De strafbaarstelling van godslastering |
13 nov.2004 |
Naar aanleiding van de voorvallen rond de moord op Theo van Gogh stelt
minister Donner van Binnenlandse Zaken voor (d.d. 13-11-2004) om bestaande
wetgeving met betrekking tot godslastering, die kennelijk niet uitgevoerd
wordt, weer te gaan gebruiken. De reden is dat het een middel moet zijn om
extreme belediging van gelovigen door tegenstanders te kunnen aanpakken. De
situatie bestaat uit een afweging van de belangen van de beledigde en de
beledigende. Het belang van de beledigde is zijn morele waardengevoel, het
belang van de beledigende is de vrijheid van meningsuiting. In principe kan
belediging dusdanig ernstig worden dat de belangen van de beledigde die van
de beledigende overstijgen. Er is echter een fundamenteel probleem met het
afwegen van die belangen: er bestaat wel een min of meer objectief criterium
voor de mate van vrije meningsuiting, maar er bestaat geen objectief
criterium voor de mate van belediging: iedereen kan wel beweren zeer ernstig
beledigd te zijn door een of andere uitspraak. Een snel toegeven aan de
klacht van belediging leidt tot willekeur.
Stel dat men ernstige gevallen wel kan definiëren, en onder de
ernstige gevallen laat men godslastering vallen. Hiermee bedoelt men niet
het beledigen van een god, maar van de gelovige in die god. Die gelovige
ziet zijn religie als zijn richtlijn en/of voorbeeld voor zijn doen en laten
in de wereld. Daarom kan belediging van die god of die religie een
belediging zijn voor het hele leven van de gelovige.
Maar de wereld bestaat ook uit mensen die niet geloven in de god of
de religie van de gelovige waar we het over hebben. Onder hen zijn mensen
die in geen enkele god of religie geloven. De gelovige heeft voor de
andersgelovige sterk negatieve kwalificaties over, en voor de niet-gelovige
kwalificaties die nog sterker zijn. Onder de niet-gelovigen zijn er zelfs
ook velen die wel een ideologie hebben, en met de belediging van de
ongelovigen worden ook die ideologieën beledigd. Er is geen enkele reden om
de beledigingen gericht aan ongelovigen en hun ideologieën anders te
behandelen dan die aan gelovigen.
Als beledigingen aan gelovigen dus wettelijk vervolgd moeten worden,
moeten soortgelijke beledigingen aan ongelovigen dat ook. Gezien de zeer
ernstige beledigingen aan het adres van ongelovigen in de religieuze boeken
van de meeste gelovigen, moeten die religieuze boeken dan ook wettelijk
verboden worden
Naar Religie en ratio
, Psychologie lijst
, Psychologie overzicht
, of site home
.
|