Artikel uit:
RIJNLANDMODEL
Naar hoofdsite, klik hier
De Volkskrant, 14-11-2006, van verslaggeefster Nanda Troost 7 jan.2007

Achtergrond | In Finland wordt langer doorwerken financieel aantrekkelijk gemaakt met extra pensioenopbouw van eenieder die na zijn 63ste blijft werken

Naar aquarobics voor je knieën op kosten van de baas

Hoe betalen we de vergrijzing? Het is een belangrijk thema in de verkiezingsstrijd. Politici kijken verlekkerd naar het Scandinavische model. Finnen gaan sporten op kosten van de baas, zodat ze tot hun 68ste kunnen doorwerken.


De schouderproblemen van Kari Vapaavoori (50) zijn voorbij. Dankzij de oefeningen die de autospuiter drie keer in de week met collega’s doet in een zaaltje op zijn werk. Opzichter Heikki Sippola (58) gaat eens per week naar aquarobics; goede lichaamsbeweging voor zijn slechte knieën. Vapaavoori en Heikki doen mee aan het healthy and wealthy-programma van hun werkgever, het gemeentelijke constructiebedrijf HKR in Helsinki.
    HKR staat model voor het veelgeprezen ouderenbeleid waarmee Finland de Carl Bertelsmann-prijs in de wacht sleepte, een prestigieuze internationale prijs voor overheden of organisaties die elegante oplossingen hebben voor heikele maatschappelijke thema’s. In Finland is de ‘cultuur van vervroegde uittreding’ omgebogen tot een ‘cultuur van een langer arbeidzaam leven’, stelt de Bertelsmann-stichting tevreden.
   De Finnen voerden in 2005 al ingrijpende pensioenhervormingen door. Stoppen met werken kan tussen 63 en 68 jaar. Extra pensioenopbouw voor wie na zijn 63ste blijft werken, moet prikkelen tot doorwerken. Berekend is dat hierdoor de uitgaven voor de pensioenen tot 2030 stijgen tot ruim 15 procent van het bbp, maar daarna redelijk constant blijven op 14 procent, een daling van ruwweg 2 procentpunt ten opzichte van ongewijzigd beleid.
    Ook al zijn de resultaten pas later merkbaar, nu al gaan Finnen later met pensioen: gemiddeld met 59,1 jaar, ruim een jaar later dan in 1995. Van de Finnen tussen de 55 en 64 jaar werkt 53 procent. Daarmee zit Finland bijna 10 procentpunt boven het Europees gemiddelde. In Nederland werkt 46 procent van de 55- tot 64-jarigen.
    De vergrijzing opvangen door ouderen langer aan het werk houden, is een optie die zich al gauw opdringt in Finland en de andere Scandinavische landen. De arbeidsparticipatie onder ouderen en onder vrouwen is er al hoog, zeker in vergelijking met Nederland.
    Met het toenemen van de levensverwachting zal de pensioenleeftijd verder stijgen, denkt een adviseur van de Finse minister van Sociale Zaken en Gezondheid in Helsinki. ‘Naar 64 tot 70 jaar. Er moet gewerkt worden.’
    Dat Finland zo voorop loopt, laat zich gemakkelijk verklaren. Dat zit ’m niet alleen in de Finse babyboomers die eerder dan elders aan hun AOW toe zijn. Het was de economische recessie die begin jaren negentig de Finse geesten rijp maakte voor ingrijpende veranderingen. Finland was in een crisis beland doordat de handel met de Sovjet-Unie instortte na de val van de Muur. Daar bovenop kwam een ongeremde liberalisering van de financiële markten, waardoor de welvaart als een plumpudding inzakte; het bruto binnenlands product daalde meer dan 10 procent.
    ‘De recessie bracht consensus over ingrijpende hervormingen’, zegt Hannu Uusitalo, directeur van het Finse Centrum voor Pensioenen in Helsinki. ‘We zijn gekomen tot een eerlijk systeem’, vindt Pekka Ristelä, van de vakcentrale SAK. ‘Mensen worden aangemoedigd langer door te werken, maar wie zwaar lichamelijk werk verricht, kan stoppen.’
    Schuiven met de pensioenleeftijd vergt een ouderenbeleid waarmee wordt voorkomen dat ouderen voortijdig ziek of arbeidsongeschikt afhaken. Een leven lang leren deed zijn intrede. Net als leeftijdsbewust personeelsbeleid, zoals bij het bouwbedrijf HKR.
    De gemiddelde leeftijd van de vijfhonderd HKR-werknemers is hoog: 47 jaar; meer dan een kwart is 55-plus. ‘Ons ziekteverzuim was tot vier keer hoger dan bij concurrenten. Er moest er iets gebeuren’, zegt Kauko Nygrén (56), technisch directeur van HKR, dat in 2005 een omzet van 55 miljoen euro haalde. De evaluatie laat nog op zich wachten, maar het ziekteverzuim is drastisch teruggedrongen.
    Bij HKR wordt geregeld met elke 45-plusser gesproken over zijn toekomstplannen, en dat is geen eenmalige gebeurtenis. Er zijn meer mogelijkheden voor om- en bijscholing, bijvoorbeeld als ouderen lichter werk willen. Er zijn medische onderzoeken ingevoerd. ‘Erg belangrijk als je weet dat een Fin alleen naar de huisarts gaat als ’ie stervende is. De preventieve controle heeft drie tot vijf mensen het leven gered’, zegt Nygrén, terwijl hij naar zijn hart wijst.
    Oudere werknemers krijgen extra vrije dagen, tot maximaal twintig. Sommige HKR-werknemers mogen op kosten van het bedrijf een weekje op fitnessvakantie, met 50 euro zakgeld van de baas. ‘Om mensen die anders misschien zouden uitvallen, te laten bijkomen.’
    Helpt het programma? Kari Vapaavoori (50) ‘denkt nog niet na over pensioen’. Heikki Sippola vraagt zich af ‘hoe lang zijn knieën het volhouden’. ‘Maar als je zit, doen je knieën er toch niet toe’, zegt Nygrén. De directeur ‘wil voorlopig doorwerken, en dat is geen politiek correct antwoord’.
    Over de kosten om ouderen aan het werk te houden is de directeur minder mededeelzaam. De gemeente betaalt een deel. En als per jaar twee mensen besluiten hun pensioen nog even uit te stellen, is HKR uit de kosten.
    Lastig is wel dat de aandacht voor oudere en kwetsbare werknemers het ‘gewone’ werkende personeel het gevoel geeft dat het wordt achtergesteld. Heikki Sippola (58) zou ook wel eens een weekje op vakantie willen terwijl de baas betaalt, maar ‘ik ben niet dronken genoeg’. Nygrén erkent dat er een mate van oneerlijkheid in het systeem zit, maar ‘ik kan niet elk verzoek honoreren. Dus voer ik soms gesprekken waarbij ik naar de schoenen van de mensen kijk, en niet in hun ogen.’

