Bronnen bij Wetenschap, historie: ontkenning

De ontkenning van het unieke karakter van het Europese ontstaan van de moderne wetenschap is een verschijnsel van de laatste decennia, opgekomen tegelijk met op filosofisch gebied stromingen als het post-modernisme, didactische stromingen als het niet-inhoudelijke competentiegerichte leren, cultuurrelativisme en multiculturalisme. Het maakt ook een integraal deel uit van dit pakket - voor de volledigheid, schrijver van onderstaande recensie, Willem Otterspeer, is net als de auteur van het besproken boek, Floris Cohen, historicus (de Volkskrant, 30-11-2007, door Willem Otterspeer):
  Paal en perk aan willekeur

Floris Cohen laveert in zijn nieuwe overzichtswerk als een veerman tussen alfa en bèta. Tegen gevestigde opvattingen in gelooft hij in het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie in de 17de eeuw; hij laat de complexiteit van de wetenschap zien, maar maakt haar ook toegankelijk.


Beginzinnen zijn van levensbelang. Wie een roman begint met ‘De portier was een invalide’ opent een andere wereld dan wie de voorkeur geeft aan ‘De volle maan, tragisch die avond, was reeds vroeg, nog in de laatste dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol’.
Zo is het ook in de geschiedenis en bijgevolg in de wetenschapsgeschiedenis. Een bekend boekje dat de titel De wetenschappelijke revolutie draagt, begint met de simpele (zij het niet zo makkelijk te vertalen) mededeling: ‘There was no such thing as the Scientific Revolution, and this is a book about it.’ Floris Cohen probeert in zijn jongste boek aan te tonen dat die wetenschappelijke revolutie zich wel degelijk heeft voorgedaan ...
    De wetenschapsgeschiedenis is een van die aftakkingen van de gemoedelijke moederwetenschap – de Arabistiek is een ander voorbeeld – waarin elke heilige zijn kaars en elk geloof zijn kapel opeist. Het is alsof dat soort vakken gevoed wordt door een voortdurende veenbrand, die bij tijd en wijle aan de oppervlakte komt in een fel uitslaand thematisch vuur. De wetenschappelijke revolutie is een van die thema’s. Het nadeel ervan is onderlinge tegenwerking en verdachtmaking, het voordeel discussie en beweging. Grote belangen staan op het spel, niet alleen fondsen voor onderzoek en banen aan universiteiten, maar ook posities in een van de belangrijkste debatten over de identiteit van de westerse samenleving en de omgang met de moderniteit.
    ... De term ‘wetenschappelijke revolutie’ gaat terug tot de constatering van onder anderen de Franse historicus Alexandre Koyré dat de wetenschap in de 17de eeuw niet alleen drastische vorderingen maakte maar ook een totale gedaanteverandering onderging, zodat men wel van ‘revolutie’ moest spreken: ...
    Maar je kunt het ook ontkennen. Je kunt zeggen dat het helemaal niet zo snel ging, dat de ontwikkeling naar de moderne wetenschap al veel eerder, in de Middeleeuwen, begon en tot ver in de 18de eeuw doorging. En dat het beschreven proces eigenlijk een soort worteltrekken was, de finalistische doodzonde onder historici: er was in de 17de eeuw helemaal niet zoiets als ‘wetenschap’ maar een uiteenlopende hoeveelheid ‘culturele praktijken’ die elk hun eigen ontwikkeling kenden. En nog steviger: er bestaat helemaal niet zoiets als een ‘wetenschappelijke methode’, en dus kan die ook niet op revolutionaire wijze tot stand zijn gekomen. Het is een boeiende theorie, onderbouwd met briljante studies, maar het heeft ook iets van het moderne leren: er is geen vaststaand raamwerk, en de verbanden mag je zelf leggen. En het is al vele jaren de dominante overtuiging binnen de wetenschapsgeschiedenis.    ...

Het opvallendst hierin is natuurlijk de ontkenning van het bestaan van een wetenschappelijke methode. Dit is in de moderne tijd snel opgelost door op scientific method te googlen, en te kijken naar de variatie. Die is er vrijwel niet ...  .
    Ook natuurlijk opvallend: de mededeling dat de revolutie-ontkenning de dominante stroming is in de wetenschapsgeschiedenis. Hetgeen laat zien waarom de natuurkunde ooit is afgesplitst van de filosofie, waarvan wetenschapsgeschiedenis een deel is: natuurkunde stoort zich er niet aan bij de beoordeling van een studie of deze al dan niet, citerend, 'briljant' is. Want 'briljant' wil natuurlijk voornamelijk zeggen: dik, met veel namen, een uitgebreid notenapparaat, veel dure woorden, en vooral: in een vlotte en boeiende stijl geschreven. Natuurkundigen kijken alleen of de feiten redelijkerwijs juist zijn of redelijkerwijs onjuist.


Naar Wetenschap, historie  , of site home  .

8 aug.2009