Het nieuwe leren en beta's |
11 jun.2007 |
Waar het inmiddels dudielijk is dat het nieuwe leren in de huidige uitvoeringen
een slecht systeem is, zijn er wel verschil in de uitwerking op de diverse
vakken. En daar waar het nieuwe leren zich concentreert op de vorm in plaats van
de inhoud, is het voorspelbaar welke vakken het hardst getroffen worden:
De Volkskrant, 19-05-2007, door Gerard Reijn
Nieuwe leren | Wetenschap weet nog maar weinig over het effect van zelfstandig
onderwijs
De leraar blijft dus onmisbaar
Over het nut van het Nieuwe Leren is weinig bekend, blijkt uit een rondgang
langs experts. Wel blijft begeleiding van leerlingen zeker nodig.
Tussentitel: ‘Om te excelleren, moet je je soms juist een beetje isoleren’
... ‘Samenwerkend leren is vast goed, maar de verplichting tot
samenwerken moet weg. Om te excelleren moet je je soms juist een beetje
isoleren.’
Dat geldt zeker voor exacte en technische vakken. Leerlingen
die helemaal opgaan in zo’n vak, moeten niet worden gedwongen tot samenwerking,
maar individueel kunnen schitteren. Kortom; de nerd is aan herwaardering toe.
IRP: En voor degenen die die vakken bij voorkeur doen:
De Volkskrant, 19-05-2007, van verslaggever Gerard Reijn
Nieuwe leren lijkt vooral gunstig voor meisjes, zegt professor
Hersenstructuur van meisjes maakt hen verbaal sterker. Verbale kwaliteiten staan
centraal in het nieuwe leren.
Er zijn sterke aanwijzingen dat het nieuwe leren, voorzover het positieve
effecten heeft, vooral gunstig is voor meisjes. Dat blijkt uit een
inventarisatie van de stand van de wetenschap over onderwijs, vandaag in de
bijlage Kennis.
Volgens Jelle Jolles, hoogleraar neuropsychologie aan de
Universiteit Maastricht, zitten de hersenen van jongens in een paar opzichten
anders in elkaar dan die van meisjes. Meisjes onthouden beter teksten, en zijn
verbaal vaardiger dan jongens. Dat kan verklaren waarom jongens het in het
onderwijs de afgelopen jaren steeds minder goed zijn gaan doen. Jolles: ‘Het
onderwijs is steeds verbaler geworden. Daardoor zijn jongens dus meer in het
nadeel geraakt.’
Veel vernieuwingen, die worden samengevat onder de term het nieuwe leren, gaan
in dat opzicht verder. Het discussiëren in groepjes en samenwerken is erg
belangrijk. Die aanpak is de meiden op het lijf geschreven en zal dus hun reeds
bestaande voorsprong vergroten.
Veel onderzoek in de praktijk is er niet om Jolles analyse te bevestigen, maar
het SCO-Kohnstamm Instituut, een onderzoeksinstituut van de Universiteit van
Amsterdam, heeft een onderzoek gedaan dat Jolles’ bevinding bevestigt. In
opdracht van een niet met name genoemd aoc (agrarisch onderwijs centrum)
onderzocht het instituut het effect van de invoering van het nieuwe leren. Doel
van de onderwijsvernieuwing was de motivatie te bevorderen.
Uit het onderzoek blijkt dat dat is gelukt. De ‘algemene inzet voor school’ van
eerstejaars daalde onder het laatste jaar van het oude leren van 4,0 naar 3,6.
In het eerste jaar van het nieuwe leren van 4,0 naar 3,7. Voor wiskunde steeg
het enthousiasme zelfs enigszins.
Er is een duidelijk verschil tussen jongens en meisjes. De meiden kregen onder
het nieuwe leren meer ‘interesse in leren’, terwijl dat bij jongens juist wat
achteruitging. Onderzoeker Thea Peetsma van het SCO Kohnstamm Instituut
beschouwt dit onderzoek als een ‘aanwijzing’ dat meiden meer profiteren van het
nieuwe leren dan jongens.
Terug naar Onderwijsbeleid, lijst
,
Rijnlands beleid
, Rijnlands beleid,
overzicht , of naar
site home
.
|