Als klass hoger glob.? let op: er is ook een 'midden' versie
Er is ook
Linkse denkfouten, immigratie
Volkskrant website, 19-10-2007,
'Krapte arbeidsmarkt groter gevaar dan bankencrisis’
Niet de huidige bankencrisis, maar het grote gebrek aan arbeidskrachten vormt
een groot gevaar voor de wereldwijde economie. De loonprijsspiraal zoals ons
land die kende in de jaren zestig komt weer terug. Dat voorspelt beleggersgoeroe
en hoogleraar Jaap van Duijn.
‘Maak je borst maar nat’, aldus Van Duijn donderdag op een symposium over de
kredietcrisis op universiteit Nyenrode. Volgens de ex-topman van Robeco staan we
aan de vooravond van een krappe arbeidsmarkt en stijgende lonen die zullen
leiden tot een toenemende inflatie.
Over een jaar spreekt niemand meer over de bankencrisis,
ontstaan door de problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt, meent Van Duijn.
‘De Azië-crisis in de jaren negentig leek destijds ook een enorme bedreiging
voor de wereldeconomie, maar was binnen enkele maanden voorbij.’
Over de huidige zwakke dollar maakt Van Duijn zich ook weinig
zorgen. ‘De export vanuit Amerika draait daardoor uitstekend.’ Hij beschouwt de
zwakte van de Amerikaanse munteenheid ten opzichte van de euro daarom eerder als
een zegen voor de economie dan een bedreiging voor de VS.
De euro bereikte donderdagmiddag opnieuw op een recordstand
ten opzichte van de dollar. De Europese munt stond enige tijd boven de
psychologische grens van 1,43 dollar, maar zakte later op de middag weer terug
naar een waarde van 1,4283 dollar.
Een te snelle daling van de Amerikaanse munt kan nadelig
uitpakken. Obligaties worden minder aantrekkelijk. Het gevolg daarvan kan zijn
dat bedrijven, overheid en ook burgers hun bestedingen en investeringen
terugbrengen. Dat kan weer ten koste gaan van de economische groei.
De licht afnemende groei van de economie heeft volgens Van
Duijn niks te maken met de huidige kredietcrisis, maar moet worden gezien in het
licht van de economische cycli. Van Duijn, jarenlang het gezicht van Robeco,
denkt dat de economie in 2008 en 2009 een hoogtepunt bereikt, met als enige
bedreiging de eerder genoemde loonstijgingen door krapte op de arbeidsmarkt.
De Volkskrant, 05-11-2007, door
Gitta Luiten en Paul van Paaschen
Kabinet, zeg toch ja tegen globalisering
Nederlanders zijn volgens Gitta Luiten en Paul van Paaschen niet nieuwsgierig
genoeg naar de kansen die globalisering biedt. Zij willen dus nieuw beleid.
Tussentitel:
We zijn van nieuwsgierig isolationistisch en intolerant geworden
Globalisering is een van de meest ingrijpende ontwikkelingen van deze tijd, die
alle landen en hun inwoners raakt. Daarom is het des te zorgwekkender dat
Nederland er niet de relevantie van in lijkt te zien. Er is behoefte aan een
cultuuromslag en aan concreet beleid.
Wij doen dan ook een dringend beroep op de ministers Plasterk (vanuit Cultuur en
Wetenschap), Verhagen (vanuit Buitenlandse Zaken) en Koenders (vanuit
Ontwikkelingssamenwerking) en staatssecretaris Timmermans (vanuit het
Internationaal Cultuurbeleid) om een ‘nieuwsgierigheidsbeleid’ in het leven te
roepen. En wij vragen Nederlandse burgers dit beleid te steunen.
Cultuur bepaalt wie en waar je bent, het geeft je respect en waardigheid. Het is
een van de belangrijkste kenmerken van een persoon, een groep en een land en
vormt het domein van ideeën, van creativiteit, van uitwisseling en vreedzame
confrontatie. Bovendien is cultuur een bepalende factor in de opbouw van een
maatschappelijk middenveld, in het creëren van eerlijke kansen en een wereld die
die keuzen in vrijheid kan bieden.
De cultuur in ons land is sinds 9/11 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van
Gogh veranderd van open, tolerant en nieuwsgierig naar gesloten, afhoudend en
isolationistisch. Nee tegen Europa en open grenzen. Nee tegen migranten en hun
religie. Subsidiestops voor organisaties die vensters op de wereld openen, zoals
de Wereldomroep en het Leidse International Institute for the Study of Islam in
the Modern World.
Daarmee sluiten we onszelf echter af van belangrijke ontwikkelingen in de
wereld. Zoals voor de economie en de wetenschap internationale impulsen en
samenwerking onontbeerlijk zijn, zo verliest een cultuur zonder buitenlandse
prikkels haar vitaliteit en inspiratie. Politieke oplossingen moeten steeds meer
over de grenzen en in internationaal verband worden gevonden, of het nu gaat om
mededinging, intellectueel eigendom, eerlijke handel of milieuproblematiek.
De internationale dimensie is dus niet meer weg te denken uit onze samenleving
en is bovendien voor kwaliteit en innovatie onontbeerlijk. Niet voor niets
investeren andere landen genereus in buitenlandse culturele en academische
uitwisseling; in ‘green’ en ‘blue cards’ (visa voor hoog opgeleide werknemers);
in het zoeken van contact met culturele ontwikkelingen uit andere delen van de
wereld.
Als Nederland nog enige rol wil spelen in de wereld, dan moeten we onze positie
bepalen. Cultuur is daar de motor voor. Daarmee is door het vorige kabinet een
voorzichtig begin gemaakt, met de nota Koers Kiezen. Het wachten is
echter nog steeds op een ambitieuze uitwerking daarvan. De essentie daarvan zou
moeten bestaan uit drie praktische maatregelen.
1: Open de grenzen voor talent.
Een vrij verkeer van mensen, kennis, ideeën en culturele producten is een
voorwaarde voor innovatie en creativiteit. Geef intellectuelen, kunstenaars,
wetenschappers, critici en curatoren toegang tot ons land, in plaats van ze
(zoals nu geregeld gebeurt) zelfs een visum te weigeren als zij door een
Nederlandse instelling zijn uitgenodigd. Pleit in de Europese Unie voor ruime
criteria voor de ‘blue card’, of introduceer zelf een soepel toegangsbeleid.
2: Stimuleer nieuwsgierigheid.
