Sociologische begrippen: culturele nederlaag, voorbeelden

Het effect van de culturele nederlaag speelt vermoedelijk bij de hele groep van niet-westerse immigranten, met als uitzondering twee groepen en een klein aantal speciale gevallen. De twee groepen zijn de net-binnengekomenen, die hun situatie in Nederland vergelijken met die in het land of cultuur van oorsprong, en zich (veel) beter af voelen. En als tweede groep zij die te dom zijn om het verschil te beseffen. Het kleine aantal speciale gevallen zijn zij die beseffen hoe veel geluk ze gehad hebben om hier toegelaten te zijn, en dat ook uiten. Daarvan zijn er in sociologisch opzicht verwaarloosbaar weinig - waarbij "sociologisch verwaarloosbaar" betekent: ze hebben geen invloed op de sociologische processen rond de niet-westerse immigratie.

Van de andere kant benaderd zijn er ook groepen aan te wijzen die extra gevoelig zijn voor het proces van de culturele nederlaag. Voor ieder van de niet-westerse immigranten groepen geldt dat dit zo is voor de intelligenteren onder hen: hoe intelligenter, hoe gevoeliger voor culturele nederlaag - dit omdat de intelligenteren ook het meest in staat zijn beide culturen waar te nemen. En voor de groepen geldt: naarmate meer culturele trots in de eigen groep, is er meer risico op culturele nederlaag. Wat dus bij uitstek van toepassing is op de moslims, die een superieure godsdienst aanhangen. Voor moslims is dit op een niveau dat vrijwel alle moslims die enig besef hebben van de westerse cultuur om zich heen, ze last hebben van culturele nederlaag. Hetgeen ze oplossen door bij elkaar in de buurt te gaan verblijven, iets dat sociologisch aangeduid wordt als "segregatie". Een van de drijvende kracht achter segregatie, waar te nemen in alle westerse landen, is niet discriminatie door de meerderheidsgroep, maar segregatie door de kracht van de culturele nederlaag - hetgeen dus geldt voor de slimmeren. De tweede kracht achter segregatie is onmacht om in de westerse maatschappij mee te komen, en geldt dus voor de minder-slimmen.

Om iets te weten te komen over het begrip "culturele nederlaag" van de kant van degenen die hem ondervinden, kom je dus automatisch uit bij de slimmeren, de "intellectuelen". En omdat je er ook iets van moet merken om ervan op de hoogte te geraken, zijn de op deze website aangeduid als de "woordvoerders".

Nu is in de verzameling Allochtonen, woordvoerders uitleg of detail al alles aangaande de culturele nederlaag terug te vinden, maar verspreid over een lang bestand. Op deze plek daarom een enkel geval, speciaal geanalyseerd ter illustratie van dit verschijnsel. Waarbij de keuze is gevallen op dat van Laila Ezzeroili, vanwege de redelijke compleetheid van de beschrijving en de gehanteerde sociologische formulering. Gevallen in die in een aantal opzichten het meest op lijken zijn die Anil Ramdas uitleg of detail en Sarbra Dahhan uitleg of detail .

Laila Ezzeroili was in de Volkskrant al eerder aan het woord gekomen, naar aanleiding van het op de agenda van de Tweede Kamer komen van het "Marokkanendebat", een debat aangevraagd door de PVV naar aanleiding van het doodschoppen door Marokkanen van grensrechter Richard Nieuwenhuizen. Welk agenderen slechts lukte omdat het het zoveelste voorval was in een redelijk lange en aaneengesloten reeks, waarin het vertrek van jihadi's naar Syrië, enzovoort uitleg of detail . Dit zijn de koppen van dat eerdere stuk (de Volkskrant, 03-04-2013, door Laila Ezzeroili):
  Wees trots Marokkaan te zijn

Wij, Nederlanders en Marokkanen, zijn gierend uit de bocht gevlogen in ons grote streven naar integratie. Met het 'Marokkanendebat' van donderdag als triest dieptepunt.


Tussentitel: Ik erger me. Steeds meer. Aan de Nederlanders. En aan de Marokkanen.

Dat 'ergeren aan Marokkanen' betrof dus niet hun wangedrag dat aanleiding was voor het debat, maar het feit dat ze zich niet genoeg trots op hun Marokkaanse afkomst betonen. En uit de rest van het artikel blijkt dat het ergeren aan Nederlanders niet was omdat Nederlanders zich niet genoeg trots op hun afkomst betoonden, maar vanwege het gedrag van Nederlanders.
    Het gehanteerde onderscheid aangeduid door het italiseren van de kernbegrippen in de voorgaande alinea is één van de zaken die in meer detail is uitgewerkt in het tweede stuk.
    Dit stuk dat we gaan analyseren verscheen in het katern Vonk van de Volkskrant, en had vermoedelijk ook een aanleiding. Dat was de uitgebreide reeks berichten over het frauderen met eindexamens bij de islamitische scholengemeenschap Ibn Ghaldoun, iets dat bij Elsevier het commentaar ontlokte dat dit hiermee wel op zeer fundamentele wijze de westerse cultuur en waarden werden ondergraven uitleg of detail . Iets dat natuurlijk allang in steeds sterkere mate het geval was, maar nu voor iedereen die dat wilde zichtbaar werd - en trouwens ook voor iedereen die het niet wilde maar toch enige intelligentie of gezond verstand heeft. Dit zichtbaar worden, is dus gevaarlijk voor de positie van de moslims en degenen die hen steunen. Nu is het niet mogelijk dit expliciet te bestrijden, want dan moet de zaak zelf, de examenfraude en het verraad dat erachter ligt, benoemd worden, en dat doet de poging tot goedpraten teniet. Dus wordt de zaak, zoals ook veel gedaan, van de andere kant aangepakt: laat zien dat de Nederlanders ook niet deugen. Dus kreeg Laila Ezzeroili nogmaals de gelegenheid om dat te betogen - in dat betoog komt de culturele nederlaag in bijna al haar aspecten aspecten langs.
    Nu is het natuurlijk onmogelijk, als je last hebt van "culturele nederlaag", dat begrip of de meer expliciete uitingen ervan, openlijk te benoemen - tenzij je het wilt toegeven maar dat is hier duidelijk niet het geval en voor deze analyse ook niet de bedoeling: culturele nederlaag is belangrijk daar waar de betrokkenen er last van hebben, en niet waar ze het toegeven. Het "lijden" aan culturele nederlaag moet dus verborgen blijven. Dat verbergen gaat door het manipuleren van de taal. De onderstaande analyse is in eerste fase meestal het decoderen van de gebruikte taal (de Volkskrant, 22-06-2103, door Laila Ezzeroili (1977), studeerde Europese Studies en is publiciste):
  Integreren? Ik kap ermee

Je kunt het op allerlei manieren proberen: meedoen met integratieprojecten, de westerse Marokkaan spelen, zieligheid cultiveren... Het helpt allemaal niet. De enige weg naar gelijkwaardigheid is emancipatie.

