Verdieping bij John Gray, vervolg
De mens bedenkt steeds vernuftiger apparaten, maar zijn aard zal niet
veranderen.
Deze min of meer onopvallende opmerking van Gray is volgens
het verhaal van Hayakawa dus een morele fout. Voor degenen die het interview zorgvuldig
gelezen hebben, hoeft het geen verrassing te zijn,
aangezien de opmerking hetzelfde is als de ontkenning van vooruitgang, een
andere opvatting van Gray.
Het ontkennen van vooruitgang kan doorgetrokken tot willekeurige tijden in het
verleden, zodat men terug kan grijpen naar tijden zonder het bestaan van
menselijk waarden. De ontkenning van vooruitgang is dus synoniem met het
ontkennen van menselijke waarden. Dit is overduidelijk een basale morele fout.
Dat deze opvatting geen vergissing is, blijkt uit verhaal over de kat,
verderop in het interview. De redenatie van Gray is als volgt: het
jachtinstinct van de kat onmogelijk is te veranderen; de mens heeft net als de
kat instincten; dus de instincten van de mens zijn onmogelijk te veranderen.
Beide premissen zijn onjuist onjuist. Het jachtinstinct van de kat is heel moeilijk te
veranderen, maar het is niet onmogelijk: bekend uit de populairdere media zijn de
verhalen en foto's van
huiskatten die gezellig spelen andere huisgenoten als muizen of vogels. En
hoewel er overeenkomsten zijn tussen kattengedrag en mensengedrag, zijn er ook
grote verschillen, dus wat geldt voor kattengedrag geldt niet automatisch voor
mensengedrag, inclusief instincten. Overigens zullen de meeste filosofen en
andere intellectuelen hevig bezwaar maken tegen een vergelijking tussen hun
gedrag en dat van beesten in ieder andere context dan die gebruikt door Gray.
Filosofen zijn zeer bevattelijk voor dit soort fouten, omdat ze gewoonlijk
alleen in abstracties redeneren, zonder hun beweringen ooit aan de praktijk te
toetsen. Dit leidt tot redeneringen van de vorm: "Ik pas in mijn jas, mijn jas past
in mijn tas, dus ik pas in mijn tas" (ontleent aan Marcel van Dam) - de fout van
Gray staat hier
.
Deze denkfout is een vorm van onwetenschappelijk denken, als gedefinieerd
door Wendell Johnson in People in Quandaries (1946). Johnson introduceert
wezentjes genaamd plogglies, die 's nachts hun onzichtbare werk doen om
alle voor de mens onverklaarbare verschijnselen uit te voeren; Nederlanders
zouden dit kunnen vertalen met "de kaboutertjes". Johnson beschrijft Gray's
denkfout als volgt:
"Human nature" is a ploggie on constant call by "wise" men busy with
interpreting the things people do to people who do them. It is a particularly
interesting ploggie in that it can't be changed, not by any amount of political
and social reform, or of education, or of ceremony. It works out its relentless
plot. It is "fate". It explains all human conduct very simply: Whatever people
are going to do they are going to do; whatever they have done they have done;
because that's "human nature" and you can't change "human nature". It is to this
particular ploggie that Popeye pays his somewhat nasalized respect when he says,
"I yam what I yam and that's all I yam."
Johnson, van origine een klinisch psycholoog heeft
een ook algemene term voor het soort psyche dat aan dit soort denken leidt:
insane, in de zin dat het dit denken geen contact heeft met de
werkelijkheid, het best vertaald als denken-met-ongezond-verstand. De ernstige
gevallen van dit denken leidt tot vormen van insanity die meer letterlijk
vertaald kunnen worden als krankzinnig.
Het is bijzonder opmerkelijk dat iemand een beroep als
filosoof kan uitoefenen, en ook nog als een belangrijke filosoof gezien kan
worden, die denkfouten vertoont die al sinds de jaren veertig bekend zijn. Het
is dan niet verwonderlijk dat die filosoof vooral gevolgd wordt door mensen die
nog ernstiger denkfouten begaan.
Het proces van dit soort filosofische denkfouten wordt
verder uitgeanalyseerd in andere delen van Hayakawa, zie bijvoorbeeld hier
.
Naar Bronnen bij Cultuurdiscussie: Gray
, Sociologie
overzicht
, of site home
.
|