Faciliteer als overheid een evenwichtige representatie en informatie over
culturen en kennis uit álle delen van de wereld. Want die draait niet langer
(uitsluitend) om New York, Berlijn of Parijs, maar ook om Peking, Dubai en Sao
Paolo. Maak het ook voor culturele instellingen gemakkelijker om buitenlandse
expertise en inspiratie in te roepen, om internationale netwerken op te bouwen
en om langdurige internationale samenwerking aan te gaan. Want dat wordt door de
huidige subsidiecriteria eerder bemoeilijkt dan gestimuleerd.
3: Draag als regering actief de waarden openheid, vrijheid van meningsuiting en
tolerantie uit.
Toon betrokkenheid bij mondiale sociale, culturele en intellectuele
ontwikkelingen en draag daar vanuit een eigen visie en overtuiging aan bij door
internationale participatie en samenwerking.
Zo geven we onze cultuur en economie de nodige impuls en inspiratie. Maar
misschien nog belangrijker: zo ontstaat er weer hoogstaande kennis en wederzijds
begrip in Nederland en, op termijn, invloed en gezag. Dan kunnen we werkelijk
trots zijn op Nederland.
Gitta Luiten en Paul van Paaschen zijn verbonden aan de Mondriaan Stichting en
het Hivos Cultuurfonds. Dit artikel wordt onderschreven door de volgende
culturele en maatschappelijke organisaties: Prins Claus Fonds; Stichting
Internationale Culturele Activiteiten; Double 2 BV; Nederlands Architectuur
Instituut; Centrum Internationale Erfgoedactiviteiten; European Cultural
Foundation; Mundial Productions; Stimuleringsfonds Architectuur; Hubert
Balsfonds; IDFA; Jan Vrijmanfonds; Rijksakademie voor Beeldende Kunst; Theatre
Embassy; Butterfly Works; Uptoyoutoo en Zeezeilen.
NRC Handelsblad, 27-12-2006, door Ilja Leonard Pfeijffer
De boeren hebben de macht gegrepen
Nederland is in 2006 een
kleinburgerlijk, provinciaals, xenofoob land gewordenNederland heeft definitief
gekozen voor de nostalgie van het verleden,voor de knusheid van benepen
burgerlijke bangigheid, voor nationale trots op de koekjestrommel, signaleert
Ilja Leonard Pfeijffer.
En zo eindigt 2006 dan, met een onderzoek waaruit blijkt
dat meer dan de helft van de Nederlandersde gulden terug wil, met berichten dat
een Limburgs Kamerlid van de radicale anti-islampartij zijnvrouw heeft geslagen
en met optimisme over het welslagen van de formatie van eenfundamentalistisch
christelijke coalitie, geheel geleid door alumni van de Vrije Universiteit. Het
washet jaar van Rembrandt, waarin stedelingen nostalgisch verkleed in
zeventiende-eeuwse kostuumsdoor de binnenstad van Leiden hosten, waarin de
koektrommels met de Nachtwacht gretig aftrekvonden en waarin onze premier een
pleidooi hield voor het optimisme en de daadkracht van deVOC-mentaliteit. Het
was het jaar waarin de canon van onze vaderlandse geschiedenis werdvastgesteld
en waarin Jan Siebelink en Hans Munstermann het literaire klimaat bepaalden
metweemoedige boeken over de tijd van vóór de kleurentelevisie. Oude musicals
van Annie M.G.Schmidt worden weer vertoond. Robert Long, de protestzanger en
spreekbuis van het verzet tegenburgerlijkheid en clericale hypocrisie, is
overleden.
Al deze dingen hangen samen, vergist u zich niet. In het jaar dat nu
zo goed als ten einde is, heeftNederland definitief gekozen voor de nostalgie
van het verleden, voor de knusheid van benepenburgerlijke bangigheid, voor
nationale trots op de koekjestrommel, voor de goede oude tijd dat MiesBouwman
nog op televisie was, de islam exotisch en ver weg bleef, Limburgers hun
vrouwensloegen, oranjebitter nog een gulden tachtig kostte en dominee wel wist
wat het beste voor ons was.Intussen staat de wijde wereld in brand. In het
afgelopen jaar is duidelijk geworden wat we eigenlijkal wisten: de Amerikaanse
invasie in Irak heeft rampzalige gevolgen. Voor het eerst zijn zelfs
deAmerikanen bereid om toe te geven dat ze niet aan de winnende hand zijn. De
secretaris-generaalvan de Verenigde Naties, Kofi Annan, nam afscheid met de
constatering dat de situatie in Irakernstiger is dan in veel gevallen waarin men
spreekt van een openlijke burgeroorlog.
Realistische scenrio's houden rekening
met de mogelijkheid van een regionale oorlog bovenop hetgrootste oliereservaat
ter wereld. In verschillende landen die deel uitmaken van de coalitie die
hetfuneste besluit heeft genomen Irak binnen te vallen, worden onderzoeken
gestart naar de vraag hoehet zo ver heeft kunnen komen en hoe het mogelijk is
dat men zich zo heeft kunnen laten misleidendoor leugens en Amerikaanse
propaganda. En wat doet Nederland? Nederland heeft een premierdie het machtig
mooi vindt om de president van de Verenigde Staten een keer in het echt
teontmoeten. 'Mister President', had hij gezegd en toen kreeg hij een hand.
Mieters was het. Hij zal hetnooit vergeten. Nederland heeft een premier die
wanneer hij in het programma Buitenhofgeconfronteerd wordt met Maarten van
Rossem, die met feitelijkheden onweerlegbaar aantoont datde invasie een fout
was, niets anders weet te zeggen dan dit: "Ik ben blij dat wij deze discussie
nuaangaan."; Maar zo blij is hij daar kennelijk niet mee. Want nog altijd is hij
niet bereid om diediscussie werkelijk aan te gaan.
Het kabinet is tegen iedere
vorm van onderzoek naar de besluitvorming omtrent de invasie. In decampagne voor
de Tweede Kamerverkiezingen heeft Irak en buitenlands beleid in het algemeengeen
enkele rol gespeeld. Alle lijsttrekkers hebben zich met grote gretigheid
geconformeerd aan hetalgemene sentiment van de kiezers. De kiezers willen niets
te maken hebben met buitenland. Zewillen de gulden terug. Buitenlands beleid
valt geheel en al onder veiligheid. En om zes uur 'savonds sluit men het
gordijn, wanneer er fijne shows op televisie zijn. Behalve die ene keer, in
hetslotdebat van de campagne, toen Femke Halsema van GroenLinks de premier boos
kreeg door eropte wijzen dat hij zijn mond moet houden over normen en waarden
als hij blijft liegen over Irak,bestond er geen buitenland in de politiek. De
kiezer strafte GroenLinks af en maakte Balkenendeopnieuw premier.
