Uitwerking bij Abstractieladder: ordenen

 Het schematische voorbeeld van de abstractieladder  laat zien dat het abstractieproces niet iets is dat gaat volgens vaststaande regels, in de zin: van regels die altijd van toepassing zijn. De keuze tussen ordenen op kleur of ordenen op vorm, en dat dan weer het aantal hoeken, is er eentje die je intuïtief maar niet beredeneerd kan maken - althans: niet dusdanig beredeneerd dat je de alternatieven kan uitsluiten.

Twee extremen van dit spectrum zijn bekend, zij het natuurlijk niet in deze toepassing. Het ene extreem is hoe het leren van meer basale dingen gaat. Theorie op schrift ervan kent deze redactie, maar dit filmpje uitleg of detail op YouTube legt het glashelder uit. De context is die van het worden van een expert op een bepaald terrein. Startpunt is het bekende adagium van de wetenschapsjournalist Malcom Gladwell, dat voor het bereiken van expertdom tienduizend uren oefening nodig zijn, en of dat klopt.

Hiervoor lijken vooral twee velden in aanmerking te komen: velden waarop bijna tot in het oneindige tot verbetering lijkt te leiden, voornamelijk in de sport, en velden waarop een sterke verbetering in diepgang mogelijk lijkt, voornamelijk in de natuurwetenschap en de wiskunde.

Het sportvoorbeeld laat meteen beperkingen zien voor het criterium, want waar voor iedereen geldt dat oefening leidt tot vooruitgang, gaat bij sommigen de vooruitgang sneller en/of verder dan bij anderen.

Dat heet sporttechnisch "oefenbaarheid", en in de volksmond "talent".

En bij de diepgang-gevallen lijkt hetzelfde aan de hand - dat noemt men dan ook wel slimheid of intelligentie.

Maar het filmpje noemt een tweede factor voor de effectiviteit van het proces: terugkoppeling. De sporter krijgt die terugkoppeling meestal automatisch: de bal gaat in of uit, en dergelijke. De functie van een coach is te zorgen voor extra terugkoppeling.

Maar die situatie heeft tegenvoorbeelden die wijzen op nog een factor, met als eerste voorbeeld het roulettespel. De roulettespeler krijgt herhaalde keiharde terugkoppeling, winst of verlies, maar bereikt niets dat in de buurt komt van het zijn van expert: hij is en blijft een gokker.

En wel omdat de omgeving, het roulettespel en het roulettewiel, niets anders produceert dan willekeur.

Dus de omgeving moet niet alleen terugkoppeling bieden, die omgeving moet ook een achterliggende regelmaat hebben, of zoals het filmpje het uitdrukt: "valide zijn".

En hier hebben we dus de connectie met het model van de abstractieladder: het criterium dat je kiest bepaalt de leuze van aspect in de achtergrond wat men gebruikt als terugkoppeling, en sommige keuzes zijn meer "valide", kom je verder mee, dan andere.

En dat merk je niet vooraf, en dat weet je niet vooraf, maar dat merk je door diverse keuzes te proberen.

Het vraagteken in het schema.

Het filmpje geeft krasse voorbeelden van velden waarin men het idee van expert hoog houdt, onder de noemer "deskundige", maar de Amerikaanse naam voor deze vormen van deskundigen, "pundits", geeft al aan dat ze niet in te hoog aanzien staan. Voor het geval van politieke of economische analisten blijkt dat de deskundigen slechter presteren dan door volkomen willekeurige keuzes te maken. De oorzaak wordt niet genoemd, maar kan met hoge aannemelijkheid worden vastgepind aan de invloed van emoties.

Uit de eis van de validiteit van de omgeving, zou men de conclusie kunnen trekken dat we ons dan maar zo veel mogelijk moesten beperken tot omgevingen waarvan de validiteit vast staat, in het gebruikte voorbeeldmodel dat van de vorm van de driehoeken, wat officieel heet "geometrie", wat een deelgebied is van de wiskunde. Laten we alles herleiden tot wiskunde. Dat leidt tot meer zekerheid

Daarover kwam op dezelfde dag een filmpje op YouTube onder ogen, over de paradox van Russell uitleg of detail, ontdekt door de wiskundige en filosoof Bertrand Russell in 1901.

