Algemene semantiek | Toepassingen: politiek

We beginnen meteen verzameling kleintjes die door anderen is aangelegd, naar aanleiding van de kabinetsformatie van 2010 - eerst het gewone verhulde taalgebruik (de Volkskrant, 02-07-2010, van verslaggevers Yvonne Doorduyn, Ron Meerhof):
  De taal van Femke, Job, Maxime en hun collega's

... Schuin boven, achter het raampje op de eerste verdieping, vinden de formatiebesprekingen plaats. Het zijn geheime verhandelingen over de toekomst van het land. De betrokken partijleiders maken er een sport van voor de camera zo weinig mogelijk te zeggen, want het proces is niet gebaat bij pottenkijkers. Maar wat hoort de goede verstaander?
...
‘Het was een buitengewoon prettig gesprek.’
De standaard openingszin bij de camera, af en toe afgewisseld door ‘goed’ of ‘constructief gesprek’. Weinig dubbele lading, want over de informateur niets dan lof.
    Vaste waarde. Toen Rutte deze frase woensdag pardoes achterwege liet, vroeg een verslaggever quasi-bezorgd: ‘Maar... maar het was toch wel een goed gesprek?’
...
‘Hij was een vent geweest als...’

Wilders over Verhagen, Rutte over Wilders – veelvuldig gebezigd om de tegenpartij de zwartepiet toe te spelen.
...
‘Ik baal als een gieter.’
GroenLinks-leider Halsema haalt twee uitdrukkingen door elkaar om lucht te geven aan haar frustratie over het ‘mislukken’ van Paars-plus. Met in haar achterhoofd: Rutte heeft even tijd nodig, er komt nog wel een kans.
...
‘Comfort geven.’
In deze formatie het nieuwe woord voor ‘vertrouwen’. Van VVD aan PvdA: door D66 bij een middenkabinet te betrekken. Van VVD aan CDA: door voordelen te bedenken waardoor de christen-democraten toch aanhaken bij een rechts kabinet. Van de anderen aan de VVD: veel concessies doen aan Rutte om hem in Paars-plus te trekken.
...
‘Ik lijd aan enig formatie-ongeduld.’
Halsema creëert ruimte om Rutte de draai naar Paars-plus te laten maken. Nederland wordt immers al weken niet geregeerd, rechts is stukgelopen: Rutte heeft geen keus.

Dan wat voorbeelden lopende van de dubbele bodem tot beleefd liegen:
  ‘Het is zoeken naar een coalitie die kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal.’
De opdracht van de koningin, door velen vrij vertaald als: op een partij zonder vertegenwoordigers in de Eerste Kamer (PVV) zit niemand te wachten. Getalsmatig is 76 zetels voor een rechtse coalitie bovendien geen vetpot.

‘Het ligt voor de hand dat de grootste partij en de grootste winnaar als eerste onderhandelen.’
Strategie van velen: de achterdeur voor de VVD naar de PVV moet eerst dicht, daarna kan men doorgaan naar andere coalities.
...
‘Het CDA heeft de verkiezingen verloren. Ons past op dit moment bescheidenheid.’

CDA-fractieleider Maxime Verhagen heeft geen zin in onderhandelingen met Geert Wilders.

‘De PVV is te snel aan de kant gezet.’
Alexander Pechtold van D66 huilt krokodillentranen en zet VVD en CDA onder druk om een streep te zetten onder een rechts kabinet.
...
'Ik ga vooral luisteren.’

PvdA-leider Job Cohen (op weg naar binnen) gaat de informateur nog eens haarfijn uitleggen waarom hij Paars-plus wil.
...
‘Wij kennen geen taboes.’
PvdA-leider Cohen wil dolgraag met de VVD regeren. Het ontslagrecht en de WW zijn niet veilig.

Een fraaie lijst.