In de eerste
dagen van 2006 werd de Israëlische premier Ariel Sharon getroffen door een hersenbloeding. Op 14 april was hij officieel geen premier meer en op 12 juli
viel Israel zijn buurland
Libanon binnen. Over Israel mag je sommige dingen niet zeggen. Het land beroept
zich op zijn rechtop zelfverdediging. Dat deed Adolf Hitler ook. Maar dat mag je
dan bijvoorbeeld niet zeggen. Sommige landen hebben meer recht op zelfverdediging
dan andere. Palestina wordt al decenniabezet door een vijandige troepenmacht.
Maar Palestijnen die denken dat ze het recht hebben zichzelf te verdedigen,
hebben het verkeerd begrepen. Zij zijn terroristen. Israel maakt zich al
jarenschuldig aan flagrante schendingen van het internationaal recht. Maar omdat
Israel heeft bedacht de slachtoffers van deze schendingen terroristen te noemen,
is het internationale recht niet langer van kracht, want, conform de doctrine die
met verve wordt uitgedragen door de Verenigde Staten en hunbondgenoten, hebben
terroristen geen recht op recht.
Alle middelen zijn geoorloofd in de oorlog
tegen het terrorisme, die wordt gevoerd uit naam van hetrecht op
zelfverdediging. Wanneer de vijand in deze oorlog hetzelfde recht opeist en doet
wat er vaneen vijand verwacht mag worden, bewijst hij eens te meer een terrorist
te zijn. Wie zich beroept opzijn recht op zelfverdediging, impliceert dat hij
slechts reageert op de vijandigheden van de ander endat hij geen keuze heeft.
Maar de oorlog tegen terrorisme is geen reactie op terrorisme, maar deoorzaak
van terrorisme. Het militaire optreden van Israel is geen reactie op
vijandigheden vanHamas en Hezbollah, maar de oorzaak ervan. Maar dat mag je niet
zeggen. Doordat Hamas enHezbollah zich verdedigen, bewijzen ze gewelddadig te
zijn, waardoor Israel het morele recht opeistom Hamas en Hezbollah aan te
vallen. Er komt geen vrede in het Midden-Oosten zolang sommigenmeer recht hebben
op recht dan anderen. Er komt geen vrede in het Midden- Oosten zolang je
overIsrael sommige dingen niet mag zeggen.
En wat doet Nederland? Nederland
stuurt Hans van Baalen. "Om steun te betuigen aan premierOlmert en het
Israëlische volk", zoals hij zelf plechtstatig verklaarde via de
satellietverbinding met hetNOS- journaal. Je vraagt je onmiddellijk af hoe dat
in de praktijk gaat en of premier Olmert daarüberhaupt wel iets van heeft
gemerkt. Je stelt je een padvindertje voor in zijn keurig gestrekenuniformpje
dat manhaftig met een plichtsgetrouw piepstemmetje ‘hoi!’ roept als de tanks in
colonnesvoorbij rollen. Daarna holt hij blozend van opwinding terug naar zijn
moeder om haar zo snelmogelijk te kunnen vertellen dat hij premier Olmert steun
heeft betuigd. En waaraan betuigt dezepadvinder onder de parlementariërs
eigenlijk zijn steun? Aan het rechtse regime van een militaireexpansiemacht die
er een gewoonte van maakt het recht met voeten te treden en die nu onder hetmom
van zelfverdediging een invasie van een buurland op touw heeft gezet. Hans van
Baalen is devleesgeworden nostalgie naar de Tiendaagse Veldtocht.
Zo ziet
Nederland het buitenland graag, door de ogen van Hans van Baalen. Israel is de
door Goduitverkoren natie en als er gedonder komt, sturen we mannen van stavast
om op oud-Hollandsewijze op de punt van de bajonet onze joods-christelijke
traditie in te peperen. Die VOC-mentaliteit!Toch?
Maar, zoals gezegd, het
buitenland heeft in 2006 afgedaan. En in het binnenland was er gedondergenoeg.
Natuurlijk was 2006 boven alles het jaar van Rita Verdonk. Het begon allemaal in
mei. Toenspeelde zich een koningsdrama af dat zijn weerga niet kende. Een
documentaire van Zembla brachtVerdonk op het idee om de andere koningin van de
VVD, haar aartsrivale Ayaan Hirsi Ah, uit teschakelen door haar het Nederlandse
paspoort te ontnemen. Dit lukte niet, maar toch vertrok AyaanHirsi Ah uit het
parlement en uit Nederland, maar niet zonder Verdonk de doodskus te geven
doorbekend te maken dat er een politieke deal was gesloten. Daarmee zou normaal
gesproken het lotvan Verdonk bezegeld zijn geweest. Maar het liep wederom
anders. De minister-president versprakzich in de Kamer. D66 trok zijn steun in
aan het kabinet. Het kabinet kwam ten val. Maar Verdonkbleef zitten. Er werd een
rompkabinet samengesteld en er werden vervroegde verkiezingenuitgeschreven.
Intussen had Verdonk de interne verkiezing om het lijsttrekkerschap van de
VVDverrassend verloren. Maar tweespalt binnen de partij was nauwelijks nog te
verhullen. Deze kwampijnlijk aan het licht toen bekend werd dat Verdonk bij de
parlementsverkiezingen in november meervoorkeurstemmen had gekregen dan haar
lijsttrekker Mark Rutte. Zoiets was in de Nederlandsepolitiek nog nooit eerder
voorgekomen. Op een persconferentie glunderde Verdonk over eenhistorische
uitslag en een fantastisch mandaat van de kiezer en stond ze triomfantelijk
lachend teontkennen dat ze het leiderschap van de partij wilde opeisen, al leek
het haar wel verstandig als ereen onderzoekscommissie werd ingesteld naar deze
unieke uitslag. Dat kon ternauwernood wordenverijdeld. De verkiezingen waren nog
niet voorbij of Verdonk eiste opnieuw een hoofdrol op door teweigeren een
democratisch besluit van de Kamer uit te voeren. Ze werd weggestuurd, maar
bleef.
--------------------------------------------------------------------------------
Page 3
Het scheelde een haar of het demissionaire rompkabinet kwam ten val. Op
ongrondwettelijke wijzenamen de ministers van het VVD-smaldeel afstand van het
kabinetsbeleid.