Wat begint met het streven van wiskundigen om een definitieve definitie te komen van het begrip "getal". Wat hebben "één", "twee", "drie", enzovoort gemeen?

Wat je kan zien als de punt van de piramide van de abstractieladder, als je aanneemt dat alles bij elkaar genomen kan worden in één ladder.

Waarbij men begint met de verzamelingenleer, omdat dat hetgeen is wat een getal is: het doet er niet meer toe wat de dingen zijn, we nemen ze bij elkaar en tellen alleen het aantal. De "verzameling" is in het diagram van de abstractieladder de wolkachtige stippellijnen rond de objecten.

Het filmpje toont snel alle stappen die direct lijken te volgen uit die eerste definitie: je mag alles insluiten in een verzameling. Ook verzamelingen. Wat al meteen een vorm van cirkel is. En dus ook een vorm van terugkoppeling.

Maar dat gaat dus mis. Wat begint met zaken als "de verzameling van alle verzamelingen". En mis is, zodra je op één of andere manier een negatie introduceert; een "negatie" zijnde een minteken, een ontkenning, en dergelijke. Wat allemaal allang bekend was als "De Kretenzer die stelt dat alle Kretenzers liegen".
    Een cirkel, de Kretenzer heeft het ook over zichzelf, in combinatie met een negatie: "liegen" is "niet de waarheid spreken".

Wat dan via de keten van gevolgtrekkingen terugkomt bij de definitie van verzameling: je mag kennelijk dus niet alles toelaten tot een verzameling.

Maar dan gaat je definitie van "getal" als aangevende alleen "aantal" los van iedere inhoud de mist in.

De twee beschreven processen vergelijkende: het "expert worden" en het "exact beschrijven",  laat een opvallende dubbelrol van het proces van terugkoppeling zien: in het praktische "expert worden"-geval blijkt het een noodzakelijke factor, en in het "exact beschrijvende" blijkt het een definitief verstorende factor.

En er zijn meer raakvlakken tussen de twee situaties. De persoon die informatie verschaft die de werkelijkheid tegenspreekt, kan gezien worden als de overtreffende trap van een "niet-valide omgeving": niet alleen willekeur, mar regelrechte tegenspraak.

En de auteur van het Russell-filmpje verschaft een ander raakvlak, met zijn stelling dat de paradox er eigenlijk eentje is die geformuleerd moet worden in termen van "predication", de actieve vorm van het gebruiken van een "predicate", wat vertaalt als: "things said about an object". Het door de auteur gebruikte voorbeeld: "Garfield is a cat".

En daar zit je meteen midden in de abstractieladder.

Want "Garfield is a cat" is in vorm identiek aan "Bessie is a cow", het archetypische voorbeeld waarmee de abstractieladder begint, in de versie van Hayakawa.

Waarmee ook direct duidelijk is dat er een verband is met de "expert worden"-situatie: zowel "... is a cat" als "... is a cow" zijn de resultaten van vele ervaringen met een valide omgeving. Heb je na een paar keer door dat je dat grote zwart-witte beest kan gebruiken om te melken, en je ziet nog zo'n groot zwart-wit beest, dan blijkt dat je dat meestal tot vrijwel altijd ook kan melken.

De tennisser wordt getraind in het hanteren van een tennisracket, en het kind wordt getraind in het hanteren van woorden en taal.

Enzovoort.

Door middel van terugkoppeling.

De terugkoppeling ontbreekt in de weergave van de abtractieladder in de versie van Hayakawa:

Het is een lineair model (in het boek als geheel staat uitleg die wel op terugkoppeling neerkomt). Dat is niet het geval voor de originele versie van Korzybski:

Links in één van zijn originele modellen, waarin de parabool boven de fysische wereld voorstelt (origineel: microscopische deeltjes), de cirkels eronder de door de mens waargenomen objecten, en de reeks rechthoekjes de verschillende niveaus van "labels" die de mens erop plakt. Dat laatste zijnde het proces van abstraheren.
    De terugkoppeling links is wat verwarrend in dat het proces van abstraheren qua oriëntatie weer omhoog gaat, tegen de in gedachten continue lijn van "steeds abstracter is steeds verder weg van de werkelijkheid" in. In het schema rechts is dat ondervangen door de terugkoppeling alleen procesmatig weer te geven middels de pijl naar boven.
    Een derde representatie van terugkoppeling door Korzybski is terug te vinden in zijn verbaal uitgesproken uitleg, zie bijvoorbeeld hier uitleg of detail .
  "This level of the label is not only representing the label, the name for the object, but also may be considered as the level of description. Then when we have a description, we can speak about speaking, which menas we can say somthing about the description. With the resualt that this is anthoer statement about a statement, which means a statement of a different level, rather of a higher order of abstraction. And so we go on indefinitely. It means we can speak, on the human level, about speaking literally indefinitely."

Wat in het schema wordt als dit:

Korzybski herhaalt aan het einde de cruciale observatie hierin: het gaat door 'indefinitely'. Wat een synoniem is van het wiskundige begrip "infinitely".

En in de wiskunde is een proces, een operatie, die uitkomt op "infinite", "oneindig", een teken dat er iets fout is gegaan.

Een risico dat onlosmakelijk verbonden is aan terugkoppeling, zijnde een cirkelproces, zijnde iets dat zich onbeperkt herhaalt.

Iets dat bekend is sinds de oudheid:

Hier in de vorm van de "ouroboros".

In computertalen, volgens standaardopvattingen een vorm van wiskunde, moet een terugkoppeling, een "loop", altijd voorzien worden van een voorwaarde voor beëindiging ervan. Doe je dat niet, genereert het computer-vertaalsysteem (de "compiler") een foutmelding, en heeft de compiler die optie niet, loopt de computer vast en moet je hem herstarten.

Als Korzybski deze ontwikkeling had meegemaakt, had hij verwezen naar de noodzaak voor het menselijke denken om hun systeem te herstarten, want dat is hetgeen hij met bijna zoveel woorden schrijft in de inleiding van zijn magnum opus: Science and sanity uitleg of detail .

Een ander ding dat hij gedaan had, was verwijzen naar de actieve rol van de neurologie in dit proces, want dat is hetgeen hij in Science and sanity een groot deel van de aandacht aan besteedt.

De ontwikkeling van de kennis van de neurologie is één van de belangrijkste ontwikkelingen sinds de tijd van Korzybski. In Science and sanity probeert hij de denkprocessen te modelleren aan de hand van de werking van losse neuronen, terwijl inmiddels duidelijk is dat dit gebeurt in collectief gedrag van grote groepen van neuronen.

En daarin ligt een groot onderscheid tussen de twee aspecten van "leren door ervaring en terugkoppeling": het leren van fysieke vaardigheden als in de sport, eigenlijk alleen door heel veel oefening, gebeurt op een andere plaats in het brein dan door het proces van groeperen en abstraheren van de abstractieladder.

Dat laatste vindt plaats, zoals beschreven in Abstractieladder, kort  , in de hippocampus en aanpalende onderdelen van de cortex, het eerste in kleine hersenen of cerebellum - voor meer anatomisch detail zie het interactieve Neurologie, overzicht  . Het cerebellum is een onderdeel van de hersenstam, en heeft een veel simpelere structuur dan de rest van het brein erboven, met de emoties en abstracties. Het doet voornamelijk aan zeer veel opslag, wat eruit blijkt dat het de helft van de neuronen van het brein bevat, met daarin een beetje terugkoppeling waarvan men wel de elementen, de specifieke soorten neuronen, kan aanwijzen, maar onduidelijk is hoe het werkt. Maar qua structuur allemaal precies overeenkomende met wat je in de praktijk ziet bij mensen die hun lichamelijke vaardigheden oefenen.

Dat laatst deels ook geldende voor de werking van de hippocampus en omgeving, want in de diagrammen die men daarvan tekent zie je ook voortdurend cirkelvormige processen, zie de volgende doorsnede van de hippocampus (Wikipedia.org, opgeslagen 09-02-2023, uitleg of detail ):

Je mag zelfs aannemen dat de om elkaar heen-liggende spiraalvormige structuur van het geheel ontstaan is om de terugkoppelingspaden tussen de verschillende lagen zo kort mogelijk te houden (in de evolutie is snelheid een zeer groot voordeel).

