Alfa- en bèta-denken, sociologisch
De termen alfa's en bèta's als beschrijving van mensen maken een indeling naar
de geneigdheid tot emotioneel en rationeel denken, waarbij de meest kenmerkende
uiting van het emotionele de kunst is, en die van de ratio in de wetenschap
ligt, of nauwkeuriger: de natuurwetenschap. In Het alfa en bèta denken
hebben we de psychologische achtergrond van de twee termen belicht, en gezien
dat ze zelfs terug te vinden zijn in fysiologische verschillen. Hier gaat het
over de maatschappelijke uitingsvormen ervan.
De termen "alfa" en "bèta" stammen oorspronkelijk uit de academische
wereld, waar men ook nog een derde groep groep kent, weinig origineel de gamma's
gedoopt, bestaande uit de menswetenschappen, die sterk opgekomen zijn in de
twintigste eeuw, met als belangrijkste sociologie, psychologie en economie. In
wetenschappelijk opzicht nemen ze in de alfa-bèta tweedeling min of meer een
middenpositie in, met binnen hun eigen vakken deeldisciplines die meer naar de
alfa- of bèta-kant neigen, waarbij ze in de loop van de tijd geleidelijk meer
naar de bèta-kant gaan, zoals in de sociologie in het nature-nurture
debat
, en in de
psychologische praktijk de succesvollere moderne behandelingen voor
psychologische problemen steeds meer een bèta-achtige aanpak hebben, waarbij
gekozen wordt voor een directe benadering in termen van specifieke eindtermen,
barrières, en paden naar de oplossing
(meer over de gammawetenschappen hier
). Maar als
men in de praktische maatschappij kijkt naar de rollen van de diverse groepen,
staan de gamma's grotendeels aan dezelfde kant als de alfa's, en hier worden
alfa's en gamma's daarom voorlopig gezien als
één groep onder de noemer alfa's, in de
komende sociologische vergelijking met de bèta's.
De kenmerkende verschillen tussen alfa's en bèta's zijn zodanig
duidelijk en evident, dat de groepen zelfs fysiek te onderscheiden zijn, zoals
iedere student een groepje natuurkundigen perfect kan onderscheiden van een
groepje medicijnenstudenten of rechtenstudenten. In termen van geesteshoudingen
gaat het over keuzes als tussen vorm of inhoud, idealisme of realisme, woorden
of cijfers, emotie of ratio, macht of gezag, enzovoort. Die verschillen in
geesteshouding
leiden tot de hier te bespreken verschillen in sociologisch gedrag - een aantal
van die relaties is verzameld in het overzicht te vinden hier
.
Ieder van de genoemde psychologische verschillen is nauwelijks tot
niet omstreden: de alfa gaat bij het beoordelen van een een stukje schrijfwerk
veel meer voor de vorm dan een bèta. De houding van de laatste is: als de
boodschap maar overkomt. Wat betreft idealisme en realisme ligt het bal even
duidelijk: de bèta kan zich moeilijk idealen veroorloven - de praktijk of het
experiment wijst al heel snel op een uitzondering, of zelfs het tegendeel. Wat
betreft woorden of cijfers is de afkeer van de alfa voor cijfers bijna
spreekwoordelijk. Over emotie en ratio hoeven we het helemaal niet te hebben. En
de gaat bij het overnemen van een oordeel veel meer af op de inhoud van het
gestelde, dat wil zeggen: de competentie van de ander, dan de alfa, die zich
veel meer laat leiden door de uitstraling, de emotie van de ander.
Maar zet het nu eens op een rijtje: de alfa's volgen meer de
begrippen vorm
, idealisme, woorden
, emotie, macht, inspiratie, enzovoort, en bèta's volgen meer de inhoud,
realisme, cijfers, ratio, gezag, vakmanschap
enzovoort - voor een overzicht, zie hier
. Wie met die rijtjes in de hand naar onze maatschappij kijkt, ziet meteen wie
daar de baas zijn: de alfa's.