Tussenstuk:
Zweed gaat gemiddeld op 63ste met pensioen

In Zweden is een recessie, evenals in Finland, begin jaren negentig aanleiding geweest voor hervormingen. Stoppen met werken kan tussen 61 en 67 jaar. Net als in Finland is langer doorwerken aantrekkelijk. ‘Financieel gezien is stoppen voor wie 61 is, nauwelijks een optie’, zegt Barbro Westerholm (73), voormalig voorzitter van de Zweedse Ouderenbond en parlementslid voor de liberalen. De gemiddelde leeftijd waarop een Zweed met pensioen gaat, is 63 jaar. Westerholm wil verder gaan: ‘Waarom zou een academicus niet kunnen doorwerken tot zijn 75ste? We beginnen immers ook later op de arbeidsmarkt dan iemand die niet studeert.’
    In Denemarken liggen hervormingen gevoeliger. Pogingen tot ingrijpen kostte de sociaal-democratische regering van Poul Nyrup Rasmussen de kop. De Deense vut wordt, nu door de centrumrechtse regering van Anders Fogh Rasmussen, uiterst omzichtig afgebouwd. In 2004 ging een Deen gemiddeld met 62,3 jaar met pensioen.
    De Noren debatteren nog. Er ligt een voorstel om de pensioenleeftijd te verhogen naar 67 jaar.
    Nieuw in Noord-Europa is de invoering van het privépensioen naast de AOW, maar dat is vooral iets waarvan jongeren kunnen profiteren. Noviteit in Zweden is dat 2,5 procent van het staatspensioen kan worden belegd. Er kan worden gekozen uit ruim zeshonderd fondsen. De indruk bestaat dat de meeste Zweden dat uiteindelijk toch aan het pensioenfonds overlaten.
    In Nederland is de eerste insteek vooralsnog het verhogen van de arbeidsparticipatie, blijkt uit het middellange termijnadvies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Eerst maar eens allemaal doorwerken tot we 65 zijn. Vrouwen die nu niet werken of veelal in deeltijd, kunnen meer uren maken. Het oprekken van de AOW-leeftijd staat de komende vier jaar niet ter discussie, zegt een woordvoerder van de SER. Bovendien staat Nederland volgens hem ‘een relatief milde vergrijzing’ te wachten.


Terug naar Vergrijzing, lijst  , of naar site home .
 

[an error occurred while processing this directive]