Bronnen bij Belastingmoraal, egoïsten: vlaktaks
|
20 apr.2008 |
"Vlaktaks" is de afkorting van het idee dat iedereen hetzelfde belastingtarief
betaald, ongeacht de hoogte van het inkomen. Het algemene idee erachter is dat
naarmate iemand meer verdiend, hij ook meer bijdraagt aan de maatschappij, dus
dat een progressief belastingstelsel, waarin het tarief toeneemt met het hoogte
van inkomen, onrechtvaardig is.
De even algemene weerlegging van dit argument is simpel: het
idee dat mensen die meer verdienen ook meer bijdragen aan de maatschappij is
volkomen onjuist. De mensen die het meest "verdienen" zijn degen in de
financiële wereld, en die dragen absoluut niets bij - tenzij je het oplopen van
het aantal bits in een computer, want dat is geld voor hen tegenwoordig, een
bijdrage aan de maatschappij wil noemen. En daarentegen verdienen degenen die
wel iets bijdragen, degenen die produceren, het minst - meer hierover in Loon
naar werken
.
Een ander bezwaar tegen de vlaktaks is meer praktisch. Als je
ervan uitgaat dat de totale opbrengst gelijk moet blijven, dat moet het tarief
voor de vlaktaks liggen tussen het huidige laagste en het huidige hoogste
tarief in - en dat is is geen economische, maar een wiskundige noodzaak. Dat wil
automatisch ook zeggen dat de hoogste inkomens erop vooruitgaan, maar,
belangrijker: de laagste erop achteruit.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de voorstanders van de
vlaktaks uitsluitend te vinden zijn in de kringen van de veelverdieners en
economen, de grote groep mensen die weinig tot niets bijdragen aan de
maatschappij. Hier wat van hun begeleidende sprookjes:
Uit:
De Volkskrant, 12-02-2005, column van Frank Kalshoven, economisch
redacteur
Eerste de rug recht houden, dan pas aan vlaktaks denken
De VVD kiest voor een vlaktaks. Althans, een VVD-commissie die zich buigt over
de liberale beginselen heeft ter zake in nauwe samenwerking met VVD-minister van
Financiën Gerrit Zalm vorige week een balletje opgegooid. ....
Is een vlaktaks een goed idee? Dit is net zoiets als vragen:
is een huis mooi, zit het haar goed? Er zijn adembenemend mooie vlaktaksen,
gewone vlaktaksen en wangedrochten, vandaar ook dat een meerderheid van de Kamer
Zalm lekker laat studeren.
Een vlaktaks (afkomstig van flat tax) is een
belastingstelsel (tax) met slechts één tarief (flat). Het staat tegenover
belastingstelsels met meer tarieven, zoals het Nederlandse, waarbij het
verschuldigde tarief hoger wordt naarmate het inkomen stijgt - in Nederland van
33,55 procent met twee tussenstappen naar 52 procent.
Nee lieve linkse lezer, de progressie gaat niet verloren,
hoeft althans niet verloren te gaan. Als van belastingheffing over de
eerstverdiende, zeg tweeduizend, euro's wordt afgezien, is een vlaktaks
voorbeeldig progressief: het percentage over het inkomen verschuldigde belasting
gaat dan van nul tot maximaal het vlaktakstarief.
De adembenemend mooie vlaktaks is hiermee geschetst: een
belastingvrije voet, één tarief, en geen enkele aftrekpost waardoor er een brede
grondslag voor belastingheffing is.
De Leidse economen Kees Goudswaard, Coen Caminada en Henk
Vording hebben hier vorig jaar nog aan gerekend. In hun boekje Naar een
transparanter loonstrookje kwamen ze op een vlaktakstarief voor Nederland
van een bescheiden 25 procent. De schatkist zit dan net zo vol als nu, maar
weet: dan is er geen hypotheekrenteaftrek meer, geen pensioenpremie-aftrek, geen
speciaal tarief voor 65-plussers. Over al ons inkomen wordt, boven die
belastingvrije voet, een kwart belasting geheven.
