Bronnen bij Neurologie, emotie-organen: basale ganglia versus hippocampus

In Neurologie, begrippen zijn de basale ganglia  en hippocampus  beschreven als de elementen in twee verschillende circuits, het ene gaande over primaire gedragspatronen in hun geheel, scenario's, en het andere over de evaluatie van waarnemingen en patronen, wat gebeurt met behulp van concepten of abstracties.

Voor deze tweedeling bestaan vele aanwijzingen in algemeen menselijk gedrag, en een paar meer concrete, directer aangaande de neurologie.

De eerste is later toegevoegd (stond elders in het archief van de website) maar vermoedelijk de belangrijkste (de Volkskrant, 24-06-2011):
  Richtingsgevoelige zet brein anders in

Het brein van mensen met een goed richtingsgevoel stuurt informatie naar andere hersengebieden dan dat van mensen met een slecht richtingsgevoel. Dat schrijven Joost Wegman en Gabriele Janzen van de Radboud Universiteit in Nijmegen in het Journal of Cognitive Neuroscience. Ze lieten 24 mannelijke en vrouwelijke proefpersonen virtueel een wandeling door een museum maken. Een bepaald hersengebied (de parahippocampale gyrus) blijkt te onthouden of een bepaald museumvoorwerp op een kruispunt stond of op een hoekpunt. Richtingsgevoelige mensen voeden dat gebied door ook beter te kijken. Bij mensen met een slecht richtingsgevoel gaat de route-informatie echter naar het striatum, een gebied dat routinehandelingen vastlegt.

Precies volgens het op deze website gebruikte model.

De eerste komt uit het verschijnsel "dromen", te vertalen als "scenario's die zich afspelen tijdens de slaap". Hier een bij de onderzoekers van dromen (kennelijk) redelijk bekend feit (Psyche en brein, nr. 1-2014, door Christof Koch):
  Droomtoestanden

Dromen zouden wel eens de sleutel kunnen bevatten tot het mysterie van het bewustzijn.


Hebt u de recente kaskraker Inception gezien? Wat The Matrix betekende voor ons denken over virtual reality, betekent deze film voor het verschijnsel dromen. Ik hield mijn adem in toen ik zag hoe de bouwkundestudente Ariadne de straten van Parijs als een deken over zich heen vlijde. Deze spectaculaire scène, een hommage aan M.C. Escher, maakte weer eens duidelijk hoe bizar dromen soms kunnen zijn en zette de neurowetenschapper in mij aan het denken. Wat zijn dromen eigenlijk en wat zeggen ze over ons brein?
    De eerste vraag is gemakkelijk te beantwoorden: dromen zijn levendige sensomotorische hallucinaties met een verhalende structuur. We ervaren een droom bewust - we kunnen dingen zien, horen en aanraken in een omgeving die volkomen echt lijkt (maar vreemd genoeg ruiken we nooit in een droom).

Vreemd dat dit tussen haakjes staat, want van zo'n feit leer je vaak veel - deze redactie heeft dit ooit eens eerder gelezen.
    De eerste stap naar de verklaring is fysiologisch: in de overzichten van de emotie-organen  is zichtbaar dat het centrum van de geurverwerking, de "olfactory bulb", verbonden is aan het circuit van de basale ganglia. En niet aan dat van de hippocampus.
    De tweede stap is de op deze website gebruikte veronderstelling omtrent de functie van dromen: ze dienen ter herevaluatie van ervaringen tijdens opgedaan het bewustzijn. En als die herevaluatie zich afspeelt in het hippocampus-circuit, komt de geur dus niet voor in dromen.

Concrete aanwijzing twee (de Volkskrant, 20-06-2015, door Margreet Vermeulen):
  Neuroshopper

U kunt wel zeggen wat u het lekkerste en het mooiste vindt, dat blijkt weinig te voorspellen over wat u in de winkel doet. Marketeers zoeken daarom naar de koopknop in het brein. Maar bestaat die wel?