Nu een wat groter en uitgebreider besproken voorbeeld - eerst een overzicht (de Volkskrant, 25-02-2006, column door Marjolijn Februari):
  De truc ging zo verschrikkelijk snel, dat Witteman en Mingelen hem helemaal niet door hadden

Ik heb een gemene truc geleerd van Wouter Bos. U had die truc ook kunnen leren, als u een paar weken geleden naar Nova had gekeken, waar Wouter Bos in gesprek was met Paul Witteman en Ferry Mingelen. De truc ging overigens zo verschrikkelijk snel, dat Witteman en Mingelen hem helemaal niet door hadden. Of misschien hadden ze hem wel door, maar kan het ze gewoon allemaal niks meer schelen. ...
    Het waren de nadagen van het Afghanistan-debat en de Nederlandse politiek debatteerde over de uitzending van militairen naar Afghanistan. D66 was tegen, de PvdA was voor, en dus probeerde D66 met een politiek spelletje de PvdA alsnog aan haar kant te krijgen.
    Toen dat spelletje uitkwam zei Wouter Bos in Nova: 'Ik houd niet van politieke spelletjes.' ...    Je moet er immers niet aan denken, zei Wouter Bos, dat straks ten gevolge van zulke politieke spelletjes de eerste lijkzakken naar huis komen.
    Thuis voor de televisie schoot ik overeind. Ja, dat is slim, riep ik. Dat is een slimme truc. Eerst, terecht, D66 betichten van politieke spelletjes. En vervolgens in één moeite door D66 ook maar de verantwoordelijkheid voor de mogelijke dood van militairen te Afghanistan in de schoenen schuiven.
    Terwijl, als het aan D66 had gelegen, die militairen helemaal niet naar Afghanistan zouden zijn gegaan! Het kwam alleen doordat Bos een paar tellen eerder had gezegd dat hij niet van politieke spelletjes hield, dat ik er bijna met open ogen was ingetrapt. ...

Een heldere semantische analyse.
    Dan één van de weggelaten tussenstukjes:
  ...   Toen dat spelletje uitkwam zei Wouter Bos in Nova: 'Ik houd niet van politieke spelletjes.'
    Tot zover klopte alles als een bus. U houdt niet van politieke spelletjes, ik houd niet van politieke spelletjes, dus waren we het automatisch met Wouter Bos eens en voor je het weet gaan we allemaal op hem stemmen.
  'Ik houd niet van politieke spelletjes.'
  'Nee, het is geen oplichterij.'
  'Als ik de onwaarheid spreek heeft de kiezer dat heus wel door.'
  'Je moet de burger niet onderschatten.'
    Stuk voor stuk geweldige goocheltrucs die je aandacht afleiden van alles wat daarna komt. De spreker vertelt een verhaal en geeft dat vooraf betekenis mee - een betekenis die achteraf in het kille licht van de werkelijkheid vaak blijkt te ontbreken. Het is heel heel heel verleidelijk.
    Ook Wouter Bos leidde eerst de aandacht af. Ik houd niet van politieke spelletjes, zei hij, en al helemaal niet als er mensenlevens in het geding zijn. Het lukte hem goed om op dit punt aangekomen zeer nobel te kijken, ...

En hierop volgt de vergelijking met een figuur uit een eerder terzijde van Februari, een oplichter die gratis reizen aanbiedt waarvoor je later toch moet betalen. En hiermee velt Februari dus ook meteen het morele oordeel: Wouter Bos gedraagt zich in het politieke debat als een semantische oplichter. En hij heeft dezelfde trucs als de oplichter: "Nee, mevrouw, er zijn absoluut geen verplichtingen, uw cruise is geheel gratis. We doen het omdat u het bent, want u bent de winnaar.". Of in de termen van Bos: 'Ik houd niet van politieke spelletjes.', 'Nee, het is geen oplichterij.' , en 'Als ik de onwaarheid spreek heeft de kiezer dat heus wel door.' Hij weet natuurlijk prima dat vrijwel geen enkele kiezer de trucs door heeft, net als de oplichter weet dat een flink deel van zijn slachtoffers erin stinkt. Daarom is hij ook oplichter ... omdat het werkt.
    Dat is meteen een mooie brug naar een paar andere oplichters die Februari meteen meenam:
  ...    De schrandere interviewers deden alsof ze het niet hadden gehoord en beperkten zich tot de gebruikelijke kritische vragen. Aan minister Kamp van Defensie de kritische vraag of hij de champagne had opengetrokken toen hij hoorde dat de missie naar Afghanistan doorging. In volle ernst probeerde de minister nog te wijzen op het grote gewicht van de zaak en op de risico's die de militairen daar lopen. Nee, geef nou eens eerlijk antwoord, vroegen de interviewers, hebt u niet meteen iemand gebeld toen u het blijde nieuws hoorde? ...