De schoonheid schuilt dus in de eenvoud. Dat is niet alleen
een esthetische maar ook een economische aangelegenheid. Belastingheffing is
noodzakelijk, maar de manier waarop dat gedaan wordt, heeft enorme gevolgen voor
de werking van het economisch proces. Hypotheekrenteaftrek verstoort de
prijsvorming op de huizenmarkt; pensioenpremieaftrek beïnvloedt ons spaargedrag;
de progressie in de belastingtarieven frustreert ons arbeidsmarkt-gedrag, het
arbeidskostenforfait stimuleert dat juist weer, enzovoort. Een eenvoudige
vlaktaks brengt die verstorende werking terug tot het minimum, waardoor mensen
weer 'eerlijke besluiten' kunnen nemen en op de markten weer 'goede' prijzen
ontstaan.
Tot zover de theorie. Tijdens een discussie deze week in
Laren (ik citeer NRC Handelsblad), zei PvdA-Kamerlid Ferd Crone terecht:
'je kunt geen laag tarief bereiken zonder afschaffing van de aftrekposten.' Maar
zijn opponent Zalm bleef, ook terecht, volhouden dat de aftrekbaarheid van de
pensioenpremies en hypotheekrente in hun huidige vorm volledig in stand kunnen
worden gehouden.
In de praktijk is het dus een fluitje van een cent om van een
mooie eenvoudige vlaktaks een wangedrocht te maken. Zalm had er maar één zin
voor nodig. Is de VVD, althans Zalm, althans Zalm in deze fase van de
uitbestedingsprocedure, dus voorstander van een vlaktaks onder handhaving van de
twee grootste aftrekposten, het is makkelijk voorstelbaar dat het CDA
voorstander wordt van een vlaktaks met kinderkorting, de PvdA van een vlaktaks
met een extra toptarief voor de puissant rijken, en D66 graag een
scholingsaftrek gehonoreerd zou zien. En dat, als deze verminking van onze mooie
vlaktaks op wonderbaarlijke wijze voorkomen zou kunnen worden, onze politieke
leiders niet zullen rusten voordat alle goede doelen alsnog worden bediend, niet
via de belastingheffing maar andersom, via subsidies.
Bij een mooie vlaktaks hoort een rechte rug. Dit
belastingstelsel past bij een politiek die de overheid een bescheiden rol
toedicht, en dan nog alleen op hoofdlijnen, en die ruimte wil geven aan
individuen - om te slagen én te falen. Het is dus, goedbeschouwd, nog een
niet-Nederlands belastingstelsel.
Intussen schuift het Nederlandse belastingstelsel wel op
richting vlaktaks. Het verschil tussen bodem- en toptarief neemt sinds de jaren
zeventig af, net als het aantal tussenstapjes. Optimistisch geformuleerd: aan de
rechte rug wordt gewerkt, de vlaktaks volgt op termijn vanzelf. ...
Red.: Dit weer een uitermate instructief artikel van Frank
Kalshoven (meer over hem hier
). De analyse verloopt aan de hand van citaten eruit:
Nee lieve linkse lezer, de progressie gaat niet verloren, hoeft althans niet
verloren te gaan. Als van belastingheffing over de eerstverdiende, zeg
tweeduizend, euro's wordt afgezien, is een vlaktaks voorbeeldig progressief: het
percentage over het inkomen verschuldigde belasting gaat dan van nul tot
maximaal het vlaktakstarief.
Red.: Er zijn twee processen die progressiviteit in de
belasting geven: een belastingvrije voet, en schalen met toenemende percentages.
De eerste werk alleen op inkomens tot ca. 5 maal het bedrag van de
belastingvrije voet, daarboven wordt het verschil minimaal (Kalshoven noemt
tweeduizend euro; trek dat af van tienduizend euro en twintigduizend euro, en de
verhouding verandert te opzichte van die zonder belastingvrije voet; en hoe
hoger hoe minder). Kalshoven zegt dus tegen de lieve linkse lezer dat er wel
proportionaliteit is, maar vergeet er bij te zeggen dat die proportionaliteit
zeer sterk afneemt. Dat is dus niet liegen, maar de waarheid spreken is erg ver
weg.
