het ziekteverzuim en de WAO. Daar zwijgen we allemaal over.
    Echtscheiding hoorde ook bij de verworvenheden van de jaren zestig. Niet langer een pastoor die op je vingers keek, geen schande meer op het dorp als je uit elkaar ging. Scheiden was een bevrijding uit de vreselijke cocon die het gezin was.
    Wat schrijft de nota van Ross over echtscheiding?
    'Het toenemend aantal echtscheidingen in Nederland heeft ook gevolgen voor het gezin.'
    Maar welke gevolgen? Diepe, gegeneerde stilte.
    De volgende zin luidt namelijk: 'De overheid houdt zich daarom, in het belang van het kind, de laatste tien jaar meer en meer bezig met scheidingsproblematiek.'
    Klaarblijkelijk is echtscheiding voor de kinderen niet zo'n heel goed idee, maar hoe of wat precies, en wat daaraan moet gebeuren, daarnaar is het verder gissen. Ja, er komt een 'ouderschapsplan', waarin de ouders afspraken moeten maken over de positie van de kinderen na de scheiding. En dat is het.
    Geen CDA'er die bijvoorbeeld zal durven voorstellen dat echtscheiding krachtig moet worden ontraden als er kinderen in het spel zijn.
    Ja, nu je het zegt, zei Olga Fles - zelf gescheiden - op de bank in Naarden. Misschien is het inderdaad wel een taboe. 'Niemand gaat voor zijn lol scheiden, maar ik heb er verder nooit zo bij stilgestaan.' En nee, de Nederlandse Gezinsraad heeft nooit speciaal aandacht voor echtscheiding gehad. Er is gethematiseerd over het homohuwelijk, over pleegzorg en pas nog over het allochtone gezin. Maar echtscheiding, nee.
 

Red.:   Het mogelijke commentaar van de redactie is al ingebouwd in het stuk. Martin Sommer behandelde de zaak nog een keer, maar van de andere kant: die waarbij het fout gaat:


Uit: De Volkskrant, 30-03-2006, column door Martin Sommer

Recht op saaiheid

Het moralisme is terug in de hulpverlening. De moderne pastoor is een potige gezinscoach in jack: als jij je niet gedraagt, kort ik op je uitkering.