De natuur oftewel de evolutie voorziet de cirkelprocessen automatisch van een beperkende factor: wat dat niet heeft, raakt in een cirkel, bevriest, is kwetsbaar, en gaat dood. De "denkende" mens gaat het proces vertalen in symbolen, die die automatisch beperkende factor niet hebben.

Dat gaat dus fout. Regelmatig.

Russell kwam op zijn paradox bij het bestuderen van het werk van Gottlob Frege uitleg of detail , een of de grondlegger van de theorie van verzamelingen, bedoeld om nu eens precies te beschrijven wat een getal is. Wta is dat: "vier" ... ???

Een andere YouTube-filmer dan de eerder genoemde ( uitleg of detail , na 7:32 min.), "roept vertwijfeld": "Ik probeerde zelf te formuleren wat een getal is maar moest voortdurend de term zelf gebruiken".

Het lijkt allemaal toch sprekend op wat Hayakawa citeert van Wendell Johnson, samengevat in "Chasing each other in verbal circles" uitleg of detail , of:

Het is natuurlijk mogelijk dat hier een oplossing voor is ("axiomatic set theory" of "Zermalo set theory" uitleg of detail ) maar die zullen vermoedelijk weinig praktisch zijn. Wel praktisch is de oplossing die Hayakawa aandraagt:

Iets dat, als je het somber wilt zien, eigenlijk alleen binnen de natuurwetenschap ...

... begrepen wordt.

Iets dat Korzybski uitstekend begreep, gezien zijn voornemen in de inleiding van Science and Sanity om de menswetenschappen te hervormen naar het model van de natuurwetenschappen.

En iets waar de huidige menswetenschappers en hun aanhang in het maatschappelijke debat zich ten sterkste tegen verzet, onder het hanteren van de term "sociaal darwinisme" , voor de wetenschappelijke vorm van menswetenschappen.

De aanhangers van het gebruik van de term "sociaal darwinsime", in het maatschappelijke debat aan te duiden als "de politieke-correctheid", hebben wél precieze definities.

Natuurlijk niet van "getal", maar van begrippen als "Vrijheid", "Gelijkheid", "Mensenrechten", enzovoort.

Wat, zoals Hayakawa uitvoerig uitlegt, in de praktijk natuurlijk allemaal ...

... is.

Maar zoals de historische uitvinders van de Precieze Definities, de auteurs van Het Oude Testament, uitvoerig aangetoond hebben: het onderhouden van Precieze Defnities is een uiterst besmettelijk verschijnsel.

Maar ook daarvan is, door de voortgang van de neurowetenschappen, inmiddels bekend hoe het werkt: het elkaar bevestigen in het bestaan van Precieze Definities maakt in de breinen van de betrokkenen extra dopamine vrij .

En het vrijmaken van extra dopamine is de bron van alle verslavingen.

En dat het echte verslavingen zijn, valt af te lezen uit hun reacties op tegenspraak: van scheldpartijen  uitleg of detail uitleg of detail tot vervolging uitleg of detail .

En dat het echte puur emotionele neurologische processen zijn, valt op wat hoger niveau af te lezen uit de eerste reactie van Gottlob Frege, een uiterst redelijk man, op de brief van Russell waarin deze de vraag inhoudende zijn paradox stelde: hij stortte in en werd dusdanig ziek dat hij naar het ziekenhuis moest.

Deze verschijnselen zijn allemaal het gevolg van het vrijkomen van andere neurotransmitters dan dopamine, vermoedelijk de combinatie van noradrenaline ("stress") en acetylcholine ("afkeer", "walging").

Maar het geval van de persoon van Frege leidt naar nog een vorm van cirkel of terugkoppeling. Als je slechts een korte samenvatting van zijn leven leest, is onmiddellijk duidelijk dat hij sterk gedreven was in het brengen van eenvoud en regelmaat in de wiskunde. Dat wil zeggen: in het omhoog klimmen op dat deel van de ladder van abstracties die zich afspeelt in de wiskunde. En het bereiken van een stap op de abstractieladder is een operatie die plaats vindt in het brein, en daar extra dopamine vrijmaakt. Zijn ineenstorting na het ontvangen van Russell's brief heeft vermoedelijk in aanzienlijke mate te maken dat hij juist op dat moment op extra hoge dopamine-niveaus zat bij het voltooien van zijn theorie en boek.