Dat is misschien niet verwonderlijk, als je beseft dat veel van
cultuur en sfeer in de maatschappij bepaald wordt door mensen als journalisten,
schrijvers, cabaretiers en dergelijke, en dat dit van nature vrijwel allemaal
alfa's zijn
. Die volgen natuurlijkerwijs de zaken waar ze zelf het dichtst bij staan, waar
ze het meest belangstelling voor hebben, en dat zijn dus alfa-zaken. Het gevolg
is dat kennis en wetenschap die zeker ook een essentieel van onze cultuur
uitmaakt, die van de natuurwetenschappen, die van de bèta-wereld, in hoge mate
onbekende zijn
, genegeerd worden
, en vaak zelfs misprezen wordt
, met name in de media
- en voor wie het te veel moeite is om álle links langs te lopen: soms, als de
nood hoog wordt, willen ze het zelfs wel erkennen
. De ultieme enkelvoudige illustratie is gegeven door de commissie die de nieuwe
historische canon heeft samengesteld, met als enige bèta-inbreng een
hobby-astronoom
; kortom: de bèta's werden gewoon vergeten.
Dit geldt ook in hoge mate voor de politiek, waar ook presentatie en
"persoonlijkheid" doorslaggevender zijn dan concreet beleid en inhoud. En omdat
dit allang zo is, trekken deze velden ook veel meer mensen aan: het lijkt dat
alfa's in de meerderheid zijn in op zijn minst de verhouding 3 op 1
, maar wie bijvoorbeeld op de universiteiten kijkt, ziet dat dit mogelijkerwijs
hoger ligt. En in de politiek, die tak van de maatschappij die in de hoogste
mate haar functioneren bepaalt, zijn de alfa's altijd volkomen dominant geweest
.
Deze constatering van de tweespalt tussen alfa en bèta denken in de
politiek is niet nieuw. De eerste openbare uiting ervan was een rede door de
schrijver en wetenschapper C.P. Snow
, gegeven in
1959, genaamd The Two Cultures, uitgewerkt in het 1963 verschenen boek
met dezelfde naam. Dit boek is een klassieker binnen de filosofie van de
natuurwetenschappen. Buiten deze kringen is het echter weinig bekend volgende
het alom bestaande misverstand dat wetenschap in de politiek alleen ter sprake
moet komen bij zaken als die van medische ethiek en biotechnologische ethiek -
en zelfs dan wordt er meestal niet echt geluisterd. Een houding die nog steeds
geldt, en ook in Nederland natuurlijk
.
Maar iemand die de wereld met een morele blik bekijkt, herkent met
de tweedeling tussen wetenschap en politiek ook meteen een paar andere,
namelijk die tussen betrouwbaarheid en verraad, tussen samenwerking en
"vechtpartijen", recht-door-zee en achterbaksheid, en meer van het soort dingen
dat een politiek een spreekwoordelijke slechte naam heeft gegeven. Of in
algemene morele termen zien we in de wetenschap het goede en het
constructieve in de mens, en de politiek voor het vunzige, het slechte.
Vergelijk dit nu met het eerder genoemde rijtje van verschillen in
eigenschappen van alfa's en bèta's: vorm, idealisme, woorden, emotie, macht,
enzovoort, versus inhoud, realisme, cijfers, ratio, gezag, enzovoort. Hier het
morele oog op werpende, ziet men precies dezelfde verschillen als die bij
politiek en wetenschap. Het lijkt een niet al te stoutmoedige aanname om te
veronderstellen dat die slechte morele eigenschappen van politiek direct
samenhangen met het feit dat ze gedomineerd wordt door de alfa's
, en daardoor de slechte eigenschappen van het alfa-denken heeft
.
De dominantie van het alfa-denken in de politiek heeft tot grote
maatschappelijke problemen geleidt. Zo is kernenergie tientallen jaren
onbespreekbaar geweest vanwege een afvalprobleem, terwijl het veel grotere
afvalprobleem van fossiele brandstoffen werd genegeerd
. Zo heeft men decennia lang het lof gestoken op de diensteneconomie, negerende
dat onze import betaald moet worden met export
. Zo heeft men de immigratie van honderdduizenden uit sociaal en economisch
achtergebleven gebieden als het Turkse Anatolië
en het Marokkaanse Rifgebergte toegelaten, negerende de problemen ten gevolge
van de culturele verschillen die wel moesten komen
. En zo heeft men gedurende dertig jaar het onderwijs uitgehold uitgaande van
het gelijkheidsbeginsel, negerende het simpele feit dat mensen niet gelijk zijn
en ieder naar zijn mogelijkheden moet worden aangesproken
.