De kop kondigt zoals vaak de conclusie(s) aan. Het gebruik van de twee termen voor iets dat oppervlakkig hetzelfde lijkt, "integreren" en "emanciperen", is een eerste illustratie van de essentie van de keuze van terminologie.
    De eerste woorden van het artikel:
  Telkens wanneer het geschiedenisboek, biologieboek of aardrijkskundeboek het had over 'ons land', kromp ik onwillekeurig ineen. Een nog grotere gruwel was het zelf die woorden te moeten oplezen: 'ons land'. ... Bij het hardop uitspreken van de woorden 'ons land' voelde ik schaamte, want ik eigende me iets toe wat niet van mij was.

Oftewel: bij intelligenteren is het besef van het cultureel anders zijn van begin af aan aanwezig - of zoals al gesuggereerd: hoe intelligenter, hoe eerder:
  De bewustwording van mijn gemankeerde burgerschap begon in de zesde klas van de basisschool.
    Dat mijn burgerschap - al gebruikte ik toen natuurlijk het woord nog niet - een andere was dan dat van mijn blanke Nederlandse klasgenoten, was voor mij evident.

Een herhaling daarvan, nu met expliciete verwijzing naar de niet-eigen groep. En dit op een opvallende manier: met verwijzing naar etnie. Het had ook zonder gekund, want de situatie van waaruit Laila leefde was die van het zijn van een Marokkaanse, en de andere groep is dan die van de Nederlanders. Dat ze ook nog blank zijn, is eigenlijk een overbodige opmerking.
    De volgende zin:
  In de jaren tachtig heette je geen 'Marokkaanse Nederlander' of 'allochtoon', maar Turk. Of buitenlander. ...

Dit is een afkorting van:
  In de jaren tachtig werden immigranten van Marokkaanse afkomst door de Nederlanders niet aangeduid als 'Marokkaanse Nederlander' of 'allochtoon' zoals tegenwoordig, maar als "Turk" of  "buitenlander".

Deze bewering is onjuist. In de jaren tachtig werden alle niet-westerse immigranten, ook de Marokkaanse, aangeduid als "gastarbeider". De term 'Marokkaanse Nederlander' behoort namelijk tot de taal van de media, en de politiek en intellectuelen. Het behoort tot de taal van de politieke-correctheid. En in de taal van de politieke-correctheid in de jaren tachtig waren niet-westerse immigranten "gastarbeiders" en absoluut geen "Turk" of "buitenlander'- dat kon toen echt niet.
    Vermoedelijk is de beschrijving van Laila vanuit haar ervaring wel juist. Zij en haar groep werden aangesproken als "Turk" en "buitenlander". De oorzaak van deze discrepantie komt zo meteen aan de orde.
    De volgende zin:
  Integreren heette aanpassen ...

De term "integreren" is een synoniem van "aanpassen", met "integreren" als de nette variant, en "aanpassen" als de plattere en kalere.
    Het vervolg van de zin:
  ... maar de heilige graal van het volwaardig Nederlands burgerschap ...

De term "heilige graal" is een afkorting van "Een doel dat niet bereikt kan worden". Het doel dat niet bereikt kan worden is 'het volwaardig Nederlands burgerschap'. De term 'het volwaardig Nederlands burgerschap' staat niet verder omschreven.
    De term 'het volwaardig Nederlands burgerschap' is duidelijk essentieel in dit verhaal, want het is anders geformuleerd al langsgekomen in de vorm 'ons land' dat niet het land van Laila was. "niet van 'ons land' " oftewel "niet van Nederland" is hetzelfde "geen volwaardig Nederlands staatsburger". Dus is een analyse van 'het volwaardig Nederlands burgerschap' hier noodzakelijk.
     Het bijvoeglijk naamwoord in de combinatie 'het volwaardig Nederlands burgerschap' veronderstelt als eerste dus dat het begrip "Nederlands burgerschap" opgesplitst kan worden in delen die je al dan niet kan hebben.
    Als je dat als taak op je neemt, het begrip "Nederlands burgerschap" opdelen, of analyseren, moet je beginnen met de belangrijkste tweedeling: de formele en informele componenten. De formele componenten betreft er slechts één: het verkrijgen van het staatsburgerschap. Dat heb je, of dat heb je niet. En als tweede: de Nederlandse culturele identiteit.
   Nu is het ongetwijfeld zo dat Laila, en haar familie, het Nederlands staatsburgerschap hadden en hebben, want dat is ergens midden jaren zeventig geregeld voor alle immigranten. En even ongetwijfeld is dat Laila, met haar zo gedetailleerde kennis van andere soortgelijke zaken, dat geweten moet hebben. Haar ter sprake stellen van Nederlands burgerschap betreft dus het andere deel: de "Nederlandse culturele identiteit". het eerste deel van de laatste zin van Laila is dus als eerste te reduceren tot:
  ... maar de heilige graal van de volwaardige Nederlandse culturele identiteit ...

Het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord 'volwaardig' verondersteld het bestaan van een volwaardige en een niet-volwaardige Nederlandse culturele identiteit. Die volwaardige Nederlandse culturele identiteit is dan ook aan te duiden als "de Nederlandse culturele identiteit". In de jaren tachtig waar Laila het over heeft, bestond het begrip "de Nederlandse culturele identiteit" niet. Het bestond nog steeds niet in de jaren 2000, volgens de gehele Nederlandse bovenklasse, want die liet een zeer hoge vertegenwoordiger, destijds prinses Máxima, als echtgenote van de destijds troonopvolger staande onder ministeriële verantwoordelijkheid, dit uitspreken.
    Het vervolg van de zin:
  .... het volwaardig Nederlands burgerschap kon je daar toen nog niet mee verdienen.

Vertaald luidt de zin dus:
  .... maar de heilige graal van de volwaardige Nederlandse culturele identiteit kon je daar toen nog niet mee verdienen.