Frege herstelde, en publiceerde zijn theorie en boek voorzien van een appendix die het gebeuren beschreef, inclusief zijn intellectuele schok: dat zijn aanpak tot contradictie leidde.

Dat werd en wordt gezien als een negatieve uitkomst, maar dat hoeft het niet te zijn. De juistheid van een methode van argumentatie heeft geen één-op-één verband met de juistheid van de uitkomst: een argumentatie kan juist zijn en de uitkomst niet (één van de premissen of waarnemingen vooraf klopt niet), en een argumentatie kan onjuist zijn en de uitkomst juist - zoals in het gezegde van Goethe: "Je hoeft niet in China geweest te zijn om te weten dat de lucht daar ook blauw is".

Wiskundig gezien is die argumentatie onbewijsbaar en mogelijk/vermoedelijk onjuist, maar in de werkelijkheid klopt ze als een bus.

En de systematiek van Frege die tot een contradictie leidt, heeft, op hoger niveau, vermoedelijk precies evenveel waarde als systematiek die niet tot een contradictie leidt.

In beide gevallen wordt het oneindige veld van mogelijkheden van de werkelijkheid en het beschrijven van de werkelijkheid verder ingevuld.

Wat Frege heeft laten zien, is dat je met recht-toe-recht-aan methodieken niet overal komt.

Mogelijk moet er een methodiek van circulaire vormen van aanpak komen.

Waarvan er sinds de tijd van Frege al diverse instanties zijn ontdekt: cybernetica, chaostheorie, enzovoort.

Ondertussen lijkt zowel het mislukken van Frege met het definiëren van "getal" als het "indefinitely" van Korzybski te wijzen op een fundamenteel probleem voor het hanteren van begrippen in het algemeen.

Dat is niet zo in de praktijk.

In de praktijk zijn er minstens twee manieren waarop de cirkel doorbroken kan worden: je hebt in de praktijk van een cirkel vaak niet de hele cirkel nodig. Een deel kan volstaan. Uit Hayakawa uitleg of detail : "Wat is rood?" "Rood is een kleur!" "Wat is kleur?", enzovoort.

Je kan de cirkel afbreken door na "rood" of na "kleur" te wijzen op een groep dingen uit de werkelijkheid die daadwerkelijk voldoen aan het criterium dat zit achter "rood" of "kleur".

Oftewel: In de praktijk kan je vaak volstaan met stukjes cirkel en die behandelen als een rechte lijn.

De tweede mogelijkheid van het doorbreken van de cirkel is die van de faseovergang. Doordat steeds meer entiteiten bij de cirkel betrokken worden, kan in de praktijk er met die entiteiten dingen gebeuren die het cirkelproces verstoren of anderszins ongeldig maken. Het simpelst zie je dat bij de abstractieladder van Hayakawa: zodra je van koeien, dat wil zeggen het melkproducerend ding, overstapt op "vee", waarin ook de stieren meedoen, kunnen er tussen de koeien en stieren dingen gebeuren die je begrip van "aantal" als vaste factor onderuit halen.

In de praktijk zal je met deze factoren rekening moeten houden, en is de vraag naar het bestaan van zuivere definities dus eigenlijk irrelevant.

Wat in versterkte mate geldt voor wetenschappelijke vakgebieden als de sociologie, waar over het meest fundamentele aspect ervan: de "groep van mensen" , nog een richtingenstrijd aan de gang is, met richtingen uiteenlopend tot het extreem dat er überhaupt geen "groepen van mensen" bestaan want "Ieder mens is een individu". En waarin het in de werkelijkheid waarneembare proces, de evolutie van de soort "mens" als de evolutie van "groepen van mensen", gezien wordt als extreem dat sterk negatief beoordeeld wordt als "sociaal darwinisme" .