De adembenemend mooie vlaktaks is hiermee geschetst: een belastingvrije voet,
één tarief, en geen enkele aftrekpost waardoor er een brede grondslag voor
belastingheffing is.
Red.: Hier stelt Kalshoven dat een vlaktaks een
verbetering in de belastingmoraal zal bewerkstelligen. Hij stelt bovendien dat
die belasting moraal zwak is: er is geen brede, dus smalle, grondslag voor
belastingheffing. Dat zou betekenen dat in landen waar een vlaktaks bestaat, of
een ander vorm van laag belastingtarief, er een betere belastingmoraal zou zijn.
Voor deze bewering is geen enkel bewijs. Er zijn wel veel bewijzen van het
tegendeel: ook in de Verenigde Staten is er als politicus maar een manier om
over belasting te praten: als iets dat verlaagd zou moeten worden. Wie dat niet
doet, graaft zich een onmiddellijk politiek graf. Kortom: deze bewering van
Kalshoven is onzin.
Belastingheffing is noodzakelijk, maar de manier waarop dat gedaan wordt,
heeft enorme gevolgen voor de werking van het economisch proces.
Hypotheekrenteaftrek verstoort de prijsvorming op de huizenmarkt;
pensioenpremieaftrek beïnvloedt ons spaargedrag; de progressie in de
belastingtarieven frustreert ons arbeidsmarktgedrag, het arbeidskostenforfait
stimuleert dat juist weer, enzovoort. Een eenvoudige vlaktaks brengt die
verstorende werking terug tot het minimum, waardoor mensen weer 'eerlijke
besluiten' kunnen nemen en op de markten weer 'goede' prijzen ontstaan.
Red.: De hypotheekrenteaftrek verstoort de prijzen op
de huizenmarkt, omdat die hypotheek-renteaftrek zeer ongelijk over de burgers
verdeeld wordt: kreeg iedereen evenveel subsidie, inclusief de huurders, was er
niets aan de hand. Pensioenpremieaftrek beïnvloedt ons gedrag, maar deze
mogelijkheid heeft iedereen, en het beïnvloedt het gedrag op positieve wijze. En
van een invloed van de progressie in de belastingtarieven op arbeidsmarktgedrag
is niets bekend: er zijn geen teken dat men hier minder graag voorwerker, chef,
manager, of directeur wil worden dan in welk ander land. Arbeidsmarktgedrag
wordt vrijwel volledig bepaald door eer en ambitie. Die eer en ambitie worden
uitgedrukt in meer loon, maar boven bedragen van zeg rond de honderd euro meer
in de volgende rang maakt de hoeveelheid meer weinig meer uit: het gaat om de
promotie zelf. Kalshoven gebruik van termen als dat als 'eerlijk' bij invoeren
van een vlaktaks suggereert dat in progressieve een oneerlijkheid zit. Geen van
argumenten leidende naar deze conclusie is deugdelijk gebleken. Wat overblijft
is Kalshoven bekentenis wat hij vindt van progressieve belasting: dat is
oneerlijk. Zoals al elders is gebleken, is Kalshoven dus een stiekeme
belastingweigeraar, die beweert dat hij wel belasting wil betalen, maar wel een
stuk minder. Er is geen enkele aanwijzing dat Kalshoven dat niet voor elk
percentage zal vinden. Wie nog twijfel heeft over deze conclusie, wordt verwezen
naar zijn eerdere gebruik van de term 'lieve linkse lezer', daarmee op
affectieve uitdrukkende dat mensen die geen bezwaar hebben tegen progressieve
belasting, naïef of dom zijn, of een mengsel
van dit soort zaken.
