Bronnen bij Groep, cultuur en ras: sprint

Naast het geval van het lange-afstandlopers en de dominantie van Oost-Afrikanen (Ethiopiërs, Kenianen) is er ook het geval van de dominantie van West-Afrikanen op de korte-afstanden (de Volkskrant, 13-05-2006, door Mark van Driel):
  Een verrassend gezicht aan de sprinttop

Als tiener stond Guus Hoogmoed (24) allerminst bekend als een rappe sprinter. Nu is hij Nederlands kampioen op de 60, 100 en 200 meter. ‘Er zijn veel zwarte jongens die harder lopen dan ik, maar er zijn er nog veel meer die langzamer lopen.’


...   Blanke sprinters in olympische finales zijn een zeldzaamheid. Bij de afgelopen zes edities waren alle finalisten zwart. De laatste blanke winnaar was de Schot Allan Wells in 1980 in Moskou. In dat jaar ontbraken de Amerikanen vanwege een boycot.
    Op de 200 meter zijn 32 atleten onder de 20 seconden gedoken. Onder hen zijn drie blanken. Voormalig wereldrecordhouder Pietro Mennea staat met 19,72 als de snelste te boek. Hij liep de tijd in 1979, op hoogte in Mexico. Sinds 1996 is het wereldrecord in handen van de zwarte Amerikaan Michael Johnson: 19,32.
    De Griek Kostas Kenteris is de laatste blanke die olympisch goud veroverde op de 200 meter. Zes jaar geleden zegevierde hij in Sydney. Die prestatie is in een kwaad daglicht komen te staan door de dopingaffaire waarin hij rondom de Spelen van Athene verzeild is geraakt.
    In atletiekkringen wordt over het algemeen aangenomen dat zwarte atleten van West-Afrikaanse oorsprong meer natuurlijke aanleg hebben voor de sprint. Ze hebben snellere spiervezels, waardoor ze in staat zijn op de explosieve nummers hogere snelheden te bereiken.
    Hoewel geen blanke atleet erin is geslaagd de barrière van 10 seconden te slechten, ondanks het vroegere, structurele gebruik van doping in de voormalige Oostbloklanden, doen de prestaties van sommigen vermoeden dat het slechts een kwestie van tijd is. De Australiër Matthew Shirvington (10,03) en de Canadees Nicolas Macrozonaris (10,03) zijn in eigen land uitgeroepen tot ‘great white hope’.
    De snelste blanke Nederlander is Patrick van Balkom. In 1998 liep hij 10,23, tweehonderdste sneller dan Guus Hoogmoed vorig seizoen. Ook op de 200 meter is hij sneller geweest: 20,36 om 20,58.

Tussenstuk:
Blank versus zwart
De cijfers van de internationale atletiekfederatie spreken boekdelen. Volgens de IAAF-website is het vijftig sprinters gelukt de 100 meter af te leggen in minder dan 10 seconden, de magische barrière op die afstand. Geen van die sprinters is blank.
    De snelste tijd van een blanke is exact 10,00. In 1960 legde Armin Hary de 100 meter af in die tijd, maar het toenmalige wereldrecord van de Duitse olympische kampioen komt niet in de statistieken van de IAAF voor. Zijn tijd was handgeklokt. De atletiekfederatie noemt alleen de Pool Marian Woronin. In 1984 liep hij eveneens 10,00. Het wereldrecord staat met 9,77 op naam van de Jamaicaan Asafa Powell.
    Blanke sprinters in olympische finales zijn een zeldzaamheid. Bij de afgelopen zes edities waren alle finalisten zwart. De laatste blanke winnaar was de Schot Allan Wells in 1980 in Moskou. In dat jaar ontbraken de Amerikanen vanwege een boycot.
     Op de 200 meter zijn 32 atleten onder de 20 seconden gedoken. Onder hen zijn drie blanken. Voormalig wereldrecordhouder Pietro Mennea staat met 19,72 als de snelste te boek. Hij liep de tijd in 1979, op hoogte in Mexico. Sinds 1996 is het wereldrecord in handen van de zwarte Amerikaan Michael Johnson: 19,32.
    De Griek Kostas Kenteris is de laatste blanke die olympisch goud veroverde op de 200 meter. Zes jaar geleden zegevierde hij in Sydney. Die prestatie is in een kwaad daglicht komen te staan door de dopingaffaire waarin hij rondom de Spelen van Athene verzeild is geraakt.
    In atletiekkringen wordt over het algemeen aangenomen dat zwarte atleten van West-Afrikaanse oorsprong meer natuurlijke aanleg hebben voor de sprint. Ze hebben snellere spiervezels, waardoor ze in staat zijn op de explosieve nummers hogere snelheden te bereiken.
    Hoewel geen blanke atleet erin is geslaagd de barrière van 10 seconden te slechten, ondanks het vroegere, structurele gebruik van doping in de voormalige Oostbloklanden, doen de prestaties van sommigen vermoeden dat het slechts een kwestie van tijd is. De Australiër Matthew Shirvington (10,03) en de Canadees Nicolas Macrozonaris (10,03) zijn in eigen land uitgeroepen tot ‘great white hope’.
    De snelste blanke Nederlander is Patrick van Balkom. In 1998 liep hij 10,23, tweehonderdste sneller dan Guus Hoogmoed vorig seizoen. Ook op de 200 meter is hij sneller geweest: 20,36 om 20,58.

Duidelijke cijfers.

Hoera! (de Volkskrant, 13-07-2010, van verslaggever Mark van Driel):
  De eerste blanke die de magische grens op de sprint doorbreekt

De Fransman Christophe Lemaitre (20) liep afgelopen vrijdag bij de nationale titelstrijd de 100 meter in 9,98. Vele zwarte atleten gingen hem voor.


De Franse sprinter Christophe Lemaitre heeft afgerekend met een hardnekkig bijgeloof uit de atletiek: blanke atleten zouden de 100 meter niet in minder dan 10 seconden kunnen lopen. Lemaitre kwam vrijdag bij de Franse kampioenschappen in Valence tot 9,98.
    Lemaitre is de eerste blanke atleet die de magische barrière van 10 seconden heeft doorbroken, officieel tenminste. Officieus deed de Pool Marian Woronin dat al in 1984. Zijn tijd van 9,992 werd zoals gebruikelijk naar boven afgerond, waardoor hij volgens de uitslag 10,00 liep.
    Lemaitre is de 72ste atleet die sneller dan 10 seconden heeft gelopen. ...

Oftewel: maar 71 zwarten gaan hem voor. Zo zag het eruit in Peking (Olympische Spelen 2008):

Slechts creolen te zien.


Naar Groep, cultuur, ras , of site home .

29 mei 2006