Natuurlijk kan iemand voldoening hebben aan een besluit waar hij voor gewerkt heeft, ook als dit besluit schade berokkent aan sommigen, in de toekomst. Het laatste hoort bij de politiek, het eerste bij het mens-zijn. De truc zit in het directe associëren van de schade van het besluit, de eventuele Nederlandse doden, met de gevoelens van de minister, terwijl de positieve aspecten, de gespaarde levens in Afghanistan, worden weggelaten.
    Februari gaat verder:
  ... In de weken die volgden heb ik nog geprobeerd mezelf ervan te overtuigen dat het een incident is geweest. Dat de wereld niet aan elkaar hangt van de spelletjes en de flauwekul. Maar afgelopen week heb ik mijn pogingen opgegeven. ...

Natuurlijk zijn beide gevallen geen incidenten. Witteman en Mingelen pasten namelijk nog een derde truc toe, eentje die Februari niet signaleert, en dat is die van de selectieve behandeling: je hebt een methode om menselijk handelen te onderzoeken, maar je past hem toe op mensen uit sommige groepen, en niet op mensen uit andere groepen. Kamp wordt hier bevraagd over de negatieve aspecten van zijn ideeën, maar Bos niet. Dit is de standaardtruc waarmee de journalistiek het politieke debat vervuilt, en de vervuiling van de politici in stand houdt. Want Bos weet dat hij door door mensen als Witteman en Mingelen niet op deze trucs wordt aangesproken (de titel van Februari's stuk is politiek naïef), dus blijft hij het doen.
    Het resultaat van die vervuiling is door politici en journalisten is natuurlijk dat de burgers het hele politieke bedrijf zijn gaan wantrouwen, of weer volgens Februari:
  ... Het gaat, zou de jeugd ook nog zeggen, helemaal nergens meer over. Beweer dat alleen liever niet hardop. Stel geen kritische vragen over strafzaken aan het Openbaar Ministerie, 'want dat tast het imago van de rechtsstaat aan'. Ga niet klokkenluiden, want dan raak je, volgens een reportage in Volkskrant magazine, aan de bedelstaf. En lever zeker als insider geen kritiek op de politieke cultuur. Voormalig journaliste Wouke van Scherrenburg over minister Pechtold in hetzelfde magazine: 'Zo iemand ontvangt van mijn en jouw belastinggeld een ministerssalaris en geeft zo af op zijn beroep. Ik was er zoóóó boos over.'
    En zo is dat. Als het imago maar intact blijft, iedereen zijn mond houdt en om de vier jaar gewoon uit onmin op de oppositie stemt. Zo marcheren wij, brave burgers, één stap vooruit, twee stappen achteruit, op weg naar het paradijs.

En zo blijken foute politici en foute journalisten dus ook actief een pot nat te vormen. Van Scherrenburg weet natuurlijk donders goed dat wat Pechtold in schilderachtige termen uitdrukt, in wat nuchterder termen de volledige waarheid is, zoals hierboven nog eens bevestigd is. Maar vanwege beroepssolidariteit met andere truc-erende journalisten, kiest ze ervoor de klokkenluider af te vallen.

Een paar voorbeelden van bekende schrijvers die de verkrachting van het woord door de politiek onder de loep nemen. In beide gevallen gaat het om een groep behorende tot de meest grove verkrachters van het woord: Amerikaanse politici (de Volkskrant, 12-01-2006, door Salman Rushdie, schrijver):
  Misdaden tegen het woord

Tussentitel: VS zullen hun straf voor uitbesteden martelen ontlopen

Het begrip 'extraordinary rendition' is weer een illustratie dat staten taal gebruiken om sinistere praktijken te verhullen, meent Salman Rushdie.