Red.: De volgende proponent is weer een econoom,
ditmaal ook openlijk van de reactionaire signatuur, want verbonden aan de Edmund
Burke Stichting:
Uit: De Volkskrant, 15-02-2005, door Peter Heemeijer, econoom verbonden
aan de Universiteit van Amsterdam en fellow van de Edmund Burke Stichting,
platform voor conservatieve gedachtevorming
Vlaktaks betaalt zichzelf uit
Lagere belastingtarieven op arbeid zijn niet alleen goed voor de burger, maar
voor de hele economie - en verhogen soms zelfs de rijksinkomsten, betoogt Peter
Heemeijer.
Tussentitel: Lage belasting leidt zowel in Rusland als in Ierland tot bloei
Het debat rond het systeem van proportionele belastingheffing, de
'vlaktaks', is ook in Nederland losgebarsten. Dit debat is niet nieuw, omdat het
systeem enkele jaren geleden, bij de invoering van het huidige belastingsysteem,
ook al even aan de horizon verscheen. liet heeft wel een veel dringender en
minder academisch karakter, omdat de vlaktaks de transitie maakt van theorie
naar praktijk in een snel groeiend aantal Oost-Europese landen, die daarmee
spectaculaire economische successen boeken.
Helaas lijken deze recente ervaringen met het proportionele
belastingsysteem niet te leiden tot een beter begrip ervan in de Nederlandse
politiek. In het bijzonder worden de positieve economische effecten van het
systeem, en daarmee zijn zelf-financierende potentie, sterk onderschat.
De economische wetenschap biedt waardevolle inzichten in de
effecten van de vlaktaks, die echter niet of nauwelijks lijken door te dringen
in de recente berekeningen van een Nederlands uniform belastingtarief. Eén van
de belangrijkste inzichten wordt toegeschreven aan de Amerikaanse econoom Arthur
Laffer. Al dertig jaar geleden lanceerde hij het idee dat een hoog marginaal
belastingtarief (het gedeelte dat een gemiddeld individu afdraagt van een extra
euro inkomen) een ontmoedigend effect heeft op economische activiteit. Een
belastingverlaging creëert onder deze omstandigheden dus economische groei, en,
als die groei groot genoeg is, zelfs een toename in de belastinginkomsten,
ondanks de tariefsverlaging.
De invoering in hel afgelopen decennium van een tiental
vlaktaks-systemen, in voornamelijk Oost-Europese landen, heeft geleid tot een
duidelijke bevestiging van Laffers hypothese. Beschikbare macro-economische
gegevens laten een robuuste groei zien over de hele linie, zowel door een
verkleining van de zwarte economie als door een vergroting van de economie als
geheel, in landen die onder hun oude belastingsystemen vaak in een deplorabele
staat verkeerden. Het best gedocumenteerde, maar geenszins uitzonderlijke, geval
is dat van Rusland.
Dit land voerde in 2001 een 13-procents-vlaktaks in op
arbeidsinkomsten, in plaats van een progressief systeem met een toptarief van 30
procent In de vier sindsdien verstreken jaren zijn de belastinginkomsten,
gecorrigeerd voor inflatie, meer dan verdubbeld (ter vergelijking, in Nederland
zijn de reële rijksinkomsten in dezelfde periode achteruit gegaan), en was de
Russische economische groei nooit kleiner dan 5 procent (de Nederlandse groei
overtrof nooit 1,5 procent).
Mocht dit voorbeeld, ondanks zijn recente karakter en
duidelijke boodschap, niet overtuigen door veronderstelde fundamentele
verschillen tussen West- en Oost-Europese samenlevingen, dan volstaat het te
verwijzen naar ons eigen Ierland. Hoewel dit land geen vlaktaks kent, heeft het
sinds 1989 een reeks van substantiële belastingverlagingen doorgevoerd, zowel
voor particulieren als voor bedrijven.
Ook in de Ierse economie waren de gevolgen verbluffend:
recentelijk is bekend gemaakt dat het inkomen van de gemiddelde Ier dat van de
Amerikaan voorbij is gestreefd, terwijl het in 1989 nog geen 60 procent daarvan
betrof. Nederlanders verdienen op dit moment, bij een uitzonderlijk sterke euro,
gemiddeld ruim 10 procent minder dan Amerikanen.