Dat kan dus niet, omdat niemand dat kan.
    Als niemand voldoet aan het criterium voor "de volwaardige Nederlandse culturele identiteit", dan heeft als het voorgaande geen zin. Er bestaat geen onderscheid tussen Nederlanders en Marokkaanse immigranten. Terwijl dat onderscheid de essentie van het verhaal is. Er zijn dus grote groepen Nederlanders die wel voldoen aan het criterium voor "de volwaardige Nederlandse culturele identiteit", en groepen die daaraan niet voldoen. Oftewel: dat "volwaardig" heeft niet de betekenis van "geheel" of "absoluut". Oftewel: de term "volwaardig" is in feite die van "voldoende".
   Herschrijf de zin nu met deze invulling:
  .... maar de heilige graal van een voldoende Nederlandse culturele identiteit kon je daar toen nog niet mee verdienen.

Dit heeft op zijn minst de schijn van een contradictie: 'de heilige graal' is principieel onbereikbaar, en iets als "een voldoende Nederlandse culturele identiteit" is principieel duidelijk wel bereikbaar. Oftewel: er is een keuze noodzakelijk. De door Laila gemaakte keuze blijkt uit de herformulering van de zin in de absolute betekenis, met aanvulling van de erop volgende zin:
  Met aanpassen kon je het volwaardig Nederlands burgerschap toen niet verdienen. Wij pasten ons dus niet aan.

Hier volgt de tweede zin uit de eerste.
    De andere interpretatie:
  Met aanpassen kon je een voldoende Nederlandse culturele identiteit toen niet verdienen. Wij pasten ons dus niet aan.

Hier volgt de tweede zin duidelijk niet noodzakelijkerwijs uit de eerste. Op zijn minst dient hier benoemd te worden welke aspecten van de Nederlandse cultuur het aanpassen onmogelijk maken.
    Hier is de volgende zin:
  Waarom zouden we? Witter werden we er niet van ...

Hier wordt geïmpliceerd oftewel indirect gesteld wordt dat door Laila ingevoerde 'het volwaardig Nederlands burgerschap' oftewel de "de absolute Nederlandse culturele identiteit" alleen geldt voor witte Nederlanders.
    Deze geïmpliceerde stelling maakt wel het ervoor gaande over de volwaardig Nederlands burgerschap begrijpelijk: als je veronderstelt dat Laila de Nederlandse etnie, de kleur, indeelt bij 'het volwaardig Nederlands burgerschap', is het natuurlijk onmogelijk om 'het volwaardig Nederlands burgerschap' te verwerven.
    En als slot van deze sectie van het artikel:
  Witter werden we er niet van en van een 'ons land' konden we alleen maar dromen.

Dit legt de verbinding met de eerste alinea uit het artikel, over het gebruik van 'ons land', waarin Laila stelde dat de term 'ons land' haar ineen deed krimpen. Dat was dus omdat ze meende dat de term "ons land" niet sloeg op haar, en dat de term niet sloeg op haar, ontleende aan het idee dat ze niet het volwaardig Nederlands burgerschap bezat, en dat ze niet volwaardig Nederlands burgerschap bezat lag eraan dat ze niet wit was.Oftewel: Laila stelde 'ons land' gelijk met "de witte Nederlanders". Op de leeftijd dat ze naar de basis- en de middelbare school ging.
    Na deze uiteenzetting van hoe ze de zaken rond burgerschap en haar positie daarin destijds zag, gaat Laila daarna bespreken hoe ze de witte Nederlanders destijds zag:
  Ik woonde in een wijk bevolkt door kampers en een paar Turken.

De term "kamper" slaat op bewoners van een woonwagenkamp of een plek die een soortgelijke functie vervult - er zijn er 30.000 in Nederland (bron: Wikipedia). Ze vormen sterk gesloten gemeenschappen, war de "burgers", met name de politie en de belastingdienst, niet welkom zijn. De kans dan immigranten in een kamp terecht zijn gekomen is nihl, en in ieder geval volstrekt niet representatief.
    Of Laila en haar familie daadwerkelijk temidden van kampers hebben gewoond, blijkt uit de erop volgende alinea: 
  Gastarbeiderskinderen leren de Nederlandse - heterogene en gesegregeerde - samenleving doorgaans kennen via de onderklasse.

Hier is niet sprake van "kampers", maar van "de onderklasse". Dat zijn twee verschillende begrippen. "Kampers" behorende tot de onderklasse, maar de onderklasse bestaat uit meer dan kampers. De onderklasse is ergens rond de onderste kwart tot een ruime derde van de maatschappij, afhankelijk van de criteria.
    Hier moet dus gekozen worden: waren het echte "kampers" of gewone Nederlanders uit de onderklasse. Dat laatste is numerieke en sociologisch veel waarschijnlijker, en in ieder geval het enige representatieve geval.
    De term "kampers" is hoogstwaarschijnlijk bedoeld als beschrijving van het gedrag van die gewone Nederlanders.
    De termen 'heterogene en gesegregeerde' als kenmerk van de Nederlandse samenleving dienen vergeleken te worden met andere samenlevingen. Bijvoorbeeld degen die Laila heel goed kent: de Marokkaanse. Zonder verder bewijs hiervoor aan te dragen kan gesteld worden dat vrijwel alle niet-nederlandse maatschappijen matig tot zeer veel meer gesegregeerd en heterogeen zijn als de Nederlandse. De egaliteit ("premier op de fiets") en homogeniteit van Nederland wordt door buitenlanders genoemd als een van de eerste en meest opvallende kenmerken.
    De volgende zin:
  Laagopgeleid, arm en een kort lontje, dat hadden we gemeen met de kampers.

En merk op: Laila plaatst de eigen groep op hetzelfde niveau als de "kampers" -  de onderklasse. Volgens de informatieregels uitleg of detail klopt dat dus wel want het is een negatieve kwalificatie over de eigen groep. En de kwalificatie van de Nederlanders als "kampers" is een negatieve kwalificatie van een andere groep, en die klopt dus waarschijnlijk niet.

  Wij noemden ze vieze zigeuners, zij noemden ons vieze Turken.

De eerste vermelding van wat de andere partij er van vindt om samen te moeten leven met mensen die hen aanduidden als "kampers" en "zigeuners' - merk op dat "kampers" juist geen zigeuners zijn, in de zin van Roma of Sinti, maar vrijwel uitsluitend blanken (bron: Wikipedia).
  De frase 'rot op naar je eigen land' lag hun in de mond bestorven en, eerlijk is eerlijk, daar hadden wij niet van terug.