Het is een chaos. Het is een janboel. Het is een onvoorstelbaar
rommeltje. En het is geheel en alhoogstpersoonlijk veroorzaakt door Rita
Verdonk, die democratie beschouwt als een vervelendebelemmering van haar
ambities. De reden dat Verdonk niet al tijden geleden door de VVD of doorhaar
coalitiepartners is afgeserveerd, is dat zij stemmen trekt. En de reden daarvoor
is dat zij bijuitstek de belichaming is van de kleingeestige xenofobie die
Nederland dit jaar definitief in zijn greepheeft gekregen. De kiezers zien haar
als minister van Buitenlanders Uitzetten. Dat is wat zij is, nietsmeer en niets
minder dan dat en dat is de reden waarom zij een historisch aantal
voorkeurstemmenheeft gekregen. Als Rita Verdonk de politiek het hele jaar in een
wurggreep heeft gehouden danbetekent dat in feite dat de politiek zich heeft
laten gijzelen door angst om die kiezers van zich tevervreemden die zeggen dat
buitenlanders hier niet thuishoren, zeker niet als ze een bruine teintvertonen.
België heeft het Vlaams Belang, wij hebben politici die bang zijn de kiezers die
RitaVerdonk trekt tegen het hoofd te stoten.
Men zegt wel dat de angst regeert.
Wat regeert, is de angst om minder bang te lijken dan de ander.Wat regeert, is
de angst om voor iemand met slappe knieën te worden uitgemaakt omdat je
weigertuit angst voor buitenlanders versoepeling van de regels af te keuren. Wat
regeert, is de angst omvoor iemand zonder ruggengraat te worden uitgemaakt omdat
je weigert uit angst voor de islamlanden te steunen die moslims aanvallen. Wat
regeert, is de angst om kiezers te verliezen door teweigeren net zo bang te zijn
als zij.
De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in november bevestigde
precies dat Nederland in2006 een kleinburgerlijk, provinciaals, xenofoob land is
geworden. De winnaars waren de SP, deChristenUnie, de anti-islampartij van Geert
Wilders en in mindere mate het CDA van premierBalkenende, dat in elk geval de
grootste partij bleef. Wat deze partijen gemeen hebben, is hun
diepegeworteldheid in de provincie, in Oss, in de bible belt, in Limburg en op
het katholieke en christelijkeplatteland. Wat deze partijen gemeen hebben, is
hun conservatief provinciaals gedachtengoed. Ookde SP is een partij van normen
en waarden. Partijleider Jan Marijnissen vindt zelfs dat het appel vanBalkenende
op ouderwets burgerlijk fatsoen niet ver genoeg is gegaan. Wat deze partijen
gemeenhebben, is dat ze geen van alle veel verwachten van buitenlanders en het
buitenland in hetalgemeen. De drie grote winnaars waren precies de drie partijen
die het verzet tegen het TweedeVerdrag van Rome belichaamden. Het zijn de
partijen die de belachelijke en xenofobe uitkomst vanhet referendum over Europa
begroetten als een overwinning.
De grote verliezers bij de verkiezingen waren de
partijen die representatief zijn voor vrijzinnigheid,tolerantie en cultureel
liberalisme: GroenLinks, D66, de PvdA en de VVD. Het zijn de partijen die
hunwortels hebben in de Randstad. Het zijn de partijen die naar de toekomst
kijken in plaats van naarhet verleden toen alles in Nederland nog zo gezellig
was zonder al die buitenlanders en met MiesBouwman op televisie. Het zijn de
partijen die begrijpen dat er buitenland bestaat en dat Nederlanddaar heel erg
veel van heeft. Het zijn de partijen die in de periode van de Paarse
coalitieseuthanasie en abortus hebben gelegaliseerd en een begin hebben gemaakt
met de legalisering vandrugs.
Wat dit jaar aan het licht is gekomen, is dat
Nederland een gespleten land is, zoals de VerenigdeStaten. Het schijnt dat er
daar aan de oost- en westkust best nog wat verlichte zielen wonen die ereen
weldenkende wereldvisie op nahouden. Maar het land is in de greep van het
conservatievegedachtengoed van zijn rurale staten. Ook in Nederland is dit nu
zo. En in 2006 hebben de boerende macht gegrepen.
Ilja Leonard Pfeijffer is
dichter en romancier. Tevens is hij poezierecensent van NRC Handelsblad en
columnist van nrc.next. Onlangs verscheen ‘Het ware leven, een roman’. In maart
is de premièrevan zijn toneelstuk ‘De eeuw van mijn dochter’, over de gevolgen
van het beleid van Balkenende.www.iljapfeijffer.nl2006 NRC Handelsblad
Met een kilootje kaviaar naar Parijs
23 mei 2008 (pagina 22)
Leen Vervaeke
Een wereld zonder grenscontroles is een paradijs voor de crimineel. Misha Glenny
laat zien hoe internationale misdaadnetwerken floreren.Door Leen Vervaeke / Foto
Bart Mühl
(foto)
‘De schaduweconomie is de belangrijkste bron van inkomsten voor het terrorisme.’
Boekcitaat ‘Met het legaliseren van drugs zou je de dodelijkst mogelijke klap
uitdelen aan transnationaal georganiseerde criminele netwerken.’
Uit: McMaffia
BBC correspondent De Britse onderzoeksjournalist Misha Glenny (1958) studeerde
geschiedenis aan de universiteit van Bristol en aan de befaamde Karels
Universiteit in Praag.
Hij was correspondent voor Midden-Europa voor de BBC en het dagblad The Guardian
toen in 1989 de Berlijnse Muur viel. Glenny deed verslag van de transformatie
van de van het communisme bevrijde Oosteuropese samenlevingen en later van de
bloedige oorlogen in het uiteenvallende Joegoslavië. Zijn voornaamste
publicaties: – The Rebirth of History – Eastern Europe in the Age of Democracy
(1990)– The Fall of Yugoslavia (1992)
– The Balkans – Nationalism, War and the Great Powers, 1804-1999 (1999)
McMaffia – Misdaad zonder grenzen
Misha Glenny Vertaald uit het Engels door Peter Diderich
Ambo/Manteau; 448 pagina’s; € 24,95ISBN 978 90 2632 108 5
Nu hij er nog eens goed over nadenkt, moet Misha Glenny toegeven: de meeste
criminelen die hij interviewde voor zijn nieuwe boek McMaffia – misdaad zonder
grenzen, vond hij eigenlijk best leuk. De onderdirecteur van de Japanse yakuza?
