Bronnen bij Neurologie, organisatie: creativiteit

Het verband tussen creativiteit en integratie binnen de hersenen is intuïtief al duidelijk, maar wordt ook door onderzoek bevestigd (Volkskrant.nl, Hart en Ziel, 22-12-2009, door Mark Mieras):
  Hoe overleef je de brainstorm?

In een serie afleveringen brengt wetenschapsjournalist Mark Mieras in kaart hoe je op kantoor het beste uit je hersens haalt. Vandaag: creativiteit laat zich niet dwingen.

Wie verheugt zich op een brainstorm? Veel mensen hebben een hekel aan zo'n rondje fantaseren rondom een white board. Hen overvalt gelijk een diep gevoel van machteloosheid. Waar haal je creatieve ingevingen vandaan? Hersenonderzoekers hebben zich diezelfde vraag gesteld: wat is het verschil tussen mensen die creatief zijn en mensen die het niet zijn? Nee, creatieve mensen hebben geen magische antenne voor ideeën. En ze hebben ook geen crea-knobbel. Het verschil ligt subtieler. Onderzoekers van de Drexel University in het Amerikaanse Philadelphia ontdekten vorig jaar dat mensen met een creatieve geest hun hersencentra anders gebruiken. Ze zetten hun hersenen in een andere stand.
    De onderzoekers lieten proefpersonen anagrammen oplossen: woorden waarvan de letters door elkaar gehusseld zijn. Bijvoorbeeld 'roenaogke' en 'meteriener'. De meeste proefpersonen slaagden er vrij vlot in om er het juiste woord in te ontdekken. In dit geval 'kangoeroe' en 'miereneter'. De een vond de oplossing min of meer systematisch door lettercombinaties te proberen, de ander vertelde dat de oplossing zomaar te binnen was geschoten uit het niets. Deelnemers die zo'n ingeving meldden bleken hun hersenen anders te gebruiken dan andere deelnemers. Ze gebruikten beide hersenhelften om het probleem op te lossen, en niet alleen hun dominante hersenhelft - bij de meeste mensen is dat de linker.
    Met die dominante linker hersenhelft redeneren we en vinden doelgericht oplossingen. Tijdens een brainstorm is dat niet de bedoeling. Als je de oplossing kunt beredeneren heb je immers geen brainstorm nodig. Maar hoe zet je de rechter hersenhelft aan het werk? Het probleem is dat we die niet bewust kunnen sturen. De rechter hersenhelft moet min of meer op eigen houtje aan het werk gaan. Dat gebeurt pas wanneer de linker hersenhelft daarvoor ruimte geeft. De kunst van creativiteit is de controle opgeven, stoppen met redeneren en loslaten. Dat zijn we niet gewend.  ...

Dat is op wat uitgebreidere manier verwoord de redenatie die steekt achter de intuïtie over creativiteit. En bekend van tips of ervaringen of tips: "Ga eens wat anders doen", en al die goede ideeën of oplossingen die je op de gang of het toilet opdoet of bedenkt. Maar nieuwe onderzoeken laten zien hoe dat in meer detail werkt:
  Er zijn meer verschillen tussen creatieve en minder creatieve hersenen: andere hersengolven, minder activiteit in bepaalde centra onder het voorhoofd. Steeds draait het om het opgeven van controle. De hersenen gaan dan associatiever, grilliger en minder logisch werken en dat noemen we creatief. Creatieve geniën als Vincent Van Gogh, Albert Einstein, Emily Dickinson en Isaac Newton hadden hersenen waarin de controle van nature al lager lag, reconstrueerden onderzoekers van de Vanderbilt University in het Amerikaanse Nashville. Ze waren 'schizotypisch'. Mensen met die persoonlijkheidsafwijking gebruiken hun rechter hersenhelft veel sterker dan andere mensen.
    Ook met normale hersenen kun je creatief zijn. De kunst is om je niet te laten dwingen. Creatief zijn op commando, dat gaat nu eenmaal niet. Brainstormen moet je doen zonder prestatiedruk. Zorg dat je je op je gemak voelt. Vaak is met zijn tweeën sparren daarom effectiever, zeker als je ondertussen een wandeling maakt. De beweging en de afwisseling brengen de benodigde wanorde in het brein en ze activeren beide hersenhelften. Onderzoekers van de Universiteit van New Jersey ontdekten eerder dit jaar nog een andere truc die helpt om de hersenhelften te laten samenwerken. Ze lieten proefpersonen dertig seconden met de ogen van links naar rechts en van rechts naar links bewegen. Dat is niet alleen gymnatiek voor de oogspieren maar ook voor de hersenen. De objecten voor je neus verschuiven op en neer tussen het rechter en het linker beeldveld en daarmee tussen de twee hersenhelften. Dat stimuleert de samenwerking. Proefpersonen die de oefening deden waren daarna creatiever dan proefpersonen die dertig seconde voor zich uit hadden gekeken.

Oké, dat is de ene kant. Maar er is ook een andere. Want al genoemd wordt het 'schizotypische'  (Wikipedia), waarvan als kenmerken "afwijkende gedachten", "warrig of moeilijk te volgen gesprekken", "breedsprakigheid" en "eigenaardige opvattingen" genoemd worden. Maar men kan ook kijken naar degenen die naar de groepen die het meest geassocieerd worden met creativiteit, kunstenaars en intellectuelen dus, en dan denk je ook meteen aan allerlei neurotische trekken  .
    Hier hadden we al eerder dit neuroticisme geassocieerd met te grote denk- en verbeeldingsruimte in de menselijke geest  . Ook in dit geval lijkt er dus sprake van een venwicht: de meeste mensen zijn minder tot gematigd creatief, en kunnen daardoor consistent functioneren. En sommige mensen zitten aan de hoger-creatieve kant, en "betalen" daarvoor in de vorm van allerlei lichtere neurologische kwalen.
    Er is ook nog een andere relatie tussen creativiteit en verbindingen. Een andere intuïtieve waarheid is namelijk dat kinderen creatiever denken dan ouderen. Terwijl inmiddels bekend is dat kinderen leren niet door nieuwe neuronverbindingen aan te maken, maar juist door het aantal bestaande verbindingen te verminderen. Die extra creativiteit van kinderen zit in extra verbindingen. Een creativiteit die (grotendeels) verloren gaat met het voortschrijden van de tijd en het voortschrijden van het leren.
    Creativiteit en leren - er lijkt een vorm van spanning tussen te zitten.


Naar Neurologie, organisatie  , of site home  ·.

30 dec.2009