Merk op dat deze frase ook in het heden niet door Laila bestreden wordt.
  Zij waren ontegenzeggelijk Nederlandse burgers. Dat zat hem in de huidskleur en de taal.

Merk op dat hier het voor de hand liggende en triviale staat. Uitgaande van een positie als Nederlander. Het feit dat het als opmerkenswaardig vermeld staat, kan alleen vanuit de positie van de niet-Nederlander.
  Gelukkig hadden we televisie en gingen wij kinderen naar school in de wat nettere wijk die aan het blanke stadscentrum grensde.

Hiermee wordt het gestelde van Nederland als heterogene en gesegregeerde maatschappij tegengesproken - in een heterogene en gesegregeerde maatschappij is het niet mogelijk naar school te gaan in een andere en betere wijk.
  Zo zagen we tenminste 'normale' Nederlanders. Althans, normaal in de zin dat ze sociaal en ontwikkeld waren.

Merk als eerste op dat dat 'sociaal en ontwikkeld' dus niet bekend was uit de eigen cultuur.
    Merk als tweede op dat 'sociaal en ontwikkeld' niet hetzelfde is als 'normaal'. "Normaal" is "volgende de norm", en de meeste interpretatie van wat de "norm" is, gaan uit van iets dat lijkt op de meerderheid of het gemiddelde. In ieder geval "ontwikkeld" is iets dat dicht staat bij de bovenste derde van een maatschappij, en dat is dus niet de "norm" noch "normaal" - daarom wordt het ook apart gekwalificeerd als "ontwikkeld". De tweede van deze zinnen is een contradictie.
  De meeste Nederlanders rond de school, vast PvdA-stemmers, waren buitengewoon geïnteresseerd in gekleurde kinderen.

De bevestiging: dit gaat over de bovenste derde van de maatschappij in het verhaal.
  Ze vonden ons Marokkaanse en Turkse kinderen vooral zielig:

Een interpretatie van de positie van de bovenste derde van de maatschappij ten opzichte van niet-westerse immigranten. De daadwerkelijke feiten waren:
  ... onze ouders kwamen nooit op school, we mochten niet mee op schoolreisje en aan speelafspraken deden we ook al niet. En we waren arm: droegen afdankertjes en bezaten geen speelgoed. Ze waren goed voor ons, de meesters en juffen en de ouders van klasgenoten. Waar ze konden, vulden ze lacunes op die armoede en bange ouders in onze kindertijd hadden geslagen.

  Maar ook nu bleven wij Marokkaan of Turk en zij Nederlander.

Wederom qua feiten een triviale opmerking. Was er geen sprake geweest van Turken en Marokkanen in de zin van immigranten die geen deel uitmaakten van de Nederlandse cultuur maar van de Turkse en Marokkaanse, was dit alles niet geschreven (uit de sciencefiction: als een planeet bewoond wordt, volgt daar automatisch uit dat die planeet bewoonbaar is).
    Merk op dat deze opmerking qua intentie, die duidelijk is dat Laila net als Marokkaan maar als Nederlander gezien wilde worden, in contradictie is met de strekking van haar eerste artikel - dat ontwikkeling of behoud van de trots op het Marokkaan-zijn beoogd.
  Zij hielpen en wij werden geholpen.

Wederom qua feiten een triviale opmerking. Merk op dat het hier gaat over Laila en een beperkt aantal andere gevallen. Het ruime merendeel der niet-westerse immigranten bewoont nu wijken die het karakter hebben van sociale-achterstandswijken. 
    Dat was fase één van het proces. Nu fase twee en drie:
  Nog zwarter - en minder gelijkwaardig - werd ik op het witte en rijke vwo en later de universiteit.

Het vwo is namelijk voor de bovenste 15 procent, en de universiteit de bovenste 5. In ieder geval in de jaren tachtigen negentig, waar Laila het over heeft.
    Merk op dat het verschil in sociale toestand door Laila zonder verdere uitelg vertaald wordt in kleur, dus etnie. Merk ook op dat voor het eerste de term "gelijkwaardigheid" valt. Merk ook op dat Laila het gedrag van haar omgeving interpreteert als dat die sociale omgeving vond dat ze minderwaardig was.
  Cultuurschok!

De cultuurschok van iedereen uit de lagere klassen die op het vwo en de universiteit komt. Ook de blanken.
    De details aangaande fase 2
  Als onzekere puber en jongvolwassene wilde ik er natuurlijk bij horen. 'Kinderen voor Kinderen'-Nederlands, geen plat Zwols. Ik kon echter niet veel doen aan mijn beperkte mogelijkheden voor statusverhogende merkkleding en dure vrijetijdsbesteding. Oilily, Kipling, hockey en wintersport: een ver-van-mijn-bedshow. In mijn wereld droegen we Zeeman, keken we tv ...

Dat is volkomen identiek aan de ervaringen van blanke laagopgeleide Nederlanders.
  Dat heb ik geweten: de eerste jaren van de middelbare school werd ik stelselmatig genegeerd ...

Dit constateert een standaard groepsverschijnsel. Sociale groepen kennen een samenstel van culturele en sociale signalen die per groep verschillen - relevant en redelijk bekend voorbeeld: kijk je bij een eerste ontmoeting iemand aan, of sla je de ogen neer. Dit is wederzijds volkomen uitsluitend, en verschilt tussen Laila's cultuur en die van de Nederlanders. Hiervan zijn er talloze andere voorbeelden. Sociaal werkt het zo dat als je naar een groep de verkeerde sociale en culturele signalen afgeeft, die groep reageert met afwijzing tot afkeer. De Nederlandse groep heeft op de meest positieve manier gereageerd, met negeren.
  ... de eerste jaren van de middelbare school werd ik stelselmatig genegeerd en heimelijk bespot.

De uitspraak omtrent het heimelijk bespotten is te ontleden in twee stuks: "Ik werd niet bespot" tezamen met "Ik  heb een vermoeden van bespot zijn". Het eerste, positief voor de negatief beoordeelde andere groep, is hoogstwaarschijnlijk wel waar, het tweede, de vooroordelen bevestigend, hoogstwaarschijnlijk niet.
  Om geaccepteerd te worden moest ik een andere strategie kiezen. Ik besloot met alles wat ik in me had de rol te spelen van 'de Marokkaan die anders is dan de andere Marokkanen'. ABN-sprekend, ijverig en als bonus een geëmancipeerde, verwesterde vrouw. Deze opstelling bleek erg comfortabel en profijtelijk.

