De voorgeschiedenis van het geval Kosovo wordt hier min of meer bekend
verondersteld - hoewel daar ook nog steeds veel misverstanden over zijn
. Waar het op dit moment om gaat is of deze Servische provincie
onafhankelijkheid moet worden gemaakt van Servië, door een autoriteit buiten
Servië. De meest recente actie is een voorstel gemaakt onder leiding van
voormalig Fins premier Martti Ahtisaari.
De waarde van dit voorstel is het makkelijkst af te meten van wat men er in
het westen, politiek en media, ervan vindt. Omdat het voorstel uit het westen
komt is dat voorspelbaar: men vindt het prima. Onderstaand het voorbeeld van de
media: de Volkskrant-correspondent Olaf Tempelman, anticommunist en
antislavist, is voor:
Uit: De Volkskrant, 09-02-2007, door Olaf Tempelman
Het kan veel slechter dan het Ahtisaari-plan
... De hoofdrolspelers in het uiteenvallen van Joegoslavië
zijn bijna allemaal dood. Het slothoofdstuk van de desintegratie is nog altijd
niet geschreven. Zal het plan van de Finse oud-premier Martti Ahtisaari – waarin
de officieel nog steeds Servische provincie Kosovo een vorm van
onafhankelijkheid verwerft onder EU-supervisie – als dat slothoofdstuk de
geschiedenis ingaan? Eindigt de desintegratie van Joegoslavië op de plek waar
die ruim twintig jaar geleden begon – in Kosovo?
In het Ahtisaari-plan krijgt de Albanese meerderheid iets van
de onafhankelijkheid die zij al twee decennia eist. De niet-verjaagde Serviërs
krijgen een hoge mate van zelfbestuur. Belgrado bemachtigt een arsenaal aan
middelen om de Kosovo-Serviërs de facto ‘binnenboord’ te houden.
Het Ahtisaari-plan vertoont nogal wat overeenkomsten met het
Dayton-akkoord voor Bosnië uit 1995 en het Ohrid-akkoord voor Macedonië uit
2001. Het is deels een capitulatie voor de nationalistische krachten die aan de
wieg stonden van het uiteenvallen van Joegoslavië, deels een poging die in te
dammen. De nieuwe staatsgrenzen die ontstaan, worden gerelativeerd. Op de
middenlange termijn dienen ze te vervagen als de staatjes tot de EU toetreden.
Het problematische van het Ahtisaari-plan is dat het Kosovo
weliswaar van Servië losmaakt, maar niet langs etnische lijnen. Het dwingt een
bevolkingsgroep, de Serviërs, te leven in een nieuw staatje waarvan zij geen
deel wil uitmaken. Er ontstaat een vergelijkbare situatie met Bosnië, waaraan
Serviërs en Kroaten nauwelijks loyaliteit aan de dag leggen, en met Macedonië,
waaraan de Albanezen ‘ontrouw’ zijn. Bosnië en Macedonië zijn slecht
functionerende staatsverbanden. De EU moet er voortdurend voorkomen dat dingen
vastlopen.
Je hoeft geen visionair te zijn om te voorspellen dat het in
Kosovo nog moeilijker wordt. De verhoudingen zijn hier nog meer dan elders
beschadigd. De uitvoering van het Ahtisaari-plan zal vrijwel zeker met onlusten
gepaard gaan.
Het enige reële alternatief is het opdelen van Kosovo in een
Albanees zuiden en een Servisch noorden. Dat zal vrijwel zeker voor nog meer
narigheid zorgen. Op de Balkan woonden eeuwenlang reeksen etnische groepen door
elkaar. In grote stukken van het oude Joegoslavië is dit nog steeds het geval,
alle etnische zuiveringen van de jaren negentig ten spijt. Deel je Kosovo op,
dan volgen nieuwe etnische zuiveringen en oplopende spanningen elders.
De desintegratie van Joegoslavië is een voldongen feit. Voor
de brokstukken ervan bestaan geen goede oplossingen, alleen slechte en minder
slechte. Het Ahtisaari-plan behoort tot de laatste categorie. Het feit dat zowel
Serviërs als Albanezen het beroerd hebben ontvangen is, denk ik, een compliment
voor de Finse oud-premier. Joegoslavië is dood. Maar de verwachting dat zich in
een tijdsbestek van een paar decennia binnen EU-gelederen een gedeeltelijke
wederopstanding voltrekt, is volgens mij niet irreëel.
Wie boeken leest waarin Joegoslavië ‘van bovenaf’ wordt
bezien, kan nog geneigd zijn een lans te breken voor etnische opdeling (good
fences make good neighbours). Wie er lang rondreist niet. Etnisch opdeling
is een gebed waaraan hier nooit een eind zal komen.
Red.: De reden dat de nuchtere kijk op dit probleem niet
vanuit westerse politiek of media kan komen is omdat die zich vrijwel universeel
gecommitteerd hebben aan de Albanese nationalistische beweging. De aanleiding
voor dit artikel is het verschijnen van een zeldzaam artikel van een
buitenstaander waarin die nuchtere visie wel staat:
Uit: De Volkskrant, 10-02-2007, door Jaïr van der Lijn, verbonden aan het Centrum
voor Internationaal Conflict Analyse & Management (CICAM) van de Radboud
Universiteit Nijmegen.