Gezien de toenemende ernst van die maatschappelijke problemen is het
dus zaak om in de top van de maatschappij, bij politici en andere machthebbers
op alle niveaus, een meer bèta-achtige manier van denken en aanpak aan te
bevorderen, inclusief het onderdrukken van de neiging tot onjuiste voorlichting
en andere vormen van bedrog.
Er zijn twee principiële mogelijkheden om dit aan te pakken, de
eerste zijnde het veranderen van de huidige machthebbers. Dat blijkt voortdurend
een zeer moeizame zaak, met als meest recente en dramatische voorbeeld de
klimaatcrisis: zodra zich ook maar enige uitvlucht voordoet, in dit geval
een paar fouten in het IPCC-rapport dat de klimaatverandering heeft aangetoond,
vlucht men weg in smoezen om niets te hoeven doen. Dit verschijnsel is
beschreven door de natuurkundige Max Planck: "Nieuwe ideeën komen niet tot
invoering omdat de aanhangers van de oude ideeën overtuigd worden, maar omdat ze
uitsterven". Een verschijnsel dat zeer versterkt wordt door intense afkeer die
alfa's/gamma's en bestuurderen hebben van de bèta-wereld, en alles (zie het
rijtje boven) wat dat inhoudt - meer daarover hier
.
De oplossing moet natuurlijk komen van de tweede methode: het
geleidelijk vervangen van de oude machthebbers door nieuwe. Daaraan is eigenlijk
niets bijzonders. De hele geschiedenis van culturen laat zien dat het gaat om de
kwaliteit waarmee ze bestuurd werden, met als voorlopige hoogtepunt de westerse
cultuur waarin persoonlijke kwaliteiten als meeste de doorslag geven ten
opzichte zaken als afkomst en contacten.
Het punt is dat we in onze huidige cultuur daar slechts een kleine
stap in zijn gevorderd. De huidige manier van selecteren van mensen voor banen
heeft nog zeer veel weg van de oude manieren
, waarin afkomst en onbelangrijke zaken als sociale vaardigheden en
taalbeheersing een hoofdrol spelen. De vooruitgang van de beschaving laat hier
overduidelijk de weg naar de toekomst zien, namelijk die naar een grotere
meritocratie: baan naar capaciteiten, beloning naar verdienste, en gezag boven
macht
. Zaken waar de alfa's/gamma's intuïtief tegen zijn
.
De beschrijving van de psychologische voorkeuren en houdingen van
alfa's/gamma's en bèta's
en de bijbehorende sociologisch gedrag
laten eigenlijk zonder verdere toelichting al zien dat de groepen zich aan
wederzijdse kant in het strijdperk van gezag en macht, de bèta's, de dragers van
wetenschap rationaliteit en verlichting, aan de kant van het gezag, de kant van
de beschaving. Niet dat er geen (kleinere of grotere groepen) alfa's/gamma's
zijn die niet bijdragen aan de beschaving of er geen bèta's zijn die daaraan
schade aanrichten, maar de trends zijn overduidelijk.
Het lijkt bijzonder moeilijk om deze oplossingen te implementeren.
De meest haalbare mogelijkheid lijkt het opvoeden van de jeugd in de nieuwe
waarden, dat wil zeggen het veranderen van ons onderwijs. De moeilijkheid
daarvan wordt geïllustreerd door het feit dat gedurende de laatste veertig jaar
de omgekeerde beweging is gevolgd, van inhoudelijk naar op
gelijkwaardigheids-idealen gebaseerd competentieonderwijs
- meer over de vernietigende rol van het alfa-denken op het onderwijs hier
. De strijd om de vooruitgang zal zich in belangrijke mate op het niveau van het
onderwijs afspelen - meer daarover hier
.
Deze veranderingen zullen op zijn best geleidelijk en waarschijnlijk
langzaam verlopen - de klimaatdiscussie in het algemeen en het geval van de
fouten in het IPCC-rapport laten zien dat hoe lang de weg is die afgelegd moet
worden. Het laat ook zien dat het een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid
heeft dat voor substantieel vooruitgang op dit terrein eerst een echte ramp zal
moeten plaatsvinden. Het valt te hopen dat het dan niet meteen de laatste
menselijke ramp is
.
Naar Alfa en bèta, psychologisch
,
Alfa wereld
, of site home
.
|