De Volkskrant, 29-04-2006, column door Aleid Truijens
Onderwijsinspectie bekent eindelijk kleur
Tussentitel: Voor iemand die bakker wil worden is deegballentaal voldoende
Zouden er Chinese middelbare scholen bestaan waar het Chinees wordt afgeschaft,
Noorse scholen zonder Noors, Franse zonder Frans? Wellicht hebben we hier te
maken met een Nederlands unicum. Is het lastig om kinderen op de roc's
(regionaal opleidingscentrum) op een aanvaardbaar niveau te leren lezen en
schrijven? Dan is dat vak niet uitdagend genoeg! Afschaffen dus, die suffe hap.
Verbazen doet deze bedenkelijke primeur niet. Wij hebben de
hoogste dichtheid aan onderwijskundigen en geven bijna het laagste bedrag uit
per leerling. Slim budgetbeheer, in de beste Hollandse traditie: breng het
aantal 'contacturen' op school omlaag, zet kinderen aan het werk in het
computerlokaal, dan vang je veel vliegen in één klap. Je kunt met steeds minder
leraren toe - handig, bij een dreigend lerarentekort. De onderwijskundigen
hebben weer een klusje, want voor die zelfwerkuren moeten natuurlijk uitdagende
nieuwe werkvormen komen. Als de kinderen achter de computer zitten, kijkt de
leraar de moedeloos makende stapel werkstukjes na, gebaard door de nieuwe
werkvormen. Hij geeft toch geen les meer.
Zo bespaart het roc kapitalen, die lekker worden opgepot. Pas
als de onderwijsinspectie constateert dat een kwart van de kinderen gebrekkig
leest, schrikken sommigen wakker. De onderwijskundigen roepen dat het
lesmateriaal nóg uitdagender moet.
Vroeger hing er op 'opleidingsscholen' die kinderen, ook
arbeiderskinderen, klaarstoomden voor de hbs, een spreuk aan de wand: 't Is
moeilijk, maar 't moet'. Die scholen, met hun verwerpelijke stamponderwijs,
verdwenen. Het beste halen uit een kind, ook het minder slimme en kansrijke, is
allang niet meer de ambitie. De wens tot leren moest uit het kind zélf komen.
'Onderwijs op maat' werd het devies, ieder kind moest leren op zijn eigen,
veronderstelde niveau.
Dat betekent in de praktijk dat zwakke basisschoolleerlingen
jarenlang voortmodderen in hun zwakke groepje. Spontane leerhonger flakkert gek
genoeg niet op. Aan de cito-toets hoeven ze niet mee te doen, want dat is
zielig. Eenmaal op het vmbo, blijken ze de schoolboeken niet kunnen lezen. Maar
ach, ze werken toch liever met hun handen? De leerling die op het roc belandt,
leert al werkstukjes makend heus wel wat Nederlands - een beetje. Precies genoeg
voor een werksoldaatje dat geknipt is voor het type arbeidsmarkt dat zijn
plafond wordt geacht.
Mocht een gisse mbo'er toch doorstoten, naar de pabo
bijvoorbeeld, dan begint hij daar zonder de vereiste basiskennis. Hij weet niet
wat een werkwoord is of hoe je het vervoegt, en leest zelden een boek. Dat zal
hij dus nooit aan kinderen kunnen leren. Geeft niks, als hij zijn diploma maar
haalt. Dat lukt wel. Ook het pabo-onderwijs behelst nu, heel uitdagend, 'werken
in groepjes' en oeverloze 'reflectie'. Zo komt hij, vederlicht bepakt, voor de
klas. De cirkel is rond.
Begin jaren negentig constateerde de Onderwijsinspectie ook
al dat Nederlandse kinderen slecht lazen. Oorzaken waren snel gevonden: het lag
aan de klassengrootte, of aan de vele allochtonen. De kwaliteit van het
onderwijs stond niet ter discussie, laat staan die van de leerkracht. Toch waren
er verbluffende experimenten. Rotterdamse 'achterstandskinderen' kregen
intensief klassikaal onderwijs, op het niveau van de slimsten, en gingen
spectaculair vooruit. Een enkele witte raaf waarschuwde: lage verwachtingen
leiden tot lage prestaties. Maar dat was een onwelgevallige boodschap.
Ook nu zag de inspectie weer wat goed lesgeven vermag. Op een
'volkse' school in Den Bosch steeg door effectief leesonderwijs de gemiddelde
Cito-score van 520 naar 539. De kansarmen konden ineens naar de havo! Nu geeft
de inspectie toe dat achterstanden te wijten zijn aan beroerd onderwijs, niet
aan de kinderen. Dat zal de minister niet leuk vinden: de onderklasse uit het
moeras trekken, dat was nooit de bedoeling. Met de samenvoeging van mavo en vmbo
was de kloof juist weer prettig verbreed.
Het ergste is nog het denigrerende mensbeeld: wie loodgieter
wordt, of banketbakker, leren we loodgietersnederlands of deegballentaal. Meer
dan genoeg om de klant te sms'en of te bellen met de groothandel. Loodgieters
hoeven geen krant te lezen, laat staan een boek, en schrijven nooit een brief.
Om dat te bereiken, moeten we ze vanaf groep-3 dom houden. Verwaarlozing, dat is
het.
Terug naar Onderwijsbeleid, lijst
,
Rijnlands beleid
, Rijnlands beleid,
overzicht , of naar
site home
.
|