Voor de sociologie zal het noodzakelijk zijn regels te ontwikkelen voor begrippen die niet herleidbaar zijn dat "ja" versus "nee" of "waar" versus "onwaar" enzovoort, maar die een ingebouwde onzekerheidsfactor hebben: wat natuurkundigen zeggen met "Het is tussen 62 en 72", oftewel "Het is 67 plus of min 5", oftewel "67 ± 5" . Het rekenen daarmee in meerdere stappen houdt op een gegeven moment automatisch op, omdat de onzekerheden in iedere extra stap optellen, en de totale onzekerheid op een gegeven moment de waarde van het gemiddelde overschrijdt.

En tot slot een slot zoals het hoort: een filosofisch slotwoord. Aan het einde van de reeksen vragen zoals "Wat is een getal?" staat een vraag waar deze redactie aan herinnerd werd door een ander YouTube-filmpje uitleg of detail , met de titel "How do you know that you know what you know?". Overduidelijk een circulaire vraag, dus een vruchtbare bron voor filosofen om over te filosoferen., wat ze inderdaad gedaan hebben sinds de Oude Grieken en daarvoor.

En natuurlijk komen ook vele andere concepten voorbij, zoals "waarheid".

In de loop van het verhaal van de jongedame komt zelfs de oplossing als boven gegeven langs, voor deze gelegenheid verder afgekort tot: "Als het werkt".

Het samen nemen van een giraffe, een auto, een bloemkool en een schaar is mogelijk, en kan voorgesteld worden met het getal "vier". Maar wat levert het je op? Of iemand anders?

Niets.

Dat is wat het eerste filmpje bedoelt met "validiteit": als je door ervaring, of statistische methodieken, probeert te leren van iets waar geen regelmaat in zit, leert je niets.

En de troost is dat ondanks het feit dat je niet of misschien zelfs nooit zeker lijkt te kunnen weten wat je weet, je door proberen en doorzetten zo veel te weten kan komen, dat daar voor voorzienbare tijdschalen geen einde aan lijkt te komen.

Addendum

In het laatste filmpje wordt gewag gemaakt van "Het Gettier Probleem", slaande op een meneer die "ontdekt" heeft dat de redelijke definitie van waarheid niet kan kloppen omdat er ook gevallen zijn dat iets waar blijkt dat niet voldoet aan "de redelijke definitie" met als voorbeeld een geit met veel haar die op een schaap lijkt. Enzovoort.

Goh ...

Gelukkig wordt ook vermeld dat zoiets al is eerder bedacht door filosoferende woestijnbewoners die een wat donkerachtige wolk in de verte zien en dan denken dat het rook is terwijl het in werkelijkheid een zwerm insecten is.

Deze filosofen hebben dus ontdekt dat er gevallen zijn die wel vallen onder hun definitie, maar dat niet doen vanwege hun definitie.

Gunst ...

Daarom hebben de verzamelingswolkjes in de uitgewerkte abstractieladder ook geen doorgetrokken lijntjes, maar streeplijnen.

Omdat de grenzen niet volkomen vast liggen.

En "niet volkomen vast liggen" betekent twee dingen: dat er gevallen zijn die er toevallig buiten liggen maar er wel toe behoren, en dat er gevallen binnen liggen zijn die er volgens de definitie niet toe behoren.

We gaan het niet bewijzen maar het vermoeden is dat als één van deze twee niet waar is, het ook voor de ander geldt.

En als het zo is dat wat voldoet aan de definitie dan ook zeker binnen de verzameling ligt, heb je dus een absolute waarheid.

Een logisch zuivere definitie van de term "getal".

Wat nog maar eens ten overvloede laat zien waar al dit gefilosofeer vandaan komt: de behoefte van woestijnbewoners naar wat zekerheid in het leven.

Andere woestijnbewoners voelden die behoefte ook, en hebben dat opgeschreven in een dik boek genaamd Het Oude Testament.

Van de dingen die daarin staan, heeft de wereld nog steeds een ongelofelijke hoeveelheid last, want de behoefte naar wat zekerheid blijkt een zeer fundamenteel iets te zijn in het brein. Vraag maar aan meneer Frege.

Iets met dopamine, enzovoort.

Maar dat is dus een ander verhaal .

Addendum 2

Dit tweede addendum is op dezelfde manier tot stand gekomen als het eerste, en een groot deel van de hoofdtekst erboven: na het noteren en het verwerken van het voorgaande.