De constatering van triviale feiten omtrent de werking van sociologisch processen: in iedere groep moet je om geaccepteerd te worden je houden aan de sociale en culturele gewoontes van de groep. Wil je lid worden van de groep "PSV-supporters", moet je geen Feyenoord-sjaal dragen. Wil je naar de moskee, dan moet je buigen voor Allah tezamen met de andere moslims. We mogen aannemen dat met name dit laatste soort voorbeelden bij Laila bekend is.
    Dus wat Laila met deze opmerking laat zien, is dat ze vindt dat dit voor haar en vermoedelijk ook haar groepniet zou moeten gelden. Dat de regels van de acceptatie binnen een  groep opzij zouden zetten speciaal voor haar en haar groep. Op zich weer logisch, als je in aanmerking neemt dat ze moslima is - in ieder geval opgevoed met die normen. Moslims vinder altijd en per definitie dat anderen zich moeten aanpassen aan hen. Zij hebben het superieure geloof en dat is ook nog eens de zin van hun leven.
    De laatste zin bevestigt ook het oordeel van Laila dat ze zich tot aanpassing gedwongen voelde. Dat impliceert dat ze zich eigenlijk  niet wilde aanpassen, maar uit anderszinse en niet vermelde maar te raden motieven het toch gedaan heeft - die motieven zijnde die van materiële profijtelijkheid
    De details aangaande fase 3:
  Op de universiteit werd het een tweede natuur me op te stellen als dankbaar studieobject van de amateurantropologen: mijn medestudenten en docenten. Ik werd leuk en interessant gevonden, want ik was de 'positieve uitzondering'.

De tweede zin vermeldt dat Laila positief benaderd werd. De eerste zin geeft de reactie van Laila daarop weer.
    Hiermee zijn we kennelijk aan het einde van de weg van Laila door de Nederlandse schoolinsituties. De samenvatting tot nu toe van Laila zelf:
  Wat had ik tot nu toe dus bereikt? Ik was buitenlander geweest voor de onderklasse, hulpbehoevend voor de middenklasse en een interessant exotisch exemplaar voor de bovenklasse.

De term 'bereikt' klopt hier niet: dit zijn allemaal zaken die ze ondergaan heeft. Althans, volgens wat er door Laila zelf beschreven is. De ervaringen met drie Nederlandse klassen zijn allemaal negatief. Oftewel: alle ervaringen van Laila met Nederlanders zijn negatief.
    En de belangrijkste les van al die negatieve ervaringen was:
  Ik leerde: als een witte Nederlander analfabeet, homofoob, seksistisch, antisemitisch of werkloos is, staat zijn burgerschap nog steeds buiten kijf.

In het voorgaande zijn homofobe, analfabete, seksistische, antisemitische of werkloze Nederlanders niet langsgekomen. Laila heeft ze dus niet ontmoet of die ontmoeting was niet relevant voor dit verhaal. De mogelijkheid is dat ze dit veronderstelt.
    Merk op dat Nederland, voor en na de komst van niet-westerse immigranten, de aanwezigheid kende homofobe, analfabete, seksistische, antisemitische, werkloze en nog talloze andere soorten Nederlanders kende. Het constateren dat dit Nederlanders zijn, is het constateren dát er Nederlanders zijn van een dusdanige hoeveelheid dat er van al de genoemde en talloze andere soorten vertegenwoordigers te vinden zijn in de Nederlandse bevolking.
    De zin van Laila is dus vermoedelijk een constatering dat haar burgerschap, dat wil zeggen: het hebben van voldoende Nederlandse culturele eigenschappen, niet buiten kijf staat - een herhaling dus van eerdere soortgelijke opmerkingen.
    Deze samenvatting wordt gevolgd door de eerste opmerking over een mogelijk transitieproces van net naar wel voldoende Nederlanderschap:
  De integratieroute naar het Nederlands staatsburgerschap doet me vaak denken aan de zoektocht naar het land Fantasia, dat bedreigd wordt door het 'Niets' uit de kinderfilm The NeverEnding Story. De held van het verhaal krijgt onderweg dwingende, maar cryptische instructies. Zo is het met integratie ook: je moet integreren om Fantasia te bereiken en te redden van verval, maar geen exponent van de integratie-industrie vertelt je precies hoe dat moet.

Nogmaals de verwarring omtrent de termen rond burgerschap: het staatsburgerschap heeft Laila op dat moment allang - waar ze op doelt, is de Nederlandse culturele identiteit. Als je die term aanpast, staan er weer trivialiteiten: natuurlijk is er geen recept voor het verwerven van een andere cultuur, want het gebruikelijke proces is dat van tientallen jaren inprenting, startende vanaf de geboorte. Met name de zo sterk vormende eerste jaren hiervan, zijn vrijwel onmogelijk te reproduceren.
    Grappig, ook, dat 'integratie-industrie'. Natuurlijk is wel zo dat als je dit soort activiteeten afschaft, je dan weer van Laila (cum suis) het verwijt krijgt dat "de zwakkeren in de kou worden gezet" en dergelijke. Gevolgd door opmerkingen over blank racisme.
    Daarna volgt het probleem waar het om gaat:
  Hoe wórd je dan gelijkwaardig, zodat je net als witte Nederlanders jezelf mag zijn, in al je menselijkheid, dus ook onvolkomenheid?

Natuurlijk slechts pathetiek ... Dit. Een demonstratie van hoe diep de gevoelens zijn. Van afkeer. Van Nederlandse cultuur en waarden
    Laila geeft zelf het antwoord:
  Niet door 'integratie' in elk geval.

Oftel: "Niet door het overnemen van Nederlandse waarden".
    Laila geeft ook argumentatie voor deze stap:
  Zoals antropoloog Martijn de Koning betoogde (Stop met integratie, Vonk, 13 april 2013): ...

Een opmerking waar inhoudelijk geen acht op geslagen hoeft te worden, want "Professor Weetal heeft gezegd dat de maan van groene kaas is" uitleg of detail , en daar slaan we hier ook geen acht op. 
    Het feitelijke argument volgde er direct op:
  ... 'integratie' ... lijkt vooral een middel om de natiestaat en de positie van de elites daarin te versterken.