‘Een zeer onderhoudend type.’ De huurmoordenaar in Mumbai, die genoot van een
geslaagde moord? ‘Ik kon erg goed met hem overweg.’
‘Op het menselijke vlak had ik met veel criminelen een band’, zegt Glenny, die
ter promotie van zijn boek twee dagen in Amsterdam is. ‘Ze hadden ieder een
complex verhaal. Tot je met de slachtoffers praat, natuurlijk. Dan denk je er
wel anders over.’
De afgelopen drieënhalf jaar reisde de 49-jarige Britse onderzoeksjournalist,
die zijn naam vestigde als BBC-correspondent tijdens de Balkanoorlogen, de hele
wereld rond. ‘Ik nam interviews af in Israël, terwijl ik notities uit Dubai
uitwerkte en afspraken maakte voor Rusland’, beschrijft hij het reistempo.
Overal praatte hij met in georganiseerde misdaad gespecialiseerde
politie-inspecteurs, politici, gangsterbazen, huurmoordenaars, smokkelaars, en
de slachtoffers van hun praktijken. Het resultaat is een standaardwerk over de
invloed van de globalisering en van de val van het communisme op de
georganiseerde misdaad.
Net als Glenny’s eerdere boek The Balkans is McMaffia exhaustief, lijvig en rijk
aan historische verbanden, achtergrondinformatie en inzicht – soms iets te veel
voor een leek. Maar altijd is het vlot leesbaar, dankzij beeldende
beschrijvingen, spectaculaire anekdotes en bijzondere personages.
Glenny beschrijft bijvoorbeeld hoe hij zelf een kilootje illegale kaviaar uit
Kazachstan smokkelt – gekocht voor 100 euro, in Parijs of New York 3.500 tot
4.000 euro waard. Hij bezoekt een wietplantage in een ondergrondse zeecontainer
in een ondoordringbaar woud in Canada. Hij surft mee met een Braziliaanse
hacker, die 30 euro krijgt per miljoen verzonden spammails, waarvan er gemiddeld
4.000 door nietsvermoedende pc-gebruikers worden geopend, waarna hun online
bankrekening kan worden geplunderd.
Het zijn geen ongevaarlijke plaatsen die u bezocht. Was u eigenlijk bang?
‘Alleen om naar Colombia te gaan. Ik denk dat dat de gevaarlijkste plaats was.
Een mooi land, heel interessant, maar door de cocaïne-industrie helemaal om zeep
gebracht.
‘Over Bulgarije heb ik getwijfeld of ik wel moest gaan. Nadat ik met wat mensen
had gesproken, vertrouwde ik erop dat het veilig was. Maar een van mijn
belangrijkste contacten – Emil Kyulev, een respectabele bankier die
oorspronkelijk uit de onderwereld kwam – werd drie maanden nadat ik hem voor het
laatst had gesproken vermoord, op klaarlichte dag in Sofia.’
U kijkt er een beetje ongemakkelijk bij.
‘Je weet maar nooit. Als je over dit soort onderwerpen schrijft, stel je jezelf
aan een groter gevaar bloot. Ik heb veel over dode mensen geschreven. Die kunnen
niet beledigd zijn door mijn boek. Maar ik kan niet voorspellen of iemand van
streek zal raken. Als iemand wraak wil nemen, dan kan ik daar niets tegen doen.
’
Waarom was u bereid zo’n risico te nemen?
‘Ik vond het noodzakelijk dit boek te schrijven: het is een verhaal dat nog niet
geschreven is. De georganiseerde misdaad maakt een enorm deel uit van de
economie (17 tot 25 procent van de mondiale omzet, schrijft Glenny in zijn boek,
red.) en het is een geschiedenis die nog grotendeels ongeschreven is. Ik geef
toe, het is geen academische studie, maar het is heel serieus aangepakt.
‘Voor een deel heb ik het boek geschreven omdat ik ontzet was door het enorme
aantal middelen dat is vrijgemaakt voor de oorlog tegen terrorisme. De schade
van terrorisme – als je het al eens wordt over een definitie van dat abstracte
concept – komt niet eens in de buurt van de schade van de globale
schaduweconomie.
‘Ik hoop dat rationele, democratische regeringen hun prioriteiten eens op een
rijtje krijgen, en stoppen met die demagogische onzin.
‘De schaduweconomie is natuurlijk ook de belangrijkste bron van inkomsten voor
het terrorisme. Waar halen de Taliban hun geld vandaan? Van de drugsindustrie.
De Colombiaanse guerrillabeweging FARC? Van de drugsindustrie. Al Qaida? Die
hebben banden met de smokkel van nepartikelen. Zie onder ogen waar het probleem
echt ligt. Als we terrorisme bevechten, zitten we er gewoon naast.’
Het idee voor McMaffia deed Glenny al op toen hij begin jaren negentig verslag
deed voor de BBC van de oorlogen in Bosnië en Kroatië. Daar merkte hij voor het
eerst dat de georganiseerde misdaad in handen was van internationale netwerken.
Zijn sigaretten kocht Glenny – ondertussen niet-roker, verzekert hij –
toentertijd van een mollig joch uit Belgrado, zijn ‘vaste leverancier’, voor 10
dollar per slof.
Die sigaretten werden uit fabrieken in Amerika, Europa en Japan getransporteerd
naar goederendepots in Rotterdam of het Zwitserse Zug, waar de douane en fiscus
niet zo streng waren. Vandaar ging het naar een corrupt land als Oezbekistan of
Egypte. Dan met een vliegtuig, dat toevallig motorpech had in het Montenegrijnse
luchtruim, naar Montenegro, waar de regering overleefde dankzij de
sigarettensmokkel.
Speedboten smokkelden de sigaretten daarna naar Italië, de Europese Unie in,
waar legale sigaretten door de belasting twee keer zo duur waren als de
illegale.
Door de val van het communisme en de chaotische politieke situatie die daarop
volgde, ontstond een gordel van instabiele regimes. Een ‘nieuwe Zijderoute’,
schrijft Glenny, ‘waarlangs mensen, drugs, contant geld, bedreigde diersoorten
en kostbaar hardhout snel en gemakkelijk konden worden vervoerd van Azië naar
Europa, en vervolgens ook naar de Verenigde Staten’.
