Generalisaties, algemeen

In de beschrijving van de relaties tussen de diverse menswetenschappelijke velden bleek sprake van meerdere gevallen van veel-op-één relaties: de zeer vele neuronen van de neurologie komen samen in één enkele psyche in de psychologie. De vele individuen van de psychologie komen samen in de groepen van de sociologie. Enzovoort.

Veel-op-één relaties bleken ook ten grondslag te liggen aan de abstractieladder van de woorden van de menselijke taal, die ook het transportmiddel vormt voor dit soort beschrijvingen.

Voor de omschrijvende terminologie "veel-op-één relatie" bestaat ook een enkele woord: "generalisatie": de vele elementen worden tezamen genomen, en onder één noemer behandeld. Waarbij als deze elementen meerdere aspecten hebben en onder één daarvan worden samengenomen, er sprake is van verlies aan aspecten, dat wil zeggen: abstraheren. Dat wil zeggen: generaliseren komt ook neer op abstraheren. De abstractieladder is ook een generalisatieladder.

Daarom een nadere beschouwing van de abstractie- en generalisatieladder, als beschrijving van één-op-veel relaties.

Voor zover bekend is de eerste systematische behandeling ervan afkomstig van een pionier op het gebied van de betekenis van taal, Alfred Korzybski uitleg of detail , gepubliceerd in het kader van een poging tot integratie van de natuurwetenschappen en menswetenschappen onder de titel Science and Sanity (1933). Zijn versie van de relatie tussen generalisaties noemde noemde hij de "structural differential" uitleg of detail , zie rechts. Daarin staat de parabool voor de werkelijke wereld, de gaatjes voor eigenschappen, de touwtjes tussen gaatjes voor relaties, de rondjes voor waargenomen objecten, en de vierkanten voor de diverse lagen van abstracties. Essentieel maar meestal en ook hier weggelaten omdat het de afbeelding onduidelijk maakt, is dat de sleep van abstracties weer met een touwtje of relatie aan de parabool vastzit, omdat de menselijke percepties waarvoor de abstracties staan ook de waarneming van de werkelijkheid beïnvloedt.

Het werk van Korzybski was kennelijk te alomvattend om goed doorgegeven kunnen te worden en het begrip "structural differential" sloeg niet aan. Dat werd enigszins beter met de publicatie van Language in Thought and Action (1949) van S.I. Hayakawa, die de  "structural differential" vereenvoudigde tot de "abstractieladder", waarbij "abstractie" gewoon een andere term is voor generalisatie - zoals aangegeven door het door Hayakawa geïntroduceerde archetypische voorbeeld: "Bessie de koe", "koeien", "vee", "boerderijtoebehoren" enzovoort. Telkens worden de begrippen algemener (generaler), en gaan meer specifieke eigenschappen verloren (abstracter). Het boek van Hayakawa werd redelijk bekend en nog al eens gebruikt bij het vak der Algemene taalwetenschappen. De abstractieladder heeft zijn voornaamste bekendheid in het vak van "creatieve writing".

Maar hoewel de abstractieladder van Hayakawa gemakkelijker is bij uitleg, is de structural differential gedetailleerder en vollediger. Zoals al door Korzybski opgemerkt, voert het waarnemingsapparaat op automatische wijze al talloze generalisaties uit. Zo worden van de huid van de koe niet de aparte moleculen waargenomen, maar alleen een zwart-wit-patroon - als het een Friese koe is. Iets dat dus ook steeds verder gaat, maar dan de diepte in. Oftewel: het waarnemingsveld is een scheidslijn van twee reeksen: de hogere abstracties van het menselijke denken, en de lagere abstracties van het menselijke waarnemen.

Dit laatste is een wijze van formuleren die uitgaat van een speciale positie van de mens. Dat uitgangspunt heet in de filosofie of filosofie der natuurwetenschappen "antropocentrisch", wat een slechte naam heeft omdat daaronder ook vallen oude opvattingen als "De Aarde is het middelpunt van het heelal", enzovoort, waarbij het in de geschiedenis van de wetenschappen telkens zo was dat het antropocentrische uitgangspunt niet juist bleek.

Laat je het antropocentrisme ook hier vallen, dan is er niets anders dan één continue reeks van generalisaties, vanuit het submicroscopische tot aan alles overkoepelende concepten als "God" en "heelal". Met als voordeel dat algemene en methodologische lessen geleerd op het ene niveau toegepast kunnen worden op (alle) andere niveaus.

Maar het menselijke standpunt definieert wel een verschil tussen twee groepen van generalisaties: bij die liggende onder het menselijke niveau is er (eerder) sprake van "ontdekken". En bij die boven het menselijk niveau is er (eerdere) sprake van "construeren". In andere termen: de eerste soort is natuurlijk, de tweede menselijk.

Maar dit ligt nog basaler: van de niveaus onder het menselijke functioneren kán je niets anders dan natuurlijke generalisaties waarnemen. Omdat het altijd over zeer vele zeer kleine deeltjes gaat. Dat wil zeggen: hebben die deeltjes op enigerlei wijze eigenschappen met willekeurige waarden, dan vallen door de willekeur die waarden dus die eigenschappen tegen elkaar weg. Wat je op het menselijk niveau waarneemt, is regelmaat en systematiek in de eigenschappen en het gedrag van die zeel vele zeer kleine deeltjes. En het proces van het samennemen van al die kleine deeltje is weer "generaliseren". Oftewel: het onderzoek naar natuurlijke generalisaties is hetzelfde als het onderzoek naar systematiek in de natuur. Daarover gaat het verder hier .


Naar Psychosociohistorie, inleiding , of site home ·.

2 jul.2015