Er is geen enkel pad zichtbaar tussen de genoemde begrippen. Een verband tussen "integratie" en natiestaat wordt weerlegd door het feit dat precies hetzelfde speelt tussen culturen die geen natiestaat vormen. Een verband tussen "integratie" van immigrantengroepen en de positie van de elites ten opzichte van de rest van de maatschappij is er misschien, maar dan in het negatieve: de pogingen van de elites om de allochtone immigrantengroepen te laten integreren heeft ze in conflict gebracht met de rest van de maatschappij - wat in de eerste citaten te zien was in uitspraken van de onderklasse van de vorm: "Rot op naar je eigen land". De steun van de elite aan de allochtone immigranten is universeel en universeel bekend, en de weerstand van de onderste tweede tegen die elite stamt daar voor een groot deel van. Het is precies andersom als Laila stelt.
    Deze onjuiste argumentatie wordt gebruikt voor de volgende conclusie:
  Ik kap er dus mee, met integreren.

Dat 'dus' is dus op zijn minst een "non sequitur" uitleg of detail : de conclusie volgt niet uit het gestelde.
    In termen van het onderwerp van het artikel staat hier dus het volgende: "Ik neem geen Nederlandse culturele waarden meer over", onder het aanvoeren van een ongeldige reden, dat wil zeggen, equivalent aan "Ik neem geen Nederlandse culturele waarden meer over omdat de maan van groene kaas is".
    Daarna volgt:
  Ik wil een gelijkwaardig burgerschap en zonder schaamte of ongemak 'ons land' kunnen zeggen.

Vertaald in de eerder gedefinieerde termen: "Ik wil de Nederlandse culturele identiteit, zonder de Nederlandse culturele waarden over te nemen".
    Hierin staat weer een term die iets duidelijk lijkt te zeggen, maar dat niet doet: 'Ik wil'. Dit is een wens tot het verkrijgen van iets, zonder dat vermeld wat van wie de gewenst zaak verkregen moet of kan worden. Dat burgerschap moet daartoe weer eerst gesplitst worde - het staatsburgerschap heeft Laila al gekregen, en dat andere wat ze wil is voldoen aan de normen van "heeft voldoende Nederlandse culturele waarden'. Voor het voldoen aan die normen bestaat er slechts één criterium: hoe gedraag je je ten opzichte van je medemensen, met name natuurlijk de Nederlanders.
    Hier lijkt dus sprake van een tegenspraak: Laila wil geen Nederlandse waarden meer overnemen, én: Laila wil de voorechten van het voldoen aan het hebben van voldoende Nederlandse waarden.
    En weer direct eropvolgend:
  Ik wil een inclusief burgerschap, geen exclusief.

Er wordt hier niet vermeld welke zaken ingesloten zouden moeten zijn. Vermoedelijk wordt hier bedoeld dat iedereen het Nederlandse burgerschap moet krijgen, dat wil zeggen: dat iedereen voldoende Nederlandse culturele eigenschappen moet krijgen. Oftewel: dit is een herhaling van het voorgaande.
    En weer daarop volgend:
  En zeker niet als die exclusiviteit meer samenhangt met kleur dan met cultuur.

Een uitspraak met een voorwaarde: als 'die exclusiviteit meer samenhangt met kleur dan met cultuur'. Hier betekent 'exclusiviteit' dat sommige Nederlandse staatsburgers niet voedoen aan voldoende van de Nederlandse culturele eigenschapapen om gezien te worden als Nederlander door de Nederlanders. Het gaat over en specifiek soort "exclusiviteit" oftewel "niet als Nederlander gezien worden", namelijk de soort gebaseerd op ras. Oftewel: dit is een beschuldiging van racisme. Deze beschuldiging is niet geadresseerd aan een specifiek genoemde persoon, of een specifieke genoemde zaak. Dan moet het slaan op de meest voor de hand liggende wel genoemde zaak. Die wel genoemde zaak is "de Nederlanders'. Oftewel:: dit is een beschuldiging van racisme gericht aan de Nederlanders.
    De laatste geciteerde uitspraak is dus te vertalen in: "En zeker als het niet Nederlandse culturele burger-zijn, is gebaseerd op racisme".
    Hier staat dus niet, afgekort: "Ik wil Nederlander genoemd worden omdat Nederlanders anderen buitensluiten op grond van racisme", maar afgekort, "Ik wil Nederlander genoemd worden als Nederlanders anderen buitensluiten op grond van racisme".
    Nu zou het natuurlijk ook zo kunnen zijn dat Nederlanders anderen niet buitensluiten op grond van racisme, anders was dat 'als' overbodig. Dan zou er staan: "Ik wil Nederlander genoemd worden omdat Nederlanders anderen niet buitensluiten op grond van racisme". Dat is onzin. Daar zou dan ook kunnen staan :"Ik wil Nederlander genoemd worden omdat de maan niet van groene kaas is" - of welke willekeurige andere uitspraak die niets te maken heeft met "Nederlander genoemd worden'. Oftewel: deze versie reduceert tot: "Ik wil Nederlander genoemd worden door Nederlanders". Oftewel: dit is weer een herhaling van het voorgaande.
    Nu is al twee keer eerder gezegd door Laila dat ze Nederlanders genoemd wil worden. De derde keer uitspraak onderscheidt zich dus alleen door een beschuldiging van racisme. Wat alleen relevant is als het een reële mogelijkheid is. Hier stelt Laila dus dat het een reële mogelijkheid is dat Nederlanders racisten zijn.
    Dan volgt een nieuwe alinea, en wordt er overgestapt op alternatieven voor het "integreren", dat wil zeggen: het overnemen van Nederlandse culturele eigenschappen:
  Liever wil ik emanciperen.

Volgens de Wikipedia-definitie is emanciperen "het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie". Het gebruik van "emanciperen" is onjuist om meerdere redenen - ten eerste: de groep waar het om gaat zijn (niet-westerse) immigranten, die vrijwillig naar Nederland gekomen zijn. Ze zijn dus niet achtergesteld, oftewel: "op een minder positie door het toedoen van anderen", maar kunnen hoogstens zichzelf achtergesteld hebben. Ten tweede: niet-westerse immigranten worden door Nederlanders, te midden over alle vormen van contact tussen niet-westerse immigranten en Nederlanders, zwaar bevoordeeld uitleg of detail - bijvoorbeeld door een evenredigheidsbeleid daar waar niet-westerse immigranten niet mee kunnen komen uitleg of detail .
   Het direct vervolg:
  Niet omdat we de dominante groep ...

