Bronnen bij Retorische trucs: jij-bak, gebruik

Het verwijt van "het gebruik van de retorische truc van "jij-bak" of "Tu quoque" is vrij zeldzaam in discussies in de reguliere media, aangezien men daar wat voorzichtiger is in het gebruik van opmerkingen die tot "het "jij-bak"-verwijt zou kunnen leiden. Hier is een geval.

Aanleiding is een discussie over de rol van verplichte arbeid in de bijstand, door de voorstanders meestal "verplicht vrijwilligerswerk genoemd" - een glaszuivere contradictie. En, zoals men weet, als er een retorische truc gevallen is, is de volgende meestal niet ver weg. Rabiaat neoliberaal Frank Kalshoven uitleg of detail heeft zich natuurlijk van harte achter het idee geschaard (neoliberalisme is stelselmatige uitbuiting van iedereen die productief werk doet), en,  in een zeldzame vlaag van gezond verstand heeft mede neoliberaal en successchrijver Arnon Grunberg uitleg of detail hem erop gewezen dat het altijd minderwaardige arbeid betreft (voor normaal werk moet je een arbeidscontract krijgen en normaal betaald), met een aanbod om voor een vorstelijk salaris voor hem wat minderwaardig werk te komen doen. Hier de reactie van Kalshoven (de Volkskrant,, 11-01-2014, column door Frank Kalshoven, directeur van De Argumentenfabiek):
  Waarom ik het aanbod van Grunberg afsla

Nee dank je, is mijn korte antwoord aan Arnon Grunberg die mij dinsdag een verleidelijk aanbod deed zijn schoenen te komen poetsen en de takken te rapen in de tuin van zijn moeder. ...
    Het langere antwoord is leuker. Grunberg maakt in zijn pakweg 150 woorden één logische en twee economische denkfouten - dat is vast een record. Kijk maar.    ...

Denkfout 2.
Grunberg schrijft: 'Als Kalshoven niet ingaat op dit genereuze aanbod moeten we concluderen dat er iets mis is met schoenen poetsen en takken rapen.'
    Dit is een bijzonder geval omdat het twee denkfouten betreft in één zin. De logische vorm van de bewering is als volgt: X stelt: Y is goed. Maar X wil zelf Y niet doen. Dus: Y is (eigenlijk) niet goed. Het is een klassieke denkfout, de 'tu quoque' genaamd. ...

Het klassieke gebruik van Tu quoque, met de klassieke uitleg uitgeschreven.
    Het is tevens een voorbeeld van de ongeldigheid van dit gebruik. Want het ging Grunberg erom, anticiperende dat Kalshoven het aanbod zou afwijzen, de minderwaardigheid van het werk aan te tonen, los van de betaling.
    En Kalshoven is ook even zo dom om dat te illustreren:
  Zijn aanbod is: een belachelijk hoog uurloon voor de geboden werkzaamheden. Maar ik heb al een prima uurloon, bovendien het leukste werk van de wereld ...

Waarmee Kalshoven de interessantheid van werk als factor erkent, en meteen gebruikt als argument voor afwijzing. Dat wil zeggen: Grunberg mag, hierop anticiperende, dit voorbeeld gebruiken als bewijs voor zijn stelling dat het bezwaar van "onwaardig werk" geldig is.


Naar Retorica, trucs  , of site home  ·.

13 jan.2014