Door de globalisering en de liberalisering van de internationale geld- en
goederenmarkt, de beperkte controle en het bestaan van belastingparadijzen,
kregen de criminelen zo goed als vrij spel. De val van het communisme en de
globalisering noemt Glenny dan ook ‘de allerbelangrijkste achterliggende oorzaak
van de exponentiële groei van de georganiseerde misdaad over de hele wereld’.
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie profiteerde een kleine groep nieuwe
kapitalisten van het ontstane machtsvacuüm, om hele industrieën naar zich toe te
trekken.
Tegelijk gaf de toenmalige Russische president Jeltsin zich over aan het
economische liberalisme van de Chicago-school, zonder enige controle op het
financiële verkeer of handelsverkeer. De oligarchen hoefden geen twee keer na te
denken. Ze kochten massaal olie, gas, diamanten en metalen voor de oude
gesubsidieerde Sovjetprijs, en verkochten die voor een vaak veertig keer hogere
prijs op de wereldmarkt.
In het steeds armere Rusland waren de steeds rijkere oligarchen almachtig. Door
middel van corruptie beheersten ze politici, ambtenaren en grenscontroles.
Politie en KGB waren ontmand, en om naleving van afspraken af te dwingen,
omringden de zakenmannen zich met , gewapende bendes gerekruteerd
uit het enorme leger van werkloze mannen. Macht, geld en geweld raakten met
elkaar verweven, en de gruppirovki werden professionele
misdaadsyndicaten.
Naast de handel in gesubsidieerde grondstoffen gingen de misdaadkoningen naar
Israël, dat paspoorten uitdeelde aan Joden en wannabe-Joden, om vrouwen,
diamanten en xtc te verhandelen. Ze richtten hun schreden ook naar de Balkan,
waar de winsten door de oorlog en de bijbehorende sancties nog groter waren, om
olie en wapens te smokkelen. En naar belastingparadijzen als Dubai om geld wit
te wassen en paleizen te bouwen, waarvoor goedkope arbeidskrachten uit Nepal,
Pakistan, Bangladesh en Pakistan werden gesmokkeld, samen met heroïne.
Eenzelfde patroon – een machtsvacuüm, een economische crisis en een
geliberaliseerde markt – doet zich voor in India, Zuid-Afrika, Nigeria,
Brazilië, Colombia, Japan en China, waar Glenny telkens één hoofdstuk aan wijdt.
Na lezing van het boek is het duidelijk: het netwerk van de georganiseerde
misdaad beslaat de hele wereld, heeft tentakels in de legale economie en
politiek, en is oppermachtig.
Glenny maakt zich hard voor de legalisering van drugs, die volgens onderzoek van
de Verenigde Naties 70 procent van de financiële middelen van de georganiseerde
misdaad uitmaakt. Een verbod op drugs berooft de staat van de belastinginkomsten
die een legaal product zou opleveren, kost de staat veel aan opsporing en
bestraffing van delinquenten, en doet vooral de winstmarges van drugshandelaars
exponentieel stijgen. Winst, die weer gebruikt kan worden voor veel
schadelijkere activiteiten, zoals wapen- of vrouwenhandel.
‘De astronomische bedragen die de drugs opbrengen zijn juist te danken aan het
feit dat deze producten illegaal zijn’, schrijft Glenny. ‘Met het legaliseren
van drugs zou je de dodelijkst mogelijke klap uitdelen aan transnationaal
georganiseerde criminele netwerken.’
U specificeert niet welke drugs u gelegaliseerd zou willen zien. Bedoelt u alle
drugs, inclusief heroïne?
‘Ik denk dat je moet beginnen met marihuana, een drug die zeer weinig schade
veroorzaakt aan de maatschappij, die deel uitmaakt van een grote industrie, en
waarvan het nuttig zou zijn om er staatscontrole over te hebben. Je begint met
een tamelijk oncontroversiële drug, en kijkt dan naar de dynamiek van de andere
drugs.’
Denkt u dat zo’n legalisering haalbaar is, in het huidige politieke bestel?
‘Nu misschien niet, maar het politieke denken hierover zal veranderen door de
verplaatsing van de productie van drugs van de ontwikkelingslanden naar de
industrielanden. Die verplaatsing komt eraan, doordat in laboratoria ontwikkelde
designer drugs steeds beter zijn in het opwekken van dezelfde highs als heroïne
en cocaïne, en je ze niet hoeft te snuiven of te spuiten. Je kunt ze hier
produceren in Amsterdam, dat nota bene de hoofdstad is van de productie van
designerdrugs.
‘Als alle drugs in West-Europa en de Verenigde Staten geproduceerd worden, krijg
je hier de grote narcotica-imperia die je nu in Colombia of Afghanistan hebt.
Dan wordt de schade veroorzaakt door de illegaliteit van drugs – zoals
corruptie, geweld – ook hier zichtbaar. Dan zal er wel over legalisering worden
nagedacht.’
Ook wij als consumenten hebben een verantwoordelijkheid, benadrukt Glenny in
zijn boek. ‘De georganiseerde misdaad (…) is zo’n lonende onderneming omdat veel
gewone West-Europeanen (…) belastingvrije sigaretten roken, gebruik maken van de
diensten van geïmporteerde prostituees, graag af en toe een lijntje snuiven,
voor een schijntje illegale buitenlandse arbeidskrachten in dienst nemen, hun
strot volproppen met kaviaar, dol zijn op ivoor en het liefst op teakhout
zitten’, schrijft hij.
Zelfs een sobere geheelonthouder blijkt betrokken. In laptops, mobiele telefoons
en PlayStations zit coltan, een erts dat de verschillende partijen in de oorlog
in de Democratische Republiek Congo illegaal delven. Met de opbrengst kopen ze
wapens.
Moeten we stoppen met het roken van marihuana, of met het gebruiken van een
mobiele telefoon?
‘Nee nee, je moet er niet mee stoppen. Zoveel mensen roken marihuana. Niet
alleen in Nederland, maar in heel Europa en de VS. De schade van marihuana voor
de gezondheid is verwaarloosbaar in vergelijking met die van alcohol. Het maakt
mensen niet gewelddadig.
‘Als individu kun je niet veel doen. Maar je zou moeten vragen om legalisering
van drugs bij je politici. Je zou de industrie moeten oproepen haar
verantwoordelijkheid in de handel van coltan serieuzer te nemen. De druk van een
kleine ngo in Londen gaf de aanzet tot het Kimberley Protocol, waardoor
diamanten nu een certificaat van het land van herkomst moeten hebben. Er zijn
ngo’s die hetzelfde proberen te bereiken in de coltanhandel.