De ontwikkelingen in Rusland en Ierland tonen aan dat de
economische stimulans die uitgaat van belastingverlaging niet moet worden
onderschat. Er is echter nog een ander belangrijk economisch effect dat optreedt
bij het invoeren van de vlaktaks, namelijk de prijsverlagingen die het gevolg
zijn van de afschaffing van aftrekposten. Ons huidige uitvoerige stelsel van
aftrekposten op de loon- en inkonstenbelasting draagt niet alleen bij aan
ondoorzichtigheid en bureaucratie, maar verstoort ook het consumptiepatroon van
belastingbetalers.
Het meest prominente voorbeeld op dit gebied is
vanzelfsprekend de bijdrage van de hypotheekrente-aftrek in de voortdurende
opstuwing van de huizenprijzen. De prijsverlagingen die door het verdwijnen van
aftrekposten veroorzaakt worden, zullen het reële inkomen van de gemiddelde
Nederlander doen toenemen, volgens de academische literatuur zo'n 7 procent bij
afschaffing van alle posten.
Een interessante vraag is nu welk vlaktaks-percentage
resulteert als rekening wordt gehouden met de hierboven beschreven economische
effecten. Naar deze vraag is onderzoek gedaan bij de Edmund Burke Stichting. Uit
voorzichtige schattingen blijkt dat bij afschaffing van alle aftrekposten en de
belastingvrije som, een percentage haalbaar is van 19 procent. Dat is niet de 45
procent dit door de PvdA is genoemd, of de 35 procent waar het CDA een paar jaar
geleden op uitkwam. Het valt zelfs buiten het ruime interval, tussen 25 procent
en 40 procent, dat Geert Dales (VVD) de media meegaf. Bij een dergelijk laag,
maar over het gehele arbeidsinkomen geldend tarief, zijn inkomenseffecten geen
probleem meer. Zelfs de laagste inkomens gaan er enkele procentpunten op
vooruit. Bij de middeninkomens loopt het voordeel in de dubbele cijfers.
Overigens, voor mensen die moeite hebben zich voor te stellen
hoe een 19 procents-vlaktaks in Nederland voldoende overheidsinkomsten zou
kunnen opbrengen, is het wellicht instructief om het gemiddelde uit te rekenen
van de tarieven in de bestaande vlaktaks-landen. Dat is namelijk precies 19
procent.
In Oost-Europa heeft een nieuwe generatie politieke leiders,
uit afschuw van de brute staatsdwang in hun verleden, het aangedurfd het vrije
kapitalisme te omarmen met een enthousiasme dat ongekend is in de naoorlogse
geschiedenis van de Westerse wereld. De affectie is wederzijds gebleken. Het is
nu tijd dat Nederlanders zich realiseren dat ze niet wezenlijk verschillen van
hun Oost-Europese broeders en de sprong wagen van de bureaucratie en de
regulering van het huidige belastingsysteem naar de vrijheid en de welvaart van
de vlaktaks.
Red.: De argumenten van Heemeijer voor een vlaktaks zijn
simpel: het werkt in Rusland (en andere Oost-Europese landen) en Ierland, dus
werkt het ook bij ons. Het IRP is voorstander van simpele redeneringen maar deze
is te simpel: als het veranderen van een factor in twee verschillende situaties
vergeleken wordt, moeten de andere belangrijke factoren van de twee situaties
redelijk hetzelfde zijn. Dat is bij Heemeijers vergelijking beslist niet het
geval.
Rusland heeft een economie die in ander context vaak
beschreven wordt als roofridderkapitalisme. Belastingbetaling heeft daar vele
decennialang niet bestaan, en de belastingmoraal is overeenkomstig slecht:
relatief weinig mensen betalen, en naarmate men rijker is betaalt men minder. De
invoering van een vlaktaks betekent een verschuiving van de belastinglast van
rijker naar armer, en dat werkt in Rusland verhogend op de totale opbrengst
omdat de armen er minder goed onderuit kunnen.