Stadsmarinier Oude Noorden, staat in vrolijke neonkleuren op het raam. ...
    De gezinnen mag ik om redenen van privacy niet spreken. Gezinscoach Roy Schuetz ziet er uit als een ouderwetse jongerenwerker - wel een sterke. Mike Heuves lijkt met zijn sportjack meer op een stille. Hij heeft namens de hulpverleningsorganisatie Radar een onconventionele aanpak voor ontspoorde gezinnen - vooral Antilliaanse - op touw gezet.
    ... Ik had gehoord over gezinsbegeleiding, '24 uur op de 24'. Dat maakte me nieuwsgierig. Niet alleen omdat dat kennelijk een einde betekent aan het bekende gehannes van twintig instanties die zich allemaal met een probleemgezin bemoeien, terwijl geen ervan zich er werkelijk om bekommert. Maar vooral omdat ik wilde weten waar de grenzen van de staatsbemoeizucht zouden liggen met het privé-leven. Is de ouderwetse volksopvoeding terug?
    'Rotterdam houdt wel van dwang en drang', bevestigt Roy Schuetz. Wat in ieder geval terug is: een gemeente die assertiviteit en zelfbewustzijn probeert uit te stralen. Dat gaat van preventief fouilleren tot het aanhouden van alle auto's bij de Maastunnel om te controleren of de belasting wel is betaald. Zo niet, uitstappen en auto inleveren. Een interessante poging, omdat de staat over het algemeen ernstig in het defensief is, van het uitzetten van asielzoekers tot het inenten van hobbykippen.
    Het gaat in die gezinsbegeleiding inderdaad stevig toe. Roy Schuetz vertelt hoe hij zo'n huis binnenkomt, en meteen de keukenkastjes gaat inspecteren. Altijd zijn er schulden. 'Ik vraag onmiddellijk, waar zijn de papieren.' Dan komt er een boodschappentas tevoorschijn met voor de helft ongeopende brieven, uit alle hoeken en gaten komen de rekeningen.
    Roy neemt eigenlijk het hele gezin over. Alles regelt hij, de kinderen naar school, gebitten gereguleerd, rekeningen betaald. Niet langer met het hele gezin in één bed. Vijf van zulke gezinnen kan hij aan, dan is de werkweek vol. Dat is andere koek dan de voogdij met zeven minuten per maand per kind.
    Meestal bestaat zo'n gezin uit een Antilliaanse moeder alleen, meestal jong en zwanger naar Nederland gekomen. Meteen in de bijstand, want ze heeft school niet afgemaakt. Vervolgens drie, vier kinderen bij verschillende vaders. De jongens vanaf hun 10de, 11de jaar niet meer te handhaven. En, nog een kind erbij, wat vindt Roy ervan? Ja - erkent hij schoorvoetend, hij beveelt krachtig anticonceptie aan. 'Maar een relatie verbieden kun je niet, en ook niet dat ze nog een kind nemen.' Het enige dat je achter de hand hebt, is dat het kind uit huis kan worden geplaatst.
    Zijn relaas betekent het afscheid van alweer een mooie illusie: als de financiële omstandigheden maar goed zijn, de stadsvernieuwing op orde en de school voorhanden, dan staat niets een mooi bestaan in de weg. Zonder intensieve bemoeienis van buitenaf gaat het kennelijk niet. Sóms niet, want met de meeste Antilliaanse gezinnen gaat het goed, onderstreept Mike Heuves. Maar als het misgaat, dan gaat het goed mis.
    Als ik het zo hoor, doet die gezinscoach niets anders dan ouderwets het goede belonen, het kwade straffen. Niet als meneer pastoor, in termen van schuld, boete of zonde. Daar stuit het project op z'n morele grenzen. Greep op de losbollende mannen hebben ze bijvoorbeeld niet. 'Vaders zijn niet in beeld.'
    Wat wel? 'Die uitkering is het breekijzer waarmee we binnenkomen. Taalcursus nodig? Jij gaat op taalcursus. Geen zin? Korten op de uitkering. Toen ik dat twee jaar geleden zei, viel half Nederland over me heen.' In een half jaar moet de boel weer op orde zijn. 'Maar sommigen hebben hun leven lang begeleiding nodig.'
    Twee jaar geleden publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid een dik rapport over waarden en normen. De gedachte was dat iedereen grosso modo wel weet hoe het hoort - met twee woorden spreken, handen thuis en geen poten op de bank. De opgave was het feitelijke gedrag met die wetenschap in overeenstemming te brengen. Maar deze Antilliaanse vrouwen weten domweg niet hoe het moet. En dat geldt ook voor Marokkaanse, Turkse en Nederlandse gezinnen die in een soortgelijk traject zitten. Wat is eigenlijk opvoeden? Ze weten het niet.
    Mooie kleertjes aan en voldoende eten. Dat ouders ook voorbij de voordeur verantwoordelijkheid dragen, is onbekend. Vandaar dat de hulpverlening tot nu toe weinig zoden aan de dijk zette. Die ging uit van een mondige klant die wel wist wat eraan schortte. En als de klant het niet zei, werd er al vlot de andere kant uit gekeken.
    Nu is er wat 'een sluitende aanpak' wordt genoemd. Dat kan een ritssluiting zijn of knopen - waar het op neer komt: vluchten kan niet meer. Er komt 'een plan van aanpak' voor elk gezinslid. 'Niet in samenspraak, wij doen dat zelf.' En Roy Schuetz komt dat gezin binnen, om de chaos te bestrijden, ja bijna om een deugdzaam gezinsleven 'voor te leven'. 'Ik word niet voor niets hier en daar vader genoemd.' Structuur moet er komen, dag- en nachtritme. Kinderen hebben recht op een saai leven. En de nieuwe pastoor is een potige kerel in een sportjack.


Red.:   Citaat: ' ... met de meeste Antilliaanse gezinnen gaat het goed, onderstreept Mike Heuves'. De politiek-correcte bezwering. Wat hier ontbreekt, en wat bijna altijd ontbreekt bij deze kreet, is het volgende: "Maar de grote meerderheid van dit soort gevallen is Antilliaans/Marokkaaan/allochtoon".


Naar Moraal, lijst , Rijnlands beleid , Rijnlands beleid, overzicht  , of site home .