‘Als dat lukt, kun je je als consument beter laten gelden.’
Accent | Overplaatsing
Voor 2 euro per dag aan de slag in India, of ontslag
Ariejan Korteweg
gepubliceerd op 11 mei 2009 02:45, bijgewerkt op 22:16
PARIJS - Textielbedrijf Carreman in Castres in het zuiden van Frankrijk heeft
negen van zijn werknemers een ongelooflijk voorstel gedaan: ontslagen worden, of
voor 3.500 tot 4.500 roepie per maand gaan werken in Bangalore in India.
Het aanbod komt neer op een maandloon van maximaal 69 euro, mét dertiende maand
en ziektekostenverzekering. Daarvoor wordt een werkweek van zes dagen gevraagd,
van acht uur per dag. De keus is vrij. Maar wie niet naar India gaat, krijgt bij
ontslag geen extra vergoeding bovenop zijn uitkering.
‘Dit is zo’n vernedering’, zei Véronique Jacobé, een van de negen werknemers
voor wie het aanbod geldt. Ze moet binnen een week een besluit nemen. ‘Ik voel
me minder dan niets.’ Edmond Andreu van vakbond CGT zei het aanbod zo oneervol
te vinden dat men besloot het wereldkundig te maken.
François Morel, directeur van Carreman, zei tegen de regionale krant Le Dépêche
du Midi zich bewust te zijn van de idiotie van het voorstel. ‘Maar het is in
feite de idiotie van de wet. Die schrijft voor dat je aan personeelsleden die
ontslagen worden vacatures bij andere vestigingen moet voorstellen, ook als dat
in Papoea Nieuw-Guinea of Bangladesh is’, zei hij. ‘Liever zou ik alle mensen
die al vele jaren bij ons werken gewoon in dienst houden. Maar het gaat slecht
met het bedrijf.’
Zo slecht dat Morel ook vreest voor de werkgelegenheid van de andere negentig
werknemers in Castres. Het bedrijf heeft driehonderd werknemers in Frankrijk, en
naast India vestigingen in China en Roemenië.
Wat eens te meer steekt, is dat Carreman binnenkort met klanten, leidinggevenden
en leveranciers vertrekt voor een feestreis van een week – naar India.
Aanleiding is het twintigjarig bestaan van de onderneming. De directeur
verdedigt de reis: ‘Dat levert nieuwe contracten op met een waarde van een
veelvoud van de reiskosten.’
Ook andere Franse bedrijven hebben de afgelopen tijd werknemers een dergelijk
aanbod gedaan. Een producent van auto-onderdelen in Rennes verzocht met ontslag
bedreigde medewerkers voor zevenhonderd euro bruto per maand in Polen aan de
slag te gaan. Een metaalfabriek in de Elzas stelde verhuizing naar Roemenië
voor, à 110 euro per maand.
De Franse arbeidscode schrijft inderdaad voor dat een overtollige werknemer
nieuw werk bij hetzelfde bedrijf moet worden aangeboden als dat voorhanden is.
Dit ongeacht de locatie, en ongeacht wat men denkt dat de werknemer ervan zal
vinden. Maar daar staat ook: ‘Een aanbod ver beneden het niveau van de
werkloosheidsuitkering kan niet als serieus worden beschouwd.’
Nare Joop H.:
Uit:
De Volkskrant, 25-09-2009, door Anet Bleich
Weg met de memo's, leve de netwerkgeneratie
... Politiek Den Haag doet alsof het de macht in het land
heeft, maar, constateert Hazenberg, een groot deel van die macht is weg gelekt
door globalisering en Europese regelgeving. ...
IRP: Vraag: wie heeft dan de macht? Antwoord: de grote instellingen + de
grote bedrijven = is oligarchie.
VK, op 29 april '10, 00:00, bijgewerkt 29 april 2010 15:34
Duitse aarzeling
Tussentitel: Duitsland benadeelt zichzelf door te wachten met de hulp aan
Grieken
Duitsland ziet zichzelf als de hoeder van de harde euro. Bij de ingrijpende
sanering van de sociale zekerheid, die vanaf 2002 haar beslag heeft gekregen,
werd verwezen naar het Stabiliteits- en Groeipact, dat een begrenzing van de
staatsschuld van de eurolanden tot 60 procent van het bbp beoogt. Van alle
eurolanden leek Duitsland nog het meest belang te hechten aan deze norm. Het had
er zijn solide D-mark, het waarmerk van de Bondsrepubliek en haar sociale
verworvenheden, tenslotte voor opgeofferd.
Tegen deze achtergrond is de Duitse aarzeling om het
noodlijdende Griekenland zonder meer te hulp te schieten alleszins invoelbaar.
Otto Normalverbraucher, de Duitse Jan Modaal, vraagt zich deze dagen enigszins
verongelijkt af waarom de Duitsers een land moeten helpen waar wordt gestaakt
voor het behoud van sociale voorzieningen die zijzelf drastisch hebben moeten
versoberen. Onder politici en economen is een vaak gehoord bezwaar tegen
overijlde hulpoperaties dat Duitsland, als een van de voornaamste donateurs,
daarmee mogelijk het enige middel uit handen geeft waarmee het de Grieken nog
tot goed gedrag kan aansporen.
De Duitse regering is zich bewust van de onontkoombaarheid
van steun aan Griekenland. Met het beschikbaar stellen van de toegezegde 8,4
miljard euro aan noodhulp wil ze echter wachten tot Griekenland
vertrouwenwekkende maatregelen heeft getroffen. Dit gedraal wordt mede in
verband gebracht met de verkiezingen, op 9 mei, in Noordrijn-Westfalen, de
deelstaat met het grootste electorale gewicht. Als bondskanselier Merkel een
beslissing over Griekenland niet tot na de verkiezingen kan uitstellen, wil ze
de kiezers in elk geval laten zien dat ze haar huid duur heeft verkocht.
Onderhand ziet het ernaar uit dat Duitsland te lang heeft
gewacht. Zolang twijfel heerste over zijn bereidheid de Grieken bij te staan,
drukten speculanten de kredietstatus van Griekenland verder naar beneden, en
kwam de eurozone maar niet tot rust. Intussen zijn de kosten van de Griekse
schuldensanering mogelijk opgelopen tot meer dan 100 miljard euro, en zal het
Merkel nog meer moeite kosten om de Duitsers ervan te overtuigen dat hulp aan de
Grieken ook in hun belang is.