Onafhankelijk Kosovo is fout signaal
Het plan-Ahtisaari voor Kosovo lost wellicht een probleem op, maar het kan
elders tot nieuwe conflicten leiden, meent Jaïr van der Lijn.
De vertegenwoordigers van de zogeheten internationale gemeenschap stonden en
staan nog altijd machteloos bij de beheersing van het Kosovo-conflict. Steeds
weer wordt een kortetermijnoplossing voor Kosovo verzonnen, waarbij geen
rekening wordt gehouden met eventuele lange-termijngevolgen buiten de regio.
Daarbij is intussen al een belangrijk principe overboord gegooid dat ons
internationale systeem tot op heden relatief stabiel heeft gehouden. Met de
uitvoering van het Ahtisaari-plan dreigt nu een tweede principe te sneuvelen.
In 1999 werd het Westen geconfronteerd met de Servische
president Milosevic, die op een nieuwe etnische moordpartij leek uit te zijn. In
Bosnië had hij eerder getoond geen lieverdje te zijn. In veel westerse
hoofdsteden was de angst groot als er weer zou worden toegekeken als zich een
genocide zou voordoen, zoals in Rwanda (1994). Ditmaal zou de slachting zich
echter aan de buitengrens van Europa voltrekken en dat zou niet nog eens aan de
kiezers kunnen worden verkocht. Dus werd besloten preventief militair in te
grijpen.
Het besluit tot ‘humanitaire interventie’ werd echter genomen
zonder de goedkeuring van de Veiligheidsraad. Rusland was niet bereid zijn
Servische bondgenoot af te vallen. Omdat de interventie zonder VN-resolutie
doorging, liet men het eerste belangrijke principe varen: er wordt slechts met
de goedkeuring van de Veiligheidsraad militair ingegrepen.
Het was geen onbelangrijk feit dat dit ingrijpen zonder
gevolgen voor de interveniërende partijen mogelijk was. De ‘slechteriken’ en
‘foute regimes’ vreesden dat het Westen hiermee een vrijbrief zou krijgen om
iedere tegenstander of elke onwelgevallig regime uit de weg te ruimen. Aan hen
die tot dan toe geen vrienden van het Westen waren, restten toen nog maar twee
mogelijkheden. Of zij konden kiezen voor het westerse kamp, het
Khadaffi-scenario, of zij opteerden voor zelfverdediging en werden zo gedwongen
waar mogelijk naar nucleaire middelen te grijpen, het Iran/Noord-Korea-scenario.
Intussen was het Kosovo-probleem nog niet opgelost. De
Servische autonome provincie was intussen onder internationaal toezicht
geplaatst. De Kosovo-Albanezen wilden echter meer: onafhankelijkheid. Dat was
voor de Serven onverteerbaar omdat zij dit niet alleen als een aantasting van
hun soevereiniteit beschouwden, maar ook als het verlies van de historische
geboortegrond van de Servische natie. In Kosovo deed het Servische volk voor het
eerst in een ‘heldhaftig’ tegen de Turken verloren veldslag op het Merelveld
(1389) van zich spreken.
Met het Ahtisaari-plan is de facto gekozen voor een
onafhankelijk Kosovo. Hoewel het niet zo wordt genoemd, vertoont Kosovo bij de
uitvoering van dit plan alle kenmerken van een onafhankelijke staat. Met een
eigen volkslied, vlag, constitutie, ‘veiligheidsmacht’(leger) van 2.500 man en
lidmaatschap van internationale organisaties moet zoals de Engelsen zeggen iets
dat eruit ziet als een eend, loopt als een eend en kwaakt als een eend,
hoogstwaarschijnlijk ook een eend zijn.
Als Kosovo inderdaad onafhankelijk wordt, wordt een tweede
belangrijk principe aan de kant geschoven: afvallige provincies kunnen niet
zomaar onafhankelijkheid verkrijgen. Met het overboord gooien van dit principe
wordt een doos van Pandora geopend. Vele gebieden in de wereld zijn deel van een
land terwijl de meerderheid van de bevolking van zo’n gebied liever deel zou
uitmaken van een ander land of onafhankelijk zou willen zijn. Bij een
onafhankelijk Kosovo blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om als beloning
voor het opnemen van de wapens onafhankelijkheid cadeau te krijgen.
Dit kan tot gevolg hebben dat vele
onafhankelijkheidsbewegingen, zoals die van de Serven in Bosnië, Transdniestrië
in Moldavië of die van de Tsjetsjenen, nieuwe moed vatten en het vuur opnieuw
opstoken. Waarom zouden zij immers niet dezelfde rechten hebben als de
Kosovo-Albanezen?
Hoewel het Ahtisaari-plan net als de eerdere humanitaire
interventie wellicht de voor de hand liggendste korte-termijnoplossing voor het
Kosovo-conflict lijkt, zou het op de lange termijn wel eens rampzalige gevolgen
voor de wereld kunnen hebben. Want hoewel het plan wellicht één conflict kan
oplossen, zou het wel eens kunnen leiden tot veel meer conflicten die vervolgens
ieder ook weer om nieuwe oplossingen zullen vragen. Het is de vraag of de
‘oplossing’ van het Kosovo-conflict dat waard is. Een betere oplossing, waarbij
geen belangrijke principes hoeven te sneuvelen, zou zijn dat ex-Joegoslavië zo
snel als mogelijk in zijn geheel lid van de Europese Unie wordt. De keuze om
nieuwe grenzen op de Balkan te creëren, is in het verleden al contraproductief
gebleken. Met open grenzen en minder macht in de regionale hoofdsteden kan veel
meer ruimte voor duurzame oplossingen ontstaan. Helaas is de EU hier nog niet
aan toe.