Bij dit tweede addendum zijnde de inval dat wat meneer Frege en deze auteur en iedereen anders doet met dit soort activiteiten: zin heeft het dan en slechts dan (en dat in de logische zin) als het ook overkomt bij andere mensen.

Wie wijs gaat worden in zijn eentje in een grot heeft hoogstens een invloed op de wormen die zijn lichaam verteren.

Dat wil zeggen: er moet bij de ander op wie je jouw theorie over "Wat is een getal?" wilt overbrengen als eerste al overeenstemming zijn over de allereerste stap: het allereerste ding dat je in je verzameling gaat stoppen, en, zullen we maar meteen de volgende stap meenemen: wat is eigenlijk een "ding"?

Met meteen ook maar het antwoord: "Een 'ding' is iets dat je kan aanwijzen".

Wat je hoogstwaarschijnlijk dus weer evolutionair moet benaderen: de menselijke communictie is begonnen met aanwijzen:

De erbij geuite geluiden zijn natuurlijk volkomen willekeurig. Als je maar voor hetzelfde ding elke keer dezelfde kreet gebruikt.

Wat dus geheel onbedoeld uitvoerig geïllustreerd wordt in het verzamelingen-filmpje, waarin het als één van de aangewezen dingen gaat over "Lebron James", wat kennelijk één of andere Amerikaanse sporter is ( we krijgen ook beelden), wat de autuer dus doet omdat hij Amerikaan is en hij aanneemt dat iedere Amerikaan weet wat "Lebron James" is, namelijk een mens die aan één of andere sport doet. En even vergeet dat hij in een wijdere wereld leeft.

En dat geldt dus voor ALLE!!! andere dingen die zo terloops in verzamelingen worden gestopt door mensen als Frege enzovoort: het zijn allemaal slechts kreten voor wat ze aannemen dat iedereen weet dat ze ergens voor staan en waarvoor ze staan.

Of niet.

En als dat laatste het geval is, slaat het dus allemaal, het hele bouwwerk, helemaal nergens op want je kan het niet testen want waar je het over hebt bestaat niet.

Het is dan slechts een spelletje met symbolen - meestal donker gekleurde vlekjes op een licht gekleurde achtergrond.

Zoiets als Conway's Game of Life uitleg of detail.

Je kan kan ook met je duimen gaan zitten draaien.

Kortom: ALLE begrippen die gebruikt worden eigenlijk zelfs voordat je begint met je plannetje voor het definiëren van "getal", of iets dergelijks, zijn al ontstaan in een schier oneindig complex bouwwerk gebouwd uit begrippen ontstaan door aanwijzen.

En er is in het vervolg van het bouwen aan dat bouwwerk dus veel voor te zeggen om aan te nemen dat je je bouwwerk moet beperken tot begrippen die op enigerlei wijze zijn te herleiden tot "aanwijzen".

Omdat "aanwijzen" uiteindelijk het enige is dat werkt om een ander persoon te laten zien wat jij bedoelt met die primale uiting die uiteen kan lopen van zeg de oerkreet "BOEWAHHH!!!" tot "1" (spreek uit: "één", "one", "un", "uno", enzovoort).

Van welk laatste overigens allerwegen wordt aangenomen dat het afstamt voor het symbool voor de eigen persoon:

In het Engels: "I".

Of, na het noteren van het voorgaande; om in ieder geval expliciet aan te geven dat je nu een symbool gaat gebruiken voor iets dat je niet kan aanwijzen in de werkelijkheid.

Zeg bijvoorbeeld: "Ik ga nu een heel dik boek schrijven over iets dat niet bestaat ondat het oneindig groot is".

Waarna je in dat boek, omdat het toch gaat over dingen die niet bestaan, andere absurde dingen kan schrijven, zoals:
"Iedereen moet luisteren naar wat ik zeg omdat ik een boek heb geschreven over iets dat oneindig groot is, want dat is heel
knap van mij om een boek te schrijven over iets dat oneindig groot is".

Kortom: deze verhandeling blijkt ineens toch best wel interessante praktische kanten te hebben.


Terug naar Abstractieladder, kort  .

10 feb.2023