Lerarenniveau 5 jul.2006

De daling in het inhoudelijke niveau van het onderwijs betekent natuurlijk ook dat naast voor de leerling, het onderwijs ook minder uitdagend en statusverschaffend is voor de leraar. Dat speelt het meest op dat terrein waar de concurrentie voor het docentenvak het grootst is: bij de bčtavakken:


De Volkskrant, 24-06-2006, van verslaggever Robin Gerrits

Reportage | Met name vacatures van bčtadocenten zijn moeilijk te vullen; docenten kiezen liever voor beter betaalde banen buiten het onderwijs

Academicus laat voortgezet onderwijs links liggen

Eerstegraads docenten kiezen steeds vaker banen buiten het voortgezet onderwijs. Alleen de net afgestudeerde academici willen het nog wel een jaartje proberen.


‘We zoeken al vier weken keihard naar een eerstegraads leraar natuurkunde. Hij is niet te vinden.’ Conrector Guus van Dijk van scholengemeenschap ’t Atrium in Amersfoort wil maar zeggen: het klopt dat steeds minder academici te porren zijn voor het leraarsvak. Keiharde cijfers zijn niet voorhanden, maar wie zich met onderwijs bezighoudt weet het: veel minder leraren op de middelbare scholen dan vroeger hebben een universitaire opleiding genoten.
Van Dijk had nog eens rondgebeld bij de universitaire lerarenopleidingen; welgeteld drie mensen in heel Nederland volgen die op dit moment voor natuurkunde. Geen wonder dat ze niemand kunnen vinden. Volgens Atrium-rector Leo Spelt is het zoeken van academisch gevormde leraren voor talen en zaakvakken nog wel te doen. Maar bčta is dramatisch. En dat moeten we ons aantrekken, vindt hij. ‘Het kan haast niet anders of er raken zo ook minder mensen geprikkeld zelf een bčtastudie te doen. Zo raakt Nederland langzamerhand ontbčta’t. Dat kunnen we ons niet permitteren.’
    Spelt denkt niet eens dat er tussen leraren met een opleiding op hbo-niveau en een academicus werkelijk een verschil is in de beheersing van de stof. ‘Vwo-6 is ook weer niet zó hoog. Maar een academicus heeft net wat meer surplus, waardoor hij ook naast die stof bij leerlingen luikjes weet open te trekken.’
    Volgens Robbert Sikkes van de onderwijsbond AOb heeft het niveau van het onderwijs te lijden van een daling van het gemiddelde opleidingsniveau. Hij vindt het van belang dat op het voortgezet onderwijs een mix van hbo- en academisch opgeleide docenten staat. ‘Die scholen leiden immers op voor hbo en universiteit. Dan is het handig als ze weten wat het is om onderzoek te doen.’ Hij verklaart de afnemende belangstelling van academici voor een belangrijk deel uit de salaris- en beroepsperspectieven van eerstegraads leraren. Met een nieuw functiewaarderingssysteem dat onlangs is ingevoerd zijn de mogelijkheden voor docenten om te groeien in inkomen nog kleiner dan ze al waren.
    Rector Spelt geeft hem gelijk. ‘Met alleen leuke slogans en reclamefilmpjes trek je academici niet het onderwijs in. Ze kiezen hun vak uit interesse. Maar ze gaan ook de arbeidsvoorwaarden vergelijken. Dan kom je toch uit bij geld.’ Maar volgens zijn conrector Van Dijk moeten de vakbonden vooral ook in de spiegel kijken: ‘Zij wilden toch zonodig gelijke salarissen voor alle leraren! Dan hadden ze voor een ander loongebouw moeten knokken.’
    Jaap Buitink, hoofd van de universitaire lerarenopleiding in Groningen, herkent de trend niet aan de instroom, die redelijk stabiel is, maar wel aan de uitstroom: ‘Bij het afstuderen merk je dat een groeiend aantal overweegt niet het leraarsvak in te gaan, of dit na een paar jaar te verlaten.’ Inderdaad: toch het salaris. ‘Ze beginnen als leraar niet slecht. Maar na een paar jaar gaan studievriendjes hen in andere beroepen snel voorbij.’ Ook komen er veel beginnende leraren in het vmbo terecht, zegt Buitink. Dat is pedagogisch zwaar, en ze kunnen er vaak vakinhoudelijk minder kwijt.
    Nee, dan vroeger. Toen gaf zelfs menig gepromoveerde les op een middelbare school, weet onderwijskundige Bert Versloot van de Universiteit Utrecht zich te herinneren. Kom daar nog maar eens om. Toch relativeert hij het belang van academisch gevormde leraren. ‘We focussen altijd zo op vwo en gymnasium. Dat is maar een kleine groep. Het is van belang dat het hele voortgezet onderwijs beter wordt.’ Volgens hem kan dat met hbo-gevormde leraren misschien net zo goed.