De introductie van een belangrijke nieuwe term: 'we' - Laila is overgestapt van eigen ervaringen naar spreken als representant van een eigen groep. Een groep die staat tegenover een 'dominante groep'. We mogen aannemen dat de eigen groep die der Marokkanen is, en de dominante groep die der Nederlander, voorheen aangeduid als 'witte Nederlanders'. We mogen ook aannemen dat dit dus ook de groep is die stopt met integreren, dus geen Nederlandse culturele waarden meer overneemt.
   Het directe vervolg:
  ... de dominante groep, de zogenaamde échte Nederlanders ...

Weer een nieuwe term 'de zogenaamde échte Nederlanders'.  Ook hier moeten we aannemen dat het gaat over de voorheen 'witte Nederlanders', maar zijn de 'zogenaamd echt'. Hiermee wordt gesteld dat de 'witte Nederlanders' niet hetzelfde is als 'de échte Nederlanders'. Vermoedelijk wordt hiermee bedoeld dat  alle Nederlandse staatburgers échte Nederlanders zijn, en de 'witte Nederlanders' de 'zogenaamd échte Nederlanders'.
    Nu wat langer en de zin ervoor, minus een ander stukje::
  Liever wil ik emanciperen. ... omdat we gezonde relaties met ze willen. Slijmende allochtonen en Nederlanders, hengelend naar elkaars achting en acceptatie ... dat mag wel eens over zijn.

Dit introduceert twee nieuwe concepten: Slijmende allochtonen die hengelen naar achting en acceptatie van Nederlanders, en Nederlanders die hengelen naar de achting en acceptatie van allochtonen. Te beginnen met dat laatste: Laila heeft Nederlanders zelf al ingedeeld in drie klassen. Van de bovenste en middelste klassen mag je op grond van de woorden van Laila als vaststaand aannemen dat ze geen enkele daadwerkelijke behoefte hebben aan achting of acceptatie van allochtonen. Ze hebben achting en acceptatie genoeg van zichzelf - mensen uit de eigen groep. Het zijn geslaagde Nederlanders. Van de resterende groep, de Nederlandse onderklasse, weten uit eerdere citaten, dat ze absoluut geen achting en acceptatie wensen van allochtonen.
    Oftewel, wat in het laatste citaat staat reduceert tot: "Liever wil ik emanciperen. ... omdat we gezonde relaties met ze willen. Slijmende allochtonen ... hengelend naar ... achting en acceptatie ... dat mag wel eens over zijn.".
    Nu wordt het citaat wat verder aangevuld: 
  Liever wil ik emanciperen. ... omdat we gezonde relaties met ze willen. Slijmende allochtonen en Nederlanders, hengelend naar elkaars achting en acceptatie, de schijn ophoudend van gelijkheid, dat mag wel eens over zijn.

Hier staat dus extra dat er een situatie is dat er de schijn van gelijkheid wordt opgehouden. Oftewel: dat er geen gelijkheid is. En ten tweede dat die schijn "ook wel eens over mag zijn".
    Het staat er niet specifiek, maar hier mogen we aannemen, gezien het voorgaande, dat Laila hier doelt op een achterstand van allochtonen ten opzichte van Nederlanders. Die ze hierboven zo uitvoerig beschreven heeft.
    Kijk, daar zit natuurlijk de crux van het probleem van dit soort mensen: ze beseffen de culturele achterstand van de groep, maar deel uitmakende van die groep willen ze toch dat die achterstand er niet is.
    Een overbrugbare dichotomie. Leidende tot geestelijk lijden. Vandaar de pathetiek waarin dit alles gegoten is.
    En waarbij hoort het voortdurende erover wrijven.
    Zie de eerste zin van de volgende alinea  - die begint met een eerste heromschrijving van de term ongelijkheid:
  Als je een lagere status dan de dominante groep hebt ...

De gelijkheid bestaat volgens dit fragment dus uit een lagere status voor de niet-dominante groep(en).
  ... zul je zelf aan de bak moeten om dat verschil in te lopen.

Dit fragment amendeert dat. Want stel je woont als westerling in Saoedi-Arabië. Dan zijn de arabieren de dominante groep. Toch zal geen westerling het in zijn hoofd halen zich aan te passen aan de Arabieren, omdat hij naar Saoedi-Arabië is gegaan juist omdat hij geen Arabier is. Arabieren rijden namelijk op hun kamelen door de woestijn, en westerlingen bouwen zaken die de Arabieren graag willen, tegen betaling door de Arabieren - met het geld van de olie die in de woestijn onder de grond zit.
    De westerling in Saoedi-Arabië hoeven dus hemaal niet aan de bak om het verschil met de Arabieren in te lopen. Toch moeten de Marokkanen in Nederland wél aan de bak om het verschil in te lopen. Het 'verschil' is dus niet zomaar een "verschil", maar een "achterstand".
    Wat in het eerste deel van de laatste zin dus genoemd wordt 'lagere status', is in het tweede deel dus "sociale achterstand".
    Hierna volgt een uitgebreidere uitleg van vele zinnen van de term ongelijkheid. Die kan integraal overgenomen worden, omdat het niet meer gaat over de verhouding tussen allochtone groepen en de groep echte Nederlanders, en er dus weer normale taal gebruikt kan worden:
  Met emancipatie heb ik al enige ervaring: mijn emancipatie als vrouw is lang geleden begonnen en helaas nog lang niet voltooid. Die persoonlijke feministische strijd ging in eerste instantie over vrijheden. Ik wilde evenveel rechten en vrijheden als jongens en mannen. Dat bleek echter niet genoeg, ik was nog steeds ongelijkwaardig. Waar dat hem in zat, snapte ik pas toen ik in een boek van de Egyptische schrijfster en feministe Nawal El Saadawi iets las dat mijn ogen voorgoed opende voor de vele gedaanten van onvrijheid, ongelijkheid en onderdrukking.
    El Saadawi vergeleek gaatjes prikken in de oren van jonge meisjes om daar oorbellen in te steken met rituele meisjesbesnijdenis, en beschouwde beide als seksuele verminking, bedoeld om mannen te behagen. Ik vond dat statement in eerste instantie natuurlijk nogal radicaal. Maar het bleef me bij en het leerde me de natuurlijke orde der dingen wantrouwen.
    Daardoor weet ik nu dat emancipatie niet de strijd is tegen geïsoleerde daden van onrechtvaardigheid, maar tegen het defectieve beeld van de vrouw, moslim, homo, jood, allochtoon, enzovoort, dat ten grondslag ligt aan discriminatie en uitsluiting. De 'natuur' van een groep wordt zo verbeeld dat onderscheid maken legitiem lijkt. Oorbellen, hoofddoeken, hoge hakken en vrouwenbesnijdenis belichamen allemaal eenzelfde vrouwbeeld: de vrouw als seksueel wezen, wier lichaam allereerst dient om mannen te behagen. Feministen ageren daarom tegen naakt én bedekt, wanneer het uitingen zijn van eenzelfde bekrompen vrouwbeeld.