Red.: Het voornaamste probleem aangaande Kosovo zit in de
selectieve houding ten opzichte van dit probleem. Voor Slavische landen legt met
een andere norm aan dan voor niet-Slavische. Of om preciezer te zijn: naarmate
een land dichter bij Rusland ligt, is men meer voor onafhankelijkheid. En
omgekeerd.
Dat leidt vaak tot koddige situaties, zoals in onderstaande
stuk, waarin de situaties rond Joegoslavië en Polen vergeleken worden.
'Paradoxaal', noemt de schrijver het - wat hij bedoelt is dat zijn visie op de
werkelijkheid dusdanig vervormd is, dat zijn blik erop tot tegenstellingen met
de werkelijkheid leidt.
Uit: De Volkskrant, 31-05-2007, door Jan Hunin
Wat Europa kan leren van Polen en Oekraïne
In de inleiding van zijn klassieker over het ontstaan van het vrije vakverbond
Solidariteit (The Polish Revolution) beschrijft de Britse historicus
Timothy Garton Ash hoe hij tijdens zijn eerste bezoek aan Polen, in het begin
van de jaren tachtig, geconfronteerd werd met een vreemd woord.
‘Yowta, zuchtten mijn kennissen, en dan viel er een
melancholische stilte. Betekende Yowta soms lot, vroeg ik me af, of was het een
uitdrukking in de zin van that’s life?’
Yowta bleek noch het een, noch het ander te betekenen; het
ging gewoon om Jalta, de badplaats aan de Krim waar de Grote Drie (Roosevelt,
Stalin en Churchill) tijdens de Tweede Wereldoorlog confereerden en besloten
Polen onder te brengen in de Sovjet-invloedssfeer.
Nog altijd staat Jalta voor de Polen symbool voor het verraad
van het Westen, omdat het hun land uitleverde aan Stalin.
Maar misschien nog erger dan de communistische onderwerping
waren de territoriale gevolgen van die beslissing: na de oorlog werden de Poolse
grenzen op bevel van Stalin naar het westen verschoven.
Zestig jaar later heeft Polen het verlies van grote delen van
Oekraïne, Wit-Rusland en Litouwen nog altijd niet helemaal verwerkt. Vooral
oudere Polen denken nog vaak met heimwee terug aan de tijd dat hun land een
smeltkroes van minderheden was. Behalve Joden, zorgvuldig uitgemoord door de
Duitsers, telde Polen ook nog miljoenen Oekraïners, Wit-Russen en Litouwers.
Door de grensverschuiving van na de oorlog raakte Polen die
minderheden volledig kwijt: vandaag is Polen etnisch zeer homogeen. Jammer
natuurlijk, maar laten we ons even proberen voor te stellen hoe Polen er vandaag
zou hebben uitgezien als Stalin het land Polen niet van zijn oostelijke gebieden
beroofd had.
Er is weinig verbeeldingskracht voor nodig om te beseffen dat
in dat geval Polen na de val van het communisme een tweede Joegoslavië zou zijn
geworden. Net zoals de Slovenen, de Kroaten, de Bosnische Moslims en de
Kosovaren zich van het Servische juk bevrijdden, zouden de Oekraïense,
Wit-Russische en Litouwse minderheden er alles aan gedaan hebben om zich van
Polen los te maken.
Dat Warschau zich vandaag in relatieve rust kan concentreren
op zijn economische problemen, heeft het paradoxaal genoeg te danken aan een
beslissing van Stalin. Dat Poolse voorbeeld zou aanstekelijk moeten werken op de
Serviërs, die zich vandaag hardnekkig verzetten tegen het plan van de Verenigde
Naties om Kosovo los te koppelen van Servië.
Maar misschien zou ook de internationale gemeenschap, die
kosten noch moeite spaart om de territoriale integriteit van Bosnië te
waarborgen, iets kunnen opsteken van de Poolse geschiedenis.
Dat het Bosnische staatsverband tussen de Moslim-Kroatische
Federatie en de etnisch homogene Servische Republiek een weinig levensvatbare
constructie is, valt zowat overal te lezen.
Onlangs nog in een reportage van Charlotte Huisman (de
Volkskrant van 22 mei) over de zoektocht naar mannen in Banja Luka, de
hoofdplaats van het Servische deel van Bosnië. ‘Als je echt problemen wilt, moet
je verliefd worden op een man uit een andere etnische groep’, zegt een van de
meisjes in de reportage.
Desalniettemin blijft de onafhankelijkheid van het Servische
deel van Bosnië voor de internationale gemeenschap taboe, en dat hoewel er
eigenlijk twee vliegen in één klap mee te vangen zijn: aansluiting bij Servië of
zelfs maar de onafhankelijkheid van de Republika Srpska zou voor Belgrado de
afscheiding van Kosovo ongetwijfeld bespreekbaar maken.