Zonder de minste twijfel is de lelijkste uitdrukking die in 2005 het Engels is binnengedrongen 'extraordinary rendition' , de term die wordt gebruikt om het verschijnsel van de geheime aanhouding en gevangenhouding in speciale gevangenissen door de VS van terreurverdachten mee aan te duiden 'buitengewone uitlevering' zou je het in het Nederlands kunnen noemen.
    Voor degenen die van woorden houden, is de verkrachting van betekenis door de uitdrukking een onmiskenbaar teken van de intentie tot misleiding. 'Extraordinary' is weliswaar een heel gewoon bijvoeglijk naamwoord, maar de betekenis ervan wordt hier uitgerekt om ook meer sinistere aspecten te kunnen omvatten die je niet in je woordenboek zult vinden: 'geheim', 'meedogenloos' en 'buitenwettelijk'.
    Wat betreft 'rendition' staat de de Engelse taal vier betekenissen toe: uitvoering, vertaling, overgave een betekenis die men nu als archaïsch aanmerkt - en een daad van 'rendering' , wat ons bij het werkwoord 'to render' brengt dat zeventien mogelijke betekenissen heeft. Daaronder vindt men niet 'het ontvoeren en in het geheim afleveren voor ondervraging van een individu of individuen op een onbekend adres in een land waar marteling is toegestaan'.
    Ook taal kent zijn wetten en die wetten zeggen dat deze nieuwe Amerikaanse uitdrukking ongepast is - een misdaad tegen het woord. Zo nu en dan levert de gebruikelijke nieuwspraak van de politiek een nieuwe term op waarvan de berekenende mildheid ons doet beven van angst - ja, en walging. 'Schone woorden verhullen soms vuile daden', schreef de Amerikaanse columnist William Safire in 1993, in reactie op de opkomst van nog zo'n uitdrukking: 'etnische zuivering'.
    De Republikeinse senator John McCain heeft het Witte Huis opgezadeld met zijn amendement waardoor de internationaal aanvaarde definitie van marteling ('een wrede, onmenselijke en vernederende straf') nu in de Amerikaanse wet is opgenomen, de heftige pogingen van vice-president Dick Cheney dat te voorkomen ten spijt. Steeds vaker hoort men dat de regering-Bush het amendement van McCain wil omzeilen door de 'buitengewone uitlevering' van personen die men martelwaardig acht aan landen die met marteling wat minder moeite hebben.
    De namen van en de verhalen over de mensen die op deze manier zijn opgepakt en vervoerd beginnen nu binnen te druppelen.
    Maher Arar, een Syrische Canadees, die onderweg naar de VS door de CIA gevangen werd genomen en via Jordanië naar Syrië werd gebracht waar hij, volgens zijn advocaat, 'op wrede wijze fysiek werd gemarteld'.
    Khaled-el-Masri, Duits staatsburger van Libanees-Koeweitse afkomst, zegt in Macedonië ontvoerd en voor ondervraging naar Afghanistan gebracht te zijn, waar hij herhaaldelijk werd geslagen.
    De in Syrië geboren Mohammed Haydar Zammer zegt dat hij in Marokko is opgepakt en vier jaar in een Syrische kerker heeft doorgebracht.
    De eerste rechtszaken komen er aan. De advocaten van de eisers stellen dat er naast hun cliënten veel meer slachtoffers zijn en dat in Afghanistan, Egypte, Syrië en misschien ook elders het bredere kader van het project van bijzondere uitlevering nog moet worden onthuld. In Canada, Duitsland, Italië en Zwitserland zijn onderzoeken begonnen.
    In het interne onderzoek van de CIA zelf geeft men toe dat er 'minder dan tien' van dergelijke gevallen waren. Instrumenten worden gemaakt om ze te gebruiken en het lijkt op zijn zachtst gezegd niet erg waarschijnlijk dat een dergelijk politiek riskant en moreel dubieus systeem wordt opgezet om nauwelijks te worden gebruikt.
    De Amerikaanse autoriteiten hebben hun gebruikelijke stoere houding aangenomen. Op haar recente Europese rondreis heeft Condoleezza Rice de Europese regeringsleiders min of meer gezegd dat ze zich niet met de zaak moeten bemoeien - waar ze zich prompt en mak bij hebben neergelegd door te zeggen dat ze tevreden waren met haar geruststellende antwoorden.
    Vlak daarna, eind december, werd op bevel van de Duitse regering een islamitisch centrum in München gesloten nadat er documenten waren aangetroffen waarin zelfmoord aanslagen in Irak werden gepropageerd. Dit was een centrum, zo wordt ons verteld, waar Khaled el-Masri vaak kwam voordat hij zo buitengewoon werd uitgeleverd aan Afghanistan.
    'Aha!' wil men ons graag laten denken. 'Dat moet wel een slechterik zijn! Lever die maar buitengewoon uit aan wie je wil!' De kwestie is niet of een bepaald individu 'goed' of 'slecht' is. De vraag is of wij dat zijn - of onze regeringen ons wel of niet in een immorele positie hebben geplaatst door het recht zijn juiste loop niet te laten krijgen. Over het algemeen beschouwt men de juiste loop van het recht, na de rechten van het individu, als de belangrijkste pijler van een vrije samenleving.
    Het Witte Huis meent nog dat zij in deze zaak en andere omstreden zaken als het afluisteren van eigen burgers de publieke opinie achter zich heeft. Het staat nog te bezien hoe lang het Amerikaanse volk bereid zal zijn te accepteren dat het doel alle middelen heiligt die haar regering wenst in te zetten.
    In het begin is het Woord. Waar men de taal corrumpeert, zal snel nog meer corruptie volgen. Bij de zitting van het Hogerhuis in december vorig jaar waarin de rechters die als Hooggerechtshof fungeren, de law lords, tot een uitspraak kwamen over marteling, deden zij dat in eenvoudige en duidelijke bewoordingen.
    'Degene die martelt wordt verfoeid niet omdat de informatie die hij krijgt onbetrouwbaar is', zei Lord Rodger of Earlsferry, 'maar vanwege de barbaarse methodes die hij gebruikt om haar te verkrijgen.' 'Marteling is een ondubbelzinnig kwaad', voegde Lord Brown of Eaton-under-Heywood daar aan toe. 'Zij kan nooit gerechtvaardigd zijn. Sterker nog, zij moet altijd bestraft worden.' Verschrikkelijk genoeg zullen door de uitbesteding van het martelen de VS hun straf ontlopen. De morele schande zullen zij er echter niet door ontlopen.