Hier wordt dus niet mee gegoocheld met begrippen, maar wel gewone denkfouten gemaakt. De eerste:
  El Saadawi vergeleek gaatjes prikken in de oren van jonge meisjes om daar oorbellen in te steken met rituele meisjesbesnijdenis, en beschouwde beide als seksuele verminking, bedoeld om mannen te behagen.

Een volstrekt manke vergelijking, natuurlijk. Besnijdenis gaat gepaard met grote hoeveelheden dwang en veel tranen, en het prikken van gaatjes voor oorbellen willen meisjes zelf, in de meest gevallen graag - en ze regelt het ook nog zelf. Er komt niets van dwang aan te pas.
     De tweede denkfout is van Laila zelf en van dezelfde soort:
  ...Ik vond dat statement in eerste instantie natuurlijk nogal radicaal. Maar het bleef me bij en het leerde me de natuurlijke orde der dingen wantrouwen.
    Daardoor weet ik nu dat emancipatie niet de strijd is tegen geïsoleerde daden van onrechtvaardigheid, maar tegen het defectieve beeld van de vrouw, moslim, homo, jood, allochtoon, enzovoort, ...

Hier staan liefst vier begrippen op een rijtje die niet vergelijkbaar zijn -  tenzij je een specifieke context noemt zodat je kan gaan beginnen met vergelijken..Hier is eerst de soort context:
  ... emancipatie niet de strijd is tegen geïsoleerde daden van onrechtvaardigheid, maar tegen het defectieve beeld van de vrouw, moslim, homo, jood, allochtoon, enzovoort, dat ten grondslag ligt aan discriminatie en uitsluiting.

En hier zijn dus onmiddellijk de verschillen zichtbaar: het beeld van vrouw, moslim, homo, jood, allochtoon is mogelijkerwijs defectief, maar ongetwijfeld in het overgrote deel met betrekking tot verschillende aspecten. Een enkel voorbeeldje: de discriminatie en uitsluiting van joden en homo's is endemisch bij moslims. Dus wil je discriminatie van homo's en joden voorkomen, zal je moslims moeten uitsluiten.
    Daarmee klopt deze frase niet:
  De 'natuur' van een groep wordt zo verbeeld dat onderscheid maken legitiem lijkt.

Want de natuur van de moslims wordt niet verbeeld als hebbende een endemische afkeer van joden en homo's, moslims hébben een endemische afkeer van joden en homo's.
    Waarop het laatste deel van het artikel volgt:
  Zo is het ook met de emancipatie van allochtone burgers.

Dit zo dus een afkorting zijnde van:
  De 'natuur' van een groep wordt zo verbeeld dat onderscheid maken legitiem lijkt.

En al aangetoond en zelfs gesteld door Laila is dat er een legitiem onderscheid is tussen allochtone  burgers en de 'witte Nederlanders'.
    Daarna gaat Laila expliciet invullen wat ze verstaat onder "emanciperen":
  Inburgeringscursussen, voorscholen, het participatiecontract, integratiesubsidies en de kopvoddentaks gaan allemaal uit van de allochtoon als tweederangs burger. Afhankelijkheid van de dominus - voor vrouwen de man en voor allochtonen de integratie-industrie - bevestigt en versterkt het veronderstelde onvermogen. Het is dus zaak niet mee te doen aan het in stand houden van dat beeld van afwijking en onvolmaaktheid. En dat doen we elke keer dat we ons lenen voor het zoveelste integratieproject. We doen het ook als we racistische uitlatingen blasé over ons heen laten komen.

Het advies van Laila aan haar groep is dus om niet meer mee te doen met alles dat op haar groep gericht is. En er staat dat de term 'kopvoddentaks' een belediging is en racisme.
    Hier wordt dus in feite weer geïmpliceerd dat er óf geen achterstand is bij de groepen allochtonen, óf dat er wel een achterstand is maar de groepen allochtonen die maar zelf moeten aanpakken, of niet-aanpakken.
    Wat in de volgende alinea weer geamendeerd wordt:
  Ga ik naar een theatervoorstelling om de bespreekbaarheid van homoseksualiteit onder islamitische moeders te bevorderen? Ja. Die bevestigt weliswaar het beeld van de moslim als homofoob, maar levert ook openheid en dialoog op. Onmiskenbaar winst.

Hier is er dus wel weer een verschil dat niet verbeeld is, maar kennelijk ook echt..
  Voortaan nooit meer: mijn kinderen laten figureren in gesubsidieerde taal- en talentontwikkelingsprojecten. Daarvan zijn de baten bijna volledig voor politici en witte en zwarte elites. De schattige, donkere kindjes beleven alleen een paar leuke middagen. Niet emanciperend dus.

Met aan het einde een laatste versie van die al eerder vele malen tegengekomen uiting van de cultuur van moslims: eisen uitleg of detail .
    En daarmee is de tijd gekomen voor een concluderende reactie, aan de hand van een stukje in het begin. Hier is dat nogmaals:
  Telkens wanneer het geschiedenisboek, biologieboek of aardrijkskundeboek het had over 'ons land', kromp ik onwillekeurig ineen. Een nog grotere gruwel was het zelf die woorden te moeten oplezen: 'ons land'. Ik herinner me scherp mijn vurige hoop dat in mijn stukje tekst dit keer het neutralere 'Nederland' zou staan.

Ze wil dat we Nederland als "ons land" opgeven.
    En voor de reactie hierop, komen we terug op de kop:
  Integreren? Ik kap ermee

Ons antwoord:
  Integreren? We kappen ermee

We praten niet meer met jullie behalve dan om de beledigingen terug te spelen, en we doen niets meer met jullie behalve om je op te sluiten als je iets fout doet en je verder zo snel mogelijk het land uit te krijgen.
    Overigens: wij verwachten dat Laila binnen afzienbare tijd een plaats krijgt als columnist bij de Volkskrant - ze is een waardig opvolgster van Sabra Dahhan uitleg of detail , die precies dezelfde gevoelens heeft geuit, verspreid over diverse columns.


Naar Sociologische krachten , of site home .

 jul.2013