Tussenstuk:
Opleidingsniveau Nederlandse leerkracht daalt
Het opleidingsniveau van de Nederlandse leerkracht daalt. Van de mensen die het onderwijs betreden heeft een groeiend deel geen hoger onderwijs genoten. Van de docenten in het voortgezet onderwijs die met pensioen gaan, is juist een relatief groot deel academisch gevormd. Deze conclusie van een peiling onder leerkrachten door de Onderwijsbond CNV, wordt bevestigd door de Algemene Onderwijsbond AOb. Voorzitter Marleen Barth van de Onderwijsbond CNV noemt de situatie ernstig. ‘Als het kennisniveau van het onderwijspersoneel daalt, daalt uiteindelijk het kennisniveau van de samenleving.’


IRP:   In dit artikel wordt de suggestie gedaan dat de verminderde belangstelling van academici ligt aan de betaling. Het is waarschijnlijker dat sfeer, status, belasting, en carričremogelijkheden een veel belangrijker rol spelen, zie bijvoorbeeld deze reactie:


De Volkskrant
, 27-06-2006, ingezonden brief van Martijn Heck (Eindhoven)

Academici

Graag wil ik reageren op uw artikel ‘Academicus laat voortgezet onderwijs links liggen’ (Binnenland, 24 juni). Het kan wel zo zijn dat de salarisperspectieven minder goed zijn, maar door deze te verbeteren zullen er echt niet meer bčta-docenten komen. Velen van mijn studiegenoten in de natuurkunde kozen na hun afstuderen voor een baan als promovendus binnen de academische wereld. Een deel hiervan gaat zelfs na zijn promotie verder aan de universiteit, voor jaren genoegen nemend met tijdelijke en relatief laagbetaalde banen. Het moge duidelijk zijn dat voor een heel groot deel van de doelgroep, namelijk de bčta-studenten die een keuze moeten maken, andere dan financiële argumenten de doorslag geven. Er zijn voor mij en mijn voormalige studiegenoten legio redenen niet in het voortgezet onderwijs te gaan lesgeven, maar salaris was zeker niet de belangrijkste. Het is jammer dat de groep waarover het gaat in het artikel niet aan het woord komt. Ik hoop dat de discussie zich meer gaat richten op de knelpunten die er daadwerkelijk toe doen, want alleen dan kan er een oplossing worden gevonden.


De Volkskrant, 21-09-2006, van verslaggeefster Yvonne Doorduyn

Achtergrond | Meer onbevoegde leraren voor de klas en minder eerstegraads docenten in de bovenbouw

Noodkreet: kwaliteit leraren holt achteruit

De kwaliteit van leraren in het middelbaar en beroepsonderwijs holt achteruit. Het ministerie waarschuwt dat het nog erger kan worden, als na 2007 velen met pensioen gaan.

