Bronnen bij Gedragsonderscheid en rasonderscheid: feitelijkheden
De makkelijkste manier om verschil in gedrag te meten is om situaties te
verzamelen waarin gedrag automatisch gemeten wordt. Sport in het algemeen en
hardlopen in het bijzonder zijn ook vormen van gedrag, en er wordt gemeten.
De uitkomsten zijn niet verassend voor wie de laatste twintig jaar ooit eens
naar atletiekwedstrijden heeft gekeken (de Volkskrant, 09-04-2005, door Mark van Driel
):
Het onderwerp is kennelijk zo controversieel dat
men de voor de hand liggende uitbreiding niet durft te maken, namelijk die
naar de het andere uiteinde van het hardlopen; de sprintnummers. Als de
trainings- en andere omgevingverklaringen waar zouden zijn, zouden ze ook
moeten gelden voor de korte afstanden. Maar een snelle blik op een
willekeurige finale in een grote wedstrijd ziet wel een sterke dominantie
van Afrikanen, echter geen enkele Keniaan. Noch een ander Oost-Afrikaan. Wel
staan die finales boordevol West-Afrikanen, of beter: hun afstammelingen uit
Amerika of de Caribische eilanden. Kortom: er is overweldigend bewijs voor
een genetische factor. Maar dat is controversieel omdat iedereen de volgende
conclusie kan trekken: wat geldt voor talent in hardlopen, geldt natuurlijk
voor alle talenten, inclusief harddenken. Die conclusie is dusdanig
controversieel dat de redactie lange tijd zelfcensuur heeft gepleegd door ze
uit de inhoud van In het kort te houden.
Sinds het schrijven van het voorgaande is in het
wetenschapskatern van de Volkskrant voor het eerst in een
interview/boekbespreking voor het eerst onweersproken een aanwijzing voor de
gedrag-en-ras relatie opgedoken (de Volkskrant, 10-09-2005, door Ben van Raaij):
Naar Gedrag en ras
,
of site home
.
|