Natuurlijk zijn de etnische zuiveringen die tot deze toestand
geleid hebben, op geen enkele manier goed te praten. Maar het kwaad is nu
eenmaal geschied, en dan is het zaak er het beste van te maken. Bovendien leren
de voortreffelijke Pools-Oekraïense betrekkingen dat de kans op verzoening
tussen gezworen vijanden groter is als ze eerst hun eigen weg gaan. Ieder van
ons zal daar in 2012 persoonlijk getuige van kunnen zijn, wanneer Polen en
Oekraïne samen het Europees voetbalkampioenschap organiseren.
Uit:
De Volkskrant, 06-09-2007, door Bert Lanting
Brussel tegen opdeling Kosovo
Eurocommissaris Olli Rehn (Uitbreiding) heeft zich woensdag uitgesproken tegen
een opdeling van de Servische provincie Kosovo als dat gebied zich losmaakt van
Servië.
‘We houden vast aan de uitgangspunten van de Contactgroep en
daar hoort de opdeling van Kosovo niet bij’, zei Rehn na overleg met de
Servische minister van Buitenlandse Zaken, Vuk Jeremic. In de Contactgroep voor
Kosovo zitten Rusland, de VS, Groot-Brittannië, Italië en Frankrijk.
Vorige week opperde minister Verhagen van Buitenlandse Zaken
nog de mogelijkheid van opdeling van Kosovo mits Kosovo én Servië daarmee
akkoord zouden gaan.
Bij de Europese Commissie was men niet erg gelukkig met die
uitspraak van Verhagen, maar ook Rehn zei gisteren dat ‘bijna iedere oplossing
voor de EU aanvaardbaar is, als Belgrado en Pristina het daarover eens kunnen
worden’.
De kans dat beide partijen voor opdeling zullen kiezen is
echter vrijwel nihil. Jeremic sloot die optie gisteren nog eens uit. Ook de
Kosovaarse premier Agim Ceku wijst het idee van de hand. Volgens hem zou
opdeling de stabiliteit van de regio in gevaar brengen. ...
Red.: Die is mooi, hè: voor opdeling van Servië zijn,
maar tegen opdeling van Kososo. Tja, en wie er zulke krankzinnige opvattingen op
nahoudt, moet niet verbaasd zijn over problemen in eigen kring:
Uit: De Volkskrant, 10-09-2007, door Bert Lanting
Kosovo voor EU mogelijk net zo’n splijtzwam als Irak
Analyse | Waarom wendt de EU eensgezindheid voor over Kosovo?
Tussentitel: Rusland en VS bepalen uiteindelijk de toekomst van Kosovo
‘Als het om Kosovo gaat is de EU eensgezind.’ Dat was de mantra op de
bijeenkomst van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken afgelopen weekeinde in
het Portugese Viana do Castelo. Maar iedereen beseft dat de toekomst van de
Servische provincie Kosovo net zo’n splijtzwam in de EU kan worden als Irak. ‘We
zijn vastbesloten de eenheid te bewaren. Kosovo is een Europese aangelegenheid.
We zijn erin geslaagd één front te vormen en dat zullen we ook blijven doen’,
voorspelde Javier Solana, de buitenlandcoördinator van de EU optimistisch.
Zijn optimisme neemt niet weg dat er achter de façade van
eensgezindheid verdeeldheid heerst. Landen als Spanje, Roemenië en Cyprus, die
zelf minderheden binnen hun grenzen hebben, voelen er weinig voor dat Kosovo
zich zonder toestemming van Belgrado van Servië losmaakt. Londen en Parijs
hebben juist wel begrip voor het standpunt van de Kosovaren dat zij na de
Servische militaire campagne van 1999 niet meer bij Servië willen.
Als de EU verschillende kanten optrekt, zal de laatste
onderhandelingsronde over een diplomatieke regeling tussen Servië en Kosovo
zeker niets opleveren. ...
Het ziet er dan ook naar uit dat de afloop niet door de EU
zal worden bepaald, maar door Rusland en, net als bij de Irak-oorlog, de VS. Dan
moet blijken of de EU werkelijk eensgezind is of in twee kampen uiteenvalt,
zoals bij Irak.
Uit:
Volkskrant website, 13-09-2007, ANP.
Onbegrip op Balkan over uitspraken Verhagen
Op de Balkan bestaat veel onbegrip over de uitspraken die minister Maxime
Verhagen (Buitenlandse Zaken) onlangs deed over Kosovo. De regeringen van
Roemenië, Bulgarije en Albanië eisten opheldering hierover van staatssecretaris
Frans Timmermans (Europese Zaken) tijdens zijn bezoek de afgelopen dagen. Dat
lieten diverse ministers weten.
Verhagen had gezegd dat een deling van Kosovo voor hem aanvaardbaar zou zijn
mits Servië en Kosovo en de VN-Veiligheidsraad ermee zouden instemmen. Hij wilde
hiermee de impasse in de onderhandelingen over Kosovo doorbreken. Timmermans
heeft duidelijk gemaakt dat Nederland niets uitsluit maar achter het Europese
standpunt stond en staat. ‘Verhagen heeft geen voorstel gedaan. Het is voor ons
belangrijk dat de EU eensgezind blijft’, aldus Timmermans.
Kosovo is formeel een provincie van Servië, waar het
merendeel (90 procent) van de bevolking Albanees is. Sinds de
NAVO-bombardementen op Servië in 1999 staat Kosovo tijdelijk onder VN-bestuur.