Salman Rushdie is auteur van onder meer De duivelsverzen, Woede en het onlangs uitgekomen Shalimar de clown. Vertaling: Cees Koster

En de tweede bekende auteur (de Volkskrant, 01-05-2004, door Terry Jones, schrijver):
  Een oorlog van woorden

Een van de grootste problemen met het huidige, spannende avontuur in Irak is dat niemand het zelfs maar eens kan worden over hoe de verschillende partijen moeten worden genoemd. In de Tweede Wereldoorlog vochten we tegen de Duitsers en de Duitsers vochten tegen ons. Iedereen was het erover eens wie tegen wie vocht. Zo ziet een fatsoenlijke oorlog eruit.
    Maar in Irak bestaat er niet eens overeenstemming over hoe je de Amerikanen moet noemen. De Irakezen staan erop ze 'Amerikanen' te noemen wat, op het eerste gezicht, redelijk lijkt. De Amerikanen daarentegen, staan erop zichzelf 'coalitietroepen' te noemen. Dit is waarschijnlijk de eerste keer in de geschiedenis dat de Verenigde Staten proberen hun militaire glorie met iemand anders te delen.
    Hollywood, bijvoorbeeld, probeert ons altijd te vertellen dat de Amerikanen de Tweede Wereldoorlog hebben gewonnen. Het was een Amerikaan die de uitbraak uit het gevangen-kamp Stalag Luft III leidde in The Great Escape; het waren Amerikanen die de Enigma-machine veroverden in de film U571 en het is Tom Cruise die helemaal in zijn eentje de Battle of Britain beslecht in zijn jongste project The Few.
    Dus het is geruststellend dat Amerikaanse generaals in Irak zo gretig de rol benadrukken die Amerika's partners spelen in het verspreiden van een beter manier van leven in Irak.
    En dan is er het probleem van hoe de Amerikanen de Irakezen gaan noemen - vooral de Irakezen die ze doden. Je kunt mensen die hun eigen huizen verdedigen tegen vanuit helikopters en tanks afgevuurde raketten alleen tot een bepaald moment 'fanatici en terroristen' noemen. Maar uiteindelijk zullen zelfs krantenlezers nattigheid voelen.
    Het is ook duivels moeilijk om mensen de benaming 'rebellen' te laten accepteren voor de Irakezen die door Amerikaanse sluipschutters zijn gedood en die - zoals in Falluja - zwangere vrouwen, 13-jarige kinderen en oude mannen blijken te zijn. Het klinkt ook een beetje tam om ambulancechauffeurs 'strijders' te noemen als ze zijn doodgeschoten terwijl ze gewonden naar het ziekenhuis reden - maar welk ander woord kun je gebruiken zonder de indruk te wekken dat het hier wellicht om onwettige doelwitten gaat?
    Ik hoop dat u het probleem begint te zien.
    Uiteindelijk gaat het er denk ik om de Amerikaanse huurlingen in Irak 'burgers' of 'civiele aannemers' te noemen en Iraakse burgers 'strijders' of 'opstandelingen'. In een beschrijving van de recente aanval op Najaf kwam The New York Times met de vondst van 'militielid'. Dit woord heeft het voordeel dat het een beetje vaag is (niemand weet precies hoe een militielid eruit ziet of wat hij doet), terwijl het wel zo klinkt als een type buitenlander dat door elke verantwoordelijke regering direct wordt neergeschoten zodra dat kan.
    Maar de semantische problemen in Irak zijn nog groter. Zo is er de 'machtsoverdracht' die op 30 juni moet gebeuren. Omdat er geen werkelijke macht wordt overgedragen, hebben de jongens van de coalitie een andere, minder eenduidige term moeten bedenken. Ze praten nu over de overdracht van de 'soevereiniteit', een handzame want elastische notie. En' overigens is het veel makkelijker om een notie over te dragen dan iets concreets. .
    Aan de andere kant hebben de VS het weer over 'onderhandelingen' met de mujahedin in Falluja. Deze 'onderhandelingen' bestaan uit de eis van de Amerikaanse militairen dat de mujahedien al hun granaatwerpers inleveren omdat ze anders de hele stad naar de andere wereld helpen. Hier bestaat het risico dat dit meer klinkt alsof de ene kant de andere kant 'bedreigt' in plaats van 'onderhandelt'.
    Wellicht de spannendste linguïstische ontwikkeling doet zich voor ver verwijderd van het slagveld, in de serene kalmte van de aval Office van president Bush, een plek waar zeer weinig mensen worden gedood omdat ze uit het raam kijken. Hier zijn het woorden als 'strategie' en 'beleid' die dagelijks worden gebruikt als instinctmatige reactie van politici en militaire leiders die denken dat bruut geweld de enige manier is om moeilijke problemen in delicate omstandigheden op te lossen. Zoals majoor Kevin Collins, een commandant van de mariniers in Falluja, opmerkte: 'Als jullie een gevecht met ons zoeken, zullen wij het beëindigen.'
    Vroeger had je zo'n zin betiteld als 'ongelofelijke stupiditeit' in plaats van als 'strategie'. Maar de taal heeft zijn eigen leven ... en dat is meer dan je kunt zeggen over veel onschuldige Irakezen.

