![]() ![]() ![]() Economie is in principe een van de meer exacte sociale wetenschappen, en je zou dus verwachten dat het daar beter gaat dan bij de gemiddelde sociale wetenschap. Dat lijkt nauwelijks het geval. Ook hiervoor is er een vermoedelijke en basale verklaring: het eigenbelang. Economie gaat ook over de materiële welvaart van individuen, en dus ook over de materiële welvaart van degenen die het vak economie bedrijven. Waarmee er onmiddellijk een drijfveer om de hoek komt lijken die even fundamenteel is als religie: "Quisque sibi proximus", oftewel: "Een ieder is zichzelf het naast". Het eigenbelang is net als ideologie een factor waardoor degenen die het vak bedrijven belang hebben bij het ontkennen van het bestaan van een objectieve werkelijkheid. Waar een persoon de andere uitbuit, huurt de uitbuiter een econoom in om te verklaren dat de uitbuiting geen objectief feit is, maar een persoonlijke interpretatie van economische processen die op een hoger niveau noodzakelijk zijn - zoiets als "de vrije markt". En uiteindelijk iedereen daar rijk van wordt. De factor van het eigenbelang is vermoedelijk nog sterker dan die van de ideologie en de religie, hetgeen de slechte toestand van de economische wetenschap, ondanks haar grotere principiële exactheid, goeddeels verklaart. Maar die grotere exactheid beidt ook een betere mogelijkheden dan bij de overige sociale wetenschappen om waar het fout gaat te achterhalen. Waarmee met dit artikel een begin wordt gemaakt. Het exacte
aspect van de economische wetenschap zit er in dat veel economische effecten uitgedrukt kunnen worden in een
meetbaar getal: geld. Aan de andere kant maakt die exactheid ook duidelijk dat
er problemen zijn met de wetenschappelijke kant van de de economie, zie deze
bron
De grootste gemeenschappelijke oorzaak van die vervormingen van de werkelijkheid is dat economie wordt bedreven door mensen met directe persoonlijke belangen
in hetgeen ze beschrijven. Het directe slaat op het eerste aspect van
economie: dat het gaat over geld - de persoonlijke belangen van de economen
kunnen direct in geld uitgedrukt worden, zo horen economen tot de hogere
inkomensgroepen, en hebben dus belang bij zo vlak mogelijk belastingtarieven.
Dit nog afgezien van regelrecht persoonlijk frauduleus wetenschap bedrijven
De tweede grote oorzaak is het feit dat economen alle maatschappelijke
verschijnselen reduceren tot een materiële waarde, liefst uit te drukken in
geld, en alle maatschappelijke verschijnselen waarvan dat niet kan een waarde
gelijk aan nul toekennen. Vrijwel alle economen, en zeker die binnen
maatschappelijk relevante posities, zijn voor zaken als de vrije markt of
marktwerking
Met als gevolg ook overeenkomstige opvattingen op algemenere maatschappelijke
vlakken, zoals hun vrijwel universele steun aan de immoraliteiten van het
kapitalisme
Ter illustratie van deze stellingen hebben we op deze site een aantal bronnen
over economen en hun uitspraken verzameld. De reputatie van economen wordt
toegelicht hier
Als illustratie van het proces hoe economen tot hun opinies komen,
hebben we een paar specifieke voorbeelden genomen - als eerste één van de in de openbaarheid meest prominente
economen, economie-redacteur (tot 2006) en vaste columnist van
de Volkskrant, gepromoveerd econoom Frank Kalshoven
Een paar voorbeelden uit de praktijk laten de gevolgen van de subjectieve en onwetenschappelijke houding van
economen zien. Zo zorgt het ervoor dat het huidige vak moeilijk is uit te leggen (uit
De Volkskrant, 23-06-2010, door Arnold Heertje, oud-hoogleraar economie):
De reden daarvan is dat huidige economie vol zit met inconsistenties en fouten en dat inconsistenties en fouten niet uit te leggen zijn. Neem een geval van de econoom die gaat uitleggen dat bepaalde vormen van arbeid niet productief genoeg zijn (uit: de Volkskrant, 03-08-2010, door Michael Persson):
En neem nu eens het geval dat je dit ook elders in de maatschappij
toepast (uit: de Volkskrant, 05-08-2010, ingezonden brief van J. de
Rooij, Ravenstein);
Natuurlijk kunnen economen niet expliciet gaan beweren dat je de regels van productiviteit wel mag toepassen op de onderste tweederde van de maatschappij, maar niet op de bovenste derde. Dit verschijnsel blijft dus op de achtergrond hangen terwijl het wel wordt gehanteerd, en vanwege dit soort inconsistenties is de huidige economische theorie ook niet goed uit te leggen, en het is voor economen dus ook van belang dat mensen niet te veel verstand krijgen van economie. Wat het doel is van het vak economie is volkomen duidelijk. Naar aanleiding
van de Europese financiële crisis, veroorzaakt door slechte economische
beslissingen, maakte dit nog eens volkomen duidelijk (De Volkskrant,
30-11-2011, door Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie aan de Radboud
Universiteit in Nijmegen ):
Wat we hebben gekregen in plaats van deze wetenschappelijke en humane economische wetenschap, is pure belangenbehartiging, met twee doelgroepen voor ogen: de eigen groep van lakeien, en de groep waar het om gaat en die zij bedienen en waar een groot van het kwaad in de wereld schuilt: de top. De oligarchie ![]()
Waarna de psycholoog komt met een typisch psychologisch aanpak:
En onderzoek uit 2012-2013 geeft een van de betrokken factoren aan (Joop.nl, 28-01-2013, door Dan Ariely - Gedragseconoom ![]()
(Meer details hier ![]() ![]() Op deze website gebruiken we een andere methodiek, namelijk het uitwerken van een wetenschappelijke economisch wetenschap. De basisregels daarvoor zijn al geformuleerd in het kader van de menswetenschappen in het algemeen ![]() Het wetenschappelijke en simpele economie-onderwijs begint natuurlijk met de basis van de economie:
productie en de waarde van de arbeid van de productieven. Waarna de
belangrijkste aspecten van het functioneren van de economie makkelijk
uit te leggen zijn, zie de serie die start hier
Het is duidelijk dat de opvattingen en denkbeelden van de huidige economen
een grote invloed op de huidige
maatschappij. In welke richting deze invloed stuurt is duidelijk: die van de
Angelsaksische graaiers-economie. De schade die dat aanricht aan de hele
maatschappij wordt zichtbaar hier
Naar Economie, basis I
|