Momenteel wordt in Wenen onderhandeld over een definitieve oplossing voor het
gebied. Kosovo wil onafhankelijkheid maar Servië is daar mordicus tegen en
krijgt daarin steun van Rusland. Voor 10 december moet er een oplossing op tafel
liggen.
De betrokken Bulgaarse en Roemeense ministers staken hun
afkeer van een deling langs etnische lijnen, zoals Verhagen bedoelde, niet onder
stoelen of banken. Ze vrezen een domino-effect. In de landen op en rond de
Balkan leven tal van minderheden, die zich (weer) zouden kunnen roeren. De
regering van Albanië wil een ultieme oplossing op 10 december en gaat daarbij
uit van de wens van een meerderheid van de Kosovaren.
... Kosovo dreigt een splijtzam te worden voor de EU. Sommige lidstaten en de VS
hebben aangegeven dat ze de onafhankelijkheid van Kosovo steunen als er geen
unanieme oplossing wordt gevonden. Andere EU-landen zijn daar juist fel op
tegen.
Red.: Tja, dat hadden die landen moeten bedenken toe er
besloten werd eerst Joegoslavië te laten opsplitsen, en daarna Servië. Kosovo
opsplitsen voegt daar absoluut niets aan toe.
Als volgende iets over de rechtvaardiging van de oorlog om
Kosovo:
Uit: De Volkskrant, 14-07-2007, door Dick Leurdijk
Actie Kosovo niet wettiger dan inval Irak
Volgens Dick Leurdijk was niet Irak, maar Kosovo het eerste geval waarin
Nederland een militaire actie steunde waarvan het mandaat onduidelijkheid
schiep.
Tussentitel: Als ‘Irak’ moet worden onderzocht, waarom ‘Kosovo’ dan niet?
Het Commentaar van 12 juli stond stil bij het debat in de Eerste Kamer over de
vraag wat nu eigenlijk wordt verstaan onder een ‘adequaat volkenrechtelijk
mandaat’ dat volgens het regeerakkoord ten grondslag moet liggen aan het
inzetten van de krijgsmacht. Vereist zo’n ingrijpen altijd een resolutie van de
VN-Veiligheidsraad? Het antwoord van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken,
zo meende de commentator, luidde ‘terecht’ ontkennend: ‘Hij gaf het voorbeeld
van de NAVO-actie in Kosovo, die pas achteraf door de VN werd gelegitimeerd.’
Op 8 oktober 1998 schreef de toenmalige minister van
Buitenlandse Zaken Van Aartsen in een brief aan de Tweede Kamer dat de
Nederlandse regering meende ‘dat blijvende weigering [van President Milosevic]
om resolutie 1199 [van september 1998] uit te voeren militair optreden in
voldoende mate legitimeert’. Dat is een formulering die in het huidige politieke
klimaat al gauw zou worden aangemerkt als ‘een adequaat volkenrechtelijk
mandaat’.
Het gebruik van de woorden ‘in voldoende mate’ gaf al aan dat
resolutie 1199 als formele rechtsgrond voor de ‘luchtacties’ van zes maanden
later kennelijk voor meerdere uitleg vatbaar was – ook naar het oordeel van de
regering. Hoe dan ook, de Kamer ging in grote meerderheid met deze uitleg mee,
ook al had slechts één Kamerlid (Van Middelkoop van de ChristenUnie) tijdens het
overleg met de regering de beschikking over de tekst van die resolutie van de
VN-Veiligheidsraad!
De instemming effende daarmee de weg voor het ter beschikking
stellen door ons land van F-16-vliegtuigen tijdens operatie ‘Allied Force’. Uit
de brief bleek dat de Nederlandse deelname aan luchtacties ook nog gebonden was
aan een viertal voorwaarden die betrekking hadden op de besluitvorming binnen de
NAVO; zo moest er binnen de NAVO overeenstemming bestaan over ‘de legitimiteit
van een militair optreden’.
Bij mijn weten is aan deze voorwaarde nooit voldaan, omdat er
onder de lidstaten van het bondgenootschap onenigheid bestond over de
rechtmatigheid van militair optreden, reden waarom de NAVO nooit een formele
verklaring over de juridische grondslag van de missie heeft kunnen uitbrengen.
De toenmalige secretaris-generaal van de NAVO, Javier Solana, verzette zich
destijds dan ook hevig tegen ‘juridische scherpslijperij’ en verdedigde het
optreden van de NAVO in steeds wisselende bewoordingen; zo meende hij dat er een
‘geschikte’ of ‘voldoende volkenrechtelijke grondslag’ was voor het gebruik van
geweld, dan wel dat er ‘legitieme gronden’ waren voor militair optreden. ...
De hier geschetste gang van zaken geeft dus aan dat niet Irak
maar Kosovo het eerste geval is geweest waarin ons land steun gaf aan een
militaire operatie onder omstandigheden die heel goed in termen van ‘een
adequaat volkenrechtelijk mandaat’ kunnen worden verdedigd – of aangevallen.
Bovendien meen ik, anders dan het hoofdredactioneel
commentaar, dat de NAVO-actie in Kosovo helemaal niet ‘pas achteraf door de VN
werd gelegitimeerd’. De eerste resolutie die de Veiligheidsraad na het einde van
de luchtaanvallen aannam, resolutie 1244 van 10 juni 1999, sprak met geen woord
over de rechtmatigheid van dat militaire optreden ...