VK, 24-04-2010, hoofdredactioneel commentaar
Schone perrons
De schoonmakers zijn na een staking van negen weken – de langste sinds 1933 –
weer aan het werk. Werkgevers en werknemers werden het donderdag eens over een
loonsverhoging van een kleine 3,5 procent over twee jaar.
Het onderhandelingsresultaat is een overwinning voor FNV Bondgenoten, aangezien
de partijen aanvankelijk mijlenver van elkaar stonden; werkgevers wilden de
nullijn vasthouden, terwijl werknemers 4 procent eisten. De schoonmakers kunnen
dus tevreden zijn, al hadden ze liever gezien dat de loonsverhoging per direct
zou worden ingevoerd. Ook blijft de vraag wat er terechtkomt van de belofte van
werkgevers en grote opdrachtgevers, zoals Schiphol en de NS, om te zorgen voor
‘goed opdrachtgeverschap’.
Bij de acties ging het de schoonmakers immers vooral om
dit laatste aspect. Ze wilden respect en oog voor de hoge werkdruk, het
belabberde salaris en hun soms erbarmelijke werkomstandigheden. Die missie is
geslaagd, met dank aan FNV Bondgenoten. Die wist het lot van de schoonmakers met
succes onder de aandacht te brengen. En dat bovendien zonder de sympathie van de
burger te verliezen die zich weken lang een weg door smerige stations en treinen
moest zien te banen.
Aandacht hebben de schoonmakers dus gekregen. Nu
is het zaak de positie van de werknemers aan de onderkant van de samenleving ook
blijvend op de agenda te houden. Vakbonden zullen bij werkgevers en
opdrachtgevers moeten blijven hameren op invulling van zogenoemd ‘goed
opdrachtgeverschap’. Dat wordt nog een lastige kluif. Opdrachtgevers en op hun
beurt schoonmaakbedrijven zeggen geen andere keuze te hebben dan op prijs te
concurreren. Europese aanbestedingsregels zouden geen ruimte laten voor andere
criteria.
Het zou opdrachtgevers en bedrijven sieren als zij in het
convenant voor ‘goed opdrachtgeverschap’ dat nu wordt uitgewerkt, hun
maatschappelijke verantwoordelijkheid daadwerkelijk oppakken en breken met de
hardnekkige aanbestedingsreflex om voor een dubbeltje op de eerste rang te
willen zitten.
VK, 23-02-2011, van verslaggever TJERK GUALTHÉRIE VAN WEEZEL
Vleesverwerker huurt voortaan Slowaken in voor vestiging in Enschede
Vion weert Nederlandse uitzendkracht
De Nederlandse uitzendkrachten van vleesverwerker Vion in Enschede kunnen
voortaan niet meer bij de runderslachterij aan de slag. Hun plek wordt ingenomen
door werknemers zonder Nederlands paspoort.
Tijdens een bijeenkomst na werktijd in de kantine maakten de
directeur van de Vion-vestiging in Enschede en de directeur van het
uitzendbureau De Combinatie dinsdag bekend dat hun samenwerking op die locatie
was beëindigd. Volgens FNV Bondgenoten heeft de slachthuisdirecteur verteld dat
hij voortaan zijn uitzendkrachten zou inhuren via het Slowaakse bureau DIOS. Ook
een medewerker van De Combinatie bevestigt dat DIOS de nieuwe uitzender zou
zijn.
De zestig uitzendkrachten die via De Combinatie in de Vion-vestiging in Enschede
werken zijn grotendeels oud-werknemers van Weyl Beef. Dat bedrijf ging vorig
jaar failliet en de boedel werd overgenomen door Vion. Via De Combinatie kon een
deel van het personeel ook aan de slag blijven. De Combinatie heeft geen ander
werk voor de mannen in de omgeving van Enschede. 'Wij werken wel voor enkele
varkensslachterijen van Vion, maar die zijn in het zuiden van het land', zegt
een medewerker.
Een woordvoerder van Vion wil 'uit concurrentieoverwegingen' niet zeggen met
welk bureau het bedrijf voortaan zal werken. Hij erkent dat een gevolg van de
nieuwe constructie kan zijn dat Nederlandse werknemers niet meer in dienst
komen. 'Een buitenlands uitzendbureau draagt sociale premies af in het
buitenland en het is dus voor Nederlandse werknemers niet aantrekkelijk om voor
ze te werken.'
De Vion-woordvoerder spreekt tegen dat het om een niet-gecertificeerd bedrijf
gaat, zoals FNV Bondgenoten beweert. 'Wij zijn een groot bedrijf en houden ons
aan de wet. Dus moeten wij met gecertificeerde uitzenders werken.' In het
register van gecertificeerde uitzendbureaus staat dat DIOS een aanvraag voor een
keurmerk heeft ingediend.
DIOS blijkt een groot vleesverwerkend bedrijf in Slowakije. Op de website wordt
over een uitzendorganisatie niets gezegd. Wel blijkt DIOS geregistreerd in De
Meern. Het lukte dinsdag niet een woordvoerder te spreken die Engels of Duits
machtig is.
Volgens Bondgenoten is dit een extreem voorbeeld van de manier waarop goedkope
Oost-Europeanen laaggeschoold Nederlandse medewerkers van de markt verdringen.
De concurrentie in de vleesverwerkende industrie is moordend. Zo zit Vion in de
markt met bedrijven in Duitsland, waar ze geen minimumloon kennen. De
oud-werknemers van Weyl verdienen ongeveer 2.100 euro netto per maand. Daarom
wordt gekozen voor goedkopere constructies, stelt de vakbond.
Tussenstuk:
Voordeel door lagere sociale premies
Uitzendbureaus uit andere EU-landen mogen actief zijn op de Nederlandse markt.
Het werk dat zij hier verwerven, moeten zij wel volgens de Nederlandse wet
honoreren.
Zij moeten zich dus aan de Nederlandse cao houden en premies
afstaan aan het pensioenfonds. Maar zij betalen hun overige sociale premies in
eigen land.
Dat kan een prijsvoordeel opleveren. Er waren bijvoorbeeld
tot voor kort Poolse uitzendbureaus in Nederland actief die door een dergelijke
constructie minder sociale premies hoefden af te staan dan hun Nederlandse
concurrenten. Inmiddels zijn de premies in Polen echter even hoog als die in
Nederland.
Naar Klassenstrijd, hoger
, Klassenstrijd
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|