Kent u de Pepsi-paradox? Mensen die blind proeven, vinden Pepsi- cola meestal het lekkerst. Gaat de blinddoek af, dan is Coca-Cola favoriet. De Amerikaanse psycholoog Samuel McClure besloot in 2004 moderne hersentechniek in te zetten om te achterhalen waarom Coca-Cola de markt domineert en niet Pepsi. McClure legde 67 mensen in de MRI-scanner en liet ze blind proeven. Ongeveer de helft vond Pepsi lekkerder. Maar toen de proefpersonen te zien kregen wat ze dronken, vond opeens driekwart Coca-Cola beter smaken. En hun breinactiviteit veranderde. Bij Coke-liefhebbers draaide de hippocampus - het geheugencentrum - op volle toeren. Blijkbaar waren de positieve herinneringen aan het merk Coca-Cola zo krachtig dat ze de smaakpapillen overklasten.

Met de kennis van het voorgaande laat zich dit direct vertalen: zonder de visuele waarneming wordt de beslissing genomen binnen het circuit van de basale ganglia - en de smaak geeft de doorslag. Met de visuele waarneming ingeschakeld, vindt de evaluatie plaats in het hippocampus circuit, en geeft de conceptuele ervaring de doorslag. En omdat Coca-Cola zo succesvol gemarket is als "symbool van Amerika en vrijheid en succes", geeft in het conceptencircuit van de hippocampus het concept "Coca-Cola" de doorslag.
    De doorslaggevende rol van de visuele waarneming ligt erin dat dit de hogere circuits voor de ruimtelijke verwerking inschakelt, en die, zie de entorhinal cortex, zitten in het hippocanmpus-circuit.

Een derde en relatief definitieve aanwijzing - zoals zo vaak afkomstig uit neuropathologie (https://nba.uth.tmc.edu/, doorAnthony Wright, Ph.D., Department of Neurobiology and Anatomy, McGovern Medical School, opgeslagen 25-11-2018 uitleg of detail ):
  Chapter 6: Limbic System: Amygdala

6.1 Amygdala - General Considerations


Amygdala is the integrative center for emotions, emotional behavior, and motivation. If the brain is turned upside down the end of the structure continuous with the hippocampus is called the uncus. If you peel away uncus you will expose the amygdala which abuts the anterior of the hippocampus. Just like with the hippocampus, major pathways communicate bidirectionally and contain both efferent and afferent fibers.    ...

A study of patients with damage to the amygdala, hippocampus, or both clearly demonstrates the distinctive roles of these two structures in memory. These patients were shown slides of green, blue, yellow, or red colors. After some colors, a loud and frightening horn blast was sounded. Autonomic responses were recorded (via GSR recordings) to determine learning. Amygdala patients did not become conditioned to colors followed by the loud horn. But when asked how many colors were presented and which were followed by the horn, their recall was correct. That is, they had explicit memory about the events. On the other hand, hippocampal patients showed learning and conditioning to the colors followed by the horn, but could not recall which they were. That is, they had implicit memory about the events. Patients with both types of lesions showed no conditioning and had no explicit memory about which colors were followed by the horn. The chapter on Learning and Memory will explain more about explicit memory and the hippocampus.

Noot: GSR is "galvanic skin response": oftewel het meten van de verandering van de elektrische weerstand van de huid, een bekende manier om stress te meten (stress veroorzaakt zweten dus meer vocht in de huid dus betere geleiding). Door gewenning aan het signaal ("leren") neemt de stress af. Stress is een uitwendig merkbaar verschijnsel samengaand met het vrijkomen van stress-neurotransmitters en stress-hormonen.
    Wat het experiment dus laat zien is dat het circuit van de amygdala in staat is dit soort zaken te leren, maar dat van de hippocampus niet. Oftewel: het circuit van de hippocampus werkt niet met de elementen van stress: neurotransmitters en hormonen. De circuits van amygdala en hippocampus zijn sterk gescheiden.


Naar Neurologie, emotie-organen  , Neurologie, globaal  of site home  ·.

5 jan.2015