Ierland was ten tijde van het invoeren van de vlaktaks een
economisch sterk achtergebleven gebied, en de maatregel werd genomen om
bedrijven uit andere gebieden naar Ierland te trekken. Dit lukte, waardoor de
economie sterk verbeterde, zodat de totale belastingopbrengst toenam.
De omstandigheden die in Rusland en Ierland er voor zorgen
dat de vlaktaks de totale belastingopbrengst verhoogde doen zich niet voor in
Nederland. In Nederland is belastingontduiking een stuk moeilijker, zodat een
daling van de hogere tarieven wel degelijk een aanzienlijke daling van de totale
opbrengst met zich mee brengt. En als Nederland een vlaktaks invoert, zal dat
niet tot een aanzienlijke toename van het aantal bedrijven in Nederland leiden,
zodat de totale economische omzet niet wezenlijk zal stijgen en door de lagere
percentages de belastingopbrengst zal afnemen.
Bij de schatting van het voor Nederland noodzakelijk vlaktaks
tarief komt Heemeijer op een getal van 19 procent. Na uitwisseling tegen
afschaffing van alle aftrekposten zouden dan zelfs de laagste inkomens er enkele
procentpunten op vooruit gaan, en voor de middeninkomens is dat in de dubbele
cijfers.
Nu is het zo dat bij de invoering van een vlaktaks, die
ergens tussen de laagste en hoogste belastingtarieven in ligt, de hoogste
inkomen er per definitie op vooruitgaan. Wat Heemeijer hier dus beweert is dat
bij de invoering van een vlaktaks iedereen er op vooruitgaat, dat wil zeggen
minder belasting hoeft te betalen. Tenzij dit gepaard gaat met een meer dan
aanzienlijke verhoging van de totale economie, zal dat altijd tot een drastische
verlaging van de totale belastingopbrengst leiden. Heemeijers beweringen zijn
dus volkomen onzin.
Een laatste bewijs hiervan geeft Heemeijer zelf: het
percentage van 19 procent is het gemiddelde van tarieven in bestaande vlaktaks
landen. Dat kan, want dat zijn allemaal landen vrijwel geheel zonder sociaal
stelsel, met minimale overheden.
De laatste constatering sluit de argumenten van de redactie.
De Edmund Burke Stichting en haar aanhangers zijn fervente voorstanders van het
afbreken van de sociale maatschappij, ten faveure van een reactionaire
survival of the fittest maatschappij. De steun voor een vlaktaks van 19
procent wordt veroorzaakt door de wetenschap dat zoiets alleen mogelijk door een
sterke verlaging van de overheidsuitgaven, dat wil zeggen: verdere bezuinigingen
op alles dat een solidaire maatschappij inhoudt.
Red.: Onze volgende bron is, hoe kan het ook anders,
alweer een econoom. Dit keer ook echt een hoge, want voormalig lid van diverse
SER- commissies. Alleen al de koppen zijn volkomen duidelijk over de achtergrond
van zijn betoog: terug naar Dickensiaanse tijden:
Uit: De Volkskrant, 12-04-2008, door Leo Stevens,
emeritus-hoogleraar fiscale economie
Ons belastingsysteem vergeet het individu
Het belastingstelsel kan een stuk simpeler en werkbaarder als we afstand doen
van het onhaalbare streven dat elke ongelijkheid kan worden weggepoetst, zegt
Leo Stevens. De economie zal daar wel bij varen.
Tussentitel: De gezinsbelasting is ingewikkeld en rijp voor drastische
vereenvoudiging
Het sturend vermogen van de overheid is niet langer opgewassen tegen de dynamiek
van de samenleving. De verzorgingsstaat heeft zijn mogelijkheden overschat....
Bovendien zaten er geen vraagremmers in de collectieve
voorzieningen. De aanzwellende en onbetaalbare vraag moest daarom via een
onbevredigende omweg worden beteugeld. De aanbiedende instanties werden in hun
dienstverlening onderworpen aan rigide budgettaire beperkingen. Lange
wachtlijsten en doorlooptijden, met bijbehorende maatschappelijke onvrede, waren
het gevolg.
