Bronnen bij Menswetenschappen

Onderstaand een zeldzaam voorbeeld van een menswetenschapper die dit falen constateert (de Volkskrant, 28-06-2008, Hart en Ziel, column door Frans Verstraten):
  Innovatie vloeren

In Engeland heeft een leraar een nieuwe manier van effectief lesgeven bedacht. Iedere 8 minuten les worden afgewisseld met 10 minuten spelen. Het idee is dat de informatie dan effectief wordt verwerkt en beter beklijft. Het lijkt te werken want het gerucht gaat dat de leerlingen gemiddeld een punt beter scoren dan hun leeftijdsgenootjes die blootstaan aan het traditionele spervuur van informatie. En ook in Nederland blijven we niet achter: deze week werd nog eens bekend dat docenten hun eigen manier ‘nieuw leren’ ontwikkelen en toepassen. Revolutie op de werkvloer!
    Ik krijg daar een warm gevoel van: docenten voor de klas die een broertje dood hebben aan onderwijskundigen, pedagogen en psychologen en het heft in eigen hand nemen. Natuurlijk krijgen ze het dan met de ‘echte’ wetenschappers aan de stok, die horen nu eenmaal alles beter te weten. Zo meende een woordvoerder van een organisatie met de alleszeggende naam Campaign for Real Education dat de methode van de Engelse docent de aandachtspanne van kinderen negatief zou beïnvloeden, en daarmee hun latere maatschappelijke functioneren. Dat hij die mening mocht ventileren zonder deze met data te ondersteunen, werd maar even op de koop toegenomen.    ...
    De Engelse leraar ging zelf aan de gang en waarom ook niet? Aangezien er nog geen Newton of Einstein van de psychologie, pedagogiek of onderwijskunde is opgestaan, mag je roepen wat je wilt. Er is toch niemand die een formule op het bord kalkt die je ongelijk aantoont.    ...
    Los van de vraag of de methode van de Engelse leraar (of het nieuwe leren van zijn Nederlandse collega’s) nu goed of slecht is, het geeft vooral aan dat onderwijs en wetenschap weer echt samen de vloer op moeten. Ik heb het altijd al raar gevonden dat er niet meer gebruikgemaakt wordt van scholen. Het is de droom van menig onderzoeker om data te krijgen van (proef)personen die je lange tijd kunt volgen in een redelijk controleerbare omgeving. Het verder samenbrengen van wetenschap en onderwijs zal zeker stimulerend werken. Docenten worden dan een beetje wetenschapper en wetenschappers hebben een vruchtbare tuin voor onderzoek. Beiden vinden bij elkaar een serieus oor en klankbord voor hun ideeën.    ...

Wat Verstraten hier beschrijft is doodgewoon de werkwijze van de natuurwetenschappen. En tegelijkertijd constateer hij dat onderwijskundigen daar geen gebruik van maken - ze maken geen gebruik van de werkelijkheid, en van het experimentele contact met de werkelijkheid. Eigenlijk dus het best af te korten tot: deze mensen zijn geen wetenschappers. Het resultaat van deze houding, in combinatie met hun bemoeienis met het onderwijsbeleid, is ook bekend (zie het hele artikel): een zware val in de kwaliteit van het onderwijs.


Naar Menswetenschappen  , of site home  .

6 jul.2008