Mens en evolutie, inleiding
Het eerste groepje artikelen gaat over de evolutie van de meest
moderne versie van de homo sapiens sapiens of de moderne mens, te weten: het
vermoedelijke beginpunt en het mogelijke eindpunt.
Het tweede groepje gaat niet over het proces van evolutie zelf, maar belichten
de overeenkomsten tussen mensen- en dieren-capaciteiten, ter illustratie van het
feit dat de zogenaamde unieke positie van de mens een relatieve zaak is - hem
daarmee plaatsende in één lijn van evolutie.
Dit idee was 10 jaar geleden ook binnen wetenschappelijke kringen omstreden, en
in die van religieus denkende mensen min of meer taboe (uit de
Volkskrant, 22-11-2010, van verslaggeefster Ianthe Sahadat):
|
Oe-oe-oe-ooeee, aa-aa-aaa-aaaaah, zegt
Jane
Apenonderzoekster Jane Goodall, ooit
weggehoond, wordt in Utrecht als heldin onthaald.
...
Goodall, moeder van de apenobservatie, is in Nederland om lezingen te
geven aan zakenmensen over passie en motivatie en om de Apenheul te
bezoeken. ...
Vijftig jaar geleden begon Goodall met haar
chimpansee-onderzoek in Gombe, Tanzania – toen nog een Britse kolonie.
Zij was de eerste die ontdekte dat apen gereedschap gebruiken, een
ontdekking die destijds door vooraanstaande gedragswetenschappers werd
weggehoond.
Ook gaf zij haar apen namen en kende hen menselijke emoties
als empathie, jaloezie of ongeduld toe – tot ontsteltenis van diezelfde
wetenschappers. ‘Maar wie kent zooloog Sir Solly Zuckerman nog?’, vraagt
de Nederlandse primatoloog Jan van Hoof, ook spreker zaterdag, de zaal.
‘En Jane Goodall?’ Gejuich. ‘Precies.’ ... |
Maar in 2010 komen er tekenen dat
het in het publieke domein begint door te dringen (uit de Volkskrant,
10-08-2010, rubriek Weekbladen, door Leen Vervaeke):
|
De dammen tussen mensen en beesten
verdwijnen
De 29-jarige Kanzi uit Des Moines,
Iowa, kan niet praten, maar hij communiceert met behulp van 384 kaartjes
met woorden erop. Door de kaartjes te combineren, kan hij nieuwe woorden
en zinnen maken, en zelfs werkwoorden vervoegen. Het bijzonderste van
dit verhaal: Kanzi is een aap, meer bepaald een bonobo.
Met Kanzi als spectaculairste voorbeeld onderzoekt Time in
het omslagartikel hoe intelligent dieren nu eigenlijk zijn. Volgens het
weekblad is er steeds meer wetenschappelijk bewijs dat dieren net als
mensen kunnen denken, redeneren, overleggen en voelen. Niet alle
diersoorten: vliegen hebben niet meer dan wat reflexen, en ook koeien en
schapen hebben een ‘zeer beperkt intellect’.
Maar kraaien hebben bewezen werktuigen te gebruiken: ze
buigen staalkabels om tot een haakje om voedsel uit een vuilnisemmer te
takelen. Hyena’s spreken samen af op welk dier ze zullen jagen, en welke
strategie ze daarbij zullen volgen. Blauwe gaaien verbergen
voedselvoorraden, en als ze merken dat een ander dier hen daarbij
gadeslaat, keren ze later terug om het voedsel te verplaatsen.
Dolfijnen, olifanten en apen herkennen zichzelf in de spiegel, en
vertonen rouwgedrag als een soortgenoot overlijdt.
En dan is er Kanzi, de bonobo die in het onderzoekscentrum
Great Ape Trust heeft geleerd met mensen te communiceren. Hij kent
concrete woorden als ‘snoep’ en ‘bal’, maar ook abstracte begrippen als
‘voelen’ en ‘later’. Hij kan werkwoorden vervoegen en in de verleden
tijd gebruiken, en creëert zelf nieuwe woorden. Toen het apenverblijf
getroffen werd door een overstroming, bedacht Kanzi het woord ‘groot
water’.
|
En het volgende bastion dat valt is dat van het karakter (De
Volkskrant, 11-06-2011 door Rob Ramaker):
|
Ieder beest zijn eigen karakter
Is de persoonlijkheid van dieren een menselijke projectie? Steeds
meer biologen denken van niet. Er zijn brutale en schuchtere inktvissen,
koolmezen, en zelfs gisten. En dat zet zelfs de evolutie in een ander
licht.
Toen acteur Mickey Rourke in 2009 een Golden Globe won, loofde hij in
zijn dankwoord zijn hondje. De onvoorwaardelijke liefde van het dier had
hem door veertien deprimerende jaren gesleept. We gaan meestal niet zo
ver als Rourke, maar ieder baasje schrijft zijn huisdier menselijke
karaktertrekken toe, zoals nieuwsgierigheid en hebzucht.