Dick Leurdijk is verbonden aan het Instituut Clingendael. Hij was adviseur van
de beide Kamercommissies-Bakker die onderzoek deden naar de deelneming van
Nederlandse militairen aan internationale vredesmissies.
Red.: De volgende bron handelt één aspect van de zaak volkomen
afdoende af:
De Volkskrant, 11-12-2007, Gorilla
|
Onafhankelijk Kosovo stemt amper tot vreugde
|
|
Red.: En een ander aspect wordt in woorden de nek om gedraaid:
De Volkskrant, 20-02-2008, van correspondent Arnout Brouwers
Amerikaanse volkenrechtdeskundige laakt rol VS en Europa bij
onafhankelijkheid Kosovo
‘Westen straft Servië nog
steeds voor oorlog’
Interview Hurst Hannum | ‘Milosevic is verdwenen en Servië ontwikkelt zich als
democratie. Toch heeft de Navo Kosovo van het land afgehakt.’
‘Natuurlijk is Kosovo geen uniek geval. Dat de Amerikanen, Europeanen en
Kosovaren dit maar blijven herhalen betekent nog niet dat het waar is.’ Hurst
Hannum is een Amerikaans expert op het gebied van mensenrechten, afscheiding en
de rechten van nationale minderheden. De onafhankelijkheid van Kosovo ziet hij,
in een telefoongesprek vanuit Hongkong als het zoveelste geval waarin etnische
zuiveringen beloond worden. ‘Zoveel Serviërs wonen er niet meer in Kosovo,
behalve in de noordelijke enclave.’
Hannum is verbonden aan The Fletcher School of Law and
Diplomacy in Boston en heeft als VN-adviseur ervaring met onderhandelingen in
zogeheten ‘bevroren conflicten’. Hij voorspelt dat ‘Kosovo’ de aspiraties zal
aanwakkeren van andere volken die ‘opgesloten’ zitten in een staat waarin ze een
minderheid vormen.
Heeft Servië het recht om Kosovo te besturen niet verloren door Milosevic’
agressie tegen de Albanese Kosovaren in de jaren negentig?
‘Op zich sta ik welwillend tegenover dit argument, zeker als leiders de rechten
van hun eigen bevolking systematisch schenden. Maar in het geval van Servië moet
je vaststellen dat Milosevic allang van het toneel verdwenen is en zich in
Servië een democratie ontwikkelt – iets wat je moeilijker kunt zeggen over
Kosovo. Bovendien kwam de etnische zuivering van Albanese Kosovaren pas goed op
gang toen de NAVO Belgrado begon te bombarderen.’
Hoe verklaart u de relatieve haast waarmee Kosovo onafhankelijk moest worden?
‘Goede vraag: in het Midden-Oosten wordt al vijftig jaar onderhandeld.
Natuurlijk hadden ze langer kunnen wachten. Welbeschouwd is tien jaar
patstelling geen lange tijd, in vergelijking met gelijksoortige gevallen. Ik
denk dat Kosovo de Europeanen dwars zat. Europa probeert nog altijd fouten die
in de jaren negentig gemaakt zijn op de Balkan uit te vlakken. Het is ook een
rechtvaardiging achteraf voor de illegale NAVO-bombardementen op Servië in 1999.
De Europeanen zijn nog altijd bezig de Serviërs te straffen.’
Kan het wel, volkenrechtelijk gezien?
‘Op zich is er niets in het volkenrecht dat afscheiding onder bepaalde
voorwaarden verbiedt, maar het is zeker ook geen recht. Maar de grap is dat er
voor de onafhankelijkheid van Kosovo helemaal geen volkenrechtelijke
legitimering wordt gegeven. Er is in de westerse publieke opinie ook nauwelijks
een debat over geweest.’
Maar de VN-gezant Ahtisaari heeft toch anderhalf jaar gezocht naar een
vergelijk? Blijkbaar kwamen ze er niet uit.
‘Er is weinig aanleiding te geloven dat die bemiddelingspoging serieus was. De
VS en Europa hadden vooraf al besloten dat Kosovo onafhankelijk moest worden. Ze
kwamen met een plan, waar de Serviërs mee moesten instemmen. Het waren geen
onderhandelingen met een open einde.’
Zit het u niet dwars dat Rusland en China nu optreden als de grote hoeders
van het volkenrecht?
‘Dat is natuurlijk bijzonder, al is de tegenstand breder: ook in Europa zelf en
in Azië wordt over dit besluit geschamperd. Maar het feit dat Rusland en China
in eigen huis rechtsnormen schenden, wil niet zeggen dat ze daarom altijd
ongelijk hebben. Kosovo laat zien hoe de VS en Europa samen iets besluiten en
dan hun zin doordrijven. Elders in de wereld wordt dat beschouwd als
neokolonialisme.’
Staat hiermee de deur open voor de opleving van andere bevroren conflicten,
zoals tegenstanders beweren?
‘Het is natuurlijk ironisch dat het Westen, dat altijd de gevaarlijke notie van
het zelfbeschikkingsrecht bestrijdt, nu de deur openzet voor andere volkeren.
Maar bij Kosovo wordt het woord zelfbeschikkingsrecht zorgvuldig vermeden.
Kosovo heet immers een absoluut uniek geval te zijn.