Als reactie daarop werden prestatiecontracten gesloten, mede
om de overheidsdienstverlening meetbaar te maken. Maar die verantwoordingsdrift
ontaardde in overmatige aandacht voor het meten en rapporteren; de kwaliteit en
professionaliteit van de dienstverlening kwamen in de knel. Het resultaat: hoge
regel- en belastingdruk en grote maatschappelijke frustratie. ...
De ombouw van verzorgingsstaat tot participatiemaatschappij
betekent een herschikking van rechten en plichten, van ambities en
verwachtingen, van inzichten en beleidsplannen. Dat vindt ook haar uitdrukking
in het belastingstelsel. In de Drees-lezing 2008 heb ik voor die ombouw het
fiscale scenario uitgewerkt.
Hoge regel- en belastingdruk werkt remmend op de economische
ontwikkeling. Gecompliceerde belastingen zijn groeiremmers in het kwadraat. ...
De solidaire component van de participatiemaatschappij
vereist herbezinning op onze belastingbeginselen. We moeten ons ernstig afvragen
wat er terecht is gekomen van ons mooie voornemen belasting te heffen ‘naar
draagkracht’. ...
De realiteit gebiedt te erkennen dat de burger bij het
betalen van de belasting doorgaans sterkere associaties heeft met ‘afstaan’ of
‘afnemen’ dan met ‘bijdragen’. ...
We moeten naar een realistische solidariteit. De belangen van
het individu werden in de verzorgingsstaat te gemakkelijk ondergeschikt gemaakt
aan de collectiviteit. ...
De herverdelingsdoelstelling van progressieve belastingen,
boegbeelden van het principe dat de breedste schouders de zwaarste lasten moeten
dragen, is aan herziening toe. ...
In de internationale concurrentieslag tot behoud van
kapitaalintensieve activiteiten, moeten staten hun belasting op
kapitaalinkomsten steeds verder verlagen. ...
Invoering van een vlaktaks tegen een tarief ‘ergens’ tussen
35 en 38 procent en een ‘welstandstarief’ van ruim 50 procent voor de happy few,
is thans een logische vervolgstap. Fijnmazige rechtvaardigheid werkt veelal
contraproductief. ...
Red.: Zo, door een aantal tussenzinnen en
tussenstukken weg te laten, hebben we er de essenties uit kunnen filteren: de
totale belastingdruk en de collectieve uitgaven van de staat moeten omlaag, er
moet een vlaktaks komen met een extra schaal voor de superrijken, en dat alles
met het doel dat het individu moet zegevieren over de collectiviteit - het
programma van de Angelsaksische maatschappij. Het ordinaire
roofridderkapitalisme.
Een kleine twee jaar later, en weer serieuze nieuwe
pogingen:
Uit: De Volkskrant, 15-06-2010, van verslaggevers Gijs Herderscheê en
Elsbeth Stoker
Sociale partners bespreken vlaktaks
Onderhandelaars van vakbeweging en werkgevers praten over een rigoureuze
belastingherziening, met één belastingtarief van 35 à 40 procent. Deze vlaktaks
moet de huidige zes belastingtarieven vervangen.
Dit staat in het vergaderstuk ‘eenvoudiger en groeibevorderende
belastingheffing’ dat in handen is van de Volkskrant.
Het tarief betekent een enorme belastingverlaging voor hoge
inkomens, die nu 52 procent belasting betalen. Lagere inkomens gaan meer
belasting betalen, maar zij worden daarvoor gecompenseerd door kortingen en
toeslagen. ..
Red.: En in een toppunt van onbeschaamdheid stat er nu
zelfs bij wat het betekent: en netto belastingverlaging voor de rijken, ten
koste van de rest. Want als de rijken minder gaan betalen en de rest gelijk
blijft, dan te betalen relatief gezien, op de totale kleiner wordende opbrengst,
de rijken dus een minder deel, en de niet-rijken, dus, een relatief groter deel.