Tussentitel: 'Bizar dat dit kabinet na vier jaar korten investeringen bepleit'

Bijna ging het onder in het Prinsjesdaggedruis. Nauwelijks hoorbaar, vrijwel verpletterd onder het goede nieuws uit de Miljoenennota, sloeg het ministerie van Onderwijs dinsdag alarm: de kwaliteit van de gemiddelde leraar holt achteruit. Tussen 2002 en 2004 nam het aantal leraren dat onbevoegd voor de klas stond toe van 9 naar 11 procent. Het aantal eerstegraads docenten in de bovenbouw van havo en vwo nam af van 92 procent in 1994 naar 85 procent in 2004.
    'Het lijkt erop dat er de afgelopen jaren concessies zijn gedaan aan (...) de onderwijstijd en de kwaliteit van het onderwijzend personeel', schrijft minister Van der Hoeven in de Nota Werken in het Onderwijs 2007. Officiële cijfers laten zien waar velen al voor waarschuwden: het lerarentekort wreekt zich in de kwaliteit van het onderwijs. Scholen worden minder kieskeurig in wie ze voor de klas zetten.
    Hoewel het aantal bevoegde docenten ,sinds 2004 weer toeneemt, is er reden tot zorg. Vanaf 2010 dient zich een lerarentekort aan als nooit tevoren. Eenderde van,de leraren in voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs gaat vanaf 2007 met pensioen. Meteen aantrekkende economie kiezen onderwijzers bovendien sneller voor een beter verdienende baan in het bedrijfsleven. Als er niets gebeurt, zijn er vanaf 2010 elk jaar vijfduizend leraren te weinig, een tekort van 10 procent. Met de verslechtering van de kwaliteit van de leraren in het kielzog.
    De verwijten van het onderwijsveld aan het adres van minister Van der Hoeven zijn niet mals, blijkt woensdag bij een symposium over het lerarentekort. 'De overheid reageert te traag', zegt Waiter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb). 'Het is bizar dat na vier jaar korten op de onderwijssalarissen, dit kabinet aan de vooravond van zijn vertrek opeens aan zijn opvolgers adviseert om wel te investeren.'
    Dat de minister steeds verwijst naar de autonomie van scholen en dat het personeelsbeleid daarom niet haar zaak is, is velen een doorn in het oog. 'Van der Hoeven kijkt ons er nu op aan, maar de verantwoordelijkheid is in slechte staat overgedragen', zegt Wim Littooij van het Onderwijsplatform van de vier grote steden. 'Scholen hebben minder te besteden dan voorheen, omdat de bedragen niet met de inflatie zijn meegegroeid.'
    Het pleidooi voor hogere salarissen, prestatiebeloning en extra scholing voor leraren krijgt steun van Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau. Volgens Teulings blijkt uit Amerikaanse studies dat daarmee de kwaliteit van leraren en de prestaties van leerlingen verbeteren. De CPB-directeur pleit daarnaast voor een strengere afrekencultuur in het onderwijs. 'In het wetenschappelijk onderzoek zijn de prestaties de afgelopen twintig jaar dramatisch verbeterd door de invoering van een systematische verantwoording voor geleverde prestaties.' Teulings staat daarmee lijnrecht tegenover het ministerie: meer autonomie van scholen, meer vertrouwen, minder regels.
    Van der Hoeven is zelf naar het symposium gekomen om haar beleid met vuur te verdedigen. Op de pabo's worden bekwaamheidseisen ingevoerd, zegt ze, de net opgerichte Nederlands-V1aamse Accreditatieorganisatie (NVAO) treedt streng op tegen de lerarenopleidingen. Er is extra geld gekomen om docenten verschillend te belonen, er is een regeling voor zij-instromers, het kabinet investeert volgend jaar 100 miljoen euro in scholing van leraren. 'Laten we eerst gebruikmaken van de mogelijkheden die er al zijn, voordat we weer nieuwe regels gaan bedenken.'


Terug naar Onderwijsbeleid, lijst , Rijnlands beleid , Rijnlands beleid, overzicht  , of naar site home .