‘Amerika en Europa houden het er op dat deze uitkomst een
gevolg is van de politieke realiteit ter plekke. Maar als je terugkijkt naar de
afgelopen tien jaar, kun je concluderen dat de NAVO Servië is binnengevallen en
een stuk van het land heeft afgehakt.’
Red.: Nu ter contrast, één van de grote hypocrieten aan het woord:
Uit: De Volkskrant, 12-03-2008, van verslaggevers Paul Brill en Leen
Vervaeke
‘Toekomst Kosovo lag al in 1999 vast’
Interview Martti Ahtisaari | ‘Servië heeft zich zeer slecht gedragen. Waarom
moeten we dat land paaien?’
Driftig bladert Martti Ahtisaari door een dikke map met verslagen van de
onderhandelingen die hij heeft gevoerd over Kosovo. We opperen dat we hem zo wel
geloven. Maar nee, hij wil de tekst precies reproduceren.
Zoals het verslag van een van de eerste vergaderingen van de
Contactgroep voor Kosovo, zes landen die de onderhandelingen tussen Servië en
Kosovo begeleidden. De zes – inclusief Rusland – spraken daar af dat ‘een
terugkeer naar bestuur door Belgrado geen levensvatbare oplossing is’ en dat de
oplossing ‘door de bevolking van Kosovo geaccepteerd moet worden’.
Welnu, zegt Ahtisaari, 90 procent van de bevolking is
Albanees. Dus het was direct voor iedereen duidelijk dat een herstel van de
Servische soevereiniteit geen haalbare kaart was.
Over zijn brillenglazen kijkt Ahtisaari zijn interviewers
uitdagend aan. Kom maar op met kritische vragen – hij staat pal voor het plan
dat hij als speciaal VN-gezant heeft opgesteld voor Kosovo en dat inmiddels zijn
onvermijdelijke maar door Servië fel betwiste consequentie heeft beleefd: het
uitroepen van de onafhankelijkheid.
Ruim twee jaar heeft Ahtisaari (70), die in 2005 door VN-baas
Kofi Annan werd aangesteld als speciaal gezant, zich beziggehouden met de
kwestie-Kosovo. Hij was een logische keus: bemiddelen in slepende geschillen is
welhaast de tweede natuur van de vroegere president van Finland geworden. In de
jaren tachtig begeleidde hij namens de Verenigde Naties de overgang van Namibië
naar de onafhankelijkheid. De Britse regering vertrouwde hem acht jaar geleden
het toezicht toe op de ontwapening van de IRA. Vijf jaar later wist hij een
akkoord tot stand te brengen tussen de regering van Indonesië en de
bevrijdingsbeweging van Atjeh. Voor al deze inspanningen krijgt hij morgen in
Vlaardingen de Geuzenpenning uitgereikt door minister Plasterk.
Intussen ligt er voor Ahtisaari, die sinds enkele jaren zijn
eigen organisatie voor crisisbeheersing (CMI) leidt, mogelijk een nieuwe missie
in het verschiet, zo vertelt hij in een vraaggesprek na afloop van een
discussiebijeenkomst over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland,
georganiseerd door instituut Clingendael. Juist die ochtend werd hij er
telefonisch over benaderd. Door wie, waar, hoe en wat? De doorgewinterde
diplomaat glimlacht slechts.
Op welk moment tijdens de onderhandelingen besefte u dat er geen compromis
mogelijk was tussen Servië en Kosovo?
‘Tijdens mijn eerste reis in november 2005. Eigenlijk is alles al beslist in
1999. Toen was de toestand voor de Albanezen in Kosovo zo penibel geworden dat
de NAVO tussenbeide moest komen. Vervolgens is het gebied acht jaar lang
bestuurd buiten Servië om. Terugkeer naar de vroegere situatie was uitgesloten.
Dus toen ik op mijn eerste reis premier Kostunica ontmoette, zei ik ronduit
tegen hem: Servië heeft Kosovo definitief verloren. Hij zei: dat heeft nog
niemand me zo verteld.’
Dat lijkt wel het Servische verwijt te bevestigen dat er nooit sprake was van
open onderhandelingen.
‘Het waren ook geen onderhandelingen in de traditionele betekenis. De situatie
was dat een van de partijen zich zo slecht had gedragen dat er van buitenaf
geïntervenieerd moest worden. De onderhandelingen gingen alleen over de vraag
hoe de blijvende aanwezigheid van Serviërs in Kosovo geregeld kon worden.
‘Servië heeft daarbij totaal niet geholpen. De Servische
leiders hebben steeds gedaan alsof Kosovo weer in de moederschoot zou kunnen
terugkeren, terwijl ze heel goed wisten dat dit een gepasseerd station was.’
...
Wat zegt u tegen degenen die vrezen dat Kosovo een kettingreactie op
gang zal brengen van opstandige gebieden die zich afscheiden?
‘Je moet nooit een oplossing uit de weg gaan, alleen omdat anderen die oplossing
kunnen misbruiken. Je moet de kwestie-Kosovo op haar eigen merites beoordelen.
Waar heb je eenzelfde geschiedenis? En dan bedoel ik niet vanaf de 13de eeuw. Ik
zie geen andere gebieden die acht jaar lang door de VN zijn bestuurd.’
Dus u bent tegen onafhankelijkheid voor de Republika Srpska?
‘Ja, daar hebben ze geen recht op. Ze hebben ingestemd met het akkoord van
Dayton en ze hebben de plicht dat na te komen.’