Wetenschappers hielden zich altijd verre van deze
'vermenselijking'. Ten onrechte, zo blijkt de laatste jaren.
Dierpersoonlijkheden lijken de regel en niet de uitzondering.
Dat niet alleen huisdieren karakter bezitten, blijkt uit
studies als die aan de Tasmaanse inktvis. Australische wetenschappers
prikten daarbij met een pipet in de tentakels van de inktvisjes. Sommige
dieren vluchtten onmiddellijk, andere wachtten af of gingen in de
aanval. Na de prik reageert elk individueel dier consequent hetzelfde.
Bovendien gedroegen de 'dapperen' en 'lafaards' zich ook voorspelbaar in
andere situaties.
Het gaat niet alleen om inktvissen. In het hele dierenrijk
vinden biologen persoonlijkheden. Bij stekelbaarzen, hyena's en
koolmezen, maar ook bij insecten en slakken. 'Eigenlijk bij welke soort
ook maar bekeken wordt,' aldus pionier op het gebied van dierkarakters
Niels Dingemanse, onderzoeker van het Max Planck instituut voor
ornithologie te Seewiesen, Duitsland.
Het onderzoek naar persoonlijkheden begint ook wetenschappers
op andere terreinen te beïnvloeden, zoals evolutie. 'Door
karaktervariatie kan evolutie veel sneller verlopen dan werd gedacht,'
vertelt Franjo Weissing, hoogleraar theoretische biologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen en bedenker van een model dat het bestaan
van dierpersoonlijkheden verklaart.
'Je hebt variatie nodig voor evolutie, en die is beperkt door
de mutatiesnelheid waarmee nieuwe varianten ontstaan. In geval van
persoonlijkheden zijn er al goede varianten binnen de populatie,' zegt
Weissing. Bij veranderde omstandigheden kan een soort zich in twee tot
drie generaties aanpassen in plaats van duizend. ...
Het best onderzocht is de koolmees: 'Wij vinden hier een
breed scala aan gedragingen,' zegt Kees van Oers, die promoveerde op
koolmeespersoonlijkheden en nu onderzoeker is aan het Nederlands
instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in Wageningen. 'Het gaat om hoe de
dieren leren en deze kennis omzetten naar nieuwe omstandigheden.'
De variatie in persoonlijkheid blijkt voor 20 tot 40 procent
erfelijk. Van Oers schat dat voor een tiende hiervan de achterliggende
genen zijn gevonden. In zijn huidige onderzoek probeert hij variatie te
verklaren. Hij zoekt daarvoor bij grote aantallen koolmezen naar
verbanden tussen genvariaties en specifieke karakters.
Ook vanuit andere invalshoeken stortten steeds meer biologen zich
op dierpersoonlijkheden. ...
Sommige curieuze observaties zijn plotseling verklaarbaar. De
bioloog Sara Shettleworth deed in de jaren negentig proeven waarbij haar
studenten aan weerskanten van een vijver eenden voerden. Aan de ene
zijde was de hoeveelheid voer twee maal zo groot en verzamelde zich
ongeveer tweederde van de eenden. Wanneer ze de hoeveelheid voer
omdraaide voor de oevers, stak een aantal eenden over en herstelde de
verhouding zich. Shettleworth begreep destijds niet waarom bij het
herhalen van de proef altijd dezelfde - nieuwsgierige - eenden
overzwommen.
Hoe konden zulke duidelijke observaties van
dierpersoonlijkheden zo lang worden gemist?
Ten eerste was het 'vermenselijken' van diergedrag
onacceptabel voor wetenschappers. ... |
Wat grotendeels het gevolg was van
het maatschappelijke klimaat, voor een belangrijk deel gedomineerd door
religieuze ideeën. Een daarvan zijnde de uniekheid van de mens. Hoewel iedereen
die meer dan oppervlakkig met dieren te maken had, allang veel beter wist:
|
Ook de manier waarop gedrag werd bestudeerd droeg bij:
'Gedragsbiologen bekeken een soort doorsnee dier,' zegt de theoretisch
bioloog Weissing. 'Ze bestudeerden dus het gemiddelde gedrag, maar in
werkelijkheid kan dat individueel sterk afwijken.' ...
Weissing heeft nooit getwijfeld dat dierpersoonlijkheden
bestaan: 'Ik kom van een kleine boerderij, daar ken je alle dieren van
dichtbij.' Wel had hij twijfels of de vroege onderzoekers wel echt naar
karakters keken: 'Variatie moet groot genoeg en systematisch zijn,
stabiel over tijd en hetzelfde in verschillende contexten. In de
begintijd voldeed het gedrag nooit aan alle drie criteria.' |
Maar ook op "theoretisch" terrein
was het bestaan van een karakter voor dieren vanzelfsprekend. Dat wil zeggen,
als je de goede definitie van karakter, de menselijke variant, gebruikt - op
deze website gedefinieerd als de balans tussen verschillende emotionele
processen gedreven door de emotionele organen
. En omdat dieren de emotionele organen grotendeels delen met mensen, moeten die
dus ook wel een karakter hebben.
|