Terry Jones is schrijver, regisseur, acteur en lid van het Monty Python-team.

En nog een auteur (de Volkskrant, 23-10-2010, door Hans Bouman):
  Interview | De Amerikaanse auteur Jonathan Franzen

‘Het woord vrijheid is door Bush vergiftigd’

Hij is volgens velen de grootste Amerikaanse auteur van nu, zeker na zijn nieuwe roman Freedom.

Tussentitel: In de commerciële cultuur waarin we leven is de vrijheid tot kiezen heilig verklaard

Jonathan Franzen (51) is de belangrijkste – en in ieder geval meest besproken – Amerikaanse auteur van dit moment. Time, dat in 2000 met Stephen King voor het laatst een omslagverhaal aan een schrijver wijdde, plaatste Franzens beeltenis deze zomer op de cover met de woorden ‘Great American Novelist’. Rond dezelfde tijd schafte president Obama een exemplaar aan van Franzens nieuwe roman, Freedom, om op zijn vakantie te lezen.
    In de weken die volgden werd Amerika overspoeld met een bijna ongekende vloedgolf aan juichkritieken, waarin Freedom een meesterwerk werd genoemd, een oordeel waarin ook de Volkskrant zich kon vinden. Over het hoofdthema van het boek wil Franzen liefst niet al te veel uitweiden.
    ‘Ik heb mijzelf voorgenomen in interviews niet te veel over het concept vrijheid te praten, omdat ik vind dat ik de lezer niet mijn interpretatie moet opdringen. Maar natuurlijk is het zo dat we in een commerciële cultuur leven waarin de vrijheid tot kiezen heilig is verklaard, waarin de vrije markt een fetisj is. Vrijheid is altijd een beladen en gecompliceerd begrip geweest, maar de laatste tien jaar is het met name door de politieke rechtervleugel in Amerika volstrekt gecorrumpeerd.’    ...
    Franzen: ‘Door de oorlog in Irak Operation Iraqi Freedom te noemen heeft de regering Bush het woord vrijheid vergiftigd. Je kunt een woord niet ‘ontgiften’, maar je kunt het wel zodanig ironisch gebruiken dat je de grond wegslaat onder de voeten van de mensen die het op zo’n cynische wijze hebben gemanipuleerd.’    ...