De Russen zouden er wel eens anders over kunnen denken.
‘Laat het stof eerst maar eens neerdalen. Ik denk dat de Serviërs en ook de
Russen uiteindelijk een rationele lijn zullen volgen. Maar ik ben wel
ontgoocheld over de Russische opstelling. Zij hebben feitelijk de weg via de VN
geblokkeerd, en daarmee moedigen ze unilaterale stappen aan. Dát is het
gevaarlijke precedent.’
Red.: Zelden zoveel domheden gezien uit de mond van een
diplomaat. Natuurlijk wordt de kwestie Kosovo niet alleen op haar eigen merites
beoordeeld. En als slechtheid een criterium is, kan Israël meteen opgedoekt
worden. En kunnen de Albanezen zo verjaagd worden door de Serven, want die
deugden nog veel minder, door het starten van een terroristische campagne tegen
de Serven.
Deze alinea is geschreven in september 2008. In de tussenliggende tijd hebben we
het geval gehad van Georgië, dat een afvallige regio probeert te onderwerpen
door zware bombardementen. Zeg erbij dat die afvallige regio hulp zocht bij
Rusland, en stel de vraag: "Hoe zal het Westen reageren? Kiezen ze voor de
afvallige regio, die gebombardeerd wordt door een overmatige nationalistische
staat, of kiezen ze voor de onderdrukte afvallige regio?"
Een retorische vraag voor iedereen die beseft dat het niet
gaat om afvallige regio's versus nationalistische staten, zoals het lijkt met
met Servië en Kososvo, maar om één en slechts één ding: de
Koude-Oorlogsmentaliteit. En dan weet je dat het antwoord is: "Het Westen koos
voor de overmachtige nationalistische staat, omdat de afvallige regio steun
zocht bij Rusland!"
De steun aan de Albanezen werd verantwoord met de kreet "We
moeten een etnische zuivering voorkomen'. Een grove leugen natuurlijk:
Uit: De Volkskrant, 05-01-2013, van verslaggever Toine Heijmans
Reportage | Kosovaarse Serviers
'Ik leef hier in een gevangenis'
De weinige Serviërs die nog in Kosovo wonen, willen liever vandaag dan morgen
weg. Hoezo een multi-etnisch land? De bloedrode Albanese adelaarsvlaggen zijn
overal.
Tussentitel: Ja, ik ben bang, maar wat kan ik doen? - Sonja Mitric - Moeder
van Novak (2)
Ik bid elke dag dat de Serviërs terugkomen - Servische priester in Pristina
Sonja Mitric staat buiten, voor de witgepleisterde kerk, en rookt een sigaret.
Je ziet niet dat ze Servisch is, maar ze voelt het wel. Ze voelt zich elke dag
Servisch: als ze boodschappen doet en zwijgt zodat niemand haar accent kan
horen, als ze haar zoontje Novak moet vermaken in de speeltuin omdat er geen
andere kinderen voor hem zijn om mee te spelen. Want Novak is Servisch, en alle
andere kinderen in de stad zijn Albanees. Zo gaat dat nog steeds, in de
Kosovaarse hoofdstad Pristina, dat een voorbeeld van wederopstanding en etnische
eenheid moet zijn.
Van de naar schatting 20 duizend Serviërs die voor de
Kosovaarse oorlog in Pristina woonden, zijn er 53 over. De meesten komen 's
zondags naar de Sint-Nicolaaskerk, net buiten het centrum van de stad, in een
kalme woonwijk op een heuvel. Ouden van dagen vooral, die hebben besloten zich
niet te storen aan de sluimerende vijandschap met hun Albanese buren. Maar Sonja
is jong, ze is 29 en stoort zich wel. Ze zegt: 'Ik leef in een gevangenis.'
...
Red.: De werkelijkheid is dat de oorlog gevoerd
door het westen een steun was aan etnische zuivering. Want dat dit de uitkomst
zou zijn, was net zo voorspelbaar als de opkomst van de zon, morgenochtend.
De Albanezen laten nog eens zien waar ze voor staan: puur
etnisch en racistisch imperialisme:
De Volkskrant, 21-01-2013, Reuters. Politie haalt monument voor 27 Albanezen neer
Zwaarbewapende en gemaskerde Servische politieagenten hebben in de nacht van
zaterdag op zondag een monument voor Albanese strijders neergehaald. Het
monument was opgericht in de overwegend Albanese stad Presevo in het zuiden van
Servië. De 27 Albanese strijders voor wie het monument was opgericht, kwamen om
tijdens gevechten in 2001. De etnische Albanezen hoopten zich indertijd aan te
sluiten bij Kosovo, dat zich toen net van Servië had losgemaakt.
Red.: Het gore lef om in andermans land een monument
tegen dat land op te richten ...
Uit: De Volkskrant, 22-01-2013, Reuters.
Albanezen woest over actie Servische politie
In Servië hebben maandag duizenden etnische Albanezen geprotesteerd tegen het
weghalen van een monument in Zuid-Servië dat de dood van 27 Albanese strijders
herdacht. ... Uit woede daarover vernielden de Albanese demonstranten Servische
graven.
Red.: Dat is hun gore mentaliteit: die van
grafschenders.
Naar Politiek lijst
,
Politiek & Media overzicht
, of site home
.
|