Bronnen bij Alfa en bèta, sociologisch: onbekendheid in huidige cultuur

Onderstaand wat bronnen die de open deur intrappen dat onze maatschappij misschien wel ten sterkste van wetenschap en techniek, van bèta's, afhangt, maar dat onze cultuur, zeg maar de alfa's en gamma's, er eigenlijk niets mee te maken wil hebben (de Volkskrant, 03-08-2007, door Martijn van Calmthout):
  Help, mijn kapper houdt niet van radiotelescopen

Gelauwerd wetenschapsjournaliste Natalie Angier (The New York Times, Pulitzer-prijs) zat bij haar kapper toen die vertelde dat hij komende zomer naar Puerto Rico op vakantie zou gaan. Angier was daar toevallig het geweest en dus kon ze een trip naar de radiotelescoop van Arecibo van harte aanbevelen, aan de noordwestkant van het eiland. 'Hij keek me aan alsof ik hem een bezoek voorstelde aan een schoonmaakmiddelenfabriek.' Waarom, vroeg de kapper, zou hij?
    Omdat het de grootste radiotelescoop in de wereld is, probeerde Angier. Geen reactie.
    Omdat er een geweldig wetenschapsmuseum bij is over het heelal? Niks.
    Omdat de immense schotel in de flanken van een heuvelrug figureerde in de film Contact met Jodie Foster? Och, hij had al nooit zo gehouden van Jodie Foster.
    De frustraties druipen er af in Angiers kort voor de zomer verschenen boek The Canon. Waarom wordt iedereen geacht moeiteloos en ademloos cultuur en geschiedenis in het hoofd te hebben, en niet de natuurwetenschappen, al zijn het maar de hoofdzaken? Waarom wist zelfs de redactiechef van The New York Times niet dat het katern Science Times van die krant op dinsdag verschijnt, niet op woensdag? En waarom vindt haar zus het kinderachtig om met een 13-jarige naar een science museum te gaan, terwijl diezelfde 13-jarige wel een hele avond naar een opvoering van Macbeth kan kijken? ...

En (VARA TV Magazine, nr. 43-2007, door Robert Gooijer):
  Knappe koppen

De Nationale wetenschapsquiz organiseert een duel tussen 'de knapste' familie van Nederland en een team geleerden. De voorrondes.
...
De Huygentjes
Pappa Constantijn Huygens was de belangrijkste dichter die ons land heeft voortgebracht. Hij was bevriend met P. C. Hooft, René Descartes, Rembrandt en Joost van den Vondel en scheerde gedurende de Gouden Eeuw als een postduif heen en weer tussen de belangrijkste Europese hoven, want hij was ook nog topdiplomaat. Zijn zoontjes Christiaan en Constantijn vonden de diplomatie en poëzie echter oninteressant, tot onvrede van pappa, die over ze schreef dat ze 'de hele tijd molentjes en andere modellen zitten te bouwen'.
    Christiaan was de leergierigste van het stel. Hij ging studeren in Leiden en parijs en werd een van de belangrijkste wetenschappers van zijn tijd. Hij was medegrondlegger van de statistiek en ontwierp met zijn even handige broer Constantijn jr. een aantal nog niet bestaande apparaten: de telescoop, de barometer, de toverlantaarn en de waterpas. Christiaan vond het slingeruurwerk uit, suggereerde dat Saturnus een ring had (klopt) en ontdekte haar maan Titan. Hij is de grondlegger van de optica.
    Het ging maar door met Christiaan en Constantijn. De Huygentjes werden weliswaar in gegoede kringen geboren, wat een prettige voorsprong gaf, maar hun genie was dermate groot dat ze ongetwijfeld de knapste familie uit de Nederlandse geschiedenis zijn. Toch zijn ze niet erg bekend. Waarom ben je wel een barbaar als je nog nooit van de broertjes Gerard en Karel van het Reve hebt gehoord, maar is het heel normaal om Christiaan en Constantijn niet te kennen? ...
    De Nationale wetenschapsquiz probeert iets te doen aan de impopulariteit van de bèta-studies. Vanavond dus met een onbekende familie.

Hierbij de aantekening dat Huygens in de wetenschap in het algemeen en de Angelsaksische in het bijzonder goed bekend was, en als evenknie van Isaac Newton wordt gezien, en dat Huygens tot aan het verschijnen van de biografie van C.D. Andriesse in 1993 in Nederland vrijwel volslagen onbekend was. Als er ergens "Huygens" stond, bedoelde men broer Constantijn.
    Nederlandse intellectuelen en bèta-wetenschap, het is een vrijwel volslagen onbeschreven blad voor ze.
    En dit heeft natuurlijk ook zijn weerslag bij de jeugd (de Volkskrant, 05-12-2007, van verslaggever Gerard Reijn):
  Natuurwetenschappen laten Nederlandse scholier koud

Nederlandse 15-jarigen goed bij internationale vergelijking

...    Dat blijkt uit PISA, een groot onderzoek in 57 landen naar kennis en vaardigheden van 15-jarigen. Het onderzoek is verricht door de OESO, de club van dertig rijke landen. In Nederland namen 4.870 leerlingen deel, van 185 scholen, van praktijkschool tot vwo. ...
    Nederlandse leerlingen zijn weinig geïnteresseerd in natuurwetenschappen, en denken niet dat die de wereld kunnen helpen begrijpen of verbeteren. Slechts enkele procenten van de leerlingen zeggen veel belangstelling te hebben voor wetenschappelijke oplossingen van problemen. Gemiddeld is in de OESO-landen 10 tot 20 procent.
    Hoe het komt dat de interesse van de Nederlandse scholieren voor natuurwetenschappen lager is, is niet onderzocht.


Naar Alfa's en bèta's, sociologisch , of site home .

16 sep.2007