Eigenlijk uitwerkingen van wat George Orwell al in 1946 opmerkte aangaande wat olitici met taal doen .

Het gebeuren dat iemand in de gelegenheid is om het taalmisbruik te ontmaskeren is ook heel grappig - hier gaat om de retoriek in de richting van Iran, aangaande haar nucleaire programma (de Volkskrant, 04-05-2010, van correspondent Diederik van Hoogstraten):
  Ahmadinejad haalt uit

De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad ...
    Ahmadinejad sprak de VN toe bij het begin van de vijfjaarlijkse conferentie tegen de verspreiding van atoomwapens, die hij als enige regeringsleider bijwoont. Namens de VS was minister Hillary Clinton van Buitenlandse Zaken in New York bij de veertigste verjaardag van het non-proliferatieverdrag (NPT)   ...   
    Vooraf had Clinton gezegd dat Ahmadinejad alleen naar New York kwam ‘om de aandacht af te leiden en verwarring te zaaien’. ...

Grap nummer één: Clinton voelt de bui al hangen. Ze is diplomaat en gebruikt diplomatiek taal. Vertaald staat hier: "Ik ga zo meteen betrapt worden op leugens en propaganda".
  Ahmadinejad heeft maandag (niet voor het eerst) uitgehaald naar de VS, die hij in New York de ‘hoofdverdachte’ noemde bij de verspreiding van kernwapens. Hij zei ook dat Nederland zijn kernwapens moet ontmantelen.

Dat 'uitgehaald' is natuurlijk ook al propaganda, want Ahmadinejad heeft zonder lelijke woorden te gebruiken alleen maar feiten genoemd. Je kan het ook zien als een bekentenis van de kwaadwillendheid van de feiten: Als het noemen van Nederland als land met kernwapens een uithaal is, en Nederland heft inderdaad kernwapens, dan is het hebben van kernwapens door Nederland de uithaal, en niet het constateren daarvan door Ahmadinejad.
    Hetgeen natuurlijk weer aanleiding is voor nieuwe leugens terug:
  Minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken noemde de rede van Ahmadinejad ‘ongefundeerd en onaanvaardbaar’.

Het 'ongefundeerd' is een leugen want Nederland heeft die (Amerikaanse) kernwapens, en het tweede is een leugen want Ahmadinejad meldt slechts de feiten. Maar propaganda en leugens zijn bijna een eeneiige tweeling (hoewel niet helemaal).
    Maar in dit artikel niet genoemd maar wel de feiten en mogelijkerwijs ook wel door Ahmadinejad genoemd zijn twee significantere gevallen van verspreiding van atoomwapens onder Amerikaanse auspiciën: Israël en Pakistan. Waarmee alle bezwaren richting Iran in een atoomflits ontmaskerd zijn als propaganda en leugens.
    En zo zie je maar: het ontmaskeren van dit soort politiek woordmisbruik geeft hetzelfde soort reacties als roep dat de keizer geen kleren aan heeft: spastisch en bijzonder grappig voor de buitenwacht.

Nog een aardig voorbeeld (de Volkskrant, 27-06-2011, door Diederik van Hoogstraten):
  Analyse | Retorische acrobatiek over Libië-acties

Obama's problemen rond oorlog gaan lijken op die van Bush

... Barack Obama negeerde in 2011 de volksvertegenwoordiging in Washington, toen hij besloot om op te treden in Libië.
    ... Volgens een groeiende groep critici van zijn eigen partij en de conservatieve oppositie schendt Obama de War Powers Resolution uit 1973, zolang het leger strijd voert in Libië.    ...
    Krachtens de War Powers-wet moet een president vijandelijkheden na zestig dagen beëindigen, of autorisatie van het Congres verkrijgen. Obama heeft geen van beide gedaan. Zijn adviseurs betogen dat de Libië-missie strikt genomen niet alleen geen oorlog is, maar zelfs geen 'vijandelijkheden' bevat. Voor wie de beelden van aanvalsacties dagelijks voorbij ziet komen, zijn het sterke staaltjes retorische acrobatiek.    ...

Als ze het zelf gaan zeggen. kan je nagaan hoe erg het is ...


Naar Mengwoorden  , of site home  .