We zijn een jaar later, en daar is 'ie weer:
Uit: De Volkskrant, 27-06-2011, van verslaggevers Douwe Douwes en Kim van
Keken
Jonge liberalen willen uniform belastingtarief
Geen hypotheekrenteaftrek en geen huurtoeslag meer. De JOVD, de kweekvijver voor
politici van de VVD, stelt een uniform belastingtarief (de vlaktaks) voor.
Daarbij vervallen bijna alle voordeeltjes en betaalt iedere Nederlander
hetzelfde tarief.
JOVD-voorzitter Martijn Jonk hoopt zo 'de perverse stilte'
rondom het H-woord te doorbreken. Voor regeringspartij de VVD is alleen al
praten over de hypotheekrenteaftrek taboe. Datzelfde geldt voor de
samenwerkingspartners het CDA en de PVV. ...
Red.: Dat is wat heet "Een spierinkje uitwerpen om een
kabeljauw te vangen". want de JOVD, de jongerental van de partij van de
graaiers, zal nooit iets voorstellen dat n iet in het eigen belang is. En her
formaat van de de kabeljauw is af te meten aan de grootte van het spierinkje: 12
miljard, zijn de uitgaven aan de koopsubsidie genaamd "hypotheekrenteaftrek",
waarvan ongeveer tweederde naar de rijken gaat.
|
Een uniform belastingsysteem is wel zo transparant, zegt Jonk. 'Het
wordt aantrekkelijk om meer te werken en de overheid kan niet langer via
de belastingen proberen gedrag te beïnvloeden. Dat is goed voor de
economische groei. Mensen die meer verdienen, investeren meer. ' |
Honderd procent belasting voor inkomens boven de ton is ook heel transparant,
het wordt aantrekkelijk om minder te stelen, en de overheid kan op die manier
het gedrag van de witte-boordencriminelen reguleren. Dat is goed voor de groei
van maatschappij en beschaving. Mensen die meer verdienen worden corrupt en
geestelijk gestoord.
|
De JOVD heeft het plan gedetailleerd laten beoordelen door het
Centraal Planbureau (CPB). De conclusie: 'Het gaat pijn doen als de
belastingen volledig op de schop gaan.' De voorgestelde vlaktaks (33,15
procent) heeft volgens het CPB aanzienlijke gevolgen voor de koopkracht.
Gepensioneerden en huishoudens met kinderen zullen het flink in de
portemonnee voelen. Huiseigenaren kunnen te maken krijgen met
koopkrachtverlies dat kan oplopen tot 30 procent, aangezien de woning
minder waard wordt. |
Zelfs de neoliberale Anglicistenclub van het CPB kan er niet meer van maken
. En ook het tuig zelf weet het eigenlijk wel:
|
Jonk geeft toe dat de effecten van een abrupte invoering van de
vlaktaks 'nogal ruig' zijn. Maar hij vindt ook dat politici zich niet
moeten blind staren op koopkrachtplaatjes. 'Als je iedereen op de nul
wilt houden, kom je nooit verder.' |
Die laatste zin behoeft natuurlijk de voor de hand liggende correctie: 'Als je
iedereen op de nul wilt houden, kom ik nooit verder.'
Maar ook dit kan nog erger:
|
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland, al langer
voorstander van de vlaktaks, zijn enthousiast. Ze vinden dat het
ingewikkelde belastingsysteem op de schop moet. 'Het verstoort de
economische dynamiek', aldus de werkgevers. 'De JOVD laat zien dat een
vlaktaks een serieuze optie is.' VNO-NCW en MKB-Nederland hopen dat het
kabinet 'serieus werk maakt van een herziening van de
inkomstenbelasting'. Wel vinden de organisaties dat de JOVD wat te ver
gaat met het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. |
Het graaiersparadijs: afschaffing van de huurtoeslag voor de lagere inkomens,
een hogere belasting voor de lagere inkomens, behoud van de hypotheekrenteaftrek
voor de hogere inkomens, en lagere belasting voor de hogere inkomens. Rasechte
ploerten, deze lieden
.
Naar Belastingmoraal, egoïsten
,
Belastingmoraal
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|